“In het ‘Huis van God’ is voor ieder een plekje”

Jubileumdienst bij het honderdjarig bestaan van de gereformeerde ‘Opstandingskerk’ te Woerden.

Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de gereformeerde Opstandingskerk in Woerden werd op zondag 23 juni 2024 in een druk bezochte kerkdienst aandacht besteed aan het jubileum van het kerkgebouw.

Van een eeuw geleden naar nu…

Voorganger in de dienst, die om half tien begon, was ds. Gertjan Robbemond; de organist was Marnix van der Ploeg. Ook werd door anderen muzikale medewerking verleend. De wekelijkse bloemen gingen dit keer naar de heer G. van Oudenallen, de schrijver van het prachtige gedenkboek, dat onlangs verscheen en waarvan inmiddels de tweede druk verkrijgbaar is.

De liederen en de lezing.

Het eerste lied was ‘Samen in de Naam van Jezus’. Ook werd gezongen psalm 27: ‘Een ding slechts kan ik van de Heer verwachten’ – dit lied werd ook gezongen bij de opening van de Opstandingskerk. Na de verkondiging werd gezongen lied 969, ‘In Christus is noch west noch oost’. Als slotlied werd gezongen ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’ (Lied 416). Enkele gemeenteleden brachten onder meer ‘De goedheid van God’ ten gehore en de Cantorij zong onder meer ‘De kerk is waar mensen Gods liefde bezingen’

De Schriftlezing was uit Johannes 14 de verzen 1 tot en met 7: “Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. In het huis van Mijn Vader zijn veel kamers” en wat verder volgt.

Contact met de zusterkerk.

De gereformeerde Kruiskerk te Woerden.

Aan het begin van de dienst werd even beeld- en geluidcontact gezocht met de Kruiskerk, het andere gereformeerde kerkgebouw in Woerden. “De Opstandingskerk en de Kruiskerk zijn met elkaar verweven. Beide namen hebben alles met elkaar te maken. Honderd jaar geleden was er één kerkgebouw, die gewoon ‘gereformeerde kerk’ genoemd werd. Sinds de Kruiskerk er staat heet onze kerk de Opstandingskerk“. Daaraan werd door de predikant in de Kruiskerk toegevoegd: ‘Je kunt de Opstanding niet vieren zonder het Kruis’.

Overdenking.

De predikant sprak in de overdenking woorden van de volgende strekking:

Ds. J.W. Gunst (1858-1941).

Ds. J.W. Gunst [1858-1941] preekte bij opening van de Opstandingskerk (de eerste kerk stond aan de Molenstraat maar was te klein geworden); de titel van zijn preek was ‘De tegenwoordigheid van den Christus bij de saamvergadering der gemeente‘. Daarbij haakte hij aan bij Mattheus 18 (‘Waar twee of drie vergaderd zijn…’). In het voorportaal van onze kerk staat die tekst. Voor vandaag koos ik de eerste verzen van Johannes 14. Daar wordt gesproken over het Huis van de Vader met vele kamers (woningen). Ik moest daarbij denken aan eenheid in verscheidenheid, aan diversiteit en veelkleurigheid en aan hartelijke verbondenheid; zo willen wij gemeente van Christus zijn en daarvan wil dit gebouw ook getuigen.”

De eerste preek van ds. J.W. Gunst in de Opstandingskerk. Deze preek werd in druk uitgegeven.

“Johannes 14 wordt regelmatig gekozen bij begrafenissen. Dat is niet vreemd, want Jezus brengt in dat Bijbelgedeelte ook Zijn toekomst ter sprake en Zijn lijden en sterven. Die woorden kunnen troostend en bemoedigend worden uitgelegd, een hart onder de riem voor zijn leerlingen, maar misschien ook wel voor ons, ook als we afscheid moeten nemen van geliefden. Het ‘Huis van de Vader’ is dan de hemel, waar alle moeiten en pijn voorbij en waar Gods ontferming volkomen zal zijn. De woorden van Jezus maken duidelijk dat in het Huis van God voor ieder een plekje is. Want zo groot is Gods ontferming.”

