De Gereformeerde Kerk te Rhenen

Inleiding.

Op 25 juli 1926 werd de Gereformeerde Kerk te Rhenen vanuit de kerk te Veenendaal geïnstitueerd. We beperken ons in het onderstaande verhaal tot de tijd na de oorlog en vermelden vervolgens de gevolgen van het SoW-proces, voor zover verband houdende met het kerkgebouw.

Kaart: Google.

Het eerste begin.

De Afscheiding en de Doleantie hebben in Rhenen geen duidelijke sporen nagelaten (ook de Vrijmaking in 1944 liet er nauwelijks sporen na). Er zullen vast wel aanhangers van ds. De Cock en later van dr. A. Kuyper zijn geweest, maar veel waren het er niet en als ze er waren, sloten ze zich aan bij kerken in de omgeving, vermoedelijk vooral bij die van Wageningen, waar op 29 april 1888 een dolerende gemeente tot stand kwam.

Hoe dan ook, de gereformeerden in Rhenen vielen in de tweede helft van de negentiende eeuw in ieder geval onder de zorg van de Dolerende kerk te Wageningen. Vermoedelijk waren dat ongeveer drie gezinnen. In november 1897 werd br. Van der Koekelt, in Rhenen woonachtig, ouderling van de kerk te Wageningen. Hij en ook de andere gereformeerden moesten dus naar Wageningen om een kerkdienst bij te wonen.

In 1910 wilde een zekere br. Van Vessem de reis een beetje makkelijker maken door op zondagmorgen een karretje te laten rijden voor het vervoer van en naar de kerk te Wageningen. Het plan was er, maar de uitvoering ervan is minder zeker. Mogelijk dat de kerkenraad dat zondagsarbeid achtte en het plan daarom niet doorging.  De benenwagen of de fiets bleven over. De tram was not done, en ook al nam je de tram, dan nog was je de hele dag onderweg om de beide diensten in Wageningen bij te wonen.

De in 1888 in gebruik genomen dolerende Noorderkerk te Wageningen.

Door de afstand bleef het kerkbezoek er dus wel eens bij. Ook het catechisatiewerk leed onder de afstand. In de kerkenraad van Wageningen werd op een gegeven moment verzucht ‘dat de kinderen te Rhenen enigszins in het wild opgroeien, wat betreft de Waarheid, temeer daar er te Rhenen ook geen christelijke school is’. Wel kwam de Wageningse predikant ds. C.L.F. van Schelven (1858-1933)  – van 1893 tot zijn emeritaat in 1923 predikant te Wageningen – zo nu en dan onder de Cuneratoren, voor catechisatie of doop, maar dat weerhield sommige gereformeerden er niet van in Rhenen zo nu en dan huisbijeenkomsten te houden, waar preken gelezen werden.

Ds. C.L.F. van Schelven (1858-1933).

In 1916 kochten de broeders voor dat doel zelfs een stuk grond, zodat daar een eigen kerkje kon worden gebouwd. Maar die kerk kwam er niet, zodat men het perceel acht jaar later maar weer verkocht. ‘Wij mochten van Wageningen echter weinig medewerking ondervinden, dus bleven wij met al onze goede plannen alleen staan’, zo sprak A.J. Koekoek in een herdenkingsrede in 1931, bij het eerste lustrum van de Rhenense kerk. Twintig jaar later werd tijdens de institueringsherdenking opgemerkt: ‘Uit alles bleek dat de goede wil [in Wageningen] er wel wás, doch dat de uitvoering van de goede voornemens dikwijls op moeilijkheden afstuitte. Daarom was er nog geen sprake van een geregelde geestelijke bearbeiding’. Zoveel is dus zeker.

De eerste stappen.

De eerder genoemde A.J. Koekoek kwam in 1915 in Rhenen wonen en hij droeg de Gereformeerde Kerken een warm hart toe. In zijn woning werden het jaar daarop voor het eerst regelmatig bijeenkomsten met preeklezen gehouden. Op 16 oktober dat jaar werd op die manier zelfs de ‘eerste dienst’ gehouden, waarbij niet alleen een preek gelezen werd, maar ook ‘met de hoed’ gecollecteerd werd. De fl. 2,24 ½ werden afgedragen aan de kerk en aan de diaconie te Wageningen.

