Twee gereformeerde kerken op een foto (4)

De Gereformeerde Kerk te Hoofddorp.

Het ontstaan van de Christelijke Afgescheidene Gemeente van Haarlemmermeer Oostzijde (1856).

Tussen 1849 en 1852 werd de Haarlemmermeer drooggemalen. Dat was bittere noodzaak, omdat bij stormweer het water van het meer zich een weg baande steeds dichter naar de grote steden in de omgeving, in 1836 zelfs tot de poorten van Amsterdam!

De drooggemalen grond was na verloop van tijd een wildernis van riet-, biezen-, boom- en plantengroei. Om orde in de chaos te brengen, maar ook om de grote onkosten terug te verdienen, werd de grond door het Rijk verkocht aan kapitaalkrachtige personen die pachters aantrokken om de grond in cultuur te brengen, daarbij geholpen door vele arbeiders. Zij waren de eerste bewoners van het polderland. Hun werk was zwaar en de levensomstandigheden beroerd, zodat het niet verbaast dat velen heil zochten bij overmatig drankgebruik en ander onheil.

In 1853, direct na de drooglegging, werd besloten in de polder twee dorpen te stichten. Deze twee dorpen, Kruisdorp en Venneperdorp, lagen in het midden van de polder. Enkele jaren later, op 12 november 1868, werd besloten de naam van Kruisdorp te veranderen in Hoofddorp; Venneperdorp werd toen in het vervolg Nieuw-Vennep genoemd.

De Haarlemmermeerpolder in 1867
De Haarlemmermeerpolder in 1867

Ook veel bewoners uit andere delen van het land vestigden zich in de Haarlemmermeer, onder wie leden van Christelijke Afgescheidene Gemeenten en van Gereformeerde Kerken onder het Kruis (de eerste groep had destijds vrijheid van godsdienst bij de overheid gevraagd; de tweede groep niet en bleef daarom onderhevig aan de vervolgingen door de overheid). De inkomende leden van de Christelijke Afgescheidene Gemeenten sloten zich al snel aan bij die van Haarlemmermeer Oostzijde, aan de oostelijke rand van de polder, welke gemeente op 31 augustus 1856 geïnstitueerd was. Aan de Aalsmeerderweg aldaar kwam de gemeente van Haarlemmermeer Oostzijde tot 1863 bijeen in een tot kerk verbouwde boerenschuur. Daar kerkten ook de Christelijk Afgescheiden bewoners van Kruisdorp (het latere Hoofddorp), dat midden in de polder lag.

De kerk met kosterswoninig aan de Aalsmeerderweg te Haarlemmermeer Oostzijde (foto: 'Blijdschap en verwondering')
De kerk met kosterswoning aan de Aalsmeerderweg te Haarlemmermeer Oostzijde (foto: ‘Blijdschap en Verwondering’)

(Terzijde: op 9 augustus 1857, een jaar na de instituering van de gemeente van Haarlemmermeer Oostzijde, ontstond ook een Christelijke Afgescheidene Gemeente te Venneperdorp, het latere Nieuw-Vennep. Die gemeente lag in de zuidelijke helft van de polder. Op 16 maart 1888 ontstond door de Doleantie bovendien nog de gemeente van Haarlemmermeer (Sloterweg) en op 20 juni 1890 die van Haarlemmermeer (Vijfhuizen). Haarlemmermeer (Sloterweg) werd langs een (hier niet nader uit te leggen) omweg uiteindelijk de Gereformeerde Kerk van Badhoevedorp, terwijl de gemeente van Haarlemmermeer (Vijfhuizen), eveneens via een omweg, de Gereformeerde Kerk te Vijfhuizen werd.)

De Kruisgemeente in Kruisdorp (Hoofddorp) geïnstitueerd (1866).

