De Gereformeerde Kerk te Urk (4)

Bezwaren tegen synodaal besluit over uitleg Genesis 2 en 3 (1967).

( < Naar deel 3 ) – Enkele jaren later (eind 1967) stuurde de kerkenraad een – hieronder in zeer korte bewoordingen weergegeven – bezwaarschrift aan de generale synode in verband met het in september 1967 genomen besluit ‘dat de uitspraak van de buitengewone Synode, gehouden te Assen ’26, niet langer als een leeruitspraak in de kerken zal gelden’.

Dr. J.G. Geelkerken (1879-1960).

Daarmee besloot de synode het in 1926 genomen besluit betreffende de ‘letterlijke opvatting van de paradijsverhalen in Genesis’ te herroepen.

Het begon allemaal met de gereformeerde predikant van Amsterdam-Zuid, dr. J.G. Geelkerken (1879-1960). Deze had namelijk in een van zijn preken vraagtekens gezet bij de toen binnen de Gereformeerde Kerken algemeen geldende uitleg van het Bijbelse  paradijs verhaal  in Genesis 2 en 3. Op zondag 23 maart 1924 had Geelkerken het in een preek in het midden gelaten of je ‘de sprekende slang’ en ‘de bomen in het paradijs’, als ‘zintuiglijk waarneembaar’ moest beschouwen, hoewel volgens hem in het betreffende Bijbelgedeelte wel de historische gebeurtenis van de zondeval weergegeven werd. De synode bleef destijds bij haar besluit dat de ‘sprekende slang’ en ‘de bomen in het paradijs’ als zintuiglijk waarneembare gebeurtenissen moesten worden opgevat. Dr. Geelkerken werd uiteindelijk afgezet als gereformeerd predikant.

De kwestie-Geelkerken was aanleiding tot de publicatie van een stroom van geschriften. Hierboven een van de brochures van dr. J.G. Geelkerken.

Maar in 1967, ruim veertig jaar na de synode van Assen 1926, herriep de synode die opvatting. De synode sprak uit “dat zij zich niet bevoegd acht over de specifieke aard van het Schriftverhaal in Genesis 2 en 3 zich een dusdanig gefundeerd oordeel te vormen, dat zij de exclusieve wijze, waarop door de Synode van Assen 1926 uitspraken zijn gedaan, over de klaarblijkelijke betekenis van bepaalde bijzonderheden van dit verhaal, kan blijven volgen”.

De kerkenraad van Urk vond echter dat de synode van Assen ’26 niet ‘zomaar een uitleg, een eigen mening had, maar Assen 1926 handhaafde de eeuwenoude uitleg van Genesis 2 en 3. Wat bleef er op die manier over van de binding aan de belijdenis? “Niemand kan immers betwisten, dat de opstellers van de Heidelbergse Catechismus en de Nederlandse Geloofsbelijdenis de letterlijke opvatting van Genesis 2 en 3, zoals deze door Assen 1926 gehandhaafd is, voorstonden?” De kerkenraad vreesde “dat nu aan ieder wordt overgelaten zelf uit te maken of zijn opvatting te rijmen valt met de uitspraak van de synode.”

“Op grond van bovenstaande verzoekt de kerkenraad aan de Synode, terug te komen op haar besluit Assen 1926 op te heffen, en de oude, letterlijke opvatting van Genesis 2 en 3 opnieuw als de enig juiste bindend te verklaren”. Dat dit niet gebeurde, mag als bekend worden verondersteld.

De predikanten van Urk sinds 1968.

Ds. L. Hartholt (1918-1972) was van 1971 tot zijn overlijden in 1972 predikant bij de Gereformeerde Kerk te Urk.

Vanwege de groei van de Gereformeerde Kerk te Urk werd het nodig geacht het aantal predikantsplaatsen zo nu en dan uit te breiden. De vierde predikantsplaats werd in 1968 ingesteld en het jaar daarop voor het eerst vervuld door ds. J.B. van Mechelen (1914-2003). In 1987 werd de vijfde predikantsplaats gevestigd, die in 1988 voor het eerst door ds. T. Veenstra (*1945) werd vervuld. Daarna volgden nog meerdere andere predikanten.

Een nieuwe kerk: De Poort (1974).

‘De Poort’ aan de Lange Dam te Urk, die in 1974 in gebruik genomen werd.

