Op 20 september 1917 werd de Gereformeerde Kerk in het Friese Nij Beets geïnstitueerd vanuit de Gereformeerde Kerk in het nabijgelegen Boornbergum. Het zou echter tot 1937 duren voordat deze kerk haar eerste predikant kon verwelkomen.
Inleiding.
Ten zuiden van Drachten ligt het oude dorp (Oud) Beets, dat in 1925 bij Beetsterzwaag gevoegd werd. Het merendeel van de bevolking van Beets in Zuid-Oost Friesland (‘De Zuidoosthoek‘ genoemd) was in 1915 onkerkelijk; wel woonde er een klein aantal hervormde en gereformeerde gezinnen, meestal boeren die een bedrijf begonnen waren en verder arbeiders die in het veen werkten. De gereformeerden in Beets behoorden tot de Gereformeerde Kerk in Boornbergum, ten westen van Drachten.
Je kon, om ‘s zondags in Boornbergum aan te landen, met een rijtuig die kant op gaan (als je er een had), maar dan moest je via Beetsterzwaag, en dat was een eind om. Of je moest lopend richting Boornbergum, over een pad langs de Moordsloot en via de Leppedijk. Wel moest je soms het water over, waarvoor hier en daar een bootje lag, tenzij je je moest behelpen met een plank die over de sloot gelegd was. Als je slecht ter been was kon je meevaren met een turfbok, geschikt voor smalle vaarten en kanalen. Vaak werd het schip getrokken door iemand met een leren borsttuig voor paarden; die liep dan ‘yn ‘e beage’.
Evangelisatiewerk in Nij Beets.
In de classis Heerenveen van 18 november 1891 had men al gevraagd om het evangelisatiewerk in Beets en in Beetsterzwaag ter hand te nemen. De classis oordeelde echter dat er in Zuid-Oost Friesland nog zoveel meer gebeuren moest (‘Geheel de gemeente Weststellingwerf wacht op ons!’), maar ook besloot men dat de kerk van Lippenhuizen die zaak zou bekijken. Een jaar later, in november 1892, stelde de kerk van Lippenhuizen aan de classis voor dat men ‘beproeve om de bevolking van Beets onder eene rijkere bediening des Woords te brengen. Op voorstel van ds. A. de Geus [(1856-1929) van Lemmer] wordt besloten: de classe draagt aan de classicale commissie voor Inwendige Zending op de bediening des Woords te Beets te bevorderen’.
In februari 1894 werd besloten Beets toe te voegen aan de classis Drachten, vooral met het oog op de nabijgelegen Gereformeerde Kerk te Boornbergum, die kort daarvoor, op 3 april 1893, geïnstitueerd was. Boornbergum kon dan in Beets en Beetsterzwaag de evangelisatiearbeid ter hand nemen. In 1915 werd geoordeeld dat niet in Beets, maar in Nij Beets, niet ver verwijderd van Beets, een evangelisatielokaal moest komen, waar “de predikant van Noordbergum moet gaan preken”, omdat “de gereformeerden te Nieuw Beets, die anderhalf uur ver van Boornbergum en een half uur van Terwispel af wonen, over dreigen te gaan tot de hervormde evangelisatie”, die in 1893 in Nij Beets over het ‘Houten Himeltsje‘ (1891-1911) beschikte. “Nog eenmaal zal men zich tot Boornbergum wenden. Blijkt dit vruchteloos dan richte men schriftelijk een gedocumenteerd verzoek tot de classis Drachten”.
Men liet dus niet meer de evangelisatieblik vallen op Beets, maar op Nij Beets, omdat de turfwinning zich inmiddels in die richting had uitgebreid en verplaatst.
Hoe men aanvankelijk naar de kerk ging…
Hoe dan ook, dat de kerkgang van Nij Beets naar Boornbergum bezwaarlijk was, is duidelijk. Ook de gereformeerden in Beetsterzwaag gingen in Boornbergum naar de kerk, en ook voor hen was die gang niet makkelijk. Vandaar dat zij voorstelden om samen met de gereformeerden uit Nij Beets een eigen kerkgebouw neer te zetten, ‘in de buurt van de korenmolen van Weis’.
De gereformeerden van Nij Beets besloten op 1 februari 1916 daaraan niet mee te werken, maar een eigen gemeente te stichten. De voorgestelde locatie van de kerk was te ver van Nij Beets verwijderd.
De eerste dienst in eigen dorp (1916).