Niemand voelde er voor om dat zo te laten blijven. Vandaar dat in mei en juni 1917 enkele vergaderingen gehouden werden ‘ter bevordering der Rhenense belangen der gereformeerde leden’ met de bedoeling te overleggen wat er verder gedaan zou moeten worden. Moest maar eens contact gezocht worden met de Ledeboerianen in Rhenen? De Ledeboerianen waren aanhangers van ds. L.C.G. Ledeboer (1808-1863), die zich in 1840 van de hervormde kerk afscheidde, zich níet bij de toenmalige ‘Christelijke Afgescheidene Kerk’ aansloot, maar eigen kerkelijke wegen bewandelde. Zijn volgelingen stichtten later de ‘Gereformeerde Gemeenten’ en de ‘Oud-Gereformeerde Gemeenten’. Dat vonden de meeste aanwezigen echter te ver gaan.

De kerk van Oud-Gereformeerde Gemeente te Rhenen (volgelingen van ds. Ledeboer, 1808-1863), in 1927 in gebruik genomen (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

Men ging voort met preeklezen in eigen kring. Men was onderling tot de overtuiging gekomen dat de Rhenense broeders dat net zo goed konden als die uit Wageningen. Want ‘men moest niet teveel tegen de Wageningers opzien, die wat hunne kennis, positie enz. betreft, zoover boven die te Rhenen uitsteken’.

In 1917 scheidde zich een vrouw af van de hervormde gemeente te Rhenen om zich aan te sluiten bij de Gereformeerde Kerk te Wageningen. Maar dat is zo ongeveer het enige dat in die tijd in de notulen van de hervormde gemeente aldaar te vinden is.

Het jaar daarop vertrok A.J. Koekoek uit Rhenen. Het preeklezen in zijn woning was dus niet meer mogelijk; kennelijk kon men ook geen andere locatie vinden, want Koekoek klaagde enige tijd later in de kerkenraad van Wageningen over de toestand in Rhenen, namelijk dat ‘het actieve leven van de meeste Rhenense gereformeerden sluimerend is geraakt’. Vandaar dat men br. Van de Nadort (woonachtig te Rhenen) vroeg zijn woning ter beschikking te willen stellen voor het houden van bijeenkomsten. Ook zou hij een vergoeding krijgen om na afloop een werkvrouw de rommel te laten opruimen.

Maar de situatie in Rhenen werd er niet gunstiger op. Slechts vier van de tien gereformeerde gezinnen woonden het preeklezen bij (de overige gingen kennelijk gewoon naar de kerk in Wageningen), zodat men in de kerkenraad niet veel heil zag in het bouwen van een kerk in het dorp.

Naar Veenendaal.

Ds. J.J. Berends (1865-1955) van Veenendaal.

En toen kwam men in contact met ds. J.J. Berends (1865-1955), die van 1921 tot zijn emeritaat in 1932 in het nabijgelegen Veenendaal stond. Er ontstond een ‘klik’ en op 8 juli 1924 gingen de toen vijfenveertig gereformeerden van Rhenen over naar de kerk te Veenendaal. Ds. Berends kwam naar Rhenen en stelde dringend voor een evangelisatievereniging op te richten om de omgeving te bewerken, door op bijeenkomsten de mensen het evangelie bekend te maken. Dat gebeurde. De eerste vergadering werd op 14 maart 1924 gehouden in de woning van A. van de Nadort aan de Heerestraat. De vereniging kreeg de naam Uw Koninkrijk Kome. Ds. Berends hield vol: deze vereniging moest het beginpunt worden van het uiteindelijke doel: de instituering der Gereformeerde Kerk te Rhenen, hoe weinig leden die kerk vooralsnog ook zou tellen.

De Brugkerk te Veenendaal (1887-2004).

Kennelijk kerkten sommige gereformeerden bij gebrek aan een eigen kerk nog steeds in de hervormde kerk te Rhenen. Dat was tegen het zere been van ds. Berends, die er met nadruk op wees dat ‘kerken in de hervormde kerk eigenlijk behoort te worden nagelaten’. Daarmee waren meerdere leden van de Evangelisatievereniging het niet eens. Als je naar een hervormde preek luisterde, wilde dat nog niet zeggen dat je de hervormde kerkenraad erkende. Toen iemand uit Veenendaal echter wees op het voorbeeld van Eindhoven, waar weínig preeklezende broeders zóveel mensen aantrokken, dat ‘het nu een gemeente van 700 leden is’, gaven de anderen toe. Zo begon men dus met dubbele energie aan het geregeld houden van de leesdiensten bij br. Van de Nadort aan de Heerestraat.

Een stuk grond gekocht en een kerkje gebouwd.