Ds. H. Veenstra (1917-1989) legde op 16 april 1974 de eerste steen voor De Poort, gebouwd naar een ontwerp van Architectenbureau H. Van Hunnik en J. Lambrechts te Rotterdam. De kerk – een eenlaags gebouw onder een piramidedak – was gevestigd aan de Lange Dam 51. De mannenvereniging ‘Woord en Leven’ kocht een scheepsmodel aan en schonk het ter gelegenheid van de ingebruikname van het kerkgebouw, op 13 december 1974. Zoals in Urk gewoonte is hing het scheepsmodel in de kerkzaal. Tot 1986 werd een gedeelte van de kerk verhuurd aan Stichting Buurtwerk. Het vertrek van Stichting Buurtwerk naar gebouw ‘Het Jeugd‘ leidde tot een verbouwing van de kerk in 1987. Hierbij werd o.a. het liturgisch centrum vernieuwd en werden de stoelen in de kerkzaal vervangen door banken. Het scheepsmodel, dat in De Poort hing, is gemaakt door Jan Koffeman. In De Poort bevond zich een elektronisch Heyligersorgel.

De locatie van de drie kerkgebouwen: de Bethelkerk, de Petrakerk en De Poort (kaart: Google).

Twintig jaar later bleek de kerk te klein, was er gebrek aan zaalruimte, en verkeerde het bedehuis in slechte staat van onderhoud. In juli 2011 werd het gebouw geheel gesloopt i.v.m. nieuwbouw op dezelfde locatie; daarover straks meer.

Ds. J.B. van Mechelen treedt uit de Gereformeerde Kerken (1975).

Ds. J.B. van Mechelen (1914-2003).

Tijdens een emotionele kerkenraadsvergadering eind september 1975 deelde ds. J.B. van Mechelen mee dat hij de Gereformeerde Kerken zou verlaten. De aanleiding daartoe was het feit dat de kerkenraad een beroep had uitgebracht op de (overigens net als ds. Van Mechelen én de andere Urker gereformeerde predikanten) over de kerkelijke koers ‘verontruste’ predikant ds. W. Feenstra (1917-2007) uit Leek. Ds. van Mechelen achtte het echter een afwijking van de afgesproken gedragslijn van de kerkenraad dat een lid van de synode werd beroepen. Zelf bezocht ds. Van Mechelen al een paar jaar de classisvergaderingen niet meer omdat dat zijns inziens zou betekenen ‘aan één tafel te gaan zitten met dwaalleraars’. Een deel van de kerkleden van de Gereformeerde Kerk volgde de predikant in de – wat genoemd werd – ‘Reformerende Kerk’, die de predikant gedurende een jaar diende. Ds. Van Mechelen ging in 1976 over naar de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) en werd vervolgens op 27 februari 1977 predikant van die kerk in Urk. Daar was hij werkzaam tot aan zijn emeritaat op 1 mei 1979.

Wéér een kerkscheuring (1976).

In 1976 verliet opnieuw een grote groep gereformeerden de Gereformeerde Kerk van Urk; we kunnen de vele gebeurtenissen hier slechts uitermate kort en in grote hoofdlijnen weergeven.     Aanleiding was in ieder geval het feit dat de generale synode huns inziens maar niet wilde optreden tegen verscheidene moderne c.q. vrijzinnige predikanten.

Dr. H.M. Kuitert (1924-2017).

Men had het oog op onder meer dr. H.M. Kuitert (1924-2017), dr. Tj. Baarda (1932-2017) en dr. H. Wiersinga (1927-2020). In de serie boekjes ‘Cahiers voor de gemeente’ uitten zij gedachten die ver af lagen van wat in De Gereformeerde Kerken in Nederland algemeen aanvaard was. De ‘verontrusten’ in Urk brachten een en ander onder meer als volgt onder woorden:

Het boekje van dr. Kuitert.

“In zijn boekje Verstaat gij wat gij leest? schreef dr. Kuitert dat Adam en Eva niet hadden bestaan; dat een paradijstoestand vóór de zondeval er nooit zou zijn geweest; dat de opstanding van Christus historisch niet bewijsbaar was, en dat het lege graf nog niets bewees, enz. enz. Volgens Kuitert was de Bijbel tijdgebonden en vol van onjuiste elementen”.

Het boekje van drs. Tj. Baarda.

“Een andere theoloog, (toen nog) drs. Tj. Baarda, schreef dat de berichten aangaande Jezus’ opstanding eenzijdig, partijdig en tendentieus waren, aangezien ze afkomstig waren van ‘mensen die Jezus als hun leidsman hadden gekozen’. Op grond van zuiver historische overwegingen kon hij ze niet voor geloofwaardig houden. Dat Jezus stierf, was historisch juist, maar dat hij opstond was ‘verkondiging’”.

