De evangelisatiearbeid van de Gereformeerde Kerk te (Vledder-) Nijensleek – deel 2

Tien jaar arbeid in het RSK-gebied (1969-1978).

Inleiding.

In het eerste deel van deze serie gingen we in op het evangelisatiewerk van de Gereformeerde Kerk te Vledder (vanaf 1950 Nijensleek) in de directe omgeving.

Een kaart van de omgeving van Vledder en Nijensleek (tussen Hoogeveen en Heerenveen)
Een kaart van de omgeving van Vledder en Nijensleek (tussen Hoogeveen en Heerenveen)

In dit tweede deel vertellen we meer over de samenwerking van de kerk van Nijensleek en enkele kerken in de omgeving, die samen de ‘Raad van Samenwerkende Kerken’ (RSK) vormden en gezamenlijk het evangelisatiewerk in de wijdere omgeving aanpakten.

1. ‘Juffrouw Snoek’ en Makkinga.

Alvorens we het werk in het RSK-gebied weergeven willen we eerst iets vertellen over de voorgeschiedenis van de gereformeerde evangelisatie in het Friese dorp Makkinga, ook al speelde zich dat af ver voordat de RSK-samenwerking een aanvang nam, en ook al behoorde het dorp niet tot het ressort van de Drentse particuliere synode. Maar omdat Makkinga later tot het RSK-gebied zou gaan behoren, is dit verhaal hier ter zake. Het komt uit de ‘Leeuwarder Courant’, dat een interview plaatste dat Johannes Meester had met de toen 94-jarige (in Schiedam woonachtige) vroegere evangeliste mejuffrouw Snoek, die in de jaren ’40 en ’50 in Makkinga werkte:

De gereformeerde kerk te Donkerbroek, een van de RSK-kerken.
De gereformeerde kerk te Donkerbroek, een van de RSK-kerken (foto: Reliwiki).

“Snoek, pas afgestudeerd, werd in 1947 naar de Stellingwerven (het Zuidoosten van Friesland) gehaald door de Gereformeerde Kerken van Donkerbroek en Oudehorne (ten westen van Donkerbroek). Er waren [in die omgeving] wel kerken, maar dat waren hervormde. En die trokken bepaald geen massa’s volk. In hun evangelisatiedrift hadden de gereformeerden in 1932 op de grens van Makkinga en Nijeberkoop in het buurtschap Twijtel een houten gebouwtje neergezet: een plek voor kerkdiensten, catechisatie en een ontmoetingsplaats voor gereformeerde clubs. Vooral toen mej. Snoek het kerkje bestierde, kwam de gereformeerde gemeente tot bloei. Ze trok van adres naar adres om zielen te winnen. Sommigen vonden juffrouw Snoek wat vreemd met haar randstedelijke tongval, enorme bevlogenheid en – na een tramongeluk – beenprothese.

Andersom moest Snoek zelf ook wennen in Ooststellingwerf, waar elektriciteit en riolering hun intrede nog niet hadden gedaan. Haar kerkje werd wel het ‘fine hokkien’ genoemd. ‘Dat klinkt niet zo respectvol’, vertelt Snoek, ‘en zo begreep ik het ook’. Maar Snoeks geestdrift en geduld sloegen niettemin aan. Jong en oud liepen met haar weg. Mensen kwamen van ver om kerstdiensten in het houten evangelisatiegebouwtje bij te wonen. Ze kregen er na afloop een sinaasappel en chocolademelk. Kwajongens klommen op het kolenhok”.

Het kerkje te Twijtel, bij Makkinga. Links 'juffrouw Snoek'.
Het kerkje te Twijtel, bij Makkinga. Links ‘juffrouw Snoek’.