Terwijl in de classis doorgepraat werd stonden de gebeurtenissen in Nij Beets natuurlijk niet stil. Aannemersbedrijf P. Offringa uit Haulerwijk maakte een begroting voor de bouw van een evangelisatiegebouw. Hij berekende dat dit fl. 3.050 zou kosten. Maar de Particuliere Synode weigerde meerdere malen een financiële bijdrage te geven. Ook de kerkenraad van Boornbergum vond de kosten niet opwegen tegen het beperkte aantal toekomstige kerkgangers.
De kerkenraad van Boornbergum gaf de broeders in Nij Beets het advies om ergens een lokaal te huren en daar kerkdiensten te gaan houden. Aanvankelijk dacht men aan het pakhuis van een winkelier aan de Blauwe Kampwei, maar de nodige verbouwing zou fl. 150 kosten. Toen kwam de reddende engel, br. Andries Zwart, die een van de kamers in zijn woning aanbood voor het houden van kerkdiensten. Hij zou bovendien zorgen dat het er ’s winters lekker verwarmd werd. Geld hoefde hij niet. Maar de diensten moesten wel ’s middags gehouden worden, want ’s avonds moesten de kindertjes Zwart slapen. Zo werd op 20 augustus 1916 de eerste dienst gehouden. Ds. S. Dwarshuis (1868-1944) uit Boornbergum leidde de dienst.
Een evangelisatiegebouw in Nij Beets.
In die tijd werd in Nij Beets ook een Evangelisatiecommissie benoemd die verschillende zaken moest regelen.
Op 6 februari 1917 deelde de voorzitter van de classis deelde mee dat de kerk van Boornbergum evangelisatiearbeid was begonnen “te Nieuw Beets, welke arbeid is gesteld in handen der [gereformeerde] broeders te Nieuw Beets woonachtig. Zal die arbeid vrucht dragen dan is het nodig dat aldus een eenvoudig kerkgebouw verrijst. Daarvoor is noodig met inbegrip van den grond een som van ong. fl. 5.500. Er is reeds fl. 800 voor getekend en nu vraagt Boornbergum de morele en financiële steun van de classis. De classis, overtuigd dat die steun zeer nodig is, besloot den broeders te Nieuw Beets toe te staan in de classiskerken te collecteren, voorzien van een classicale aanbeveling, terwijl de predikanten [in de classis] worden opgewekt die collecte krachtig aan te bevelen van den kansel. De collecte zal zoo mogelijk gehouden worden vóór de mei-classis, opdat op die vergadering verslag der uitkomst kan gedaan worden”.
In augustus 1917 werd de zaak op de classis opnieuw besproken: “De kerk van Boornbergum verzoekt toestemming en medewerking tot het instellen der ambten te Nieuw Beets. Ook wordt toestemming gevraagd om voor Nieuw Beets te mogen collecteren buiten de classis. Verder vraagt men vacaturebeurten voor Nieuw Beets”.
“De financiële kracht is niet groot …”
De classis Drachten wilde ondertussen weten hoe de kerkelijke en financiële situatie voor de aanstaande Gereformeerde Kerk in Nij Beets er voor stond. Daarover werden inlichtingen verstrekt door de consulent van Nij Beets: “De financiële kracht is niet groot. Door de koop van de grond en het bouwen van een kerk is er een schuld van fl. 4.270. Er wonen 15 gezinnen met 36 belijdende en 60 doopleden van de Gereformeerde Kerk. Als het een [zelfstandige] kerk wordt zal het wel een noodlijdende kerk blijven. Br. J.W. de Boer (1833-1907) [een gezaghebbend man in de classis Drachten] verwacht echter een grote aanwas door de aanmaak van gronden die nu nog woest liggen. Er is reeds 700 ha. in cultuur gebracht; vroeger reeds 400 ha., zodat uitbreiding van volk en ook van gereformeerde belijders zeer waarschijnlijk is. Het getal belangstellenden in de godsdienstoefeningen neemt toe. Jongstleden zondag waren er [in de woning van br. Zwart] reeds ruim 90 menschen aanwezig”.
Er werden nog wel vragen gesteld, zoals: ‘Zijn beide kerken [Boornbergum en Nij Beets] levensvatbaar als Nij Beets zelfstandig zou worden?’ en ‘Willen ze in Nij Beets echt een zelfstandige kerk worden of wil men alleen maar van Boornbergum af?’ Maar uiteindelijk gaf de classis unaniem toestemming om in Nij Beets de Gereformeerde Kerk te institueren, onder leiding van de kerk van Boornbergum.
De instituering van De Gereformeerde Kerk te Nij Beets (1917).
