Twee keer een Gereformeerde Kerk in Godlinze

Kaart: Google.
Kaart: Google.

In het Groningse dorp Godlinze (met in 1838 ongeveer 340 inwoners), ten noorden van Appingedam, heeft tweemaal een Christelijke Afscheiden Gemeente c.q. een Gereformeerde Kerk bestaan. Beide gingen teniet.

De eerste gemeente: 1836-1846.

Vermoedelijk op 10 mei 1836 werd door ds. H. de Cock (1801-1842) de Christelijke Afgescheidene Gemeente te Godlinze geïnstitueerd.  Volgens ds. E. Lindeman (1805-1889) is dat een feit, en hij zou best gelijk kunnen hebben, want dr. H. Veldman heeft de gangen van ds. De Cock nauwgezet  gereconstrueerd en ontdekte dat deze ‘eerste Afgescheiden predikant van Nederland’ zich in die tijd inderdaad in de buurt van Godlinze ophield.

Ds. H. de Cock (1801-1842), die op 10 april 1836 de Christelijke Afgescheidene Gemeente van Nieuwe Pekela institueerde
Ds. H. de Cock (1801-1842) institueerde de kerk te Godlinze.

Hoe dan ook, de datum van instituering ligt in ieder geval vóór 9 september 1836, want op die dag was Jacob J. Jensema als ouderling van de gemeente te Godlinze vertegenwoordigd op de vergadering van de classis Appingedam.  Deze 35-jarige ambtsdrager was ‘landgebruiker’, pachter van een boerenbedrijf, en was getrouwd met een zus van Jan Lubbers Bos te Stedum, in wiens boerderij op 24 april 1836 de Christelijke Afgescheidene Gemeente aldaar geïnstitueerd werd.

Jensema zat midden in de Afscheidingsbeweging. Toen ds. De Cock op 11 augustus 1837 weer in de buurt was bood hij zijn huis in Godlinze aan om een godsdienstoefening te houden. Partner in crime was de 36-jarige diaken Derk Jaco Engberts, van beroep schoenmaker. Die kerkdienst wam hen op een flinke boete te staan: Jensema kreeg er een van fl. 50, Engberts mocht fl. 25 neertellen en ds. De Cock, als leider van deze ‘ongeoorloofde godsdienstige bijeenkomst’, fl. 100. Burgemeester W.P. Wiertsema rapporteerde de hele gang van zaken een de gouverneur van de provincie en deelde in zijn brief mee dat ongeveer honderd personen de dienst hadden bijgewoond! De schuur van Jensema was ruim voldoende bemeten om deze mensen te bergen.

Maar kennelijk was dát aantal dorstigen naar het Woord een uitzondering. Want in 1842 bleek dat het kerkelijk leven van de kleine gemeente langzamerhand  verslapte. Zelfs ouderling Jensema liet het er volgens de kerkvisitatoren bij zitten. Hij ging zondags wel eens uit, terwijl hij dan natuurlijk als (enige) ouderling bij de kerkdienst aanwezig hoorde te zijn; deze moest dan worden afgelast. Wel besloot de classis hem te vermanen, maar het valt te betwijfelen of er veel veranderde. Enkele jaren later, in 1846, bleek namelijk dat het avondmaal in geen twee jaar gevierd was. Geen wonder dat op 3 september 1846 de classis vernam dat de gemeente van Godlinze was opgegaan in de Gereformeerde Kerk van het nabijgelegen Spijk. Pas een eeuw later zou in Godlinze opnieuw een Gereformeerde Kerk geïnstitueerd worden.

In de tussentijd (1882-1946).

Ds. W.S. Veltman (1845-1922). Zwartsluis 1868, Onstweddermussel en Stadsmusselkanaal 1870. Blija 1873, Spijk (Gr.) 1882, Haarlemmermeer O.Z. 1890, Emeritus 1910 .
Ds. W.S. Veltman (1845-1922).

De gereformeerden woonachtig in Godlinze vielen dus onder de herderlijke zorg van de kerk te Spijk (Gr.). Vooral sinds ds. W.S. Veltman (1845-1922), die van 1882 tot 1890 in Spijk predikant was, werd het evangelisatiewerk in Godlinze aangepakt. Ook werd daar zondagsschool gehouden en werd het evangelisatiejeugdwerk op gang gebracht met clubs voor jongens en meisjes. D.H. Ferré Jacobs deelt in zijn ‘Voorheen en Thans’ mee dat het aantal gereformeerden in het dorp in 1909 ongeveer 170 bedroeg.