“Zélf kwam Meester [de interviewer] ook wel in het houten kerkje, dat vlak bij zijn ouderlijk huis stond. Niet omdat hij gelovig was of zoveel op had met de bijbel, maar omdat Snoek er ook lessen in handenarbeid gaf. Meester bekwaamde zich graag in het figuurzagen. Zo spontaan als Snoek in Makkinga verscheen, zo rap was ze ook weer vertrokken. In 1954, zeven jaar na haar komst, nam ze afscheid. De evangeliste wilde verder studeren. En niet veel later viel het doek voor het houten kerkje. Het begon er steeds meer vervallen uit te zien en de kerken van Donkerbroek en Oudehorne kochten ter vervanging een huis in de dorpskom van Makkinga”. Juf Rie Snoek werd opgevolgd door de dames Veenstra, Kamstra en Eikelboom”.

2.  Het RSK-werk in 1973.

Zoals we in deel 1 van deze serie zagen, was het gebied tussen Nijensleek en Makkinga vanaf 1969 dus één gereformeerd evangelisatieterrein geworden. Het archief van de particuliere synode bevat uitvoerige jaarverslagen over het werk in het RSK-gebied. Al die verslagen helemaal weer te geven is niet nodig. Vandaar dat we – om een indruk van het werk te geven – een paar van die rapporten vermelden, namelijk die over de jaren 1973 en 1975/1976. Daarna vertellen we nog waarom en hoe de RSK-samenwerking beëindigd werd.

2.1  Het werk in de burgerlijke gemeente Vledder.

“Het werk in de burgerlijke gemeente Vledder [waartoe destijds ook Nijensleek, Wilhelminaoord en Frederiksoord behoorden] mocht zich in 1973 verheugen in een gestadige groei. Er deden zich enkele gunstige ontwikkelingen voor. In de eerste plaats kon de interkerkelijke samenwerking in het jeugdwerk worden uitgebreid door het deelnemen aan ons werk en het zitting nemen in de begeleidende commissie door de hervormde gemeente Frederiksoord en de Rooms-Katholieke parochie Wilhelminaoord. (…) Tot nu toe verliep de samenwerking uitstekend. In Nijensleek had het werk te leiden onder een slechte accommodatie. Hierin kwam een aanzienlijke verbetering toen tegen het eind van het jaar al ons jeugdwerk kon worden overgeplaatst naar het inmiddels in gebruik genomen dorpshuis. Met de commissie die het dorpshuis in Nijensleek exploiteert ontstond een goede samenwerking.

Het (voormalige) buurthuis te Nijensleek.
Het (voormalige) buurthuis te Nijensleek.

Een van de beschikbare ruimten werd uitsluitend bestemd voor activiteiten van de jeugd en aan óns toegewezen. Bovendien hadden we ruime inspraak bij het maken van de opzet voor een nogal ingrijpende verbouwing, waardoor wij de toezegging kregen dat er behalve de thans voor ons beschikbare ruimte, een speciaal verblijf voor de oudere jeugd in gereedheid zal worden gebracht, waarin de soos kan worden ondergebracht”.

Vledder.

“Als resultaat van een gevorderde samenwerking konden de zondagsscholen van gereformeerde en hervormde zijde worden samengevoegd. (…) Helaas hebben wij in het dórp Vledder met ons werk nog geen voet aan de grond kunnen krijgen. Hoewel er ruimte in het nieuw-gereedgekomen ontmoetingscentrum ‘De Tippe’ was geclaimd, werd deze niet beschikbaar gesteld. Het bestuur was van mening dat interkerkelijk jeugdwerk vanuit een algemeen ontmoetingscentrum niet gewenst was. Het kwam dan ook tot een in het leven roepen van een sectie ‘Algemeen Jeugd- en Jongerenwerk’, welke sectie later werd omgezet in een stichting. Sinds kort heeft deze stichting een fulltime gesubsidieerde jeugdwerker aan zich verbonden. Door allerlei misverstanden is het contact tussen ons interkerkelijk- en het algemeen jeugdwerk tot nu toe minimaal geweest”.

