Onlangs verscheen het nieuwe Jaarboekje 2016-2017 van de ‘voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland’ (vGKN). De vGKN ontstonden, zoals wij al eerder berichtten, door de weigering mee te gaan met de fusie tussen de Gereformeerde Kerken in Nederland, de Nederlandse Hervormde Kerk en de Evangelische-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden.
Sinds 2005 geeft het kerkgenootschap onder meer een eigen Jaarboekje uit. Ook dit jaar is weer een uitgave verschenen. Het handzame boekje vermeld tal van interessante gegevens. Het kerkgenootschap omvat sinds het uittreden van de vGKN te Garderen, zeven plaatselijke kerken: Assen (met 60 leden), Boelenslaan-Drachtster Compagnie (89 leden), Boornbergum-Kortehemmen (547 leden), Frieschepalen-Siegerswoude (436 leden), Harkema (932 leden), Noordwolde (138 leden) en Noordwijk e.o. in Zuid-Holland (met 33 leden). De kerken zijn ingedeeld in de Classis Noord (de meeste kerken liggen immers in Fryslân) en de classis Midden-West (met – sinds het uittreden van Garderen – Noordwijk als enige kerk). Aan het kerkgenootschap zijn zes gemeentepredikanten verbonden, een emeritus-predikant en een predikant op art. 14 KO, terwijl de scriba van de kerk te Harkema preekconsent heeft.
Verdere gegevens.
Ook uit de Acta van de synodevergaderingen van de vGKN blijkt dat men een opgewekt kerkelijk leven kent. Op zaterdag 8 oktober 2016 kwam de nieuwe synode 2016-2018 in Assen bijeen. Wat het ledental van het kerkgenootschap betreft blijkt, dat na 2008 sprake is van een lichte teruggang in het ledental. Op de grafiek is te zien dat het ledental volgens het nieuwste jaarboekje 2016-2017 in 2016 een duikeling maakt. De oorzaak daarvan is de uittreding van de vGKN de Garderen.
Het jaarboekje maakt ook melding van het gezamenlijke zendingsproject door de ondersteuning van het werk van de FaTEB (‘Faculté de Théologie Evangélique de Bangui’) in de Centraal-Afrikaanse Republiek. De FaTEB is een interkerkelijke theologische opleiding voor heel Franssprekend Afrika, opgericht door de Afrikaanse Evangelische Alliantie. ‘Uit vele landen en bijbelgetrouwe kerken worden studenten aan deze faculteit opgeleid tot predikant of tot docent voor bijbelscholen’.
Door alle kerken van de vGKN zijn aan de landelijke coördinator van het kerkgenootschap diaconale projecten doorgegeven die de plaatselijke gemeente steunt en/of waarvoor geregeld wordt gecollecteerd. Afgesproken is dat landelijk een aantal collectes voor deze doelen bestemd wordt. Zo ondersteunen de kerken van de vGKN elkaars doelen en is er ook landelijk erkenning en ondersteuning voor deze projecten. Vaste landelijke collectes zijn die voor het zendingswerk in Bangui en de collecte op de Israëlzondag, bestemd voor projecten in Israël.
De geschiedenis van de kerk te Harkema.
In het jaarboekje wordt bovendien van elke kerk een groot aantal gegevens vermeld. Naast de plaats van samenkomst, de kerkelijke stand en de belangrijkste adressen wordt ook een historisch overzicht van elke kerk gegeven. Vooral de geschiedenis van de kerk van Harkema valt op.
Die kerk ontstond door toedoen van de van huis uit hervormde domineeszoon Lambertus Warmolts, die zich als boer gevestigd had in Vierhuizen (Gr.). Toen hem duidelijk werd dat de bewoners van de Hamsterheide (tien kilometer boven Drachten) in vaak treurige levensomstandigheden verkeerden was hij met hun lot begaan. Ook hun geestelijke armoede trof hem. Hij wees de mensen in de wijde omgeving op hun verantwoordelijkheid ten aanzien van het welzijn van de heidebewoners. Ondertussen zamelde hij ook geld in voor de bouw van een houten schuurtje op de Hamsterheide. Dit schuurtje zou dienst gaan doen als evangelisatiepost.
