‘De Amerikanisatie van gereformeerde Hollanders’

Inleiding.

Ds. F.M. ten Hoor (1855-1934) werd in 1880 predikant bij de Christelijke Gereformeerde Gemeente in Genderen, waar hij tot 1884 bleef, toen hij naar Opperdoes vertrok. Ook daar stond hij vier jaar. In 1888 deed hij intrede bij de Christelijke Gereformeerde Gemeente te Franeker. In 1896 emigreerde hij naar Amerika en werd in april dat jaar predikant van de Christian Reformed ‘Oakdale Park gemeente’ in Grand Rapids (Michigan). In 1900 volgde hij de dat jaar overleden ds. H. Beuker (1834-1900) op als docent aan de Theologische School aldaar.

Ds. F.M. ten Hoor ().
Ds. F.M. ten Hoor (1855-1934).

Drie jaar eerder, in 1897, verscheen de eerste jaargang van het door hem opgerichte Nederlandstalige tijdschrift ‘De Gereformeerde Amerikaan’. Het werd gedrukt bij H. Holkeboer in Holland (Michigan). Het blad hield het onder het eindredacteurschap van ds. Ten Hoor twintig jaar uit. In december 1916 verscheen het laatste nummer, uitgave 12 van jaargang XX.

De reden van het verdwijnen van het bekende blad was, zo deelde Ten Hoor in een ‘Slotwoord’ mee: ‘Het Consortium zou de uitgave gaarne voortgezet hebben. Het is voor ons eene teleurstelling, dat wij daarin verhinderd worden door zoovele wanbetalers onder onze lezers. Vooral wekt het ook bij míj een somber gevoel, dat wij deze uitgave moeten staken. Ik ben de eenigste, die van de oprichters van De Gereformeerde Amerikaan nog in leven is. De lezers kunnen wel begrijpen dat vele en velerlei gedachten mijn hart vervullen aan het einde van dezen twintigsten jaargang. Wij bedwingen echter de neiging om deze gedachten uit te spreken’.

Het laatste nummer van 'De Gereformeerde Amerikaan'.
Het laatste nummer van ‘De Gereformeerde Amerikaan’.

Ds. H. Beuker.

De naam ‘De Gereformeerde Amerikaan’ werd volgens ds. Ten Hoor bedacht door een van de andere oprichters, de hier boven al genoemde ds. H. Beuker. In Nederland was ds. Beuker tussen 1862 en 1893 predikant in een groot aantal Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Gemeenten geweest (en van 1881 tot 1884 ook in Emlichheim, Duitsland), tot hij in 1893 naar Amerika emigreerde en daar predikant in Muskegon (Michigan) werd. In 1894 tot zijn overlijden in 1900 was hij docent (‘professor’) aan de Theologische School in Grand Rapids. In Nederland was ds. Beuker onder meer redacteur van ‘De Vrije Kerk’, een leidend tijdschrift in kringen van de (Christelijke) Gereformeerde Kerk. Zowel in de kerk in Nederland als in die in Amerika was hij een man van groot gezag.

Ds. H. Beuker van 'De Vrije Kerk' had geen goed woord over voor de houding van de Dolerende kerkenraad in Jutrijp-Hommerts.
Ds. H. Beuker (1834-1900).

‘Amerikaniseeren…’

In 1909 legde prof. Ten Hoor in het nu volgende artikel uit, wat het doel was van het tijdschrift ‘De Gereformeerde Amerikaan’: Amerikanisatie van de gereformeerde Hollanders in de Nieuwe Wereld. Maar hoe…? In ieder geval wilde ‘De Gereformeerde Amerikaan’ dát proces bevorderen. Een proces dat volgens hem van levensbelang was.

“Wat is het hoofddoel van ‘De Gereformeerd Amerikaan’.

door prof. F.M. ten Hoor.

(…) Wij kunnen hierop in algemeenen zin wel antwoorden. Ons tijdschrift is en wil zijn wat het heet: ‘De Gereformeerde Amerikaan’. Wij leggen den nadruk niet op ‘De’, omdat wij met dit lidwoord niet zeggen willen dat dit Tijdschrift de eenige gereformeerde Amerikaan is. Ons maandschrift is voor ons Hollandsch volk bestemd, en wil in zijn naam aanwijzen, wát dit volk zich hier als ideaal moet voorstellen. Wij hebben onder de leiding des Heeren Holland verlaten, en mogen en kunnen hier op den duur geen Hollanders blijven, maar moeten Amerikanen worden. En hierbij moeten wij niet ongereformeerd worden, maar gereformeerd blijven.