2.2  Nijensleek.

“De jeugdclub van 8- tot 12-jarigen kwam regelmatig bijeen met ca. vijfentwintig kinderen. De tienerclub (12 tot 15 jaar) telde twintig jongeren en had een goed seizoen. Maar de gang van zaken bij de soos voor de oudere jeugd dreigde enigszins uit de hand te lopen en daarom moest helaas worden besloten tot een tijdelijke sluiting. Om de soosjeugd toch een opvangmogelijkheid te bieden werden vrij regelmatig instuifavonden gehouden, waar ouderen aanwezig waren om de gang van zaken in goede banen te leiden. Het bezoek aan deze avonden bestond uit een aantal jongelui dat varieerde van vijftien tot dertig. We hopen vanuit deze instuifavonden weer te kunnen komen tot verantwoord sociëteitswerk.

De zondagsschool wordt bezocht door ongeveer vijfentwintig kinderen en staat onder gereformeerd / hervormde leiding. Uit de ouders is een oudercommissie gevormd, die het contact met de leiding onderhoudt en in sommige gevallen assistentie verleent. De bejaardensoos mocht zich verheugen in een flinke toeloop van leden. Er staan nu vijfenveertig ingeschreven. Opvallend is het aantal niet-kerkelijken. Elke soosmiddag wordt besloten door het houden van een dagsluiting. Lektuurverspreiding is tijdelijk stopgezet om tot een doelgerichte aanpak te komen. De moederclub moest enkele leden verliezen en telt momenteel twaalf leden, in hoofdzaak rand- of buitenkerkelijk. Tijdens elke bijeenkomst wordt een bijbelgedeelte behandeld. De Welkomdiensten werden goed bezocht en ook nu was het weer een verheugende zaak te mogen constateren dat ook niet-gereformeerden en zelfs niet-kerkelijken hun schroom wisten te overwinnen en deze diensten meemaakten.

De Menning te Wilhelminaoord.
Het bejaardenhuis ‘De Menning’ te Wilhelminaoord.

Met het bejaardenhuis ‘De Menning’ in Wilhelminaoord bestaat een bijzonder prettig contact via dagsluitingen en persoonlijke bezoeken. De pastorale verzorging van ontstane kontakten werden in verband met de beschikbare tijd niet zo optimaal uitgevoerd als wenselijk zou zijn”.

De toekomst van het werk in de burgerlijke gemeente Vledder.

“(…) Consolidatie van het bestaande werk zal alleen mogelijk zijn als in de vacature-Postema (sociaal-cultureel werker in de gereformeerde classis Beilen) wordt voorzien, om over uitbreiding nog maar niet eens te spreken. Bovendien zal in de burgerlijke gemeente Vledder rekening gehouden moeten worden met de toenemende invloed van het algemeen jeugdwerk, dat zeker zal trachten ook buíten het dorp Vledder tot activiteit te komen. In hoeverre wij in deze situatie ons werk zullen kunnen handhaven zal mede worden bepaald door de kwaliteit ervan. Ook deze situatie vraagt dringend om voorziening in de bestaande vacature”.

2.3  Het recreatiewerk.

“Ook in 1973 werd op vier campings in het RSK-gebied gedurende een periode van zes weken weer recreatiewerk gedaan. Voor het eerst kon dit werk door twee vaste krachten worden begeleid, hetgeen de goede gang van zaken aanzienlijk bevorderde. De ongeveer veertig vrijwillige teamleden hebben goed gewerkt. Ook nu bleek weer, dat het gehalte van de teamleden voor het uit de verf komen van dit stuk kerkelijke arbeid uiterst belangrijk is. Het vergt namelijk nogal wat van deze veelal nog jonge mensen dit werk ‘een gezicht’ te geven. Instructie en begeleiding kan hierbij eigenlijk nooit optimaal genoeg zijn en het gebrek vooral aan een uitgebreidere instructie vooraf deed zo nu en dan afbreuk aan de gang van zaken”.

