Wat gaat er gebeuren met de voormalige gereformeerde kerk te Tienhoven in de Utrechtse gemeente Stichtse Vecht? Dat is de vraag die ongeruste bewoners van het dorp zich stellen nadat bekend werd dat de kerk, kort geleden verkocht aan een projectontwikkelaar, zou gaan plaatsmaken voor woningen.
Onder de slogan ‘Alleen ga je sneller, maar samen komen we verder’ werd door de Dutch Housing Company op 30 augustus 2016 in het dorp een informatiebijeenkomst gehouden waar duidelijk gemaakt werd wat precies de bedoeling van de herontwikkeling van de kerklocatie Laan van Niftarlake 40-42 is. Bewoners van het dorp zijn bang dat de bouw van ‘maar liefst zeven woningen’ op de plaats van de in 2002 buiten gebruik gestelde gereformeerde kerk en de bijbehorende pastorie verkeersoverlast zal geven, maar ook vrezen ze voor parkeerproblemen, en inbreuk op het landelijk karakter van het dorp.
Een terugblik: een Dolerende kerk.
Weliswaar woonde in de jaren dertig van de negentiende eeuw in Tienhoven een aantal Afgescheidenen, maar dezen kerkten bij de Christelijke Afgescheidene Gemeente te Achttienhoven-Westbroek, die op 1 december 1836 geïnstitueerd was. In Tienhoven werd zo’n gemeente nooit gesticht. De Gereformeerde Kerk te Tienhoven ontstond namelijk uit de Doleantie. Op 26 mei 1887 werd in Tienhoven de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ geïnstitueerd. Dat gebeurde onder leiding van haar predikant, ds. K.G.M. Westerbeek van Eerten (1858-1923), die als hervormd predikant van Tienhoven met de Doleantie was meegegaan, evenals een tweetal kerkenraadsleden. De gemeente telde al snel vierhonderd leden, een groot deel van de plaatselijke hervormde gemeente. Rond 1900, toen de kerk, ten gevolge van een landelijke kerkenfusie, al acht jaar lang ‘Gereformeerde Kerk’ heette, waren het er al ongeveer vijfhonderd.
Ds. Karel Gerhard Marie Westerbeek van Eerten was een jaar eerder, op 28 februari 1886, door zijn vader in het ambt van hervormd predikant te Tienhoven bevestigd, met een preek over 1 Kronieken 28 : 20: ‘En David zeide tot zijn zoon Salomo: Wees sterk, en heb goeden moed, en doe het, vrees niet, en wees niet verslagen; want de HEERE God, mijn God, zal met u zijn; Hij zal u niet begeven, en Hij zal u niet verlaten, totdat gij al het werk tot den dienst van het huis des HEEREN zult volbracht hebben’.
De aanleiding en de gevolgen…
De aanleiding tot de Doleantie in Tienhoven waren de door de hervormde Algemene Synodale Commissie geëiste strenge tuchtmaatregelen tegen predikanten en ambtsdragers die met de Doleantie waren meegegaan. De kerkenraad van Tienhoven was het oneens met die koers van de Algemene Synodale Commissie en ging in Doleantie. De stap van de betreffende predikant en zijn medestanders in de kerkenraad viel niet bij iedereen in de smaak. ‘De losmaking van het synodale juk heeft de gemoederen in de kleine besloten gemeenschap wel heel erg in beroering gebracht. (…) In dat kleine dorp heeft die breuk een geweldige impact gehad. Familieruzies bleven niet uit’.
‘Zo gebeurde het hier, dat het dak der pastorie op een zondagavond na kerktijd met steenen werd beworpen. De kerkeraad bleef bij den pastor tot ongeveer half twaalf uur. Toen hield het op en het was stil geworden, zoodat nu gerekend werd, dat de storm over was. Maar midden in den nacht, zoo tegen twee uur, werd de pastorie opnieuw met steenen bewerkt. Nu niet slechts het dak. Neen, de ruiten van de slaapkamer van de dominee werden in gegooid. De ijzeren bout die voor de blinden was, werd losgerukt. De steenen vielen voor het bed waar hij sliep. Zelfs werd er geschoten. Geen wonder dat de jonge predikant dacht, dat zijn laatste uur geslagen was. Ge kunt u voorstellen dat het nu niet zoo heel lang meer duurde, of de predikant verliet de [hervormde] pastorie. Hij nam mét zijn zuster, die toen bij hem was, intrek bij broeder Loenen. Daar hebben ze geruimen tijd geleefd’.
Al op 8 juni 1887 had het hervormde classicaal bestuur van Amersfoort gereageerd met het besluit ‘ds. Westerbeek van Eerten, ouderling Dirk Loenen en diaken Cornelis van der Wilt, ieder voor zich, provisioneel te schorsen in de bediening welke hij bekleedt bij de Nederlandsche Hervormde gemeente te Tienhoven’. Het hervormde kerkgebouw en de bijbehorende pastorie aan de Laan van Niftarlake 62 werden aan de dolerenden ontnomen, zodat de rond vierhonderd gemeenteleden op zoek moesten naar een nieuwe locatie voor hun kerkdiensten.