Er waren echter in Kruisdorp ook Afgescheidenen die zich meer thuis voelden in de Gereformeerde Kerk onder het Kruis dan in de Christelijke Afgescheidene Gemeenten. Zij organiseerden huisgodsdienstoefeningen; daar werd gebeden, gezongen en er
werden preken gelezen. Toch wilden ook zij na verloop van tijd meer vastigheid. Zo kwam het dat al gauw in de schuur van Goris Maliepaard aan Concourslaan in Kruisdorp (een zijstraatje van de
Hoofdweg) de eerste eigen kerkdienst met twintig kerkgangers gehouden werd onder leiding van de oefenaar Urbanus (1792-1877), die officieel te Gouda dienst deed. Later werden deze kerkdiensten gehouden in het huis van N.W. Wamsteeker aan dezelfde Concourslaan, waar ds. W. Eichhorn (1828-1872) nogal eens preekte, predikant van de Kruisgemeente te Haarlem, gevestigd aan het Klein Heiligland aldaar.

Oefenaar Urbanus (1792-1877).
Oefenaar Urbanus (1792-1877).

Het aantal kerkgangers van de Kruisgemeente van Kruisdorp (Hoofddorp) groeide gestaag, wat in 1865 de bouw van een kerkje naast het huis van Wamsteeker nodig maakte; daar konden honderd mensen onderdak vinden. Vervolgens werd op 26 januari 1866 deze Gereformeerde Kerk onder het Kruis van Kruisdorp geïnstitueerd. Ds. Eichhorn werd consulent; vaak gingen ook andere predikanten van elders in de diensten aan de Concourslaan voor.

De Christelijke Gereformeerde Gemeente te Hoofddorp (1869).

Zoals bekend vond in 1869 de landelijke vereniging plaats tussen de Christelijke Afgescheidene Kerk en de Gereformeerde Kerk onder het Kruis. Dat hield in dat ook de Kruisgemeente van Kruisdorp
(sinds het jaar daarvoor Hoofddorp genoemd) in het vervolg een Christelijke Gereformeerde Gemeente was, die overigens nog steeds geen eigen predikant had. Veel gemeenteleden uit
Hoofddorp, die sinds 1856 bij de Christelijke Afgescheidene Gemeente van Haarlemmermeer Oostzijde kerkten, sloten zich nu aan bij de Christelijke Gereformeerde Gemeente in hun ‘eigen’
Hoofddorp.

Een kerkje aan het Marktplein (1879).

Een en ander had tot gevolg dat het kerkje aan de Concourslaan al gauw te klein werd. Al in 1877 overwoog de kerkenraad daarom een nieuwe kerk te bouwen. Een inzamelingsactie onder de
gemeenteleden en bij ‘enkele buitenstaanders’ werd gehouden, waardoor het gestelde doel kon worden gerealiseerd. Uiteindelijk kon de aan 225 personen ruimte biedende kerk op Tweede
Kerstdag 1879 in gebruik genomen worden door ds. D.J. van Brummen (1825-1902) van Dordrecht. De kerk stond aan het Marktplein (iets ten noorden van de Concourslaan), op korte afstand van de kruising, waar de huidige kerk staat.

De gereformeerde kerk van 1879 aan het Marktplein (foto: Bob Bakker).
De gereformeerde kerk van 1879 aan het Marktplein (foto: Bob Bakker).

Beroepingswerk.

Men begon toen ook met het beroepingswerk. Ds. P. van Schaik (1841-1916) van Wapenveld nam het beroep aan en werd in 1882 de eerste predikant van de Christelijke Gereformeerde Gemeente te Hoofddorp. Hij hield het er trouwens maar twee jaar uit, en vertrok in 1884 naar Middelharnis. Door financiële bezwaren kreeg Hoofddorp pas drie jaar ná de landelijke vereniging tussen de Christelijke Gereformeerde Kerk en de dolerende Nederduitsche Gereformeerde Kerken (die in juni 1892 plaatsvond), weer een predikant. Het was ds. A.M. Diermanse die van 1895 tot 1898 in
Hoofddorp stond. Zijn opvolgers stonden er meestal niet langer dan zes jaar; uitzonderingen waren vooral ds. R. Oosterhoff (die van 1933 tot 1948 predikant van Hoofddorp was), ds. D. Hoornstra (die
er van 1946 tot 1966 evangelisatiepredikant was) en ds. M. Ros (van 1949 tot 1961).