“Toch is een belangrijke stap vooruit geweest het samenstellen van een instructiemap, ‘Het Recreatiepuntje’ genaamd. In deze nogal omvangrijke map wordt ingegaan op zowel de inhoudelijke als praktische kant van het werk. Deze map werd op de instructiedag aan alle teamleden uitgereikt en over het effect ervan mogen we tevreden zijn: veel teamleden bleken er een goede ruggensteun aan te hebben gehad. Ondanks enkele schoonheidsfoutjes mogen we toch terugzien op een goed recreatieseizoen. Enkele teams wisten niet alleen het recreatieve element op de juiste wijze tot haar recht te laten komen, maar bleken tevens in staat op een verantwoorde wijze het evangelie uit te dragen door middel van dag- en weeksluitingen, lectuurwerk en door persoonlijke benadering van de gasten. Het met de kinderen op door-de- weekse dagen werken aan een bijbels project met de bedoeling dit tot onderdeel te maken voor de zondagse kampdiensten, bleek niet op alle campings mogelijk, of was voor sommige teams een te zware opgave. In de gevallen waarin dit wél gebeurde, leidde het tot een zinvol bezig zijn vanuit het evangelie tijdens de dagelijkse kinderuurtjes en tot een zowel door kinderen als ouders gewaardeerde inbreng in de kampdiensten”.

3.  De arbeid rond Makkinga in het RSK–gebied.

“In 1973 was de grote meerderheid van de bevolking in dit gebied niet kerkelijk en ten aanzien van geloof en kerk meestal sterk afwijzend. Dit vereiste een voorzichtige benadering. Men wilde daarom het vertrouwen van de bevolking winnen door een stuk verantwoordelijkheid voor de dorpssamenleving te aanvaarden. Op die wijze hoopte men veel wantrouwen te kunnen wegnemen en een klimaat te scheppen waarin op vruchtbare wijze het evangelie zou kunnen worden uitgedragen. ‘Deze wijze van werken heeft goede vruchten afgeworpen.

De hervormde kerk te Boyl.
De hervormde kerk te Boyl.

Zo is in Makkinga in betrekkelijk korte tijd veel veranderd. Met de hervormde gemeente ontstond een hartelijke samenwerking, die onder andere resulteerde in het houden van gezamenlijke bijeenkomsten in de hervormde kerkgebouwen van Makkinga, Elsloo, Boyl en Oldeberkoop. Deze diensten droegen het karakter van welkomdiensten, en zoveel mogelijk plaatselijke groepen zoals zangkoren en muziekverenigingen werden ingeschakeld.

Eén van de gunstige ontwikkelingen was de acceptatie van ons jeugdwerk. De verschillende clubs werden goed bezocht en de weerstand tegen dit werk veranderde in waardering. Verder kan gemeld worden dat ons gebouwtje, ‘Het Haventje’ (opvolger van het kerkje van juffrouw Snoek), dat, hoewel midden in het dorp gelegen (Bercoperweg 5), tot voor kort een geïsoleerd eilandje in de samenleving was, waar je als niet-gereformeerde nu eenmaal niet kwam, die geïsoleerde positie gelukkig is kwijtgeraakt. Jongeren en ouderen ontdekten dat je daar gewoon tussen de bedrijven door eens kon binnenwippen voor een praatje of wat verpozing en dat de koffie dan meestal klaar stond” (1).

Enkele van de activiteiten te Makkinga-Nijeberkoop.

“Een zaterdagmiddagclub (jongens en meisjes van 7 tot 12 jaar) werd geleid door vier vrijwillige krachten en regelmatig bezocht door ongeveer vijfentwintig kinderen. De tienerclub op vrijdagavond werd geleid door de heer Postema (sociaal-cultureel werker in de gereformeerde classis Beilen) en werd bezocht door vijftien leden. Gezien het feit dat het merendeel van de leden behoort tot de niet-kerkelijke gezinnen, moest steeds opnieuw gezocht worden naar een verantwoorde wijze van het met deze kinderen in gesprek komen vanuit het evangelie. De jeugdsociëteit ‘Maksozo’ kwam elke zondagavond bij elkaar. Het bezoek varieerde en bestond gemiddeld uit vijfentwintig personen. De soosavond werd gerund door een uit de jongeren gevormde sooscommissie, die onder begeleiding stond van de heer Postema. Behalve avonden, waarop het programma bestond uit ‘gewoon gezellig samen zijn’, werden gespreks-, informatie-, spel- en filmavonden gehouden. Vaak ontstonden hierdoor gesprekssituaties waarin ruimte was vanuit het evangelie te zoeken naar antwoorden op de vragen die de jongeren bezighielden”.