Half januari 1925 werd voor fl. 720 door de evangelisatievereniging een stuk grond gekocht en een half jaar later besloot men daarop een kerk te bouwen. In september werd de aanbesteding gehouden. Van Erk en Heitink waren de laagste inschrijvers en kregen de opdracht de kerk te bouwen voor fl. 4.750. Op 9 oktober 1925 begon men met het werk en op 20 februari 1926 was de kerk klaar! Voor niets ging natuurlijk de zon op, zodat de Rhenense gereformeerden botje bij botje legden en bovendien een brief stuurden naar alle Gereformeerde Kerken in het land, waarin gevraagd werd bij te dragen aan de kerkbouw te Rhenen. Geld voor het afsluiten van een hypotheek van fl. 3.000 werd voorgeschoten door iemand uit Veenendaal.

Het in 1926 gebouwde evangelisatiegebouw ‘Uw Koninkrijk Kome’, dat hetzelfde jaar als gereformeerde kerk in gebruik genomen werd.

Op woensdag 3 maart 1926 kon het evangelisatiegebouw van ‘Uw Koninkrijk Kome’ aan de Nieuwe Veenendaalseweg in gebruik genomen worden! Zelfs B en W waren aanwezig. De kerkenraad van de hervormde gemeente liet echter verstek gaan. Ds. Berends sprak onder grote belangstelling naar aanleiding van 1 Petrus 2:4 en 5a: ‘Tot welke komende als tot een levende Steen, van de ménsen wel verworpen, maar bij Gód uitverkoren en dierbaar. Zo wordt ook gijzelven als levende stenen gebouwd tot een geestelijk huis’. Het kerkje werd na enige tijd het ‘Koekoekskerkje’ genoemd. Later kreeg de kerk als officiele naam: ‘Ontmoetingskerk’.

Al vóór de derde maart hadden de leden van de vereniging besloten dat een eigen zelfstandige Gereformeerde Kerk zou worden geïnstitueerd. Het verzoek ging dus naar de classis, die op 22 juni 1926 toestemming gaf. Vandaar dat twee weken later, op 7 juli, ouderlingen gekozen werden, te werten ds. A van Dijken (1864-1931), J. Griffioen en A.J. Koekoek; als diakenen werden verkozen de brs. Van de Nadort en Veenstra. Op 25 juli 1926 werden zij in hun ambt bevestigd. Dat was het moment waarop de Gereformeerde Kerk te Rhenen geïnstitueerd werd (de bovengenoemde ds. A. van Dijken was emeritus-predikant van Amsterdam-Zuid (Overtoom), die de eerste jaren veel voor de kerk te Rhenen gedaan heeft).

Na een hulpprediker de eerste predikant.

De eerste predikant van de kerk te Rhenen trad op 28 januari 1934 aan in de persoon van ds. M.M. Horjus (1876-1936), die tot zijn overlijden in 1936 aan de gemeente verbonden was. Maar vóor zijn predikantschap had de kerkenraad sinds augustus 1932 alles in het werk gesteld om een hulpprediker aan de gemeente te kunnen verbinden. Dat was goedkoper dan een ‘heuse’ predikant. Een emeritus-predikant lag niet in de mogelijkheden, maar wel kon de Hongaarse predikant ds. Laszlo Horvath aan de gemeente verbonden worden.

Aanvankelijk leek alles goed te gaan: ‘O, wat vonden de zusters der gemeente hem een knappe man’, ook al was de verbintenis aan Rhenen slechts voor de tijd van zes maanden (want dan zou hij terugkeren naar Hongarije). Al snel kwamen er echter klachten ‘over uitlatingen van ds. Horvath’ en over het feit dat de kerkdiensten korter duurden dan gewenst was, ook al was dat volgens ds. Horvath ‘maar een kwartier’. Maar in december 1932 maakten de notulen  van de kerkenraad melding van het feit ‘dat de gemeente verdeeld en verscheurd is’ (of de zusters der gemeente ook verdeeld en verscheurd waren wordt niet apart vermeld), ‘zodat het avondmaal niet gevierd kan worden’. Eigenlijk mocht ds. Horvath alleen maar een stichtelijk woord spreken, verklaarden deskundigen, want officieel was hij geen predikant.

Hoe dan ook, ds. Horvath nam op 1 mei 1933 afscheid van de gemeente. Wel niet met ‘een huldeblijk’, zoals sommigen wilden, ‘want dat was menschenvereering’, maar ‘met een getuigschrift’.

Ds. M.M. Horjus (1876-1936).

Op 28 januari 1934 woonden 151 kerkgangers de intrede van ds. M.M. Horjus bij; het gemiddelde aantal kerkgangers schommelde in die tijd op zondagochtend tussen de 40 en 130. De komst van de eerste predikant betekende voor de gemeente een ‘nieuw tijdperk’. Het kerkbezoek begon te stijgen, ook al was er ook wel een keer een kleinere opkomst ‘zodat men wel kon schieten door de kerk’.