“De woorden van Jezus raken ook aan andere gedachten. Die wil ik met u delen. ‘In het Huis van de Vader zijn vele kamers’. In het Oude Testament wordt verschillende keren gesproken over het Huis van God. Daar is het geen aanduiding van de Hemel, waar God zou wonen, ver weg, en ook geen plaats waar we na onze dood heen zouden gaan. In de Joodse traditie wordt met ‘Huis van God’ de aanwezigheid van God in de wereld aangeduid. In de tempel van Jeruzalem had het volk Israël de fundamentele ervaring dat God daar aanwezig was. Niet ver weg, maar heel dichtbij, tussen mensen op aarde.”

“In verschillende psalmen klinkt het verlangen om daar in de tempel, in de nabijheid van God, te mogen zijn, zoals ook in psalm 27, die we zongen en die hier ook honderd jaar geleden gezongen werd. Het was voor Israël een ervaring van nabijheid. Die ervaring was niet alleen verbonden aan de tempel, maar ook bij de uittocht uit Egypte ging God mee in wolk en vuur, voorop en achteraf. En Hij was ook de Aanwezige in de Tent van de Samenkomst (de Tabernakel). En nog eerder had Jacob God zelf ontmoet toen hij op de vlucht was voor Ezau; hij noemde die plaats Bethel (‘Huis van God’).”

Bij het begin van de dienst…

“Er is dus een spoor zichtbaar te maken vanuit het Oude Testament, dat het Huis van God daar is waar God de Aanwezige is, waar God Zelf neerdaalt om Zijn huis te bouwen om nabij te zijn. Jezus praat niet over de hemel, maar hij spreekt over Zich Zelf. Jezus Christus is het Huis van God. Paulus schrijft in de brief aan de gemeente van Colosse: God woont in Hem; ‘Jullie kennen Mij, dan kennen jullie de Vader’, zei Jezus. God in Christus wil ons bewonen als Zijn Huis. Hij wil vele kamers bij ons maken. Hoe we ook zijn, ieder van ons wil hij in beslag nemen voor Zijn Koninkrijk. Hoe groot onze verschillen in denken en doen ook kunnen zijn. Samen zijn wij woningen, kamers, in dat ene Huis van God.”

“Samen zijn we het Huis van de Heer. Die vele kamers willen dan borg staan voor de ruimte om jezelf te kunnen zijn, tegelijk ook onlosmakelijk met elkaar verbonden en veelkleurig in geloof. God wil in ons wonen als Zijn Huis. Dan gaat Jezus terug naar de Vader om ruimte te maken voor ons, dat wij samen dat ene veelkleurige Huis mogen zijn. En dan komt God terug in de kracht van de Geest, die ons gegeven wordt om ons te leiden, te inspireren en te troosten, om met aandacht te leven, en Gods aanwezigheid.  Dat is het geheim dat we mee mogen dragen, ook in deze gewijde ruimte.”

“Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven, de weg naar de Vader. Hij vraagt ons om ons leven als Zijn woning aan God beschikbaar te stellen. Het gaat om het hart. Het hart is in het geding. Het komt aan op lef (het Hebreeuwse woord voor hart). Dat wij het lef hebben om te geloven in God, in Zijn trouw, Zijn beloften van Zijn Koninkrijk, in Jezus Christus, in wat Hij heeft gedaan, hoe Hij mens onder de mensen was, hoe Hij helend en solidair aanwezig was met hen die in nood waren, en hoe Hij Zijn leven open stelde voor wie op Zijn pad kwam. Hoe Hij recht zette wat krom was, hoe hij verzoening bracht waar vervreemding en afstand groeide. Het komt er op aan om lef te hebben, en daaruit te leven.”

De kinderen gaan naar de kindernevendienst (met dank aan de heer G. van Oudenallen).