Hoe dan ook, toen men in 1888 weer moed kreeg (zij het vooralsnog tevergeefs) een predikant te beroepen, was de respons op de financiële actie onder gemeenteleden dermate gunstig, dat men
bovendien besloot een pastorie te bouwen, omdat het ontbreken van een goede woning één van de redenen was waarom men maar geen predikant kon krijgen. In 1893 kwam die woning gereed.

De gereformeerde kerk met de pastorie die in 1893 gereed kwam.
De gereformeerde kerk met de pastorie die in 1893 gereed kwam.

Moeilijkheden.

Zoals hierboven al opgemerkt vond de landelijke vereniging tussen de Christelijke Gereformeerde Kerk (uit de Afscheiding van 1834) en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken (uit de Doleantie van
1886) in 1892 plaats en heette de Christelijke Gereformeerde Gemeente van Hoofddorp vanaf toen Gereformeerde Kerk te Hoofddorp. Positief was dat sindsdien in of vlakbij Hoofddorp woonachtige leden van de Dolerende kerk van Sloterweg (later Badhoevedorp) naar de Gereformeerde Kerk van Hoofddorp overkwamen. Maar problemen dreigden te ontstaan doordat ds. J. Schotel (1825-1914) van Haarlem in die tijd consulent van de kerk van Hoofddorp was. Weliswaar ging hij in 1892 met de Vereniging tussen Christelijke Gereformeerden en de Nederduitsche Gereformeerden mee, maar het jaar daarop onttrok hij zich aan de Gereformeerde Kerk, omdat hij het met die Vereniging tóch eigenlijk niet eens was. Hij sloot zich aan bij de ‘voortgezette’ Christelijke Gereformeerde Kerk, die landelijk al direct was ontstaan uit onvrede met de Vereniging van 1892. Ds. Schotel, geliefd als hij was, wendde zijn invloed aan om de kerk van Hoofddorp uit de Gereformeerde Kerken los te weken en mee te voeren naar de ‘voortgezette’ Christelijke Gereformeerde Kerk. Het lukte hem niet.

Hoe dan ook, in 1895 kwam candidaat A.M. Diermanse (1865-1934) naar Hoofddorp, maar moest om gezondheidsredenen zijn werk al snel neerleggen. Zijn vader, emeritus-predikant ds. P. Diermanse
(1822-1912), die zijn zoon ook bevestigd had, nam zijn werk over, zodat zijn zoon het volledige traktement zou kunnen blijven ontvangen. Weliswaar was hij in Hoofddorp niet onbekend, omdat hij van 1873 tot 1877 in het aanpalende Nieuw-Vennep gestaan had, maar over deze gang van zaken ontstond beroering in de gemeente. Na tussenkomst van de particuliere synode werd de vrede hersteld: ds. A.M. Diermanse verkreeg emeritaat en zijn vader legde de werkzaamheden in Hoofddorp neer.

Groei.

Ondertussen groeide de kerkelijke gemeente gewoon door. Vandaar dat de 225 (allemaal verhuurde) zitplaatsen op een gegeven moment onvoldoende ruimte boden. Besloten werd toen een kleine galerij in de kerk te bouwen. Ook díe 64 plaatsen werden verhuurd. Het verhuren van zitplaatsen was immers een belangrijke inkomstenbron, omdat men de vaste vrijwillige kerkelijke bijdragen in Hoofddorp (en op vele andere plaatsen) nog niet kende. Dat de plaatsenverhuring ook een bron van onenigheid en ergernis vormde valt makkelijk te begrijpen (‘De kerk wordt zo een rovershol’, en ‘De rijken hebben de mooiste plaatsen’). In 1919 werd besloten de plaatsen niet meer te verhuren maar ‘toe te wijzen’ en tegelijk de ‘kerkelijke bijdrage’ in te voeren.

