Gereformeerde Kerk Kommerzijl (Gr.) in de verkoop

De gereformeerde kerk in het Groningse dorp Kommerzijl (bij Grijpskerk in het Westerkwartier) staat sinds 9 februari 2016 voor minimaal € 98.500 te koop.

De gereformeerde kerk te Kommerzijl (Gr.).
De gereformeerde kerk te Kommerzijl (Gr.).

Er zijn kijkdagen georganiseerd op 17 en 20 februari om het ‘prachtige en statige kerkgebouw met bijgebouw met zaaltjes’, gebouwd op een perceel van 545 m², te bekijken. De gereformeerde kerk is het enige kerkgebouw in het dorp en is gevestigd aan de Kerkstraat 13. De kerk werd gebouwd in 1913 terwijl in 1957 de vergader- c.q. ontmoetingsruimte aan de kerk werd toegevoegd. Het pand is op dit moment nog als kerk in gebruik. Onder de geldende bestemming is maatschappelijk, educatief en/of sociaal-cultureel gebruik van het gebouw toegestaan. De uiterste inschrijvingsdatum is maandag 29 februari 2016 voor 12 uur.

Volgens de omschrijving is ook het orgel in de verkoop begrepen. Dit instrument werd in 1988 door de fa. S. Haarsma te Drachten samengesteld uit verschillende onderdelen. De orgelkas werd in 1913 gemaakt door de fa. Dekker te Goes voor de gereformeerde kerk te Ureterp (Frl.). Ook een deel van het pijpwerk is van dat orgel afkomstig. Verder werden pijpen gebruikt uit het vorige orgel van de gereformeerde kerk in Kommerzijl én pijpen uit onder meer de vroegere ‘Posthoornkerk’ aan de Haarlemmerstraat in Amsterdam.

Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Kommerzijl.

1. De instituering door ds. H. de Cock in 1836.

De Christelijke Afgescheidene Gemeente te Kommerzijl werd op 29 mei 1836 geïnstitueerd door ds. H. de Cock, de eerste Afgescheiden predikant in Nederland. Al in 1845 ging de gemeente echter teniet door onderlinge onenigheid: in Kommerzijl sloeg ‘de crisis der jeugd’ stevig toe. De Gereformeerde Kerk van Kommerzijl werd echter op 19 november 1912 opnieuw geïnstitueerd, en wel vanuit de Gereformeerde Kerk te Niezijl.

De kerkelijke onrust in Kommerzijl en omgeving.

De instituering in 1836 vond niet plaats ín, maar in de directe omgeving van het dorp en de dienst waarin de kerkstichting zou plaatsvinden werd angstvallig geheim gehouden voor de overheid, omdat men bang was dat deze anders zou worden verstoord of verboden. Er gold immers een door de koning verordonneerd verbod op het houden van godsdienstige bijeenkomsten van meer dan twintig personen. Die geheimhouding bleek achteraf een verstandige zet, want bij de institueringsdienst van de gemeente te Kommerzijl was ‘eene grote menigte menschen’ aanwezig, ‘verre boven het getal bij de Burgerlijke Wet bepaald’. Het gedenkwaardige moment vond plaats ‘in eene boerenbehuizinge, bewoond door eenen Jan Bosscher’. Er werd bovendien een kerkenraad (twee ouderlingen en twee diakenen) in het ambt bevestigd (zijnde het moment van de kerkinstituering) en bovendien werd een drietal kinderen gedoopt, ‘indien men dezelve in dit geval dat noemen mag’, aldus de hervormde predikant-rapporteur. Naast R.G. Steenhuizen werd de ‘ijzersmid’ Jakob Everts Feringa als ouderling bevestigd, woonachtig in Kommerzijl, en naast E.J. Heizenberg was de bekendste diaken Jan Bosscher himself, in wiens ‘boerenbehuizinge’ een en ander plaatsvond.

Het interieur van de kerkzaal (foto: Reliwiki).
Het interieur van de kerkzaal (foto: Reliwiki).

De hervormde kerkenraad boos!

