De Gereformeerde Kerk te Oostvoorne

Inleiding.

De vroegere Gereformeerde Kerk te Oostvoorne was een kleine gemeenschap. Toch is aan die kerk een interessant verhaal verbonden, waarover we in dit artikel in beknopte vorm iets meer vertellen. Daarbij beperken we ons voornamelijk tot de periode 1900 tot 1960.

Kaart: Google.
Kaart: Google.

Van Oostvoorne naar Rockanje.

Rond 1900 woonden in het vrijzinnig hervormde Oostvoorne nog slechts drie gereformeerde gezinnen. Men kerkte aanvankelijk in het nabijgelegen Rockanje. Deze kerk was op 26 juni 1887 als ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ geïnstitueerd en kreeg in 1893 haar eerste predikant, de emeritus ds. J.J. Koopmans sr. (1828-1911). Na diens vertrek in 1901 bleef de Gereformeerde Kerk van Rockanje vele jaren vacant. Pas in 1923 kreeg men weer een voorganger, in de persoon van oefenaar (wij zouden zeggen: ouderling met preekbevoegdheid) A.J. Hardeman, die daar tot 1932 bleef. Hij ging tijdelijk (voor een  jaar) in Oostvoorne wonen, terwijl in Rockanje een nieuwe pastorie gebouwd werd.

Om vanuit Oostvoorne naar de kerk in Rockanje te komen moest men destijds drie kwartier lopen, op zondag meerdere malen. Later gingen de jongeren per fiets, een ander deel van de kerkgangers bleef lopen, terwijl de ouderen bij de rechtzinnig-hervormde evangelisatie in het dorp kerkten. Op de gemeentevergadering van januari 1931 werd gesproken over het instellen van een busdienst voor de oudere leden in Oostvoorne om de diensten in Rockanje bij te wonen; ‘Vlak voor de oorlog was men zover dat de oudjes ook mee naar Rockanje konden, omdat auto’s werden ingeschakeld’. Natuurlijk kon dat in de oorlog niet doorgaan. Er zou dus een andere oplossing voor het vervoer gevonden moeten worden. Die oplossing werd gevonden in een tochtje per ‘Jan Plezier’.

De in 1914 in gebruik genomen voormalige gereformeerde kerk te Rockanje.
De in 1914 in gebruik genomen voormalige gereformeerde kerk te Rockanje.

Een evangelisatiegebouwtje.

In de kerkenraadsnotulen van Rockanje wordt in november 1934 melding gemaakt van de activiteiten van de evangelisatiecommissie te Oostvoorne. Deze commissie wilde graag dat ook in de eigen plaats bijeenkomsten gehouden konden worden. Ds. J. Duiven (1890-1962) van Rockanje ging aan de slag en wist na aanvankelijke teleurstelling een leegstaand gebouwtje te kopen van B. Jongejan aan de Mildenburglaan, hoek Stationsweg te Oostvoorne. Het gebouw werd gehuurd. Ook werden vijfentwintig stoelen gekocht, terwijl ook overtollige stoelen uit Rockanje daarheen gebracht werden. Zo werden daar de eerste evangelisatiediensten gehouden.

Maar op 30 oktober 1944 werd het evangelisatiegebouw ‘door geweldige machten vernietigd’: het was oorlog. Men was van plan geweest in het evangelisatiegebouw ook ‘gewone kerkdiensten’ te gaan houden. Omdat dat voornemen niet meer in praktijk gebracht kon worden, schoot de hervormde gemeente van Oostvoorne te hulp en stelde een lokaal beschikbaar! Daar werden in het vervolg gedurende enige tijd de kerkdiensten gehouden. De dominee van Rockanje kwam er eens per zondag preken.  En op 6 maart 1945 werd besloten om ook in Oostvoorne te dopen en Avondmaal te vieren. Voortaan zouden er bovendien niet slechts één, maar twée zondagse diensten gehouden worden. In september 1945 werd geopperd voor Oostvoorne een hulpprediker te benoemen, maar men besloot in plaats daarvan in Oostvoorne te komen tot instituering van de Gereformeerde Kerk.

De kerk geïnstitueerd – een eigen predikant.

Langzamerhand waren in Oostvoorne meer gereformeerde gezinnen komen wonen. Hoewel het aantal gereformeerden aanvankelijk nog niet groot was voelde men toch steeds meer de noodzaak van een eigen, plaatselijke Gereformeerde Kerk. Daartoe werden de nodige stappen bij de classis ondernomen en in maart 1946 werd onder leiding van ds. J. Haitsma (1913-2007) van Rockanje  in Oostvoorne de Gereformeerde Kerk geïnstitueerd.

Van het tijdelijk gebruik van het hervormde kerklokaal maakten de gereformeerden uiteraard dankbaar gebruik! Maar toch wilde de kerkenraad zoveel mogelijk op eigen benen staan. Vandaar dat men naar een oplossing zocht. Het na de vernietiging van het evangelisatiegebouwtje gebruikte onderkomen aan de Mildenburglaan 13 – vlak bij het vernielde evangelisatielokaal – was niet meer dan een aangekochte verbouwde voormalige garage, die met de beperkt aanwezige financiële middelen geschikt gemaakt was voor de kerkdiensten.