“En daar bleef het niet bij: dr. H. Wiersinga ging later nog veel verder. Hij geloofde niet meer in de ‘verzoening door voldoening’, maar kwam met een alternatieve verzoeningsleer, de mens moest het zelf maar zien te maken. Deze aantasting van de Bijbelse verzoeningsleer was toch wel ten hemel schreiend. De Borg en Middelaar voor onze zonden werd door Wiersinga geloochend”, aldus stelden de verontrusten vast.

Dr. H. Wiersinga (1927-2020) in de jaren ’70.

De nieuwe theologische ideeën kregen bij de Urker kerkenraad geen voet aan de grond – evenmin bij de predikanten – en er werden dan ook verscheidene bezwaarschriften tegen de opvattingen van Kuitert en Wiersinga naar de synode gestuurd. Zelfs besloot de kerkenraad op een gegeven moment niet meer voor de Theologische Hogeschool te Kampen en voor de Vrije Universiteit te Amsterdam te collecteren.

Het bezwaarschrift van 1967.

De handelwijze van de kerkenraad – zonder aarzeling gericht op het vasthouden aan de Bijbel en de belijdenisgeschriften en het bewaren van de gemeente voor een zijn inziens onnodige scheuring (in Urk bestond geen enkel misverstand over de orthodoxe houding van de kerkenraad) – kon een 26-tal ambtsdragers niet bekoren. De kerkenraad zou niet voldoende tegenstand bieden. Ze riepen op tot ‘doleren’, tot het stichten van een eigen gemeente en het beleggen van eigen kerkdiensten. Dit leidde uiteindelijk tot een noodgemeente onder de naam ‘Gereformeerde Kerk Dolerend’. Op 29 februari werden de eerste kerkdiensten gehouden in de plaatselijke Christelijke Gereformeerde Eben Haëzerkerk. De groep vormde de Christelijke Gereformeerde Kerk Urk Oost, later Maranatha genoemd.

Door de enkele maanden eerder plaatsgevonden hebbende onttrekking naar de Reformerende Kerk (met ds. Van Mechelen) en nu door de onttrekking van de op 1 juli 1977 ongeveer 1.350 leden tellende ‘Dolerende noodgemeente’, verminderde het ledental van De Gereformeerde Kerk te Urk met ongeveer 1.500 zielen…

De restauratie van de Bethelkerk (1981).

Het venster in de voorgevel, dat bij de restauratie van 1951 in de gevel van de Bethelkerk aangebracht werd (foto: Reliwiki).

De Bethelkerk moest intussen nodig gerenoveerd worden. Het besluit daartoe werd in december 1979 genomen. Het duurde tot februari 1981 tot de aanbesteding plaatsvond. Daarom werd op 15 februari de laatste dienst gehouden, waarin ds. J.L. Posthumus (*1943) voorging. Na de zegen werd er vooralsnog het laatste lied gezongen: psalm 119 vers 45. De kanselbijbel werd gesloten en door ouderling Meindert Kramer naar de consistorie gebracht.

De kerk werd als het ware ‘gesloopt’, zoveel werd in het interieur aangepakt en vernieuwd. Na bijna een jaar konden de kerkdiensten weer in de Bethelkerk gehouden worden, zodat de eerste dienst op 4 december 1981 gehouden werd. De predikant hield zijn preek naar aanleiding van 1 Koningen 8 vers 30 (“Hoor dan naar de smeking van uw knecht en van uw volk Israël, die zij te dezer plaatse opzenden zullen. Ja, Gij zult het horen in de plaats uwer woning, in de hemel; en wanneer Gij het hoort, zult Gij vergiffenis schenken.“), dezelfde tekst die ook bij de bouw in 1851 als thema voor de preek diende. Ouderling Meindert Kramer mocht de bijbel weer uit de kerkenraadskamer halen en geopend op de kansel leggen.

Het interieur van de Bethelkerk te Urk (foto: Kerkfotografie Nederland).

De totale verbouwingskosten bedroegen ongeveer fl. 1.400.000. Hoewel bij het begin van de renovatie nog ‘slechts’ fl. 460.000 beschikbaar was, werd tijdens de verbouwing nog eens meer dan fl. 530.000 bijeengebracht! De waarde van door vrijwilligers verricht werk werd geschat op fl. 100.000. Ook het orgel was niet aan renovatie ontsnapt.

Nog een kerkscheuring (2005).