Aan de vaststelling van de plaats van het schuurtje is een merkwaardige geschiedenis verbonden: het verhaal gaat, dat Warmolts, op zoek naar een plaats waar het kerkje moest komen, op een nacht door het heidedorp Harkema dwaalde. Terwijl hij voorbij het kerkhof liep, in de richting van Surhuisterveen, bleef hij plotseling staan. Toen hoorde hij een stem: ‘Ziet hier Gods vinger’. Op die plaats werd het eenvoudige gebouwtje neergezet. Boven de ingang werd een raam geplaatst waarop die tekst werd aangebracht.
Aanvankelijk deden hij en zijn stiefdochter Antje Buma daar alleen zondagsschoolwerk. De belangstelling van de ouders werd gewekt door de bijbelverhalen die er verteld werden. Daarom begon Warmolts met het houden van eenvoudige preken. Hij gebruikte daarbij veel beelden uit het dagelijks leven. En de mensen begrepen het heel goed toen hij zei: ‘Dy grouwe boeren út Droegeham en de earme minsken fan ‘e heide binne foar God allegearre gelyk!’ (‘Die heidense boeren uit Drogeham en de arme mensen van de heide zijn voor God allemaal gelijk!’). In 1891 werd het schuurtje vervangen door een stenen kerkje, op de plaats waar nu de (voortgezette) gereformeerde kerk staat.
Toch voelde de van huis uit hervormde Warmolts zich in de steek gelaten, toen hij toenadering zocht tot de hervormde predikanten in de omgeving. Hij was natuurlijk geen ‘echte’ dominee, gewoon een boer. De predikanten wilden zich met hem niet inlaten. Vandaar dat Warmolts zich in 1892 met al zijn volgelingen aansloot bij de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ op de Hamsterheide, die op 8 mei 1887 in Drogeham gesticht was. Warmolts was tussen 1888 en 1907 oefenaar van deze kerk. Niemand op de heide maakte zich over deze overstap druk, want wat ‘pake Warmolts’ zei en deed was altijd goed! In 1904 overleed zijn vrouw. Warmolts nam toen afscheid van zijn gemeente en verhuisde naar Stroobos (ten noordoosten van Harkema), waar hij in 1928 stierf. Hij werd in Augustinusga begraven.
(Tussen haakjes: de organisatie van deze kerk zat ingewikkeld in elkaar. Te Drogeham was op 11 december 1835 een Christelijke Afgescheidene Gemeente geïnstitueerd, sinds 1869 Christelijke Gereformeerde Gemeente. Op 8 mei 1887 werd daar ook de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ geïnstitueerd, die echter een andere weg ging dan de plaatselijke Christelijke Gereformeerde Gemeente. Dat had te maken met de locatie van het Dolerende kerkje, dat dichter bij Harkema lag. De Dolerende kerk verenigde zich daardoor niet met de Christelijke Gereformeerde Gemeente van Drogeham tot Gereformeerde Kerk. Ze bleef ook na 1892, tot 14 oktober 1917, ‘Gereformeerde Kerk Drogeham B’ heten, en werd daarna tot 1972 Gereformeerde Kerk te Harkema-Opeinde genoemd. Na 1972 heette de kerk ‘Gereformeerde Kerk te Harkema’ – maar dit alles terzijde).
De eerste dominee.
In 1907 werd de eerste ‘echte’ (gereformeerde) dominee van Harkema beroepen: ds. J. Langhout (1848-1908) uit Groningen (Langhout was in 1886 de leider van de Doleantie in het Friese Anjum geweest). De plaatselijke kerk van Harkema kwam tot bloei! De gemeenteleden zagen ook het nut in van een christelijke school, door ds. Langhout ijverig voorgestaan. In 1908 werd daarom de gereformeerde school ‘Rehoboth’ gebouwd. In datzelfde jaar overleed ds. Langhout in het ziekenhuis te Groningen. Hij werd door de grote gereformeerde voorman dr. A. Kuyper (1837-1920) in het landelijke gereformeerde kerkelijk weekblad ‘De Heraut’ herdacht als een van de eerste ‘getrouwen’ ten tijde van de Doleantie.