'Het Haventje' te Makkinga.
‘Het Haventje’ aan de Bercoperweg te Makkinga.

“Het kwam tot een samengaan met hervormden in het zondagsschoolwerk. Beide groepen werden gecombineerd onder gereformeerd/hervormde leiding. Hoewel de gespreksgroep voor volwassenen hoofdzakelijk uit gereformeerden bestaat, had deze groep in het geheel van het werk een nuttige functie, daar het meermalen kwam tot bezinning op de plaatselijke situatie en de taak, die hierin als christen te vervullen is. Helaas kwam een gespreksgroep voor jonggehuwden niet van de grond. Er werden verder vijf zangdiensten gehouden in samenwerking met de tot de hervormde gemeente behorende kerken in de dorpen Makkinga, Elsloo, Boyl en Oldeberkoop. De belangstelling daarvoor varieerde van matig tot zeer goed”.

“De lectuurverspreiding werd op de oude voet voortgezet. De ca. honderdvijftig bladen werden door de medewerkenden trouw bezorgd en er kon weer een groot aantal dagkalenders worden uitgezet. Het daaropvolgende huisbezoek bestond uit kontakten met enkele gezinnen, waaruit kinderen van onze clubs afkomstig zijn. Aanleiding was vaak een probleem dat de ouders ten aanzien van deze kinderen hadden. Ook werden enkele zieken thuis of in het ziekenhuis bezocht”.

4. Het werk in 1975 en 1976 in het RSK-gebied.

Het werk in Nijensleek en omgeving.

“De jeugdclub, de tienerclub en de jongerensoos in Nijensleek konden in het seizoen 1975/1976 voor het eerst gebruik maken van het dorpshuis dat gereed kwam. Hierin werden twee zalen speciaal ingericht voor het jeugdwerk. (…) Helaas moest ook hier een achteruitgang geconstateerd worden door het vertrek van de aangestelde sociaal-cultureel werker, de heer Aardema. De vrijwillige leiding kon daardoor minder goed begeleid worden. Verschillenden legden hun werk neer en het bleek uiterst moeilijk het op peil te houden. In de dorpen Vledderveen en Wilhelminaoord waren de gevolgen van de ontstane vacature nog desastreuzer. Het clubwerk dat hier nauwelijks uit de startblokken gekomen was, ‘verliep’ dusdanig dat er mee gestopt moest worden. Momenteel is het werk dan ook helemaal geconcentreerd in Nijensleek. Behalve het jeugdwerk in de vorm van diverse clubs, is er de zondagsschool die door veel niet-kerkelijke kinderen wordt bezocht. Ook het bejaardenwerk heeft zich goed kunnen handhaven. De bejaardensoos trekt altijd veel belangstellende niet-kerkelijken. De dagsluitingen in het bejaardenhuis De Menning waren opnieuw een middel om velen met het evangelie te bereiken. Dankbaar mag ook worden gememoreerd het goede werk van de leiding van de ‘moederclub’ die regelmatig rondom de bijbel bijeen komt”.

Het recreatiewerk.

Vledder - Nijensleek Wateren t Olle Landschap

“Het recreatiewerk krijgt steeds meer te maken met het feit dat campinghouders beroepskrachten aantrekken voor het recreatiewerk of dit werk laten doen door een commissie gevormd uit de vaste gasten. Alleen op de camping ‘d’ Olde Lantschap’ in Wateren/Zorgvlied kon in de zomer van 1975 en 1976 nog gewerkt worden met een team, dat daar gedurende zes weken het recreatiewerk deed. Elke zondagmorgen werd op deze camping een kinderdienst gehouden en elke zondagavond een kampdienst”.