We zagen al dat in feite al in de jaren ’60 het landelijke startschot gegeven werd voor het zgn. Samen-op-Wegproces van Hervormden en Gereformeerden (en Evangelisch-Luthersen). Uiteindelijk liep dat uit op de ondertekening van de Verklaring van Vereniging, op 12 december 2003 in de Utrechtse Domkerk, waarbij ook koningin Beatrix aanwezig was. Zo kwam tenslotte per 1 mei 2004 de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) tot stand.

Zo ongeveer het laatste SoW-logo.

De Gereformeerde Kerk van Urk was een van de ongeveer twintig plaatselijke Gereformeerde Kerken in ons land, die grote bezwaren hadden tegen het samengaan van de drie SoW-kerken, waarvan uiteindelijk zeven Gereformeerde Kerken overbleven die zich niet bij de PKN zouden aansluiten. Ook in de hervormde kerk was een behoorlijk aantal gemeenten dat zich niet bij de PKN wilde aansluiten. Zo ontstonden twee nieuwe kerkverbanden, namelijk de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (vGKN) en de Hersteld Hervormde Kerk.

De kerkenraad van de Gereformeerde Kerk te Urk had langdurig en vaak gesproken over de bezwaren die men had tegen het samengaan van de drie kerken. Bijna geheel eensgezind had de kerk van Urk zich tegen de kerkenfusie uitgesproken, omdat men niet kon instemmen met de voorgestelde kerkorde. In Urk leidde dat tot het besluit dat de kerkenraad zich – buiten de PKN – een jaar lang zou gaan bezinnen over de vraag of men in de PKN zou meegaan of niet. Later werd dit besluit door de kerkenraad herroepen en werd besloten om het bezinningsjaar binnen het nieuwe kerkverband door te brengen. Een kerkelijke commissie studeerde ondertussen in die tijd op de vraag bij welk kerkgenootschap de kerk van Urk zich het best zou kunnen aansluiten als de gemeente niet binnen de PKN wilde blijven. De Christelijke Gereformeerde Kerken kwamen daarvoor volgens de commissie het meest in aanmerking.

Het logo van de PKN.

Toen de bezinningsperiode voorbij was gaven omstreeks 640 belijdende leden aan niet akkoord te gaan met aansluiting bij de PKN. Men voegde meteen de daad bij het woord, want op de volgende zondag, 6 februari 2005, hield men een kerkdienst in de Koningshof (later Ichthushof geheten. Afwisselend werd daar voorgegaan door predikanten uit de Nederlands Gereformeerde Kerken en de Christelijke Gereformeerde Kerken.

De groep wilde echter niet als ‘een kudde zonder herder’ verder leven en besloot daarom in maart 2005 dat men zich zou aansluiten bij de Christelijke Gereformeerde Kerk van Urk. De kerk werd op zondag 8 mei 2005 geïnstitueerd door ds. J. Westerink –  kort daarvoor predikant geworden van de Christelijke Gereformeerde Maranathakerk in Urk. De naam van de nieuwe kerk was Christelijke Gereformeerde Ichthuskerk.

Een nieuwe kerk op dezelfde plaats: De Poort (2013).

De Poort in aanbouw (foto: Bodu Staalbouw B.V.).

De Gereformeerde Kerk te Urk groeide ondanks de scheuringen flink door. Dat er een nieuwe kerk moest komen, was voor de kerkenraad duidelijk. Het oude kerkgebouw De Poort aan de Lange Dam moest – zoals we al zagen – grondig gerenoveerd worden, maar de kosten daarvan waren zo hoog, dat de bouwcommissie voorstelde een nieuw bedehuis te realiseren.

In 2010 besloot de kerkenraad tot nieuwbouw, en kreeg architect Hendrik Hagedoorn Weerstand opdracht een nieuw ontwerp van De  Poort te maken.  Het moest een multifunctioneel gebouw worden, waarbij ontmoeting een sleutelwoord was. Het oude kerkelijk centrum werd gesloopt, behalve de nevengebouwen. Deze werden voorzien van een nieuwe ommuring, zodat het één geheel vormde met de nieuwbouw. Op 3 maart 2012 werd de eerste paal geslagen.

Het gereformeerd kerkelijk centrum ‘De Poort’ te Urk.