Natuurlijk moesten eerst de grenzen van de kerk van Boornbergum en die van de toekomstige kerk van Nij Beets vastgesteld worden. De kerkenraad van Boornbergum bedong bovendien een jaarlijkse financiële vergoeding van fl. 100 gedurende vijf jaar; wat de Nij Beetsters eigenlijk maar vreemd vonden, net als de classis trouwens. Die stelde duidelijk dat het niet aanging de hulpbehoevende kerk van Nij Beets – want dat zou ze in ieder geval vooralsnog zijn – jaarlijks fl. 100 te laten betalen. Daar legde Boornbergum zich bij neer.
En toen kon de Gereformeerde Kerk te Nij Beets officieel geïnstitueerd worden. Er waren intussen op 20 september 1917 al ouderlingen en diakenen gekozen, die meteen door ds. D. Prins (1867-1934) van Oudega (in de gemeente Smallingerland) in het ambt bevestigd werden (eigenlijk had de predikant van Boornbergum de kerk moeten institueren, maar die kerk was op dat moment vacant. Wel was er een viertal ouderlingen van Boornbergum aanwezig).
De bevestigde ouderlingen van Nij Beets waren U. de Boer en A. Zwart en de diakenen F. Tolsma en F. Dam. De preek tijdens deze eerste officiële kerkdienst van De Gereformeerde Kerk te Nij Beets was uit 2 Cor. 8 vers 24: “Geeft hun dus voor de oogen der gemeenten het bewijs van uw liefde en van ons noemen over U”. 20 september 1917 was dus de officiële institueringsdatum.
Een kerkgebouw (1917).
Ondertussen was de woonkamer van br. Zwart te klein geworden voor de 60 tot 70 kerkgangers. Er moest verhuisd worden naar de schuur van br. Zwart. En ondertussen moest bovendien geld bijeen gebracht worden voor de aankoop van de bouwgrond aan de Prikkewei en de bouw van het kerkje. In februari 1917 werd aan de classis toestemming gevraagd om bij de classiskerken te collecteren. De classis ging daarmee akkoord. Vijf commissieleden uit Nij Beets hadden elk drie van de dorpen in de classis bezocht: lopend, op hun vrije zaterdagmiddagen.
En op 1 mei 1917 werden de opbrengsten van de collecten in de classiskerken opgeteld. De kerk van Drachten bracht fl. 195 op, Suameer fl. 57, Surhuisterveen fl. 123, Garijp fl. 18, Bergum fl. 31, Drogeham (A) fl. 52, Drogeham B (gedeeltelijk) fl. 23, Boornbergum fl. 90, Rottevalle fl. 113, Drachtster Compagnie fl. 60, Oudega fl. 75, Duurswoude fl. 69, Opeinde Nijega fl. 116 en Donkerbroek fl. 58 (in totaal fl. 1.080). Maar omdat de bouwkosten van een evangelisatiegebouw door de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) een stuk duurder uitvielen dan men eerst berekend had, was er nog lang niet genoeg geld om het doel te realiseren. De classis adviseerde contact op te nemen met de kerkenraad in Boornbergum om haast te maken met de bouw van het kerkje.
De aanbesteding voor de kerk aan de Prikkewei werd gehouden en de klus werd verricht door de timmerlieden O. van der Meer en Fokkema. Ze berekenden fl. 4.748. In de kerk kwamen tien handgemaakte banken; tussen de zitplaatsen en de preekstoel stond vermoedelijk een afscheidingshekje met daarachter (in de wat genoemd wordt ‘dooptuin’) ruimte voor de banken van de ambtsdragers en het voorlezersgestoelte. Op de galerij was ruimte voor twintig kerkgangers. Boven de hoofdingang werd psalm 100 op een gedenksteen in de voorgevel aangebracht en van de kerk van Oude en Nieuwe Bildtzijl werden vijf petroleumlampen gekocht. De smid leverde een kachel met bijbehorende kachelpijpen voor fl. 47 en duizend turven kostten de kerk fl. 6,75. Natuurlijk was er ook een orgel; dat instrument deed dienst tot 1962. Verder weten we er niets over.
Zo kon de nieuwe kerk op (vermoedelijk) 10 november 1917 in gebruik genomen worden. Ds. H. Fokkens (1883-1963) van Boornbergum leidde de dienst.
Bronnen onder meer:
Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992
Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.
P. Jeeninga, 75 jaar Gereformeerde Kerk Nij Beets. 1917-1992. Nij Beets, 1992
— , Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk van Nij Beets. 10 november 1917 – 28 maart 2004. Nij Beets, 2004
Notulen van de Classes Heerenveen en Drachten van de Gereformeerde Kerken in Nederland, 1891-1917. Leeuwarden, Tresoar
© 2024. GereformeerdeKerken.info