Meer dan honderd jaar geleden…

“Meer dan honderd jaar geleden waagden broeders en zusters het om dit kerkgebouw neer te zetten, een nieuwe plek. Veertig jaar later weer een nieuw kerkgebouw, de Kruiskerk. Dat was ook nodig omdat de gemeente groeide. Deze gebouwen waren en zijn getuigen van geloof. Geloof dat zichtbaar en vindbaar wil zijn en blijven in de wijk, in de stad, in de wereld. Deze godshuizen zijn meer dan steen. Hier gingen ons de geslachten voor, en sluiten wij aan, de toekomst tegemoet. Hier schuilen we onder het dak, waar de lof klinkt en de gebeden opstijgen, en die zang willen we door laten gaan. Hier delen  we geloof, vragen, zorgen en vreugden, net als hen die ons voorgingen. Hier scheppen we ruimte om te zijn zoals je bent, een geliefd kind van God. Hier strijken we neer met onze moeheid, soms moedeloosheid, om elkaar te vinden en elkaar te bewaren bij het geheim van Gods liefde. Hier worden we gevoed met nieuwe moed en vertrouwen. Hier wordt onze lef om van Christus te zijn gelaafd.

Tijdens de dienst…

‘Uw hart worde niet ontroerd’. Het is veel dat ons ontroert. Veel dat ons raakt, in ons persoonlijk leven, maar ook vanuit de wereld, zodat je van slag kan zijn. Maar Jezus roept op tot vertrouwen. Om te leven met hart en ziel, met lef, als getuigen van de levende Heer. Dat we onze hoop niet door wanhoop laten overspoelen. Dat we durven vertrouwen op God, Die ons in Jezus niet aan ons lot overlaat. In deze kracht van Gods genade en goedheid mogen en kunnen we verder gaan. Honderd jaar jong. Met enthousiasme en verbondenheid. Samen geven we kleur aan ons geloof, blijven we onze verhalen leggen bij het grote Verhaal van God met deze wereld, met ons, blijven we dienstbaar zijn aan de meest kwetsbare mensen. Het dak op deze kerk is er opnieuw op gegaan. Dat mag getuige zijn van de toekomst, die we ingaan. Met hoop en met vertrouwen. Dat de Eeuwige ons draagt en meeneemt naar zijn toekomst. Amen.”

En verder…

De kinderen maakten er met een liedje en met slingers een kleurig geheel van, en later kwamen er nog ballonnen van boven!

– De kinderen hadden na terugkomst uit de kindernevendienst een ‘verrassingsliedje’ ingestudeerd: Dat liedje “gaat ergens over, vervelen doet het niet. Het maakt me happy en altijd vrolijk en geeft mij weer nieuwe moed. Want God zegt over jou en mij iets bijzonders (…): Dieper dan de oceaan (…) is  hoeveel ik van jou hou. Maak je geen zorgen meer, elke dag ben Ik er weer (…).”  Slingers en ballonnen van boven maakten er een waar feestliedje van.

– Een gemeentelid bood namens een interkerkelijke schildersgroep – ‘die door schilderen al twintig jaar kleur geeft aan ons geloof’ – een schilderstuk aan, met de honderdjarige Opstandingskerk als centraal thema, omgeven door afbeeldingen van bijbelse verhalen.

Het schilderstuk dat namens een schildersgroep werd aangeboden (met dank aan de heer G. van Oudenallen).

– Vervolgens werd een gedicht voorgelezen over honderd jaar Opstandingskerk.

Na het dankgebed werd het ‘Onze Vader’ gezongen (lied 1006), waarna het feestlied ‘Waar de mensen steeds weer samenkomen’ aangeheven werd. De slotzang was ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’.

Na de dienst was er nog een gezellig samenzijn met koffie en thee en rond 11:15 uur nog een officieel gedeelte waarbij het al eerder genoemde gedenkboek werd uitgedeeld aan oud-predikanten en aan het college van B en W en de classispredikant.

Ook werd een interessante presentatie vertoond van vele beelden uit de geschiedenis van de Opstandingskerk. Deze is aan het eind van het beeldverslag van de kerkdienst te bewonderen.

