‘Trouw’ in de oorlog

Symposium ‘God in de Oorlog’ te Amsterdam (5).

Om de berichtgeving over het symposium in Amsterdam op een positieve manier af te ronden komen we even terug op het thema Trouw en ‘God in de Oorlog’, de titel van de toespraak van Trouw-redacteur Gerrit-Jan Kleinjan.

Al sinds jaren zijn de in de oorlog verschenen, landelijk verspreide, uitgaven van het toenmalige illegale Trouw digitaal beschikbaar. Het gaat daarbij om de kranten van 1943 tot en met 1945.

Een deel van de omslag van de  illegale Trouw-uitgaven in boekvorm over de jaren 1943-1945.
Een deel van de omslag van de illegale Trouw-uitgaven in boekvorm over de jaren 1943-1945.

Deze ondergrondse publicaties werden eerder ook al in boekvorm gepubliceerd. Het eerste daarin afgedrukte nummer, de Oranje-Bode ter gelegenheid van de geboorte van H.K.H. Prinses Margriet Francisca was geheel in oranje gedrukt en werd beschouwd als het eerste nummer van Trouw.

De naam Trouw werd oorspronkelijk ontleend aan het weekblad Hou en Trouw, uitgegeven door de gezamenlijke ‘kiesverenigingen’ van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) te Amsterdam. Dat werd meteen al in het eerste oorlogsjaar verboden. De geboorte van het ondergrondse Trouw vond echter pas op 30 januari 1943 plaats. Het kwam eigenlijk voort uit Vrij Nederland (VN), dat een half jaar eerder het levenslicht zag, namelijk in augustus 1940. VN deelde (overigens zonder verloochening van haar christelijke signatuur) in oktober 1941 mee ‘niet gebonden te zijn aan enige politieke partij of kerk’. Jan Schouten en Sieuwert (J.A.H.J.S.) Bruins Slot, kopstukken van de (‘gereformeerde’) Anti-Revolutionaire Partij (veel later opgegaan in het CDA), probeerden tevergeefs greep te krijgen op de koers van Vrij Nederland.

Ontevreden over het beleid van VN-icoon Van Randwijk was één van de mede-oprichters van VN, Gezina van der Molen, in augustus 1942 opgestapt; ze kwam in contact met Bruins Slot. Samen met Jan Schouten en journalist Elbert van Ruller vormden ze toen de redactie van Trouw. Wim Speelman zorgde voor de verspreiding van Trouw; daar had hij kaas van gegeten, want bij Vrij Nederland was hij – tot zijn vertrek – hoofd van de verspreidingsorganisatie geweest. Ook Speelman kon zich namelijk niet vinden in de koers van VN.

De Duitsers kregen Trouw al gauw in het vizier door de contacten van Trouw-medewerkers met de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) en de Landelijke Knokploegen (LKP), ook voornamelijk door gereformeerden opgericht.  De Sicherheitsdienst nam vanaf augustus 1943 tot diep in 1944 tientallen Trouw-medewerkers gevangen, die werden afgevoerd naar het Kamp Vught, waar 23 verspreiders van Trouw in augustus 1944 werden doodgeschoten. Desondanks besloot men het drukken en het heimelijk verspreiden van het ondergrondse Trouw voort te zetten.

Vanaf september 1944 werd de verspreiding van Trouw er echter niet eenvoudiger op, omdat er toen geen treinen meer reden. Dat was er de oorzaak van dat moest worden overgegaan tot de vorming van lokale en regionale edities van het blad. Uiteindelijk waren er daarvan ongeveer vijftig.

De 'kop' van Trouw, zoals die de krant jaren lang gesierd heeft.
De ‘kop’ van Trouw, zoals die de krant na de oorlog jaren lang gesierd heeft.

De Duitsers hebben in totaal ongeveer honderddertig medewerkers van het ondergrondse Trouw geëxecuteerd of op andere wijze om het leven gebracht.  Dat overkwam ook Wim Speelman, die in januari 1945 gearresteerd werd en op 19 februari werd doodgeschoten.

Over de vraag of Trouw na de oorlog als legaal dagblad moest doorgaan, werd lang en indringend gediscussieerd. Enkele dagen na de bevrijding, op 9 mei 1945, werd besloten om met Trouw door te gaan. Van de aanvankelijke bedoeling om Trouw als  ‘christelijk-nationaal dagblad’ uit te brengen, kwam weinig terecht. De krant werd al snel de spreekbuis van de (‘gereformeerde’) Anti-Revolutionaire Partij (ARP).

De landelijk verspreide illegale oorlogsuitgaven van ‘Trouw’

Het ontstaan van ‘Trouw’ in het kort.