De gereformeerde kerk met de vergrote pastorie (1900).
De gereformeerde kerk met de vergrote pastorie (1900).

Maar de gemeente groeide door, onder meer door het toetreden van een aantal hervormden. Daarom werd in 1900 besloten zowel de kerk als de pastorie te vergroten (de kerk werd met een stuk
verlengd). Het jaar daarop kwam voor het eerst een orgel in de kerk. Het instrument was op proef, maar beviel niet en werd na twee jaar vervangen door een orgel dat tot het eind toe in het kerkgebouw gebruikt werd.

Tijdens de ambtsperiode van ds. R.W. de Jong (1868-1942), die van 1908 tot 1912 in Hoofddorp stond, werd het interieur van de kerk aangepakt en in 1913 werd zelfs voorgesteld een toren bij de kerk te bouwen! Maar de kosten bleken te hoog en de gemaakte tekeningen verdwenen in de ijskast. Toren of niet, de kerk groeide door: in 1914 bedroeg het totaal aantal leden 570. Geen wonder dat de kerk wéér te klein werd. De Eerste Wereldoorlog verhinderde echter de gemaakte bouwplannen uit te voeren.

Hoewel we er in dit artikel niet specifiek op ingaan, zal duidelijk zijn dat het kerkelijk leven zich ontwikkelde zoals dat op veel plaatsen geschiedde. Zo werd onder meer het jeugdwerk ter hand genomen en werd evangelisatiewerk verricht. In de schuur van W. van der Pol aan de Sloterweg werden evangelisatiesamenkomsten gehouden die meestal door meer dan vijftig personen werden bijgewoond. Maar in 1924 werden deze bijeenkomsten gestaakt omdat het aantal bezoekers inmiddels op de vingers van één hand te tellen was. Ook werden zondagsscholen opgericht; rond 1920 telden deze zo’n honderdvijftig leerlingen. In diezelfde tijd werden aan het Marktplein een paar stukken grond aangekocht om t.z.t. een nieuwe kerk te bouwen: de kerk telde inmiddels namelijk 650 leden.

De kerk met de pastorie.
De kerk met de pastorie.

Een nieuwe kerk (1929)!

Ondertussen werd steeds duidelijker dat het kerkgebouw haar beste tijd gehad had. De kerk verzakte en er ontstonden scheuren in de muren, zodat men besloot plannen te maken om een nieuwe kerk
te bouwen. De grond was immers al gekocht! Drie door twee architecten gemaakte plannen werden besproken, maar het kwam er door financiële perikelen vooralsnog niet van. Wel werd de kerk in
1926 geschilderd en werd de preekstoel vervangen door een platform, maar feit bleef dat nieuw-ingekomen leden bléven klagen geen zitplaats te kunnen krijgen. Vandaar dat tóch besloten werd de gemeente samen te roepen en voor te stellen een nieuwe kerk te bouwen. De kerkelijke gemeente stemde er mee in en zegde maar liefst fl. 22.000 toe. Al gauw kon architect Jos. De Jong van Rotterdam aan de slag.

Op aandringen van de burgerlijke gemeente werd besloten de kerk op de hoek van het Marktplein met de Hoofdweg te bouwen, op de plaats waar de ongebruikte oude openbare school gesitueerd was. Zo zou het mooie gebouw op een duidelijk zichtbare plaats staan. Aldus geschiedde. Daarvoor moest echter de grond onder de oude kerk geruild worden tegen de grond op de aangewezen hoek, die eigendom van de burgerlijke gemeente was. Ook dat gebeurde. De bouw werd op 31 oktober 1927 gegund aan T. Pels te Amsterdam. De organisten waren intussen begonnen gelden bijeen te sprokkelen voor een nieuw orgel.

Op 27 januari 1929 werd de laatste dienst in de oude kerk gehouden en drie dagen later werd de nieuwe kerk in gebruik genomen. Het orgel kwam enkele weken later. In totaal hadden orgel en kerk ruim fl. 106.000 gekost. Na enige tijd bleek de akoestiek van de kerk niet aan de verwachtingen te voldoen. Vandaar dat in de kerk draden gespannen en schotten geplaatst werden om het euvel te  verhelpen. Pas later werd door modernere hulpmiddelen voor de geluidsproblemen een oplossing gevonden.

