Uit de pers (9) – 1956 – Harde noten over gereformeerd evangelisatiewerk

uit-de-pers-logo

Inleiding.

Ds. J.M. van Krimpen (1910-1992) verrichtte van 1937 tot 1938 hulpdiensten voor de evangelisatiearbeid te Deventer. In 1938 werd hij gereformeerd predikant te Hornhuizen-Kloosterburen (Gr.) en van 1944 tot 1964 was hij (evangelisatie-) predikant te Rotterdam.

Ds. J.M. van Krimpen (1910-1992).
Ds. J.M. van Krimpen (1910-1992).

In 1955 werd hij afgestaan voor het werk van de stichting Evangelisch Herstel en Opbouw (de landelijke overkoepelende organisatie voor het gereformeerd Jeugdzorgwerk).  In 1964 buiten bediening.

Het nu volgende artikel verscheen in april 1956 in het Centraal Weekblad.

“Harde noten over gereformeerd evangelisatiewerk.

Ter vergadering van de Vereniging van Predikanten van de Gereformeerde Kerken, vorige week in Utrecht gehouden, zijn heel wat belangrijke dingen gezegd. Van grote betekenis voor de praktijk van het kerkelijk leven lijken ons de woorden van ds. J.M. van Krimpen uit Rotterdam, die sprak over ‘De kerk en de benadering van de buitenkerkelijke wereld’. Uit het verslag in Trouw citeren wij onderstaand gedeelte:

Afgezien van de trouw en de volharding van vele evangelisatiewerkers, waarvoor ds. Van Krimpen diep respect had, stelde de predikant de vraag of de kerken wel voldoende doordacht begrip tonen voor de buitenkerkelijke mens. Of bezitten de gereformeerden een gearriveerde kerk die niet meer strijden kan?

Veel zondagsschoolwerk komt, zo zei ds. Van Krimpen, niet veel verder dan de kinderen te laten geloven in het Bijbelverhaal, zoals zij geloven in Roodkapje of Klein Duimpje. In de weekclubs voor de jeugd blijven maar weinig jongens en meisjes trouw.

Wat het gedrukte woord betreft: daarmee wordt goed werk verricht in de dampkring van de kerk, in de periferie van de christelijke gemeente, maar men moet – aldus spreker – niet de illusie hebben dat met onze evangelisatielectuur de mens wezenlijk wordt benaderd. In de buitenkerkelijke pers worden de Elisabethbode of de Goede Tijding nimmer geprezen en – wat erger is – nimmer bestreden.

Uit zijn eigen elfjarige praktijk wist spreker dat het vrijwel onmogelijk is om huisbezoekcommissies op peil te houden en wat de straatprediking betreft was spreker van mening dat dit middel vrijwel overal niet meer geëigend is.

Ds. Siertsema had het in het gereformeerde Drachten een stuk makkelijker bij de straastprediking dan ds. Van Teyklingen in Ganzedijk...
Straatprediking in Drachten. Spreker: ds. H. Siertsema (1852-1933)

Hoe het dan wél moet? Eerlijk moet worden getuigd, dat de boodschap van de kerk en van het evangelie tégen de mens is. Wie daar een zoet gekweel van antieke kalenderblaadjes van maakt verloochent het evangelie, aldus ds. Van Krimpen, die er voorts op wees dat sléchts vanuit de waarachtige christelijke humanitas de buitenkerkelijke mens benaderd kan worden”.

Bron:

Centraal Weekblad ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland. 4e jrg. nr. 15, 14 april 1956.

 Ds. J.M. van Krimpen predikant te Rotterdam

(Het kan even duren voor het artikel tevoorschijn komt).