Na een feestelijke zaterdag werd op zondagmiddag 16 maart 2025 om half drie ‘s middags in de protestantse (c.q. gereformeerde) Moletsjerke in Beetgumermolen herdacht dat het kerkgebouw van de Protestantse Gemeente van Bitgum-Bitgummole-Ingelum-Marsum aan de J.H. van Aismawei in Beetgumermolen honderd jaar bestaat.

Voorafgaande aan de dienst.
Voorafgaande aan de blijde dienst werden met de gospelgroep Joy herinneringen opgehaald aan de vroegere optredens van de groep, en werd door Joy ook een aantal bekende liederen gezongen. Ook tijdens de dienst werd door hen meerdere malen gezongen. De overigens al opgeheven gospelgroep kwam speciaal voor deze jubileumdienst weer bij elkaar.
De kerkdienst.
De grotendeels in de Friese taal gehouden (blije) kerkdienst begon om drie uur en stond onder leiding van ds. Ulbe Tjallingii. Het intochtslied (uit het Frysk Lieteboek) was lied 968 de verzen 1 en 5 (“De ware kerk des Heren, in Hem alleen gegrond”).
Met het licht van de paaskaars werden vervolgens drie andere kaarsen aangestoken: de (wekelijkse) vredeskaars (met een gebed om vrede); een veel gebruikte oude kaars ‘voor alles wat de kerk kapot gemaakt heeft’, en de gouden kaars als teken van de hoop: “We blijven hopen, want dan houden we het visioen van Gods Koninkrijk hoog”.

Als intochtslied werd gezongen psalm 27 vers 3 (ook nu uit het Frysk Lieteboek); deze psalm werd honderd jaar geleden bij de ingebruikneming van de kerk ook gezongen (link) (maar toen in het Nederlands): “Hoe heeft Hij mij ten dage van het kwade verborgen in het binnenst van Zijn hut”.
De lezing uit het Nieuwe Testament was uit Lucas 9, de verzen 28 – 36, waar gesproken wordt over De verheerlijking van Jezus op de berg.
De overdenking.
De predikant sprak vervolgens woorden van ongeveer de volgende strekking:
“Honderd jaar geleden duurde de preek minstens drie kwartier en vaak nog langer. Er kwamen wel klachten: ‘Dominee preekt te lang’. Vandaag zal ik het niet al te lang maken. Trouwens: toen werd in de kerk geen Fries gesproken. Daarom zal ik de preek deze keer niet al te lang maken en in het Nederlands uitspreken.
Ik begin bij het grote roosvenster in de voorgevel van onze kerk. Het is een knipoog van de architect naar de schitterende gotische kathedralen van vroeger. Het Licht van God stroomt naar binnen. De kleuren vind je in Openbaring: door dat venster wordt het licht gebroken in alle kleuren van de regenboog in dit prachtige huis.

Hierboven is het orgel. Iemand zei eens: ‘Muziek is de belangrijkste taal tussen hemel en aarde’. Iedereen verstaat muziek. Het verbindt ons met de Eeuwige.
En dan het kruis achter mij, dat overigens veel jonger is dan het kerkgebouw. Vandaag straalt dat kruis het licht van Christus over ons heen. Het licht van God en van Christus verlicht de Bijbel.
De Tafel staat precies tussen de twee gevelstenen uit de vorige kerkgebouwen. Die worden nu door de kosters onthuld. Ze zijn bewaard gebleven en ingemetseld in deze kerk. Daarmee verbinden wij ons aan die twee oudere kerkgebouwen. De kosters zijn de hoeders van dit huis. Vandaar dat zij het doen. Het is jullie werk om voor dit huis te zorgen [wat door de gemeente met applaus beantwoord werd].

Met andere woorden: we halen het verleden binnen in de kerk. Maar in het verleden kun je niet leven! We hebben het vaak over het verleden: de scheuringen, woordenstrijd, enzovoorts; er is ook hier door kerkmensen zoveel pijn gedaan. Maar het verleden is er om van te leren met het oog op de toekomst. Laten we dat maar doen: Onze hulp is in de naam van de Heer.
Lang geleden waren in Friesland oude [rooms-katholieke] kerken met gewelven waarop prachtige schilderingen waren aangebracht. Protestanten hebben die vernield. Luther zei: als ik een nieuwe kerk bouw, mag hij van binnen wit zijn: in het Bijbelverhaal begint het gelaat van Christus te glanzen (met een witte glans). Wit is de kleur van Pasen, van Opstanding, van Leven. In deze kerk wordt die kleur gebroken door het Goddelijke licht door het roosventer. De tafel staat in het midden; daar valt het licht op: het Woord, het brood en de wijn. Dat leert ons om van God en van het leven te houden, wat er ook gebeurt. Dat proberen we in ‘mienskip’, in betrokkenheid tot elkaar, om de Stem uit de wolk te horen en dan te leven uit liefde tot Hem en tot elkaar.

Het doopvont staat er ook. In de PKN wordt helaas niet meer zoveel gedoopt; daar hebben we wel wat verdriet van. De doop is een prachtig ritueel. Laat ook dat ons niet moedeloos maken, maar laten we blijven luisteren naar de Stem. Dat behoedt ons voor een zinloze woordenstrijd.
Vanaf deze tafel, waar iedereen welkom is, worden wij de wereld ingestuwd om er voor elkaar en voor de wereld te zijn. Daarom zitten we hier. Daarom vieren we dit jubileum, daarom zijn we blij met dit gebouw, daarom hebben we ook diakonaat en pastoraat. Zo horen we naar de Stem en proberen het ook te doen. We zijn Kerk om stem te geven aan hen die geen stem meer hebben, om te bidden voor hen die geen adem meer hebben.
Hoe zouden de mensen zich honderd jaar geleden gevoeld hebben toen ze deze kerk voor het eerst binnenkwamen? Waarschijnlijk (om het in het Fries te zeggen) ‘grutsk’ (= niet triomfantelijk trots): ze hadden deze kerk uit armoede gebouwd. Daarom mogen ook wij dit huis met een ‘grutske’ houding binnenkomen.

De geschiedenis is er om van te leren. Ik hoop dat die Stem ons bij blijft, en ons blijft aanspreken. Ieder in zijn eigen kerk, jawel, maar dat die Stem blijft klinken en spreken. Daar gaat het om. Dan maakt het bordje dat op de deur hangt niet uit; op de deur van deze kerk hangt trouwens niet eens een bordje (ik kijk even naar de kerkrentmeesters: is ‘Moletsjerke’ iets?). God zegt: Jij bent mijn koningskind. Ik heb jou lief. Laten we die Stem tot ons leven toelaten. Of zoals de kinderen zingen: ‘Lees je bijbel, bid elke dag, dat je groeien mag’ (niet in aantal, maar in geloof).
Het eerste en laatste woord van deze preek is aan de gevelsteen: ‘Onze hulp is in de naam van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft’. Amen”.
Tenslotte.

Aan het eind van de dienst werd een aantal gemeenteleden in het zonnetje gezet: onder meer de twee kosters, de leden van de jubileumcommissie, de organisten (zij ontvingen elk een ingelijste tekening van het liturgisch centrum met het orgel), en leden van de vele commissies (het was zaterdag een goede dag voor de bloemenwinkel in Beetgum).
Na de dienst werden de gemeenteleden in de Molewjuk naast de kerk verwacht voor een kop koffie of thee.
Een beeldverslag van de feestelijke kerkdienst in Beetgumermolen >