Een eigen ‘noodkerk’ (1887).
Van G. van Ettikhoven werd op 24 september 1887 aan de Laan van Niftarlake voor fl. 900 een stuk land gekocht. Daar kon op 25 november van het zelfde jaar al een ‘noodkerk’ in gebruik genomen worden (vanaf half juni tot 25 november 1887 werden de kerkdiensten gehouden in het achterhuis van ouderling Dirk Loenen, die tevens veehouder was). Over het verblijf in het achterhuis van ouderling Loenen schreef ds. Westerbeek van Eerten: ‘Wij hebben stoffe te over om den Heere te danken, daar de gemeente metterdaad toont niets te lief te hebben voor ’s Heeren dienst. In de godsdienstoefening van zondag 23 oktober [1887] werd voor de tweede maal een som van fl. 1.200 gecollecteerd voor den bouw van de noodkerk; deze vordert goed, maar ondanks het gemis van het kerkgebouw gaat de schare nu evenwel verheugd op’. Op 25 november 1887 werd de ‘noodkerk’ dus in gebruik genomen, waarbij 500 mensen aanwezig waren!
‘Het hele conflict had ds. Westerbeek van Eerten echter dermate aangegrepen, dat hij al in 1890 zijn werk moest temperen’, terwijl in de jaren daarop bleek dat zijn gezondheid er zwaar onder geleden had. Daarom moest hij al in 1891 emeritaat aanvragen. ‘Zijn geest werd omfloersd. Hij was zenuwlijder geworden, waarvan hij niet hersteld is’. De predikant overleed op 18 augustus 1923.
Naar een nieuwe kerk (1965).
‘Hoewel het fundament wel goed was, was de bovenbouw van de ‘noodkerk’ dermate, dat in de loop der jaren verschillende keren moest worden herbouwd en gerestaureerd’. Dat het kerkgebouw geen stand zou houden bleek al toen op een gegeven tijdens een kerkdienst een stuk kalk uit het plafond viel. Het kwam de kóster niet vreemd voor, want deze had al eerder stukjes kalk op de grond gevonden. Hoe dan ook, een periode van voortdurende restauraties brak aan. In 1906, in 1924/1925, 1930 en 1946 werd de kerk onder handen genomen.
Tijdens een gemeentevergadering op 22 januari 1962 werd de zaak uitvoerig besproken; de gemeenteleden beseften dat de inmiddels ook nog lekkende kerk op zijn minst grondig gerestaureerd zou worden. Overal stonden emmers om water op te vangen. Het daarop ingestelde onderzoek had tot resultaat: volledige afbraak en nieuwbouw. Onder architectuur van D. Egberts uit Hilversum werd op de oude fundamenten een geheel nieuwe kerk opgetrokken (zij het dat de toren qua uiterlijk dezelfde bleef), onder meer gefinancierd door milde gaven van bijna 350 gemeenteleden, die samen fl. 50.600 opbrachten. De totale kosten van de kerkbouw waren meer dan fl. 175.000, zodat de kerkenraad blij was met de schenking van fl. 17.500 van de gereformeerde ‘Stichting Steun Kerkbouw’ (SSK).
Op 9 juni 1965 kon de nieuwe kerk in gebruik genomen worden. De dienst werd gehouden onder leiding van ds. Tjalling Doesburg, die van 1961 tot 1966 gereformeerd predikant in het dorp was.
Buiten gebruik (2002).
Na verloop van jaren greep de secularisatie ook in Tienhoven om zich heen. Zowel in de hervormde gemeente als in de Gereformeerde Kerk liep het aantal gemeenteleden en kerkgangers terug. Vandaar dat uiteindelijk besloten werd tot gebruik van één kerkgebouw. Ingaande 13 januari 2002 is de ‘Samen-op-Weggemeente’ de hervormde kerk gaan gebruiken als SoW- kerk. De Gereformeerde kerk werd gesloten. In 2015 telde de inmiddels gevormde Protestantse Gemeente vijfhonderd leden.
Bronnen en literatuur:
Tj. Doesburg, De Kerkbouw der Gereformeerde Kerk te Tienhoven, Utr., Tienhoven, 1966
Tj. Doesburg e.a., 350 jaar Kerk in Tienhoven (U). 1624-1974. Berkel en Rodenrijs, 1974
Tjalling Doesburg, Ontsloten Huis. Op zoek naar de zin van het raadselachtig bestaan. g.p., 2014
N.N., Jaarboek 1924 ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland, Goes, 1924
H.J. Westerink (e.a.), Gebroken bouw: ter herinnering aan de Doleantie van de kerk van Tienhoven op 26 Mei 1887, ter gelegenheid van de 50-jarige herdenking in 1937, Tienhoven, 1937
© 2016. GereformeerdeKerken.info