De kerkzaal van de Gereformeerde Kerk te Rotterdam in Delfshaven aan de Burgemeester Meineszstraat 4 onder de Tidemanflat (in het kort: de kerkzaal BM4), heeft een verbouwing ondergaan.
De bedoeling is onderdak te verlenen aan het Wijkpastoraat in de Tidemanbuurt van Het Nieuwe Westen – waaronder de vrouwengroep ROSA – dat zich sterk op de Tidemanbuurt richt.
De reden voor de verbouwing was aan de ene kant de terugloop in het zondagse kerkbezoek en het weinige gebruik van BM4 door de week. De nieuwe situatie biedt meer mogelijkheden om met meerdere mensen om te gaan en het gebouw nuttiger en leefbaarder te maken. Om het bereikte resultaat te vieren en te bekijken is er zaterdag 3 september vanaf 11 uur een openingsfeest met om 13 uur een lunch en daarna verscheidene (onder meer muzikale) presentaties.
Bron onder meer:
De Havenloods Noord, Rotterdam.
- Over het ontstaan van BM4 kunt u in het hieronder staande artikel veel meer lezen.
De Gereformeerde Kerk Rotterdam-Delfshaven in vogelvlucht.
De Afscheiding van 1834 kreeg in het toen nog landelijke Delfshaven (ontstaan in 1389) nauwelijks een voet aan de grond. Wel scheidden zich enkele leden in dat dorp van de hervormde kerk af, maar veel opzien baarden ze niet. Deze afgescheidenen kerkten in het vervolg in Rotterdam, waar de Christelijke Afgescheidene Gemeente op 19 november 1835 geïnstitueerd was.
De Doleantie.
Een ander beeld doemt echter op in de jaren ‘80 van de negentiende eeuw, toen overal in het land ontevredenheid bestond over de koers van de hervormde kerk. In de Delfshavense hervormde gemeente stonden toen ds. J. van Bolhuis en ds. H.G. Ubbink. Weliswaar behoorden zij – net als de kerkenraad toen – tot een orthodoxe richting in de hervormde kerk, maar niet tot wat de ‘gereformeerde richting’ genoemd werd. Toen bijvoorbeeld in 1885 in Amsterdam het conflict ontstond over de weigering van de kerkenraad om ‘vrijzinnigen’ als lid van de gemeente toe te laten, betuigde de kerkenraad van Delfshaven daaraan geen adhesie, maar nam de vanuit Amsterdam binnenkomende geschriften voor kennisgeving aan.
… in Delfshaven.
Maar in de loop van 1886 braken verscheidene gemeenten met de hervormde kerkelijke hiërarchie, zoals Voorthuizen, Kootwijk en enkele gemeenten in Friesland. In het nabijgelegen Rotterdam werd op 5 januari 1887 de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ geïnstitueerd door de predikanten F. Lion Cachet (1835-1899) en G.H.W.J. Geesink (1854-1929). Ook in Delfshaven vroegen meerdere gemeenteleden zich af of ze zich nog met de kerkelijke toestanden konden verenigen. Toen de kerkenraad geen krimp gaf hielden zij eigen kerkdiensten in het gebouw ‘Theofilus’ van de Christelijke Jonge Mannen Vereniging (CJMV) te Delfshaven, gevestigd aan de Oranjestraat.
De groep werd uiteindelijk groot genoeg om als zelfstandige ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk’ geïnstitueerd te worden. Dat gebeurde op 22 december 1887 door ds. F. Lion Cachet. Maar er waren geen Delfshavense predikanten met de Doleantie meegegaan, zodat men besloot predikanten van een van de Dolerende Kerken of van de Christelijke Gereformeerde Kerk (uit de Afscheiding) te laten voorgaan. Ook een eigen kerk hadden ze nog niet, zodat ze hun kerkdiensten hielden in het gebouw ‘De Hoop’ aan de Coolsingel en een lokaal aan de Kruiskade. Ook kerkten sommigen in een lokaal in Schoonderloo (een dorpje tussen Rotterdam en Delfshaven), dat de christelijke gereformeerden kort daarvoor op de kop getikt hadden.
De eerst eigen kerken.
Maar op zondag 23 juni 1889 kon men de eerste dienst houden in het eerste eigen kerkgebouw, gelegen aan de Schoonderloostraat en gebouwd onder architectuur van L. ’t Hoen. De dienst stond onder leiding van ds. G.H.W.J. Geesink. De eerste eigen predikant deed op 3 augustus 1890 intrede: het was ds. A.O. Schaafsma (1830-1896) van Kralingen.
De gemeente groeide als kool. De Schoonderloostraatkerk werd te klein, zodat een nieuwe kerk gebouwd moest worden. Deze stond aan de Duyststraat en werd op 4 december 1902 in gebruik genomen. Maar de kerkelijke gemeente groeide verder, net als Delfshaven zelf, waar nieuwe woonwijken uit de grond gestampt werden terwijl Rotterdam steeds dichterbij kwam (in 1886 was Delfshaven al bij de burgerlijke gemeente Rotterdam gevoegd). Het aantal gereformeerden groeide sterk, zodat behoefte ontstond aan nieuwe kerkgebouwen. Aanvankelijk werd in 1911 een lokaal gehuurd aan de Van Oosterzeestraat, waar in afwachting van nieuwbouw kerkdiensten gehouden werden. In 1924 kon het gebouw worden afgestoten omdat toen de kerk aan de Tidemanstraat gereed kwam.
Er werd zelfs een derde kerk nodig! Op 16 juli 1915 werd de kerk aan het Bospolderplein in gebruik genomen en bovendien moest rond die tijd de tweede predikant worden beroepen. Op 5 mei 1912 trad ds. J. Schoonhoven (1871-1944) van Scherpenzeel als zodanig aan. De bleef tot zijn emeritaat in 1941 aan de kerk van Delfshaven verbonden.