Het stenen kerkje op de Hamsterheide werd al gauw te klein, het werd afgebroken en in 1913 verrees op dezelfde plaats het huidige kerkgebouw. Een jaar later werd naast de kerk de pastorie gebouwd, nu in gebruik als kosterswoning (rond 1962 werd een nieuwe pastorie gebouwd, tegenover de kerk).
De kwestie Geelkerken in Harkema.
In 1926 was er nog steeds maar één kerkgebouw in Harkema, de Gereformeerde Kerk. Maar in de landelijke Gereformeerde Kerken woedde in die tijd een strijd over de vraag of de bomen in het paradijs en het spreken van de slang aldaar werkelijk zintuiglijk waarneembaar waren geweest. De predikant van Amsterdam-Zuid, dr. J.G. Geelkerken (1879-1960), hield de mogelijkheid open dat Gods openbaring in Genesis 1-3 in beeldende taal weergegeven is. Dit leidde via de classis, particuliere- en generale synode uiteindelijk, na veel gesprekken en een niet geringere hoeveelheid geschriften, tot zijn afzetting als gereformeerd predikant. Hij had naar de mening van de synode het Schriftgezag aangetast. Zijn kerkenraad bleef achter hem staan en zo kwam de Gereformeerde Kerk te Amsterdam-Zuid buiten het kerkverband te staan. Geelkerken stond echter niet alleen; er waren meer predikanten die zo dachten als hij.
Ook in Harkema-Opeinde kwam het tot een botsing tussen de kerkenraad en zijn predikant, Dr. N.D. van Leeuwen (1881-1961). De classis Drachten boog zich over de problemen. Ds. Van Leeuwen mocht weliswaar blijven preken, maar over zijn ‘verschil van gevoelen’ moest hij op de kansel zwijgen. De classis adviseerde de kerkenraad van Harkema het niet tot een scheuring te laten komen, maar erkende dat de kerkenraad het recht had tot schorsing van de predikant over te gaan. Dat was ook wat er gebeurde. Na een dramatisch verlopen kerkdienst verliet ds. Van Leeuwen de preekstoel, gevolgd door een aantal kerkgangers. De scheuring in Harkema was een feit. Zestig belijdende leden kregen van de kerkenraad een brief thuis waarin hun werd meegedeeld ‘dat u vanwege uw schismatieke handelingen hebt opgehouden lid te zijn van de Gereformeerde Kerk’.
Soortgelijke gebeurtenissen voltrokken zich ook elders in het land. Ook waren er predikanten die niet geschorst werden maar zélf uit de Gereformeerde Kerken traden. De uitgetreden kerken vormden samen een nieuw kerkverband, dat zij ‘Gereformeerde Kerken in Nederland (in Hersteld Verband)’ noemden, kortweg Gereformeerde Kerk (H.V.); ondeugende gereformeerden noemden die kerk soms ‘Hellend Vlak’. In Harkema werd de Hersteld Verbandkerk geïnstitueerd op 13 november 1927 en ze bouwden er hun eigen kerk, na hun kerkdiensten aanvankelijk in een schuur gehouden te hebben. Maar in 1946 verenigden alle Hersteld Verbandkerken zich met de Hervormde Kerk, zodat ook het hersteld Verband Kerkje van Harkema sindsdien de hervormde (tegenwoordig PKN-) kerk van Harkema was; aan de … Warmoltsstrjitte…
In 1929 kregen de Gereformeerden een nieuwe predikant, in de persoon van ds. Tiesinga (1897-1965), die deze kerk tot zijn emeritaat in 1961 diende. En daarna volgden vele anderen.
In de vGKN (2005).
Per 1 mei 2004 fuseerden de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Nederlandse Hervormde Kerk (etc.) tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Na een bezinningsjaar werd door de gemeente van Harkema in 2005 besloten niet mee te gaan met de PKN, maar zich aan te sluiten bij de ‘voortgezette Gereformeerde Kerken’ (vGKN).
Bronnen:
Jaarboekjes vGKN, 2005 tot en met 20016/2017
G.J. Kok, ‘Bewust zelfstandig; bewust afhankelijk. Vijf jaar vGKN (2004-2009). Smilde, 2009