De nieuwe kerk aan het Marktplein met de pastorie.
De nieuwe kerk aan het Marktplein met de pastorie.

En verder…

Toen in 1929 ds. N. Willemse (1900-1977) van Abcoude bij acclamatie beroepen werd en het beroep aannam, werd besloten de oude krakkemikkige pastorie te verkopen en naast de nieuwe kerk een nieuwe predikantswoning te bouw en. Ds. Willemse kreeg een tijdelijke woning toegewezen.

Om te voorkomen dat in de oude – inmiddels verkochte – kerk een café zou worden gehuisvest kocht de kerk dat pand terug. Verder werd de evangelisatiearbeid aan de Sloterweg hervat, waarvoor op
het terrein van gemeentelid J. Brouwer een gebouwtje geplaatst werd. Kort na het vertrek van ds. Willemse, in 1932, werd voor hetzelfde doel ook nog een evangelisatielokaaltje gebouwd op een
terrein aan de Kruisweg, niet ver van de Sloterweg, op het terrein van J. van Andel.

De Tweede Wereldoorlog.

Ds. R. Oosterhoff (1899-1983) was in september 1933 als opvolger van ds. Willemse bevestigd. Vijftien jaar diende hij de kerk van Hoofddorp, waaronder dus ook gedurende de jaren van de Tweede Wereldoorlog. Op 10 mei 1940 werd Schiphol door de invallende Duitsers gebombardeerd. Verduistering van de kerk gaf moeilijkheden, zodat de kerkdiensten overdag gehouden moesten
worden, ook al kon de kerk van Hoofddorp in 1941 in alle rust het vijfenzeventigjarig bestaan van de kerk gedenken. Allerlei gemeenteleden, inclusief ds. Oosterhoff, betoonden dapperheid in het zoeken en vinden van verstopplaatsen voor onderduikers. Ook kwamen kinderen uit de grote steden in Hoofddorp aansterken, en deden veel stedelingen op hongertocht onder meer Hoofddorp aan, op zoek naar voedsel. Tijdens de laatste oorlogswinter werden gezamenlijke hervormd-gereformeerde bidstonden gehouden.

Het huidige interieur van de Marktpleinkerk.
Het huidige interieur van de Marktpleinkerk (foto: Reliwiki).

De landelijke Vrijmaking vond ook in de Tweede Wereldoorlog plaats. De kerkenraad had het er druk mee; talloze brochures en rapporten werden besproken. In Hoofddorp kwam het echter niet tot grote moeilijkheden, al onttrokken zich wel enige leden aan de Gereformeerde Kerk, die op 11 mei 1946 een eigen vrijgemaakte Kerk institueerden.

Het ledental van 1905 tot en met 1945.

Het ledental van de Gereformeerde Kerk van Hoofddorp groeide tussen 1905 en 1945 van 300 naar 1.060:

Jaar                Ledental

1905              300
1915              575
1925              653
1935              856
1945              1.060

Een hulp- en evangelisatiepredikant.

De kerk was ondertussen zozeer gegroeid, dat de kerkenraad de arbeid van ds. Oosterhoff wilde verlichten. Men speelde met de gedachte een tweede predikant te benoemen, of een hulppredikant
aan te stellen. Uiteindelijk werd in 1946 besloten in samenwerking met de aanpalende Gereformeerde Kerken van Nieuw-Vennep, Haarlemmermeer Oostzijde en Bennebroek een evangelisatiepredikant te beroepen in de persoon van ds. D. Hoornstra (1906-2001) uit het Friese Sint Jacobi-Parochie (na enige tijd haakten Haarlemmermeer Oostzijde en Bennebroek af). Ds.
Hoornstra bleef tot 1966 aan de kerk van Hoofddorp verbonden, sinds 1963 in combinatie met de kerk van Nieuw-Vennep.