Ds. L. de Nood,. de eerste 'echte' predikant van Oostvoorne
Ds. L. de Nood,. de eerste predikant van Oostvoorne

In 1951 kreeg deze kerk een eigen predikant. Het was. L. de Nood (1925-2013). Oostvoorne was zijn eerste gemeente (hij stond er tot 1955, toen hij evangelisatiepredikant werd bij de Gereformeerde Kerk te Papendrecht). Tot zijn taak behoorde in Oostvoorne niet alleen het pastorale werk in de gemeente, maar niet te vergeten ook het evangelisatiewerk. Verder moest hij zich bezighouden met de bouw van een nieuwe kerk.

Een verbouwde garage.

Het in gebruik zijnde ‘kerkje’, de gekochte garage, was een laag, donker en bedompt lokaal. De consistorie, die tevens dienst deed als christelijke volksbibliotheek, was zo klein, dat men er, in het midden staande, met gestrekte armen bijna beide muren kon raken. Algemeen was men van mening dat die situatie niet langer kon worden gehandhaafd. Ds. De Nood zei eens: ‘Vooral voor onkerkelijken die eens een dienst zouden willen meemaken, is sprake van een barricade in plaats van een wegwijzer op de weg naar Christus’. Bovendien kon het gebouwtje de stroom badgasten die ’s zomers een dienst bijwoonden niet bevatten. Nieuwbouw was dus noodzaak.

Een nieuwe kerk  (1953).

De kerk in aanbouw (foto: 'Centraal Weekblad').
De kerk in aanbouw (foto: ‘Centraal Weekblad’).

Hoewel de (nog steeds betrekkelijk weinige) gemeenteleden veel offervaardigheid aan de dag legden, was men niet in staat de benodigde gelden zelf bij elkaar te brengen. Ds. De Nood schreef talloze ingezonden stukken in kerkelijke en andere bladen, hij preekte in vele gereformeerde kerken elders, waarbij hij de voor de bouw gehouden collectes mocht aanbevelen; de kerkenraad stuurde circulaires naar alle kerkenraden in het hele land, en bovendien werden bazars gehouden om het bouwfonds te spekken. Na acht jaar hard werken was het basiskapitaal echter aanwezig en kon een bouwplan worden ontworpen.

De plannen...
De plannen… (tekening: ‘Centraal Weekblad’).

Op de hoek van de Rialaan en de Van der Meerweg werd toen de nieuwe kerk gebouwd (in de volksmond ‘Riakerk’ genoemd); het aantal zitplaatsen bedroeg ongeveer tweehonderdvijftig, dat kon worden uitgebreid tot driehonderd. Ook kon het dienst doen als evangelisatiecentrum, want het in de oorlog verwoeste evangelisatielokaal werd node gemist.  Hoewel sprake was van een semi-permanent gebouw – het had houten wanden – zou het goed kunnen voldoen aan de aan een kerkgebouw te stellen eisen. Het gebouw was zestien meter lang en negen meter breed en had een vierzijdig schuin toelopend pannendak, waarop een dakruiter geplaatst was. De muren waren voorzien van zes grote ramen. De kansel was eenvoudig verplaatsbaar. Dat was nodig om de kerkzaal aan te passen als evangelisatieruimte. Ook werden geen banken geplaatst, maar makkelijk te verplaatsen stoelen. Achter de kerk waren een ruime consistorie (die ook als catechisatielokaal werd gebruikt), een keuken en een flinke fietsenbergplaats.  De ingebouwde orgelgalerij herbergde aanvankelijk een harmonium, maar na enige tijd werd op het orgelbalkon een  elektro-pneumatisch pijporgel geplaatst, dat in 1988 – men had inmiddels voldoende gespaard – vervangen werd door een heus Mense Ruiterorgel; dat  instrument werd voorin de kerk geplaatst. De kerk werd in september 1953 in gebruik genomen.

Het interieur van de nieuwe kerk met het Mense Ruiterorgel.
Het interieur van de nieuwe kerk met het Mense Ruiterorgel.

Was het aantal gemeenteleden tot halverwege de jaren ’50 nog betrekkelijk klein, de Gereformeerde Kerk van Oostvoorne begon vooral sinds die tijd tot ver in de jaren ’80 van de vorige eeuw aan een flinke groeispurt. Het aantal leden kwam enige tijd zelfs ruim boven de vijfhonderd te liggen en tot in het begin van de eenentwintigste eeuw bleef het ledental vrij constant. Geen wonder dat de kerk in 1966 vergroot werd, wat een verdubbeling van het aantal zitplaatsen opleverde.

De kerkelijke evangelisatiearbeid.

De Gereformeerde Kerk te Oostvoorne publiceerde in het begin van de jaren ’50 een eigen evangelisatieblad, ‘Stop’ genaamd. Het werd huis aan huis verspreid. In het blad werden de plaatselijke activiteiten aangekondigd en allerlei andere mededelingen gedaan. Ook werd de ‘Elisabethbode’ regelmatig verspreid. Dat leidde soms tot persoonlijke gesprekken. Ook was er ’s zomers straatprediking met twee ‘tien-minuten-praatjes’, in plaats van één lange toespraak. In het winterseizoen werden enkele bijzondere evangelisatieavonden georganiseerd. Ook de al eerder genoemde christelijke volksbibliotheek speelde daarbij een rol: bijna de helft van de uitgeleende boeken gingen naar onkerkelijke dorpsbewoners.