Een eigen gebouwtje!

Zo nu en dan werd de vraag gesteld of in Godlinze niet een zelfstandige Gereformeerde Kerk gesticht zou kunnen worden. Daarvoor, zo oordeelde de kerkenraad, waren echter meer leden en een grotere financiële draagkracht nodig. Desondanks werd het evangelisatiewerk vanuit Spijk met kracht voortgezet. Aanvankelijk werden diensten gehouden in de schuur van E. van Dijk en ook de Jongelings Vereeniging (JV) en de zondagsschool werden daar gehouden.

In 1904 kon van de schuur niet langer gebruik gemaakt worden. Vandaar dat de commissie in juni 1904 omzag naar een stuk grond waarop een evangelisatiegebouw kon worden geplaatst. Van Dijk had nog een stuk grond, zodat men er geen gras over liet groeien, maar meteen met bouwen begon. Hoewel de hervormde gemeente van het naburige Krewerd meende dat het gebouwtje op hún grond stond en daarom wilde dat het werd afgebroken, kon worden aangetoond dat Van Dijk toch echt de eigenaar was. Al een paar maanden nadat de bouw begon kon het in oktober 1904 in gebruik genomen worden. Het gebouwtje werd ‘Pro Rege’ genoemd.

Het evangelisatiegebouw 'Pro Rege' te Godlinze.
Het evangelisatiegebouw ‘Pro Rege’ te Godlinze (foto: ‘Hoe God Zijn kerk bewaarde’).

De evangelisatiearbeid ging overigens officieel niet van de kerk uit, maar van de daartoe opgerichte evangelisatiecommissie, ook al bracht deze elk jaar rapport uit aan de kerkenraad. Aan die toestand kwam in 1927 een eind; toen werd namelijk ingezien dat het evangelisatiewerk een taak van de kerkenraad was; de leden van de evangelisatiecommissie werd in het vervolg dan ook door de kerkenraad  benoemd. Het gebouwtje werd in 1930 opgeknapt: in plaats van banken werden er stoelen geplaatst, met behoud van het aantal zitplaatsen, dat overigens nogal eens te klein was.

Eén keer in de veertien dagen ging de predikant van Spijk voor in de kerkdiensten  in het evangelisatiegebouwtje. Voor de overige diensten bezochten de gereformeerden van Godlinze de kerk in Spijk. Sommigen gebruikten de fiets of een rijtuig, ouderen werden vanaf 1928 met de auto en sinds 1933 met een bus naar de kerk in Spijk gebracht, die tot terechte ergernis van de kerkenraad nogal eens te laat in Spijk aankwam.

De oorlog.

Bij het uitbreken van de oorlog werd vervoer naar de kerk voor de bejaarden onmogelijk vanwege brandstofgebrek. Vandaar dat in het evangelisatiegebouwtje ‘Pro Rege’ toen twee diensten per zondag gehouden werden. De predikant van Spijk, ds. J. Visscher (1895-1969) ging toen elke zondag zowel in Spijk als in Godlinze voor met als gevolg dat in beide plaatsen elke zondag ook een leesdienst gehouden moest worden. Men merkte echter dat het aantal kerkgangers in Godlinze groeide. Logisch dus dat men vond dat dat zo moest blíjven!

Een hulpprediker in de persoon van ds. Joh. S. de Jong (1906-1983) kwam het werk van ds. Visscher verlichten. Ds. De Jong vertrok echter in mei 1943 naar Lemmer, waarop de gereformeerden in Godlinze de kerkenraad om een eígen hulpprediker vroegen. De kerkenraad van Spijk ging daarmee akkoord en benoemde in plaats van de evangelisatiecommissie een níeuwe commissie, die het werk overnam maar tegelijk óok moest zorgen dat voorbereidingen getroffen werden om te komen tot een zelfstandige Gereformeerde Kerk in Godlinze.

Ds. J. Visscher (1895-1969).
Ds. J. Visscher (1895-1969).

De hulpprediker kwam er: kandidaat P. Westra werd beroepen en benoemd maar overleed op 24 januari 1944, nog voordat hij met zijn werk had kunnen beginnen. Vervolgens werd kandidaat A. de Groot aangesteld als hulpprediker. Maar ook hij overleed al spoedig: op 9 mei 1946.

Gereformeerde Kerk te Godlinze (1946-2007).