Toen schrijver dezes [in 1896] Nederland verliet stond hem dit ideaal reeds voor den geest, doch het was in zijn bewustzijn nog geen belijnd begrip. Hij verwachtte echter, dat hij bij de leiders van onze gereformeerde Hollanders in Amerika wel een meer belijnde en volledige voorstelling van de zaak zou vinden. Hierin werd hij echter zeer teleurgesteld. Van enkelen ontving hij den indruk dat zij onder Amerikanisatie zoowat hetzelfde verstonden als Engelisatie. Men wilde de Engelsche taal overnemen met wat methodistische ideeën en vormen. Deze laatste zijn ook uit Engeland hier gekomen. Als zulke Hollanders naar Engeland gingen, dan konden zij daar letterlijk hetzelfde doen als zij hier wilden. Dát kan onmogelijk Amerikanisatie zijn. En wij zijn niet naar Amerika gekomen om de Engeliseeren, maar om te Amerikaniseeren.

Wij poogden bij anderen meer licht te krijgen, doch het bleek ons al spoedig, dat men over dit vraagstuk nog niet ernstig had nagedacht. Gevolg hiervan was, dat men aan het hier opgegroeide geslacht van ons Hollandsch volk geen leiding kon geven in de richting van wérkelijke Amerikanisatie. Toen nam het jonge volk zélf de leiding in handen, en dit werd natuurlijk de aanleiding tot conflicten en onregelmatigheden. Zoo komen wij nooit tot eene echte Amerikanisatie.

Jaren geleden hebben wij in ‘De Gereformeerde Amerikaan’ enkele gedachten over dit moeilijke probleem gegeven. Wij deden dat toen in de hoop, dat de leeraars, of andere bekwame mannen, die hier geboren en opgevoed zijn, meer opzettelijke studie zouden maken van deze zaak, die voor de toekomst van onze kerk zulk eene groote beteekenis heeft. (…).

Dr. H. Bavinck ().
Dr. H. Bavinck (1854-1921).

Toen dr. H. Bavinck [1854-1921] onlangs hier was, heeft hij bij herhaling gezegd: ‘Breng de kwesties die wij in Nederland hebben toch niet over naar Amerika, maar wijdt uwe aandacht aan uwe eigene, Amerikaansche problemen’. Wij hebben tot hem gezegd: ‘Professor Bavinck, zeg dat met allen nadruk overal waar ge Hollanders in Amerika ontmoet’. Er zijn toch sómmigen, die het eerste doen, en er zijn vélen, die het laatste níet doen.

Om met de ware Amerikanisatie te beginnen, is het níet dadelijk noodig om de Engelsche taal over te nemen in de godsdienstoefening of in de zondagsschool. De Engelsche taal is oorspronkelijk evenmin Amerikaansch als de Duitsche. Zij is echter door den loop der historie onder de leiding van Gods voorzienigheid de taal van Amerika geworden. En zooals het zich thans laat aanzien zal de Engelsche taal, meer dan eenige andere, en vooral mede door Amerika, een wereldtaal worden. Het is echter volstrekt niet noodig om de Amerikanisatie van ons Hollandsch volk op kerkelijk gebied te beginnen met het Engelsch over te nemen. Het is heel wel mogelijk, dat een gemeente de Engelsche taal gebruikt en tóch niet wérkelijk Amerikaans is.

Wat is ‘Amerikaansch’?

Het is niet zoo gemakkelijk te zeggen, wat werkelijk Amerikaansch is, wat het karakteristieke van onze natie is in onderscheiding van andere natiën. Er is veel in Amerika, dat níet Amerikaansch is. Er zijn hier elementen van véle natiën, beschaafde en onbeschaafde; van de Engelsche natie wel de meeste. Doch geen van al deze elementen is als zoodanig karakteristiek Amerikaansch; ook de Engelsche niet. Al deze elementen groeien hier samen tot een eigen natie. En al is dit proces nog lang niet voltooid, toch hebben er zich reeds enkele grondtrekken vastgezet, die kenmerkend Amerikaansch zijn.

Bovendien ontstaan er door de samenvloeiing van zoo vele en onderscheidene elementen, problemen, die speciaal Amerikaansch zijn, zoowel op godsdienstig, kerkelijk en wetenschappelijk gebied, als op het terrein van Staat en maatschappij. En zal ons Hollandsch volk nu wérkelijk Amerikaniseren, dan moeten de leiders het onderwijzen, opdat het te weten kome, wat echt Amerikaansch is, en welke de eigenlijke Amerikaansche vraagstukken zijn, aan welker oplossing ook ons volk geroepen is mede te werken. Zullen wij in waren zin Amerikaniseeren, dan  moeten wij weten wat werkelijk Amerikaaansch is.

In dit boek wordt het proces van Amerikanisatie van de Third Reformed Church in Holland (Michigan) uitvoerig beschreven.
In dit boek wordt het proces van Amerikanisatie van de Third Reformed Church in Holland (Michigan) uitvoerig beschreven.

Dit alles nu kan men ons volk evengoed in de Hollandsche taal duidelijk maken als in de Engelsche. Toen dr. A. Kuyper [1837-1920] enkele jaren geleden in Amerika was, heeft hij ons met ernst vermaand om de Hollandsche taal vooreerst níet los te laten, maar ons volk in de beide talen op te voeden. Dit is heel goed mogelijk, áls men maar wíl. Doch dan moet men ophouden hier in het huisgezin zijn provinciaal dialect van Nederland te spreken. Het is dwaas om onze kinderen hier Friesch, Zeeuwsch of Groningsch enz. te leeren. Zij kunnen daarmede in Amerika totaal niets doen, en het is een der voornaamste oorzaken dat vele kinderen geen Hollandsch kennen.