De kerkzaal is het hoogste gedeelte – ruim achttien meter – van het schuin aflopende gebouw, de elf nevenruimten zijn laagbouw. Via de entree komt men op een soort van binnenplein, die zorgt voor een goede ontsluiting van de kerkzaal en van de nevenruimten. Aan het plafond van de hal hangt een grote notenbalk met de eerste noten van het ‘Ere zij God’. Het liturgisch centrum bevindt zich onder het hoogste deel van de kerkzaal in de voet van de bijna dertig meter hoge toren. Het podium en de vloer van de kerkzaal zijn bedekt met natuursteen. Ook de liturgische elementen zoals doopvont en avondmaalstafel bestaan uit dit materiaal. De doopvont weegt 650 kilo.

De kerk bevat in totaal ongeveer 1.000 zitplaatsen, voor deels  beneden en deels boven op de galerij. Deze “nieuwe” Poort is op 21 september 2013 officieel in gebruik genomen. Op de 29ste september werd er de eerste kerkdienst gehouden.

In het kerkelijk centrum vinden alle wekelijkse activiteiten van de gemeente plaats, er zijn daarom veel verschillende ruimtes, een moderne keuken, een huiskamer, en een grote centrale hal, waar men elkaar ontmoeten kan. In de toren, boven de preekstoel, hangt het scheepsmodel van de UK 159, meegenomen uit het oude kerkgebouw De Poort, hoewel de architect het schip er liever niet had gehad. “Maar een kerk in Urk is geen kerk als er geen schip in hangt”.

Het interieur van De Poort (foto: Gereformeerde Kerk Urk).

In de toren hangen drie kerkklokken, die zijn overgenomen van de voormalige Sint-Norbertuskerk in Horst. De klokken dateren van 1964 en heten: “Jozef, Maria, en Norbertus”. Momenteel staat in De Poort een elektronisch Monarke orgel. Vanaf oktober 2019 is de orgelcommissie actief op zoek naar een geschikt pijporgel voor de Poort.

Alles bij elkaar kostte de nieuwbouw 4,4 miljoen euro. De begrote lening van 2,4 miljoen euro viel echter 1 miljoen euro lager uit. Veel gemeenteleden werkten mee, en dat scheelde aanzienlijk in de kosten. Verder bracht een ‘bouwstenenactie’ bijna 200.000 euro op.

Vanwege het gulle geefgedrag van gemeenteleden besloot de kerkenraad enkele jaren niet mee te doen aan de jaarlijkse inzamelingsronde voor de plaatselijke gemeente tijdens de landelijke Actie Kerkbalans. De betrokkenheid op de kerk van Urk is groot en dat blijkt onder meer uit de giften.

Tot slot…

Het interieur van de Petrakerk (foto: GlobalRize).

In 2017 onderging de Petrakerk een ingrijpende renovatie. Momenteel doen nog steeds de drie in dit verhaal voorkomende gereformeerde kerken dienst als gereformeerd kerkgebouw te Urk: de Bethelkerk, de Petrakerk en De Poort.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Urk

Ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Urk van 1901 tot 2021 (Bron: Jaarboeken GKN en PKN en ds. G. van Zanden).

Bronnen onder meer:

G. Bakker, e.a., ’t Cristelijke Karkien. 1894-1984. 90 jaar geschiedenis van de Chr. Geref. ‘Eben Haëzer’ Urk. Urk, 1985

[2 Bezwaarschriften] aan de Generale Synode der Gereformeerde Kerken. Urk, 1963 en 1967.

H. de Boer e.a., Om het vaste fundament. Ontstaan van ontwikkeling van de Christelijke Gereformeerde Kerk Urk – Maranatha. september 1976 – september 2001. Urk, 2001

F.L. Bos, Archiefstukken betreffende de Afscheiding van 1834. Vier delen, Kampen, 1939-1946

J. Brons, Brandend Licht dat in de Dienst verteerde. Ds. Jacob Nentjes. Urk, g.j.

H. Florijn, Een calvinistisch bolwerk. Pier Johannes Schaap. In: Urcker Kronieken nr. 4, Urk, 2019

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

F.W. Kramer, Geref. Kerk Urk op de tweesprong (een bezinning). Urk, 2005

F. van Urk-Hoefnagel en J. Posthumus, Gereformeerde Petrakerk Urk. 1955-2005. Urk, 2005

H. Veldman, Hendrik de Cock 1801-1842. Biografie & Theologie. Deel II: Hendrik de Cock en de 87 door hem gestichte gemeenten. Kampen, 2009

T. de Vries e.a., De Bethelkerk van Urk. 1851-1981. Urk, 1982

T. de Vries, Gereformeerde Kerk Urk in de twintigste eeuw. Urk, 2012

© 2021. GereformeerdeKerken.info