Dat de hervormde kerkenraad van Niehove (waaronder Kommerzijl kerkelijk ressorteerde) deze gebeurtenis zeer betreurde en ‘deze handelingen van dien kerkelijke oproermakers geheel onwettig, ja wederrechtelijk‘ achtte, is licht te begrijpen; minder begrijpelijk uit de mond van een predikant, rapporterende namens de classis, waren de bewoordingen waarmee de eerste vier Afgescheidenen van de hervormde gemeente van Niehove omschreven werden. Bouma (die verreweg de beste omschrijving van de kerkinstituering te Kommerzijl verschafte) wil ze niet eens allemaal noemen, maar in de archieven in heel het land zijn dat soort omschrijvingen verre van zeldzaam.

Hoe dan ook, de kerkenraad van Niehove had het feit van de ‘onwettige oeffening van de kerkelijke scheurmakers’ doorgegeven aan de burgemeester van de gemeente Oldehove, waaronder Niehove viel, die echter meegedeeld had van de plannen van die kerkdienst vooraf niets te hebben gehoord, zodat hij ook niet in de gelegenheid was geweest ‘om door middel van den veldwachter zulks te beletten’. De classis liet het er echter niet bij zitten en meldde de onwettige bijeenkomst bij het hervormd Provinciaal Kerkbestuur van Groningen. Enkele dagen later werd ook de Officier van Justitie ingelicht, die het op zijn beurt plichtsgetrouw bij de Rechtbank meldde. Jan Bosscher werd uiteindelijk veroordeeld tot fl. 16,59 (inclusief gerechtskosten) en ds. De Cock werd vrijgesproken, want hij was niet de eigenaar van de ‘boerenbehuizinge’.

Het interieur gezien vanaf de preekstoel (foto: Reliwiki).
Het interieur gezien vanaf de preekstoel (foto: Reliwiki).

Reconstructie.

Ds. H. Bouma (1917-2000) heeft de geschiedenis van de Afgescheiden Gemeente Kommerzijl nauwkeurig gereconstrueerd aan de hand van vooral andere archieven dan die van de kerkenraad, omdat de notulen van 1836 tot 1845 helaas grotendeels spoorloos zijn.

Uit zijn gegevens kan worden opgemaakt dat men niet allen op zondag bijeenkwam, maar ook in weekdiensten (kerkdiensten die op een avond door de week gehouden werden). Dat was overigens in die tijd heel gewoon. De kleine gemeente had tussen 1836 en 1845 geen eigen predikant: zo nu en dan ging ds. H. de Cock voor (hij was in de begintijd van de Afscheiding predikant voor de hele provincie) en bediende dan het heilig avondmaal en de doop. In andere diensten werden preken gelezen of ging een of andere oefenaar voor. De diakenen verzorgden een behoeftige weduwe, bijvoorbeeld door haar (bagger-)turf, ‘vleesch en smeer’ en kleding te verstrekken of haar achterstallige huishuur te betalen. Maar ook een ouderling werd door de diaconie ondersteund; hij moest echter wél beloven de ontvangen steun terug te betalen zodra hij daartoe in staat was.

Onenigheid.

Maar ondertussen was het in de kerkenraad verre van pais en vree. Dat bleek bijvoorbeeld op de classis van 7 september 1836 toen Kommerzijl daar voor het eerst vertegenwoordigd was. Ouderling Steenhuizen klaagde steen en been over collega J.E. Feringa, die door zijn opvliegend en niets ontziend karakter twist en tweedracht in de jonge gemeente veroorzaakte. Feringa was zelf niet op de classis aanwezig, zodat hij schriftelijk vermaand werd tot trouw en broederlijke eensgezindheid en dat hij de volgende keer niet zomaar weer van de classis mocht wegblijven. Maar toen in december 1836 vanuit Kommerzijl schriftelijk gemeld werd dat het daar nog steeds hommeles was, besloot de classis een commissie te sturen om ‘tot zekerder kennis van de ongestalten te komen en het, door de Genade Gods, zoeken te beteren’, zoals de classicale notulen melden. Kennelijk bereikte de commissie haar doel; de gemeente ‘was’ [zeggen de notulen in maart 1837] ‘in betere gesteldheid geraakt’: ouderling Feringa was onder censuur geplaatst en had zich toen van de gemeente losgemaakt. Maar ruim een jaar later bleek het desondanks nog steeds niet goed te gaan: ‘Zoo wierdt alles [alle gemeenten in de classis] in redelijke orde bevonden, behalve de Gemeente Commerzijl’, schreef de scriba van de classis.