Ds. Horjus stond dus maar twee jaar in Rhenen; hij overleed in 1935 ‘aan een dodelijke ziekte’.

De oorlog.

De opvolger van ds. Horjus was ds. W.J. Meister (1907-1966), die vanaf 1937 aan de kerk te Rhenen verbonden was. De eerste twee jaar verrichtte hij hulpdiensten, en op 29 januari 1939 werd hij als predikant aan Rhenen verbonden; op 17 november 1940 nam hij afscheid.

De oorlog was toen inmiddels uitgebroken. Tijdens de hevige strijd op de Grebbeberg bij de inval van de Duitsers werd een deel van Rhenen zwaar beschadigd. In kolenschuiten werd een groot deel van de bevolking in allerijl over het water geëvacueerd  naar Zuid-Holland. Na enige tijd konden de meesten weer terugkeren. Ds. Meister ging toen voor in een openluchtdienst in het Plantsoen. Op 2 juni 1940 kon de kerkenraad weer in het onbeschadigd gebleven kerkgebouw bijeenkomen.

Na het vertrek van ds. Meister naar het Friese Wommels kwam ds. L. Moesker (1906-1981) naar Rhenen, die op 2 november 1941 intrede deed. Op 22 oktober 1944 moest Rhenen op last van de bezetter opnieuw worden ontruimd. Die evacuatie duurde langer dan de eerste, namelijk tot eind 1945; ‘de gemeente leefde in die tijd in de verstrooiing’, zo melden de notulen. Ds. Moesker vertrok op 1 oktober 1946 naar ’s-Gravenzande. Hij werd opgevolgd door ds. G.F. Snel (1891-1967), die van 1947 tot 1950 aan de kerk van Rhenen verbonden was.

Ds. H. Volten (1902-1966).

Ds. H. Volten (1902-1966) kwam in 1951 naar Rhenen. Aanvankelijk als hulpprediker (daarnaast was hij sinds 1950 studentenpredikant te Wageningen), maar vanaf 20 februari 1955 als predikant. Tot zijn overlijden op 2 augustus 1966 was hij aan de kerk van Rhenen verbonden.

De kerk.

Het kerkgebouw werd ondertussen in de loop der jaren tot tweemaal toe vergroot. Ook kwam het ‘Samen-op-Weg-proces’ in Rhenen op gang, wat tenslotte uitmondde in een fusie tussen de Gereformeerde Kerk en de Hervormde wijkgemeente Rhenen-Hoog. Deze vond plaats op 1 januari 2007. Men besloot toen de gereformeerde Ontmoetingskerk te verkopen en gezamenlijk als Gereformeerde Kerk en Hervormde Gemeente het (voormalig hervormde) wijkcentrum Rhenen-Hoog aan de Anjerlaan te verbouwen, waarbij een geheel nieuwe kerkzaal werd gerealiseerd. Het vernieuwde kerkgebouw werd (weer) ‘Ontmoetingskerk’ gedoopt.

De verbouwde en vergrote ‘Ontmoetingskerk’ te Rhenen (eigen opname).

Nadat besloten was de gereformeerde ‘Ontmoetingskerk’ te sluiten en te verkopen werd in september 2009 een veiling van het kerkmeubilair gehouden om met de opbrengst de vernieuwde Ontmoetingskerk aan de Anjerlaan in te richten. Niet alles kon mee naar de Anjerlaan. De kerkbanken konden in de vernieuwde kerkzaal natuurlijk niet gebruikt worden, en ook gingen niet  alle glas-in-loodramen mee.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Rhenen tussen 1927 en 2003.

De verbouwde kerk aan de Anjerlaan werd zondag 14 juni 2009 in gebruik genomen maar werd half september pas officieel geopend met een liturgische viering en receptie.

De gesloten gereformeerde Ontmoetingskerk aan de Nieuwe Veenendaalseweg zou – zo besloot de koper – worden gesloopt.

Bronnen:

G. Boelema e.a., Terugblik … en vooruitzicht 1888 – 29 april – 1989. Honderd jaar Gereformeerde Kerk te Wageningen. Wageningen, 1988

F. Goedknecht e.a., Verleden en Toekomst. 75 jaar Gereformeerde Kerk Rhenen. 1926-2001. Rhenen, 2001

P. van de Peppel, Preken, Poezie en Pubers. Een bundel teksten van ds. Peter van de Pelle bij zijn afscheid van Rhenen. Rhenen, 2006

© 2017. GereformeerdeKerken.info