Tijdens de kerkdienst op zondagochtend 5 januari 2025 werd in de protestantse (voormalig gereformeerde) Kruiskerk in het Friese Echtenerbrug stilgestaan bij ‘het honderdjarig kerken’ in de twee gereformeerde kerkgebouwen op de locatie Duimstraat 16. Voorganger was de plaatselijke predikant ds. A.T. de Gorter.
Zoals we al eerder meldden werd de eerste kerk op die locatie in 1925 in gebruik genomen. Deze brandde echter in 1954 tot de grond toe af, waarna de huidige Kruiskerk gebouwd werd. Ter gelegenheid van ‘het honderdjarig kerken’ in deze kerkgebouwen werd aan het eind van de dienst symbolisch een tentoonstelling geopend, ‘die terugkijkt op 100 jaar kerkelijk leven op deze locatie’.
Het ‘kind van de zondag’, dat de paaskaars aanstak, legde daarna de bijbel open bij de tekst uit Haggai 2 vers 10 (uit de Statenvertaling, want tegenwoordig is het in de Nieuwe Bijbel Vertaling vers 9), de tekst die 100 jaar geleden ook gebruikt werd bij het leggen van de eerste steen van het eerste kerkgebouw van de Gereformeerde Kerk op de locatie Duimstraat 16 in Echtenerbrug.
De liederen.
De uitgekozen liederen pasten bij de 100-jarige herdenking. Zo werden onder meer gezongen psalm 15 (‘Wie zult Gij noden in uw tent, wie op de heil’ge berg doen wonen?’) en lied 280 (‘De vreugde voert ons naar dit huis’). Ook werd Lied 968 gezongen: ‘De ware kerk des Heren’.
De Schriftlezing.
Gelezen werd uit Haggai 2 de verzen 3 tot en met 9. “Wie van jullie heeft deze tempel nog in zijn vroegere luister gezien? En hoe ziet hij er nu uit? Jullie denken zeker dat het niets meer kan worden. Maar houd vol, Zerubbabel, spreekt de Heer” en wat verder volgt tot vers 9: “De luister van deze tempel zal groot zijn, nog groter dan voorheen – zegt de Heer van de hemelse machten, en van hieruit zal Ik vrede en voorspoed geven, spreekt de Heer van de hemelse machten”.
De verkondiging.
De voorganger sprak onder meer woorden van de volgende strekking:
“Honderd jaar kerk. Een goed initiatief waarmee we ook degenen eren die ons voorgingen in deze kerk. Zij bouwden de kerk op en kwamen in Gods Naam samen. We zouden hun geen recht doen als het daarbij zou blijven. We moeten niet alleen oog hebben voor het verleden maar ook voor de toekomst, zoals ook zij oog hadden voor de toekomst. Bij de voorbereiding van deze dienst heb ik gekeken naar de twee fundatiestenen in de hal, waarmee bij de bouw van de kerken werd begonnen. In 1924 een tekst uit Haggai en in 1954 een uit Openbaring. Daarbij gaat het telkens over een toekomstvisioen. We mogen vooruit kijken naar wat nog gaat komen. Zo was het ook in 1924 en in 1954. Men was trots op een nieuw kerkgebouw waar mensen decennia zouden kunnen samenkomen in Gods Naam. Ook in die tijd had men een open blik naar de hemel toe. In 1924 met de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog in het achterhoofd, en net zo ook in 1954 toen de kerk afbrandde, en men een nieuw kerkgebouw stichtte”.
“Haggai preekte in 520 voor Chr., zo’n twintig jaar na de Babylonische ballingschap van het Joodse volk. Jeruzalem en de tempel waren door de Babyloniërs verwoest. Het volk was teruggekomen uit ballingschap en de mensen waren vol goede moed om aan de slag te gaan. Maar vooral het werk aan de tempel was stil komen te liggen. Men was veel meer bezig met de opbouw van eigen huis en leven. Toen kwam Haggai om het volk aan te moedigen de tempelbouw te hervatten. Ze gingen weer aan het werk, al ging het moeizaam omdat de materialen ontbraken. Anderen hadden de tempel van Salomo nog gezien en zeiden: Zo mooi zal het wel nooit meer worden”.
“Je moet niet kijken hoe moeizaam het allemaal gaat, of hoe mooi het vroeger allemaal was, maar richt je blik op God. Als je alleen maar denkt: ‘Vroeger was het allemaal beter’, ja dan komt het nooit meer goed. Het is veel te gemakkelijk vanaf een afstandje kritiek te hebben en zelf niet mee te doen. Gebrek aan resultaat kan ontmoedigen om door te gaan. In de kerk is een tekort aan medewerkers om alles te kunnen laten doorgaan. Kijken naar vroeger en naar de omstandigheden waaronder je nu het allemaal doet, kan ontmoedigend werken”.
“Maar Haggai maakt duidelijk dat God bij hen is. Met die woorden mogen we met Gods blik kijken naar de situatie, vanuit wijder perspectief. We mogen leren dat alles meewerkt aan de vervulling van Zijn plan, alleen dan houden we het vol; als we meewerken aan een plek waar Hij Zelf wonen wil, een plek onder ons. Zo geloven betekent naar de toekomst kijken, veel meer dan naar het verleden. We mogen vertrouwen dat God alles in de hand houdt en alles geeft wat nodig is om verder te bouwen. En eens, als alles af is, kan het mooier en beter zijn dan je had kunnen dromen. Boven alles is er Gods aanwezigheid. Kijken naar God is kijken naar de toekomst. Dat is: geloven dat het beste nog komt. Zo komen wij samen, in Gods Naam”.
Openingshandeling.
Een van de gemeenteleden sprak over de geschiedenis van de kerk van Echtenerbrug in relatie tot de symbolische opening van de tentoonstelling. Hij zei onder meer: “We herdenken 100 jaar kerk. 27 december 1924: het begin van een bloeiende kerkgemeenschap. In 1954 brandde de kerk af. De eerste steen werd op 27 december 1954 gelegd. Begin jaren ’80 werden een jeugdlokaal en een entree gebouwd (waardoor de toren aan de kerk verbonden werd). Wij hopen en bidden dat deze plaats ook in de toekomst een vindplaats mag zijn van geloof, hoop en liefde”.
Na deze korte toespraak werd de tentoonstelling symbolisch geopend met hulp van de kinderen (de toekomst van de kerk), die daarbij ijverig op hun roltongen bliezen.
Een beeldverslag van de dienst >