Het interieur met het zicht op de preekstoel.
Het interieur met het zicht op de preekstoel (foto: Reliwiki).

En dat oordeel was juist. In oktober 1840 constateerde de classis dat ‘de ouderlingen in de gemeente Commerzijl hun werk slappelijk bedienen’ en ze werden ‘opgewekt tot meerdere getrouwheid’. En tot overmaat van ramp ontstonden in de kleine gemeente ook nog problemen over de vraag of men wel of niet bij de koning vrijheid tot het houden van godsdienstoefeningen zou aanvragen: waren bij de kerkdiensten immers meer dan twintig personen aanwezig, dan kon men rekenen op vervolging door de overheid. Voor- en tegenstanders van de vrijheidsaanvrage zullen het kerkelijk leven nog verder bemoeilijkt hebben. De classis stuurde nu opnieuw een commissie. Daarin had ook ds. De Cock zitting. Op 21 april 1841 zijn hij en zijn medecommissieleden in Kommerzijl. De classicale notulen vertellen daarover verder niets.

Opgeheven.

Maar de finale slag kwam in november 1843 toen de classis een brief ontving ‘van eenige Leden uit de gemeente van Kommerzijl aan de Klass. Vergadering, inhoudende een zware klagte tegen de Leden van den Kerkenraad als dat die alles uiteen Lieten Lopen en gaan’. De classis zal zoiets al wel bevroed hebben, want Kommerzijl was in juli 1843 niet op de vergadering geweest. Uit het schrijven van de Kommerzijlsters bleek dat er op zondag geen kerkdiensten meer gehouden werden (‘elk kon gaan waar hij wilde’), er werden geen kinderen meer gedoopt en geen avondmaal gevierd. Zelfs de armen werden niet meer verzorgd. Natuurlijk stuurde de classis ten derden male een commissie, waarin ook de predikanten T.F. de Haan (1791-1868) en H.M. Wiersma (1817-1856) van Thesinge zitting hadden. De Haan was niet de eerste de beste: hij was sinds 1839 behalve predikant ook degene die in de provincie Groningen de opleiding van Afgescheiden predikanten verzorgde en bekleedde ook voorts een vooraanstaande plaats in zijn kringen. De commissie moest de gemeente bij elkaar roepen en op orde brengen. Het baatte niet. Weliswaar gingen verscheidene predikanten daarna in Kommerzijl nog in kerkdiensten voor, maar de classis constateerde in februari 1845 dat het gestelde doel niet was bereikt. Hoewel uit de classicale notulen blijkt dat de gemeente te Kommerzijl in mei 1845 nog steeds bestond, ging deze kort daarop teniet. De gemeenteleden verspreidden zich over de Afgescheiden gemeenten in de omgeving: Burum, Enumatil en Ezinge.

Waar de gemeente van Kommerzijl in hun kerkdiensten bijeenkwam – voor zover ze dat in de laatste tijd nog deed – is onduidelijk. Van het bestaan van een eigen kerkgebouw is (voor zover we weten) niets bekend; mogelijk kwam men bij elkaar in een gehuurde boerenschuur, zoals aanvankelijk in die van Bosscher. Hoe dan ook, na mei 1845 hoefde dat niet meer…

2. Herinstituering vanuit Niezijl in 1912.

Ds. W.H. Folkerts (1852-1912), predikant te Niezijl.
Ds. W.H. Folkerts (1852-1912), predikant te Niezijl.

Maar bijna vijf jaar later, op 21 november 1850, werd in het twee kilometer ten zuiden van Kommerzijl gelegen dorp Niezijl een Christelijke Afgescheidene Gemeente geïnstitueerd. Veel leden van die gemeente woonden in Kommerzijl. En nadat in het nabijgelegen dorp Grijpskerk op 11 september 1901 vanuit de kerk van Niezijl een zelfstandige Gereformeerde Kerk geïnstitueerd werd, woonde zelfs ruim de helft van de leden van de Niezijlster gemeente in Kommerzijl. Geen wonder dat – na eerdere pogingen – ook langzamerhand de wens ontstond om in Kommerzijl, maar nu met meer succes dan eerder het geval was, weer een zelfstandige Gereformeerde Kerk te stichten. Het dorp had in 1911 bovendien al een eigen christelijke school gekregen, ‘hèt middel bij uitstek tot evangelisatie’, zoals in die tijd geregeld opgemerkt werd.