“Op de camping ‘De Adelhof’ werkte een recreatieteam van ‘Sport en Spel’. Op verzoek van de campinghouder zorgden wij voor een team van twee meisjes, die zich elke morgen bezighielden met de peuters en kleuters. Ook op deze camping werden elke zondag kinder- en kampdiensten gehouden. Op de camping ‘De Wilde Hof’ te Vledder werd enkele keren een bijeenkomst gehouden in het openluchttheatertje, waaraan een gospelteam meewerkte en waar een kort wijdingswoord gesproken werd”.

Vledder - Nijensleek Adelhof ansicht

“Nieuw waren de ‘Comt nu met Sangh’-diensten die op elke dinsdagavond in het seizoen gehouden werden in de hervormde kerk te Vledder. Deze diensten van een half uur begonnen ’s avonds om negen uur en sloten aan op de braderie, die op het plein voor de kerk werd gehouden. Tot onze verrassing zat de kerk elke keer weer vol! Het recreatiepastoraat kreeg steeds meer betekenis. Via de verschillende diensten kwamen contacten tot stand, die meermalen leidden tot bezoeken aan recreanten, die behoefte hadden aan contact met iemand, die bereid was met hen na te denken over problemen in verband met de gezins- of werksituatie”.

Apostolaat en pastoraat.

“Apostolaat en pastoraat waren ingebouwd in het geheel van de georganiseerde activiteiten zoals deze in dit verslag aan de orde kwamen. Het apostolaat functioneerde vooral in het bejaardenwerk in de vorm van een kort slotwoord vanuit het evangelie als besluit van soosmiddagen en in de vorm van dagsluitingen in De Menning. Verder mogen genoemd worden de welkomdiensten in de kerk te Nijensleek (die altijd een aantal rand- of niet-kerkelijken trokken), de kampdiensten en de ‘Comt nu met Sangh’-diensten. Het pastoraat groeide in omvang, doordat op allerlei wijzen contacten ontstonden. Opnieuw bleek hoe belangrijk het is dáar te zijn, waar mensen proberen samen iets te doen aan de opbouw en het welzijn van de plaatselijke samenleving. Met name uit het vele werk rondom het dorpshuis in Nijensleek ontstonden relaties met anderen”.

De hervormde kerk te Vledder.
De hervormde kerk te Vledder.

“Het geheel overziende mag geconstateerd worden dat er ondanks alle ondervonden moeilijkheden, veroorzaakt door gebrek aan beroeps- en vrijwillige krachten, niettemin op verschillende punten met vrucht mocht worden gewerkt. We mogen hierin opnieuw de bevestiging zien van het feit dat de Heer Zijn Rijk wil bouwen, ook in onze omgeving, en daarbij gebruik wil maken van vaak stuntelig mensenwerk. (…)”.

De arbeid in Makkinga e.o.

“Toen de heer Aardema, de nieuw benoemde sociaal-cultureel werker, het werk in Makkinga opnieuw oppakte, moest veel gedaan worden om het weer op het oude peil te brengen. Dat dit binnen korte tijd lukte, bewijst wel de behoefte die in dat dorp gevoeld wordt aan jeugd- en jongerenwerk vanuit ‘Het Haventje’. Des te jammerder was het dat de werkperiode-Aardema maar zo kort duurde. Gedurende het seizoen 1975-1976 hebben enkele hulpkrachten alle zeilen moeten bijzetten om een àl te grote teruggang te voorkomen. Gelukkig kon met de komst van mevrouw Bouma een nieuwe start van het werk gemaakt worden.