In plaats van ds. Oosterhoff, die in 1947 afscheid nam, werd ds. M. Ros (1905-1991) van Sleeuwijk in het ambt bevestigd. Dat gebeurde echter pas na het tweede beroep, dat in 1949 door hem werd opgevolgd. Hij bleef tot 1961 aan de kerk van Hoofddorp verbonden.

(Ver-)bouwen…

De kerk groeide in de ambtsperiode van ds. Ros van 1.100 naar 1.300 leden. De zitplaatsenproblematiek, waarover hierboven al geschreven werd, leverde nog steeds problemen op, zodat men in 1951 een galerij in de kerk bouwde. Twee jaar eerder was trouwens besloten plannen te maken voor de bouw van een ‘eigen’ onderkomen voor de jeugd. Eerst in juni 1957 kon het jeugdhuis aan de Kruisweg in gebruik genomen worden, dat als naam meekreeg: ’t Verscholen Nest.

Het Verscholen Nest.
Het Verscholen Nest.

Ook werd in 1961 een plan voor interieurverbetering van de kerk aangenomen. De preekstoel bleek houtworm te bevatten en de kerkzaal oogde wat donker. Kort na het afscheid van ds. Ros was alles klaar: het liturgisch centrum met het orgel waren onder handen genomen en de hele kerk, de banken incluis, werden in lichte kleuren geschilderd. Tijdens de renovatie kon gebruik gemaakt worden van de Nederlandse Hervormde kerk.

De vrijgemaakten van Hoofddorp (met in 1947 nog slechts 44 zielen) hielden gedurende de jaren ‘50 hun kerkdiensten onder meer in de achter de oude kerk gelegen consistoriekamer. Samen met de
hervormden, de vrijgemaakten, de christelijke gereformeerden en de Gereformeerde Gemeente werd jarenlang samengewerkt voor de stichting van het bejaardenhuis ‘Horizon’, dat in oktober in gebruik genomen kon worden.

Eind 1964 werd het plan gerealiseerd om voor de hoofdingang van de kerk een ontmoetingsruimte te bouwen. De architect die de kerk ‘gebouwd’ had, maakte ook hiervoor de plannen. In 2007 werd achter de kerk een uitbreiding gerealiseerd. Overigens werd de oude Marktpleinkerk in 1975 afgebroken. Gelukkig was al eerder een luchtfoto gemaakt, waarop beide kerken te zien zijn!

De afbraak van de oude gereformeerde kerk (foto: Bob Bakker).
De afbraak van de oude gereformeerde kerk (foto: Bob Bakker).

Het binnenkerkelijk leven.

In 1953 werd het stemrecht ook aan de vrouwelijke gemeenteleden toegekend. Ds. Ros had gedurende zijn ambtsperiode de synodebesluiten daarover verdedigd, en de verwachte problemen
bleven uit. Ondertussen vond ook het evangelisatiewerk doorgang. Ds. Hoornstra organiseerde samen met de kerkenraad zogenaamde ‘Zaaiweken’. In die weken werden buitenkerkelijken bezocht. Ook werd tot en met 1952 straatprediking gehouden, maar doordat er geen evangelisatie-zangkoor beschikbaar was, moest dat worden opgegeven. Ds. Hoornstra ijverde verder voor de aanstelling van
een maatschappelijk werkster, die in dienst kwam van de regionale Gereformeerde Stichting voor Maatschappelijk Werk, wat eigenlijk ook voor een groot deel evangelisatiewerk was. Verder ontstonden in de kerk van Hoofddorp gelukkig geen problemen bij de invoering van de uitgebreide gezangenbundel, waartoe de synode besloten had.