Een eigen kerk?!

Van 1895 tot zijn overlijden in 1912 was ds. W.H. Folkerts (1852-1912) predikant van Niezijl. Kort na zijn overlijden werden de eerste stappen gezet om in Kommerzijl tot een zelfstandige Gereformeerde Kerk te komen. In Kommerzijl werd dat jaar door de aldaar woonachtige gemeenteleden namelijk een vereniging opgericht die ten doel had daar ‘een gereformeerde kerk te bouwen’. Maar moest het bij het ‘bouwen’ van een kerk blijven, of zou er ook een zelfstandige Gereformeerde Kerk geïnstitueerd moeten worden? Er woonden in en rond het dorp immers al zo’n vijfhonderd gereformeerden? Dát was de vraag die in mei 1912 aan de leden van de vereniging werd voorgelegd. Het bleek dat slechts één van de negen aanwezige manslidmaten tegen was.

In de daarop volgende verzoekschrift aan de kerkenraad te Niezijl werd er op gewezen, hoezeer men de onvermoeibare arbeid van ds. Folkerts overigens ook waardeerde, de geestelijke toestand in het dorp Kommerzijl toch níet rooskleurig genoemd kon worden. Geen wonder, vond men zelf ook, de uitgestrektheid van het gebied was immers teveel voor slechts één predikant. Bij de beroeping van een nieuwe dienaar des Woords zou er dus weinig veranderen. Er móest ‘meerdere geestelijken arbeid worden verricht, zal de verflauwing der grenzen niet nog verder doorwoekeren’. De vraag was dus een zelfstandige Gereformeerde Kerk te mogen stichten in Kommerzijl.

Het oordeel van de kerkenraad.

De kerkenraad van Niezijl stond niet bij voorbaat onwelwillend tegenover het verzoek van Kommerzijl, ook al zou de daadwerkelijke instituering van een zelfstandige kerk aan Niezijl honderden leden (mét hun kerkelijke bijdragen) gaan kosten en het dus óók voor Niezijl moeilijker maken het eigen kerkelijk leven, mét een predikant, overeind te houden! Besloten werd als kerkenraad een bezoek te brengen aan de gemeenteleden te Kommerzijl om persoonlijk hun wensen aan te horen (‘Tegenstanders mogen niet terug blijven!’). Afgesproken werd dat de gemeenteleden te Kommerzijl het financiële plaatje van de eigen gemeente eens op papier zouden zetten. Was de eventueel toekomstige gemeente eigenlijk wel in staat financieel gezien een zelfstandig kerkelijk leven draaiende te houden?

Half juni 1912 kon de Kommerzijlster commissie melden aan vaste kerkelijke bijdragen zo’n fl. 750 te kunnen opbrengen, betaald door 241 personen, die samen 403 gemeenteleden vertegenwoordigden: 101 belijdende- en 302 doopleden. Niet iedereen had trouwens op de intekenlijsten getekend: ’29 kerkgangers’ lieten verstek gaan. De kerkenraad had zijn twijfels: was dat genoeg voor de bouw van een kerk, een pastorie en voor het in stand houden van het kerkelijk leven als geheel? ‘Ga maar naar de classis om uw wens te bepleiten’, zo luidde het advies.

Het kerkje van de Christelijke Afgescheidene Gemeente te Niezijl uit 1851; hier na 1945, toen het in gebruik genomen werd door de vrijgemaakten.
Het kerkje van de Christelijke Afgescheidene Gemeente te Niezijl uit 1851; hier in de gedaante van na 1945, toen het in gebruik genomen werd door de vrijgemaakten.

De classis.

De classis sprak er in augustus 1912 over. Ze oordeelde onvoldoende gegevens te hebben voor een gefundeerd advies. Huiswerk dus voor zowel de Niezijlster kerkenraad als de Kommerzijlster vereniging. De kerkenraad van Niezijl besloot ‘met leden en belangstellenden van Niezijl eens een vergadering te beleggen ten einde deze zaak onderling te bespreken’. Dat gebeurde op 2 december 1912. Iemand stelde uiteindelijk voor alles te doen om de wens van Kommerzijl te honoreren. Dat idee werd afgewezen. En ook het plan om een intekenlijst bij de leden in Niezijl te laten rondgaan (om te zien of men in Niezijl zonder Kommerzijl financieel eigenlijk wel verder kon) werd verworpen. Niets bereikt dus.