“Dankbaar kan worden opgemerkt dat we momenteel weer duidelijk in een fase van opbouw en uitbreiding verkeren. Vanuit ‘’t  Haventje’ wordt een positieve bijdrage geleverd aan de opbouw en het welzijn van de dorpssamenleving (1). Dit gebeurt in de vorm van allerlei werksoorten, zoals het zondagsschoolwerk, jeugd- en jongerenwerk, peuterspeelzaal, huiswerkclubs, enz. Dat christenen zich op deze wijze willen inzetten voor de ander en daarbij de gelegenheid krijgen verantwoording af te leggen van de hoop die in hen is, is een verheugende zaak”.

Vledder Makkinga Haventje logo

“Wel moet worden opgemerkt, dat nog niet alle gereformeerden in deze omgeving voldoende begrip kunnen opbrengen voor deze nieuwe wijze van werken. Vandaar ook de aarzeling die er soms is om er van harte aan mee te werken. Voor de ‘Commissie van Vijf’ (een commissie van gereformeerden ter plaatse, die als taak heeft mede het beleid te bepalen en er uitvoering aan te geven) dient dit dan ook een voortdurend punt van bezinning te zijn. Met waardering mag tenslotte worden gewaagd van de trouw waarmee op circa honderdvijftig adressen regelmatig de ‘Elisabeth Bode’ wordt bezorgd. Hoewel het resultaat hiervan altijd moeilijk meetbaar is, mogen we er op vertrouwen dat de zegen op deze tak van werk er wel zal zijn.”

5.  Van RSK naar toerustingswerk in de classis Beilen.

“Eind 1977 en in 1978 werden besprekingen gevoerd over herstructurering van het RSK-gebied en zelfs over het beëindigen van de samenwerking in RSK-verband. ‘In de classis Beilen is de situatie, wat het evangelisatiewerk betreft, niet gunstig. Er wordt wél heel wat werk onder recreanten gedaan, maar evangelisatiewerk onder de plaatselijke bevolking vindt vrijwel níet plaats. Het grote probleem is de nazorg. Er is duidelijk behoefte aan instructie van de evangelisatiemedewerkers en aan het stimuleren van de gemeenten om werkelijk evangeliserende gemeente te zijn. Er dient dus heel wat werk, zowel naar binnen als naar buiten, van de grond te komen. ‘We zijn van gedachte’, zo deelden de provinciale deputaten aan de synode van 1978 mee, ‘dat het voor dit gebied wenselijk is dat er een vaste kracht komt die in dit gebied te werk zal gaan, en we hebben de classicale deputaten in de classis Beilen verzocht deze wenselijkheid te onderzoeken. Onze gedachten zijn een ogenblik uitgegaan naar de mogelijkheid dat de post in Nijensleek, die nu in dienst van de RSK staat, zou kunnen worden overgenomen door de classis Beilen en ten dienste van de classis Beilen’.”

Het logo van de Raad van Samenwerkende Kerken (RSK).
Het logo van de Raad van Samenwerkende Kerken (RSK).

Uiteindelijk besloot de Particuliere Synode 1979, na het vertrek van ds. A. Medema in 1978, een functionaris te benoemen die deels als Dienaar des Woords in dienst van de kerk van Nijensleek, en deels als toerustingswerker van de classis Beilen werkzaam zou zijn. Zo kwam een einde aan de samenwerking in RSK-verband

Noot:

(1) ‘Het Haventje’ in Makkinga heeft haar deuren in juni 2016 gesloten. De archivaris van de Historische Vereniging Makkinga deelde ons mee dat een paar oud-bestuursleden bezig zijn om in het dorpshuis ‘t Trefpuntien onderdak te vinden om het jeugdwerk een doorstart  te kunnen geven. Voor zover bekend werd ‘de laatste jaren niet meer aan evangelisatiewerk gedaan’.

Bronnen onder meer:

Archief van de gereformeerde Particuliere Synode Drenthe. Drents Archief, Assen

G.J. Kok, ‘Vaak was het ploegen op rotsen…‘ De evangelisatiearbeid van de Particuliere Synode Drenthe van de Gereformeerde Kerken in Nederland (1893-1993). Groningen, 2013

© 2016. GereformeerdeKerken.info