Verder werd evangelisatiejeugdwerk georganiseerd; jongeren bleken makkelijker te bereiken dan ouderen. Er werden openbare kindervertellingen gehouden, waarbij het toen populaire flanelbord gebruikt werd. ‘Ook ouderen worden hierdoor geboeid’. Verder werden speciale jeugdclubs voor het evangelisatiewerk ingezet: ‘De invloed van de bijbel op de gedachtewereld van de kleinen is heel duidelijk te constateren’.

‘Het Gors’.

Een mededelingen bord voor de evangelisatie in 'Het Gors'.
Een mededelingen bord voor de evangelisatie in ‘Het Gors’ (foto: ‘Centraal Weekblad’).

Een heel belangrijk onderdeel van het evangelisatiewerk van de kerk van Oostvoorne was gesitueerd in de duinen, vlakbij Oostvoorne. Daar lag het zgn. ‘Gors’, een ‘houten vakantiestad’, waar in het zomerseizoen acht- tot negenduizend mensen, vooral arbeidersgezinnen uit Rotterdam, neerstreken. ‘In dit onkerkelijk milieu ligt ook een onmetelijke taak’.

In het begin van de jaren vijftig werd het aanvankelijk door de Gereformeerde Kerk van Oostvoorne georganiseerde werk toevertrouwd aan de (hervormde) stichting ‘Kerk en Wereld’. Ook gereformeerden werkten daaraan mee; natuurlijk ds. De Nood, maar ook studenten van de ‘Nijenburgh’ te Baarn (destijds de ‘Gereformeerde Academie voor Sociale Arbeid’), de Theologische Hogeschool te Kampen en de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hoewel de samenwerking goed was, waren er wel verschillen van inzicht over de te volgen methodiek: ‘Het werk is ook moeilijk: met een harmonium, een zangkoor en een stichtelijke toespraak heeft men beslist geen vat meer op de mensen’.

Meer resultaat dacht men te hebben met de zgn. ‘praatjes om de wagen’, vertellingen voor de kinderen en vaak persoonlijke gesprekken bij exposities van moderne schilderkunst in de ‘Kampschuur’, met een typische, op de mentaliteit van de Gors-bevolking ingestelde evangeliserende strekking. Gevraagd naar de vruchten van dit werk, vertelde ds. De Nood: ‘Ja, wij mensen willen zo graag resultaten zien, hoewel het toch eigenlijk alleen onze taak is ‘te planten en nat te maken’.  Maar toch: we zíen er iets van. Er komen enkele ‘clubkinders’ bij ons in de kerk; er zijn ook ouderen die je af en toe onder de vaste kerkgangers ziet. Zelfs is er een buitenkerkelijk meisje op de catechisatie’, ook al besefte de predikant: ‘Het hád beter gekund, er hádden ook meer evangelisatiewerkers kunnen zijn’.

En verder…

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Oostvoorne in de jaren 1947 tot en met 2003.
De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Oostvoorne in de jaren 1947 tot en met 2003.

Na het vertrek van ds. De Nood in 1955 trad al snel een nieuwe predikant aan: kandidaat A.L. Jansen de Jonge  (1927-1984), die na zijn vertrek in 1960 het jaar daarop werd opgevolgs door ds. J. de Waard (1930-2010). Daarna volgden twee predikanten die beroepen werden in combinatie met het nabijgelegen dorp Tinte. Vanaf 1975 werden echter weer op eigen kracht predikanten beroepen: da. N.J. de Jong-Dorland (1982 tot 1989), da. A.G. Endeveld (van 1990 tot 1997), ds. L.T. van der Leer (van 1997 tot 2002) en da. A.E. Wassenaar, die per 24 augustus 2003 aantrad. Ook werd de heer J. Glas aangetrokken voor bijstand in het pastoraat.

De Riakerk te Oostvoorne.
De Riakerk te Oostvoorne.

De ‘Riakerk’ werd jaren na de ingebruikneming uitgebreid, maar werd op 1 juli 2012 buiten gebruik gesteld en twee jaar later gesloopt. Het Samen-op-Weg proces met de hervormde gemeente maakte het gebruik van twee kerken te duur en overbodig; tegenwoordig kerkt de Protestantse Gemeente te Oostvoorne in de Dorpskerk.

Bronnen en literatuur onder meer:

Ton van der Hammen, Oostvoorne verlaat zijn garage, in: Centraal Weekblad ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland, 1e jaargang nr 23, 1 augustus 1953

N.N., 50 jaar Gereformeerde Kerk Oostvoorne, 1946-1986, in: De Bazuin, Contactorgaan van de Geref. Kerk te Oostvoorne, 1986

N.N., Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Rockanje, 1887-1987

© 2016. GereformeerdeKerken.info