De kerkenraad heeft toen ook zelf een duidelijke begroting opgesteld. Daaruit bleek onder meer dat van de fl. 650 aan vaste bijdragen fl. 250 uit Kommerzijl en fl. 350 uit Niezijl afkomstig was (en de rest werd bijgedragen ‘door dienstboden’). Aan collecten werd fl. 850 ontvangen en aan zitplaatsenverhuur (in de kerk) fl. 600, ook voor een flink deel afkomstig uit Kommerzijl. Wel werd er op gewezen dat de diaconie aan bijdragen fl. 900 ontving, waarvan voor de armen in Kommerzijl fl. 400 werd uitgegeven. Met andere woorden: Kommerzijl had alleen al voor de diaconale hulp in de zozeer gewenste eigen gemeente fl. 400 aan diaconale bijdragen nodig om de eigen armen te kunnen verzorgen. De kerkenraad had ook daarom, best begrijpelijk, ‘ernstig bezwaar tegen splitsing dezer gemeente. Het staat onomstootelijk vast, dat de inkomsten enorm vermeerderen moeten als die twee delen afzonderlijk een eenigszins bevredigend bestaan zullen hebben’.

Het mag!

Maar de classis oordeelde op 30 oktober 1912 in het voordeel van Kommerzijl. Er zal grote blijdschap zijn geweest toen dit nieuws in Kommerzijl bekend werd. Meteen schreef men een brief aan de kerkenraad te Niezijl waarin ‘de commissie ad hoc te Kommerzijl’ meedeelde dat men ‘op 14 november 1912, ’s avonds om halfzeven uur’, ter plaatse de ambten wilde instellen, waarmee de Gereformeerde Kerk te Kommerzijl zou zijn geïnstitueerd. Graag zag men natuurlijk een vertegenwoordiging van de Niezijlster kerkenraad daarbij aanwezig.

In Kommerzijl had men al enige tijd een hulpgebouw gehuurd voor kerkdiensten en andere kerkelijke vergaderingen. Dat werd op 13 mei 1913 echter verkocht. Want… in Kommerzijl was de inmiddels nieuw gebouwde kerk dat jaar in gebruik genomen! De Gereformeerde Kerk van Kommerzijl telde in 1914 omstreeks vijfhonderd leden, die van Niezijl ongeveer vijftig minder…

De in 1913 in gebruik genomen gereformeerde kerk te Kommerzijl.
De in 1913 in gebruik genomen gereformeerde kerk te Kommerzijl.

Het kerkelijk leven van de Gereformeerde Kerk te Kommerzijl ontwikkelde zich voorspoedig, zij het net als overal met pieken en dalen. Het ledental in de jaren tussen 1913 en 2003 geeft het volgende beeld te zien:

Jaar                Ledental

1913             500
1923             602
1933             626
1943             674
1953             535
1963             490
1973             377
1983             315
1993             280
2003             196
2013             145

Uit die overzicht blijkt, al vrij vlot na de oorlog het ledental ging dalen. Stond dat in 1944 op het hoogtepunt, 700 zielen, in 1946 al was het ledental gedaald tot 600. De oorzaak daarvan moet gezocht worden in de Vrijmaking, die in Kommerzijl op 26 augustus 1945 plaatsvond. Op die datum werd de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) geïnstitueerd, die rond de 110 leden kostte. In 1947 ging de afkalving, aanvankelijk in rustig tempo, door. Uiteindelijk zakte het zielental in 2003 onder de tweehonderd.

3. Protestantse Gemeente (2012).

Ook de ontwikkeling van het ledental van de kerken in de omgeving (hervormd zowel als gereformeerd) gaven een teruggang te zien. Ontkerkelijking en vergrijzing waren daaraan niet vreemd. Langzamerhand groeide men toe naar een concentratie van de krachten. In 2012 zijn de Gereformeerde Kerk van Grijpskerk, de Hervormde Gemeente van Grijpskerk en de Gereformeerde Kerk van Pieterzijl gefuseerd. Gereformeerd Kommerzijl deed daar niet aan mee. Voor zover er hervormde gemeenteleden in Kommerzijl, Niezijl en Visvliet woonden, hoorden die op dat moment al bij de Hervormde Gemeente van Grijpskerk. De Gereformeerde Kerken van Niezijl, Visvliet en Kommerzijl bleven zelfstandig.