© 2024. GereformeerdeKerken.info

Beeldverslag van de kerkdienst met de presentatie >

Translation into English:

“In the ‘House of God,’ There Is a Place for Everyone”.

Jubilee Service Celebrates the 100th Anniversary of the ‘gereformeerde’ ‘Opstandingskerk’ (‘Resurrection Church’) in Woerden

To mark the 100th anniversary of the ‘gereformeerde’ Opstandingskerk in Woerden, a well-attended church service was held on Sunday, June 23, 2024, to celebrate the church building’s centenary. The service, which began at 9:30 AM, was led by Rev. Gertjan Robbemond, with Marnix van der Ploeg as the organist. Other musical contributions were also provided. This week, the weekly flowers were given to Mr. G. van Oudenallen, the author of the beautiful commemorative book recently published, which is now in its second edition.

The Hymns and the Reading.

The first hymn was “Together in the Name of Jesus.” Psalm 27 was also sung: “One thing I ask from the Lord” – this hymn was also sung at the opening of the Opstandingskerk. After the sermon, hymn 969 was sung, “In Christ there is no East or West.” The final hymn was “Go with God and He will be with you” (Hymn 416). Some congregation members performed “The Goodness of God,” and the Cantorij choir sang “The church is where people sing of God’s love.”

The scripture reading was from John 14, verses 1 to 7: “Do not let your hearts be troubled. Trust in God; trust also in me. In my Father’s house are many rooms” and so on.

Contact with the Sister Church.

At the start of the service, there was brief audio-visual contact with the ‘Kruiskerk’ (‘Cross Church’), the other ‘gereformeerde’ church building in Woerden. “The Opstandingskerk and the Kruiskerk are intertwined. Both names are closely related. A hundred years ago, there was only one church building, simply called ‘gereformeerde kerk.’ Since the Kruiskerk was established, our church has been called the Opstandingskerk.” The minister at the Kruiskerk added: “You cannot celebrate the Resurrection without the Cross.”

Meditation.

The minister spoke in the meditation with the following words:

“Rev. J.W. Gunst [1858-1941] preached at the opening of the Opstandingskerk (the first church was located on Molenstraat but had become too small); the title of his sermon was ‘The Presence of Christ at the Gathering of the Congregation.’ He referred to Matthew 18 (‘Where two or three gather…’). That text is in the vestibule of our church. For today, I chose the first verses of John 14, which speak of the Father’s House with many rooms (dwellings). I thought of unity in diversity, of diversity and multicolored togetherness, and of heartfelt connection; this is how we want to be the congregation of Christ, and this is what this building should testify to.”

“John 14 is often chosen for funerals. This is not surprising, as Jesus also talks about His future, His suffering, and death in this Bible passage. These words can be comforting and encouraging, a support for His disciples, and perhaps also for us when we have to say goodbye to loved ones. The ‘House of the Father’ is then Heaven, where all troubles and pain are gone and where God’s mercy will be complete. Jesus’ words make it clear that there is a place for everyone in the House of God. Because God’s mercy is that great.”

“Jesus’ words also touch on other thoughts. I want to share these with you. ‘In the Father’s House are many rooms.’ In the Old Testament, the House of God is mentioned several times. It does not refer to Heaven, where God would live far away, nor a place where we would go after our death. In Jewish tradition, the ‘House of God’ refers to God’s presence in the world. In the temple of Jerusalem, the people of Israel had the fundamental experience that God was present there. Not far away, but very close, among people on earth.”

“In various psalms, there is a longing to be in the temple, in the presence of God, as in Psalm 27, which we sang and was also sung here a hundred years ago. It was an experience of closeness for Israel. This was not only connected to the temple; during the exodus from Egypt, God accompanied the people in cloud and fire, ahead and behind. He was also present in the Tent of Meeting (the Tabernacle). And even earlier, Jacob met God himself when he fled from Esau; he called that place Bethel (‘House of God’).”