Kerkblad.
In diezelfde tijd wilde de kerkenraad ook de communicatie met de gemeenteleden verbeteren. Van 1902 tot 1905 verscheen het kerkblad ‘Tychicus’, maar pas op 29 februari 1914 verscheen een nieuw kerkblad, dat onder de naam ‘Wester Kerkbode’ werd verspreid. Maar niet voor lang, want al na een jaar stopte de kerkenraad er mee. Uiteindelijk kwam in 1923 de ‘Delfshavensche Kerkbode’ uit, die lange tijd bleef bestaan en die vooral bekend werd toen dr. K. Schilder redacteur was (hij was van 1928 tot 1933 een van de predikanten in Delfshaven).
Oorlog en Vrijmaking.
Op 8 april 1928 was de Mathenesserkapel zonder enige vorm van plechtigheid in gebruik genomen. Van deze kapel was vanaf de straat slechts de ingang zichtbaar; de kerk telde 580 zitplaatsen en was gelegen op een binnenterrein aan de Mathenesserweg, op de hoek van de Dirk Danestraat. De kerk was geheel door winkelpanden omsloten. Op 31 maart 1943 bombardeerde de Amerikaanse luchtmacht grote delen van de wijk Tussendijken waar de kapel stond. ‘De bommen waren bestemd voor de haven maar door de harde wind en het dichte wolkendek vielen de bommen in de wijken er om heen’. Daarbij lieten meer dan 400 mensen het leven, onder wie ook gemeenteleden. De kerkgangers vonden in de jaren daarna onderdak in de Bospolderpleinkerk. In de oorlogsjaren werden twee van de vijf predikanten, ds. H. Knoop (1891-1968) en ds. S.R. Smilde (1906-1995) door de Duitsers gevangen genomen en naar Dachau overgebracht.
In de oorlogstijd vond ook de Vrijmaking plaats. Dat was voor de kerk van Delfshaven een zware slag. Telde de kerk in 1935 ruim 8.000 leden, na de Vrijmaking bleek het ledental met ongeveer 1.250 te zijn afgenomen. Ook ds. Knoop ging mee met de Vrijmaking, die landelijk door dr. K. Schilder (vroeger predikant te Delfshaven) geleid werd. De kerk van Delfshaven kon de vijf predikanten in dienst houden, terwijl bovendien een evangelisatiepredikant werd beroepen. Ook kon in plaats van de verwoeste Mathenesserkapel op 15 juli 1954 aan de Franselaan, in de wijk Oud Mathenesse, een nieuw kerkgebouw in gebruik genomen worden.
Terugloop.
Na een korte opleving na de Vrijmaking zette eind jaren ’50 van de vorige eeuw een zeer sterke daling van het ledental in. Veel gemeenteleden vertrokken namelijk naar de nieuwbouwwijken aan de rand van stad en ook de ontkerkelijking sloeg toe. Zo nu en dan moest een predikantsplaats worden opgeheven en ook kerkgebouwen moesten er aan geloven.
In 1966 werd de Bospolderpleinkerk gesloten. Ook de kerk aan de Franselaan werd buiten gebruik gesteld. Op die plaats werd een nieuw bejaardenhuis gebouwd, ‘De Mathenesser Bogert’. De kerk werd gesloopt.
Kerkzaal BM4, locatie Delfshaven.
En in 1974 moest ook ‘Delfshavens fraaiste kerkgebouw’, de Tidemanstraatkerk, de deuren sluiten. De kerk werd in 1975 afgebroken en vervangen door een groot aantal woningen, met daaronder een vervangende kerkzaal met nevenruimten aan de Burgemeester Meineszstraat / hoek Tidemanstraat. Deze kerkruimte wordt naar de straatnaam en het huisnummer ‘BM4’ genoemd.
Problemen…
In 1982 ontstonden in de kerk van Delfshaven grote moeilijkheden ten gevolge van de doop van twee kinderen van een lesbisch paar. De opschudding werd landelijk nieuws. In een uitgebreid bezwaarschrift richtten gemeenteleden zich tot de kerkenraad, en geëist werd dat de predikant en de kerkenraad zouden terugtreden. De kerkenraad bleef echter bij zijn voornemen de doop te bedienen, waarna een behoorlijk aantal leden zich liet overschrijven naar onder meer de Gereformeerde Kerk te Rotterdam-Overschie.
Fusie met de Geref. Kerk Rotterdam-Centrum (2004).
In 1987 werd ook de Duyststraatkerk uit 1902 gesloten. Vanaf dat moment kerkten de gereformeerden in Delfshaven alleen nog in BM4. Het ledental was ondertussen in 1992 teruggelopen tot ruim 470.
In 2004 fuseerden de Gereformeerde Kerk te Rotterdam-Centrum en die te Delfshaven tot de ‘Gereformeerde kerk te Rotterdam’ (GKR). Deze kerk omvat daardoor het centrum van de stad en de voormalige deelgemeenten Noord en Delfshaven. De hoofdlocatie van de ‘Gereformeerde Kerk te Rotterdam’ is nu de grote Bergsingelkerk, die in 1915 in gebruik genomen werd.
Ook wordt nog steeds gebruik gemaakt van de kerkzaal BM4 in Delfshaven. Er zijn momenteel twee predikanten aan de GKR verbonden. In 2015 had de ‘Gereformeerde Kerk te Rotterdam’ 925 leden.
Bron onder meer:
Archief Gereformeerde Kerk te Rotterdam. Stadsarchief, Rotterdam.