In het fusiedocument ‘De Vereeniging Next’ gaf de nieuwe gemeente aan, dat het een levendige kerk wil zijn en een rol wil spelen in de samenleving van de dorpen, maar óók verder weg. In het document werd ook de wens uitgesproken om de aansluiting bij jonge gezinnen en de jeugd te houden en te zoeken. In een speciale dienst op 15 januari 2012 werd de fusie gevierd.

In 2015 is besloten om te onderzoeken of het mogelijk is tot een fusie te komen van Grijpskerk, (gereformeerd) Niezijl en (gereformeerd) Kommerzijl. Voorwaarde vanuit Grijpskerk is dat beide gemeenten hun kerkgebouw verkopen. Op termijn moet men in Grijpskerk toe naar één kerkgebouw. Het past niet in die lijn om elders twee kerkgebouwen over te nemen. In januari 2016 werd de kerk van Niezijl al verkocht (zoals wij reeds berichtten), maar nog het hele jaar mag die gemeente gebruik maken van het kerkgebouw.

Het kerkgebouw te Kommerzijl zal dus op termijn worden afgestoten. Zodra bekend is wanneer de laatste dienst in de kerk te Kommerzijl gehouden wordt, zullen we dat meedelen.

De gereformeerde kerk uit 1913 te Kommerzijl
De gereformeerde kerk uit 1913 te Kommerzijl

Tot slot.

De nieuwe gemeente heeft, zoals hierboven is aangegeven, de beschikking over twee kerkgebouwen. De dorpen die tot de nieuwe ‘Protestantse Gemeente Grijpskerk’ behoren zijn behalve Grijpskerk, ook Pieterzijl, Visvliet, Niezijl en Kommerzijl. In elk van die vier dorpen stond een gereformeerd kerkgebouw.

Het gereformeerde kerkje te Pieterzijl
Het gereformeerde kerkje te Pieterzijl (eigen foto).

In Pieterzijl (waar de Gereformeerde Kerk op 22 september 1963 geïnstitueerd werd) stond al sinds 1920 een evangelisatiegebouwtje aan de Brugstraat 30. Maar in 1963 werd voor de kerkdiensten een nieuw gebouw betrokken aan de Lauwersweg 8. Dit gebouw is inmiddels buiten gebruik gesteld.

De gereformeerde kerk te Visvliet (foto: Reliwiki).
De gereformeerde kerk te Visvliet (foto: Reliwiki).

In Visvliet werd de Gereformeerde Kerk geïnstitueerd op 15 oktober 1933; daar werd een nieuwe kerk – een verbouwde openbare school – aan de Heirweg 36 in gebruik genomen, die sinds de kerkfusie met Grijpskerk ook buiten gebruik gesteld is.

In Niezijl tenslotte, geïnstitueerd op 21 november 1850, werd in 1851 aan het Kerkpad 1 (zie eerder) een kerkje in gebruik genomen dat in 1863 werd uitgebreid Uiteindelijk ging dat gebouw in 1945 over naar de vrijgemaakten en bouwden de gereformeerden aan de Hoofdstraat 102 een nieuwe kerk. Deze werd onlangs buiten gebruik gesteld en verkocht.

De kort geleden in de verkoop gezette gereformeerde kerk te Niezijl (foto: Reliwiki).
De kort geleden in de verkoop gezette gereformeerde kerk te Niezijl (foto: Reliwiki).

Nu is ook de buiten gebruikstelling van de kerk aan de Kerkstraat 13 te Kommerzijl op handen.

Bronnen en literatuur:

H. Bouma, Des Heren roemrijke daden. De geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Niezijl 1850-1925, p. 24-31 en 134-139, Niezijl, 1977

H. Veldman, De 87 gemeenten van Hendrik de Cock (deel II van Hendrik de Cock en de 87 door hem gestichte gemeenten), p. 296-297, Kampen, 2009

J. Wesseling, De Afscheiding in Groningerland, deel 3, p. 223-226