“There is thus a traceable path from the Old Testament showing that the House of God is where God is present, where God Himself descends to build His house to be close. Jesus is not talking about Heaven but about Himself. Jesus Christ is the House of God. Paul writes in his letter to the church of Colossae: God dwells in Him; ‘If you know Me, you know the Father,’ said Jesus. God in Christ wants to dwell in us as His House. He wants to make many rooms with us. Whoever we are, He wants to occupy each of us for His Kingdom. Despite our differences in thinking and doing. Together, we are dwellings, rooms, in that one House of God.”

“Together we are the House of the Lord. The many rooms represent the space to be yourself, yet also inextricably connected and diverse in faith. God wants to dwell in us as His House. Then Jesus returns to the Father to make space for us, that we may together be that one diverse House. And God returns in the power of the Spirit, given to us to guide, inspire, and comfort us, to live attentively, and to recognize God’s presence. This is the secret we may carry with us, even in this sacred space.”

“Jesus is the Way, the Truth, and the Life, the way to the Father. He asks us to offer our lives as His dwelling to God. It is about the heart. The heart is at stake. It takes courage (the Hebrew word for heart). That we have the courage to believe in God, in His faithfulness, His promises of His Kingdom, in Jesus Christ, in what He has done, how He was human among humans, how He was present healing and in solidarity with those in need, and how He opened His life to those who crossed His path. How He made right what was wrong, how He brought reconciliation where alienation and distance grew. It takes courage, and to live from that courage.”

More than a Hundred Years Ago…

“More than a hundred years ago, brothers and sisters dared to build this church, a new place. Forty years later, another new church building, the Kruiskerk. This was also necessary because the congregation grew. These buildings were and are witnesses of faith. Faith that wants to be visible and accessible in the neighborhood, in the city, in the world. These houses of God are more than stone. Here, generations before us sought shelter, and we join them, looking toward the future. Here, we take refuge under the roof where praise sounds and prayers rise, and we want to continue that song. Here, we share faith, questions, worries, and joys, just like those who preceded us. Here, we create space to be who you are, a beloved child of God. Here, we find rest with our weariness, sometimes discouragement, to find each other and keep each other close to the secret of God’s love. Here, we are nourished with new courage and trust. Here, our courage to be of Christ is nourished.”

“Do not let your hearts be troubled. There is much that troubles us. Much that touches us, in our personal lives, but also from the world, so that you can be shaken. But Jesus calls for trust. To live with heart and soul, with courage, as witnesses of the living Lord. That we do not let our hope be overwhelmed by despair. That we dare to trust in God, who does not abandon us in Jesus. In this strength of God’s grace and goodness, we may and can continue. A hundred years young. With enthusiasm and connection. Together, we give color to our faith, continuing to lay our stories in the great Story of God with this world, with us, remaining of service to the most vulnerable people. The roof on this church has been replaced. This can testify to the future we are heading into. With hope and trust. That the Eternal One carries and takes us to His future. Amen.”

And Further…

  • After returning from the children’s service, the children had practiced a ‘surprise song’: “This song is about something, it never bores. It makes me happy and always cheerful and gives me new courage. Because God says something special about you and me (…): Deeper than the ocean (…) is how much I love you. Don’t worry anymore, I am there every day (…).” Streamers and balloons from above made it a true celebratory song.
  • A member of the congregation presented, on behalf of an inter-church painting group – ‘which has been adding color to our faith through painting for twenty years’ – a painting featuring the hundred-year-old Opstandingskerk as the central theme, surrounded by depictions of biblical stories.
  • Then, a poem about a hundred years of Opstandingskerk was read.

After the prayer of thanks, the Lord’s Prayer was sung (hymn 1006), followed by the celebratory hymn “Where people always come together.” The closing hymn was “Go with God and He will be with you”.

After the service, there was a pleasant gathering with coffee and tea, and around 11:15 AM there was an official segment during which the previously mentioned memorial book was distributed to former pastors, the town council members, and the classis minister.

There was also an interesting presentation of many images from the history of the Opstandingskerk. This can be admired at the end of the visual report of the church service.

© 2024. GereformeerdeKerken.info