Een hulpprediker beroepen bleek trouwens een moeilijke zaak: daaraan was een groot gebrek. Vandaar dat na nauwgezet onderzoek besloten werd in Godlinze toch een zelfstandige Gereformeerde Kerk te institueren. Dat gebeurde op 21 juli 1946. De kerk had meteen al tweehonderd leden, afkomstig uit zeventig gezinnen, in staat om in de financiële behoeften van de kerk te voorzien. Ook kon uit de toekomstige gemeenteleden een kerkenraad benoemd worden. Allemaal voorwaarden om te komen tot instituering.

De kerkenraad besloot bovendien eenvijfde deel van de waarde van de Spijkster kerk en pastorie uit te betalen aan de nieuwe kerk in Godlinze; het evangelisatiegebouw werd in bruikleen aan Godlinze afgestaan. Ook werd 20% van de diaconale bezittingen van de kerk van Spijk aan Godlinze overgedaan. Overigens waren ruim tachtig Spijkster gemeenteleden het met de plannen niet eens; ze verzochten de classis een en ander tegen te houden. De classis gaf echter toestemming voort te gaan.

Zo kon dus op 21 juli 1946 onder leiding van de Spijkster predikant, ds. J. Visscher, de Gereformeerde Kerk te Godlinze worden geïnstitueerd, en wel naar aanleiding van de woorden uit 1 Cor. 3:11: ‘Want niemand kan een ander fundament leggen, dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus’.

Een eigen kerkgebouw.

De gereformeerde kerk te Godlinze (eigen opname).
De gereformeerde kerk te Godlinze (eigen opname).

Het evangelisatiegebouwtje was inmiddels oud en niet meer bij uitstek geschikt voor het houden van kerkdiensten. Men zon daarom op plannen om een nieuwe kerk te bouwen. In kas (direct na de oorlog): slechts fl. 2.200. Wel werd in 1948 aan de Hoofdweg een stuk grond gekocht dat vooralsnog als landbouwgrond werd gebruikt. De classiskerken sprongen echter bij: op verzoek werd in alle kerken voor de kerkbouw in Godlinze gecollecteerd, zodat op 10 september 1952 de aanbesteding kon worden gehouden. Het werk werd toegekend aan aannemer Kuiper, die de kerk voor ruim fl. 32.500 zou gaan bouwen.

De bouw ging vlot. Enkele maanden later, op 23 december 1952, kon de kerk in gebruik genomen worden. De eerste dienst stond natuurlijk onder leiding van ds. J. Visscher, inmiddels predikant van Zwijndrecht. Consulent ds. K.P. van der Wel (1915-1994) van Spijk, had de leiding over de heuglijke avond.

Het interieur van de kerk te Godlinze (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).
Het interieur van de kerk te Godlinze (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

De eerste predikanten.

Kandidaat H.E. Wijnja (*1926) was de eerste predikant van de nieuwe kerk. Hij werd op 24 oktober 1954 door dr. K. Dijk (1885-1968) in het ambt bevestigd. Toen hij in 1958 naar Drachten  vertrok werd zijn opvolger gevonden in ds. W. Schenk (1927-2014), die van 1959 tot 1966 in Godlinze stond.

Na het vertrek van ds. Schenk bleek het echter niet meer mogelijk te zijn zelfstandig een predikant te beroepen. Het ledental van de gemeente liep terug. Vandaar dat met de ‘moederkerk’ te Spijk afspraken gemaakt werden om in het vervolg gezamenlijk een predikant te beroepen.

Logo van de gefuseerde kerk.
Logo van de gefuseerde kerk.

In 2007 werd de kleine kerk van Godlinze samengevoegd met die van ’t Zandt. Het kerkgebouw van Godlinze zal te gelegener tijd worden verkocht en krijgt een woonbestemming, zodat de kerkdiensten te zijner tijd alleen nog zullen plaatsvinden in de gereformeerde kerk te ’t Zandt.

De ledentallen van de Geref. Kerk te Godlinze.

De ledentalkle nvan de Gereformeerde Kerk te Godlinze tussen 1947 en 2007.
De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Godlinze tussen 1947 en 2007.

Bronnen en literatuur:

C.B. Elsinga e.a., Hoe God Zijn kerk bewaart. Gereformeerde Kerk Spijk. 25 september 1835 – 25 september 1985. Groningen, 1987

R. Smit, De Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Godlinze van 1835 tot 1981. Godlinze, 1981

H. Veldman, Hendrik de Cock en de 87 door hem gestichte gemeenten, deel II van Hendrik de Cock Biografie en Theologie. 1801-1842. Kampen, 2009

J. Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Groningerland, deel II. Groningen, 1974

© 2016. GereformeerdeKerken.info

(Met dank aan de heer G. Kuiper te Appingedam).