Laten toch die ouders in huis in plaats van die dialecten zoo goed mogelijk Hollandsch spreken, dan zal het onderwijs, dat op onze christelijke scholen in de Hollandsche taal gegeven wordt, daardoor gesteund worden en veel betere resultaten hebben. Vele ouders klagen er over, dat hunne kinderen geen Hollandsch meer kunnen of willen spreken en lezen, doch zij vergeten dat zij zélve daarvan de oorzaak zijn. Vele ouders hebben hun wel Friesch of Zeeuwsch of Groningsch geleerd, maar geen Hollandsch.

Deze handhaving van de Hollandsche taal naast de Engelsche is vooreerst beslist noodzakelijk om onze wezenlijke nationale karaktertrekken in Amerika te bewaren en met de Amerikaansche te doen samensmelten. Wij willen hier geen Hóllanders blijven, doch wij willen de goede karaktertrekken, welke God aan het Hollandsche volk heeft gegeven, niet wegwerpen. Wij willen hier als Hollanders niet verstijven, maar ook niet ontledigd worden. Een leege Hollander wordt nooit een volle Amerikaan. Hij wordt een leege Amerikaan, en teevens een lage, d.i. een van de minste soort. In plaats van volgens zijne roeping van Godswege voor de Amerikaansche natie een zegen te zijn, wordt hij voor háar tot schade en voor óns Hollandsch volk tot schande.

Vele Hollanders, vooral van het jonge geslacht, moesten voor zij Amerikaniseerden nog noodig practisch leeren welke de échte kenmerken van de Hóllanders zijn. Ach, wat zijn er onder hen veel leege zielen met mooie kleeren aan. Indien al onze jeugdige Hollanders onze echte deugden en karaktertrekken bewaarden, wat konden ze dán in vele streken een grooten en gunstigen invloed op de Amerikaansche natie uitoefenen. Amerikaniseeren wil dus niet zeggen, dat wij al wat Hollandsch is overboord moeten werpen, maar dat wij het goede van het Hollandsche karakter moeten vasthouden, en dat wij ons door God moeten laten gebruiken om dat goede in de Amerikaansche natie in te dragen.

Het boekje met het voorwoord van Brummelkamp waarin emigratie naar Amerika gepropageerd wordt (hierin is een uitvoerige brief van ds. A.C. van Raalte opgenomen, die zijn Amerika-reis beschrijft).
Het boekje met het voorwoord van de Afgescheiden predikant A. Brummelkamp (1811-1888) waarin emigratie naar Amerika gepropageerd wordt (1847).

Doch dit is slechts een terzijde. De ándere zijde van de Amerikanisatie bestaat daarin, dat wij al wat karakteristiek Amerikaansch en goed is, ons toe-eigenen. Doch hierop willen wij thans niet verder ingaan, vooral omdat velen, die hier geboren en opgevoed zijn, beter dan wij in staat zijn om deze zijde van de zaak te behandelen.

Met al den ernst van ons hart komen wij thans nog eens met een zeer dringend verzoek tot hen, die door hunne ontwikkeling er toe in staat zijn, dat zij ons toch willen helpen om de Amerikanisatie van ons volk in de goede richting te leiden, en daartoe ons allereerst duidelijk te maken, waarin het echt Amerikaansche bestaat, en wat er niet toe behoort. Wij roepen deze broeders toe: gij vooral zijt er van Godswege toe geroepen om ons volk hierin te dienen. Grijp het roer van het schip en stuur het met vaste hand door de branding van de Amerikanisatie heen naar de veilige haven.

Uit het bovenstaande is het duidelijk dat ‘De Gereformeerde Amerikaan’ zich een ernstig doel heeft voorgesteld. Zijn doel is niet alleen om ons volk wat degelijke christelijke leesstof in handen te geven, maar vooral om ons volk voor te lichten tot oplossing van de vraagstukken, waarvoor het híer in Amerika geplaatst wordt. En vooral in dít opzicht kon ons tijdschrift veel meer geven, indien de broeders die hiervoor bekwaamheid hebben, ons wilden helpen.

Wat wij hierboven over de Amerikanisatie gezegd hebben, geldt natuurlijk allereerst de kerk en de theologie. Ons tijdschrift heet niet slechts ‘De Amerikaan’, maar ‘De Gereformeerde Amerikaan’. Wij willen dus als gereformeerde Hollanders in kerk en theologie Amerikaniseeren. En dit moet zelfs op den vóórgrond geplaatst worden, want de Amerikanisatie op het terrein van Staat en Maatschappij enz. hangt daarvan af. (…)”.

Bron:

De Gereformeerde Amerikaan, januari 1909, jaargang XIII, nummer 1