Ondertussen werd het werk voor ds. Ros te zwaar; ds. Hoornstra nam weliswaar enige werkzaamheden over, maar al snel werd besloten een tweede predikant te beroepen; in 1961 nam ds. Ros echter afscheid om als geestelijk verzorger van het sanatorium Sonnevanck te Harderwijk dienst te gaan doen. Ds. Z.C. Versluijs (1928-1994) van Schoonhoven-Willege Langerak nam het beroep
aan en werd in 1962 in het ambt bevestigd. In 1964 kwam de tweede predikant in de persoon van ds. J.D. de Vries (*1930) van Aardenburg, die van 1964 tot 1969 aan de kerk van Hoofddorp verbonden was. Zo kon de pastorale arbeid in Hoofddorp onderling verdeeld worden en werden twee predikantswijken gevormd. In 1980 werd de derde predikantsplaats ingesteld.

Luchtfoto met de beide gereformeerde kerkgebouwen. De oude kerk is midden rechts op de foto te zien.
Luchtfoto met de beide gereformeerde kerkgebouwen. De oude kerk is rechtsonder op de foto te zien.

Het ledental tussen 1945 en 2005.

Het ledental van de Gereformeerde Kerk van Hoofddorp gaf tussen 1945 en 2005 aanvankelijk een forse groei te zien. In 1997 zette de daling van het ledental in:

Jaar                Ledental

1945            1.060
1955            1.147
1965            1.429
1975            1.673
1985            2.437
1995            2.702
2004            2.398

De Protestantse Gemeente Hoofddorp.

Vanaf 1982 werd door de Hervormde Gemeente (met de Hoofdvaartkerk) en de Gereformeerde Kerk (met de Marktpleinkerk) aan het Skagerrak de aula van de school Vesterhavet voor kerkdiensten gebruikt (in 1999 werd deze preekplaats buiten gebruik gesteld). Ook werden in de jaren ’80 samen met de hervormden diensten gehouden in de R.K.-lagere school De Bosbouwers. Daaraan kwam in 1986 een eind omdat toen het door hervormden en gereformeerden gezamenlijk gebouwde kerkelijk centrum De Ark aan het Muiderbos in gebruik genomen werd. In 1994 werd, ook door hervormden en gereformeerden gezamenlijk, De Lichtkring aan de Lunenburgdreef in gebruik genomen.

Het kerkelijk centrum De Ark.
Het kerkelijk centrum De Ark.

De Ark werd de wijkkerk van de wijken Overbos en Floriande, terwijl het kerkelijk centrum De Lichtkring voor de wijken Pax, Bornholm en Toolenburg de thuisbasis is. De gereformeerde kerk aan het Marktplein doet dienst als wijkkerk voor de Wijk-Centrum (de hervormde Hoofdvaartkerk werd per 1 januari 2012 buiten gebruik gesteld).

Het kerkelijk centrum De Lichtrking.
Het kerkelijk centrum De Lichtrking.

Sinds 24 april 1992 werd in federatief verband met de hervormde gemeente van Hoofddorp samengewerkt in het kader van Samen-op-Weg. De naam van de kerkelijke gemeente werd toen Hervormd-Gereformeerde Kerkgemeente Hoofddorp. In 2008 werd de fusie tussen beide kerken officieel, zodat ook in Hoofddorp toen een Protestantse Gemeente was. Aan de Protestantse Gemeente zijn nu in totaal drie predikanten verbonden.

Literatuur:

H. Biersteker e.a., Mijn heil duurt van geslacht tot geslacht. Uitgegeven t.g.v. het 100-jarig bestaan der Gereformeerde Kerk van Hoofddorp, 1855-1966. Hoofddorp, 1966

J. de Lange, Blijdschap en Verwondering. Gereformeerde Kerk van Haarlemmermeer-Oostzijde, 1856 – 31 augustus – 1956. Haarlemmermeer-Oostzijde, [1956]

A. van de Nadort, Uit het water getogen. Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk van Hoofddorp, 1866-1966. Hoofddorp (GKV), 1996

R. Oosterhoff en S. Zijp, Gereformeerde Kerk Hoofddorp 1866 – 26 januari – 1941. Gedachtenisrede (…) benevens een historisch overzicht (…), Hoofddorp, 1941

© 2016. G.J. Kok, GereformeerdeKerken.info