In 1893 besloot de Particuliere Synode Drenthe tot de instelling van een Deputaatschap voor de Hulpbehoevende Kerken, dat zich ook zou bezighouden met de evangelisatiearbeid (toen nog Inwendige Zending genoemd) in de provincie Drenthe.
Dit briefhoofd versierde het briefpapier van de deputaten voor de Inwendige Zending.
In een driedelige serie verhalen belichten we de kerkgebouwen van de voormalige Gereformeerde Kerk te Groningen.
Kaart van Groningen met onder meer de in dit artikel genoemde kerken. De (oorspronkelijk twee) gereformeerde kerken in Helpman (in het zuiden van de stad) – t.w. de Opstandingskerk en De Ark – staan niet op deze kaart (N = Noorderkerk; Z = Zuiderkerk).
Vlak ten zuidwesten van Zeist ligt het dorp Bunnik. Sinds lang behoorden de aanvankelijk zeer weinige gereformeerden van dat dorp tot de Gereformeerde Kerk te Zeist. Al in 1911 vermeldt het landelijke Handboek ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland, dat de zorg voor Bunnik aan de Kerk van Zeist was opgedragen.
Naar aanleiding van de sluiting van de gereformeerde kerk aan de Hoofdweg Zuid te Spijk leek het ons dienstig hier dieper in te gaan op de ontstaansgeschiedenis van deze kerk.
De gereformeerde kerk te Spijk, die in 1905 in gebruik genomen werd (foto: Reliwiki, J. Sonneveld).
De Gereformeerde Kerk te Spijk (Gr.) – ongeveer tien kilometer ten noorden van Delfzijl – ontstond door de ineensmelting van de Christelijke Gereformeerde Gemeente (in Spijk ontstaan op 25 september 1837 door de Afscheiding) met de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende), die in Spijk op 23 mei 1887 geïnstitueerd werd. De ineensmelting van beide kerken vond in Spijk op 16 augustus 1911 plaats. Landelijk was de Vereniging tussen beide kerken al op 17 juni 1892 geëffectueerd.
Kaart van Friesland. L = Leeuwarden; S = Sneek; H = Heeg; Om = Oosterbierum; G = Gaastmeer; Ou = Oudega-Idzega (Wymbritseradiel); O = Oosterend (Wymbr.)
Enkele kilometers ten noorden van Franeker ligt het dorpje Oosterbierum, niet ver van de Waddenzee. Tot 1580 bestond in het naburige Lidlum een klooster, Mariëndal genaamd, dat in de dertiende eeuw ruim 600 Praemonstratenser monniken herbergde.
Het ontstaan van de Christelijke Afgescheidene Gemeente van Haarlemmermeer Oostzijde (1856).
Tussen 1849 en 1852 werd de Haarlemmermeer drooggemalen. Dat was bittere noodzaak, omdat bij stormweer het water van het meer zich een weg baande steeds dichter naar de grote steden in de omgeving, in 1836 zelfs tot de poorten van Amsterdam!