De strijd voor een eigen kerk in Oude Leije (2)

‘Een schrede voorwaarts gezet, maar ….’

( < Naar deel 1 ) – Maar de classis van juli 1901 ontraadde de broeders in Oude Leije nu al over te gaan tot de instituering van de kerk.

De Lege Hearedyk met de gereformeerde kerk te Hijum.

Ze stelden voor (1) de naam van de Kerk van Hijum en Finkum te wijzigen in: ‘Gereformeerde Kerk te Hijum, Finkum en Oude Leije‘; (2) dat de nieuwe predikant eens per maand een zondagmiddag de dienst in Oude Leije zou leiden en dat de predikant in de pastorie te Hijum zou gaan wonen; (3) in Oude Leije geen leesdienst te houden als in Hijum een dienst des Woords of een leesdienst gehouden werd. De broeders te Oude Leije zouden dus de zondagse diensten in Hijum weer gaan bijwonen en in Oude Leije alleen zgn. weekdiensten houden; (4) mocht in de winter het weer zo slecht zijn dat het bezoeken van de kerk in Hijum bezwaarlijk was, dan mocht men in Oude Leije een leesdienst houden onder leiding van een van de ouderlingen uit Oude Leije. (5) En wat de Vrije Evangelischen betrof: de broeders in Oude Leije werd aangeraden ‘die christenen persoonlijk te bezoeken’, zo mogelijk ook door er een zondagsschool voor de kinderen te stichten, ‘om op deze wijze de dwalenden weer te recht te brengen’. Zo wordt besloten”.

“Een schrede voorwaarts gezet op den weg, voorzeker. Wel was het doel niet bereikt, doch het wit bleef in ’t oog; er werd bestendig gewerkt en het besef levendig gehouden en met geduld en lijdzaamheid de tijd verwacht waarop de Heere de bede en wenschen zou vervullen. Doch hoe meer het besef werd levendig gehouden tot kerkformatie te Oude Leije, des te krampachtiger werd door de kerk van Hijum het doel en streven onderdrukt, wat meer dan eens aanleiding gaf tot onaangename verwikkelingen”.

Ds. R. Middelveld (van 1902 tot 1907).

Ds. R. Middelveld (1873-1949) op latere leeftijd.

Intussen had ds. R. Middelveld (1873-1949) op 20 juli 1902 intrede gedaan in de kerk van Hijum-Finkum en Oude Leije. Tijdens zijn predikantschap “werd het er door Hijums kerkenraad op toegelegd om hetgeen men in Oude Leije reeds had verkregen, weer te verplaatsen naar Hijum. Zelfs de catechese alhier, zoowel als het vereenigingsleven kon men niet dulden en wenschte niets liever dan dat het te Oude Leije verviel en zich verplaatste naar Hijum”. Maar de wil van de broeders in Oude Leije werd daardoor hoe langer hoe meer aangewakkerd te komen tot instituering van een eigen kerk.

Een kerk institueren in Oude Leije, of anders…!

In februari 1904 ging dus opnieuw een verzoek naar de kerkenraad om in Oude Leije de ambten in te stellen en samen met de kerk van Hijum een predikant te beroepen; de kerkenraad ging daarmee echter niet akkoord. Vandaar dat de broeders in april 1904 in beroep gingen bij de classis Leeuwarden. In de protestbrief zat een dreigement verpakt: als de kerk van Hijum opnieuw voor het beroepen van een predikant ‘de weg van combinatie met Oude Leije’ zou afsluiten, zouden de broeders van Oude Leije zich losmaken van de kerk van Hijum-Finkum, en zich in verbinding stellen met Oude- en Nieuwe Bildtzijl, waar op korte termijn een zelfstandige Gereformeerde Kerk zou worden geïnstitueerd. Samen met díe kerk zou men dan een predikant gaan beroepen. De classis ging er echter niet op in en handhaafde haar beslissing van juli 1901.

En ook in 1906 – toen opnieuw een soortgelijk verzoek werd ingediend – bleven kerkenraad en classis op hun standpunten staan. Maar de behandeling op de classis verliep wel heel anders dan de broeders uit Oude Leije hadden gedacht! Toen een deputatie uit Oude Leije, bestaande uit ouderling D. van der Meer, B. van der Meer en A. Reitsma de classisvergadering binnentrad om de discussie mee te maken en eventueel een nadere toelichting te geven op het verzoek om kerkinstituering, bleek dat het onderwerp reeds was behandeld en… het verzoek van de hand gewezen!

Overzicht langs de Vaart bij Oude Leije (foto: Rijskdienst voor het Cultureel Erfgoed, A.J. van der Wal).

“Reeds een paar dagen nadat de classisvergadering was gehouden werd door een broeder te Oude Leije vernomen de reden die door Hijums kerkenraad was opgegeven, waaruit de classis haar besluit had genomen, en bleken veel gegevens onwaar te zijn”. Daarom besloten de broeders protest aan te tekenen tegen deze gang van zaken en tegen het genomen besluit en zou men de classis vragen een deputatie naar Oude Leije te sturen om de zaak van de kerkinstituering te onderzoeken. Dat verzoek werd ingewilligd en vijf predikanten werden benoemd om ter plaatse de zaak te bestuderen.

Een nieuwe regeling (1906).

Het resultaat van het onderzoek was dat een nieuwe regeling werd afgesproken tussen Hijums kerkenraad en de leden te Oude Leije: in de wintermaanden zou Hijums predikant op zondagmiddag eenmaal per maand in de kerkdienst in Oude Leije voorgaan. Alle andere zondagmiddagdiensten in Oude Leije zouden leesdiensten zijn, behalve in de zomermaanden, dán zou de predikant van Hijum eens in de veertien dagen in Oude Leije een kerkdienst leiden. Ook het catechiseren bleef in Oude Leije.

“De gevolgen dezer verandering ten goede bleven niet uit: voor zoo ver men kon nagaan was dit werk niet vruchteloos. Spoedig bleek de lokaliteit te klein. Nog altijd was eerder genoemde kamer [van de wed. Van der Meer) de vergaderplaats, en hoewel reeds een- en andermaal vergroot, werd ook nu weer de ruimte te beperkt, terwijl licht en lucht beide evenzeer ontbraken, zodat vanuit Oude Leije stemmen opgingen voor een verbetering van lokaliteit. Er moest verandering komen! Te Hijum wist men dit ook, maar het ideaal te Oude Leije – de kerkinstituering – wist men daar evenzeer, en men vreesde daarvoor, en daarom werd het dus zo lang mogelijk uitgesteld”.

Een oude ansicht met een gezicht op Oude Leije.

Waarom was de kerkenraad van Hijum zo bang voor een zelfstandige kerk in Oude Leije? Heel eenvoudig: de toch al kleine kerk van Hijum en Finkum zou door de afsplitsing van Oude Leije een naar verhouding behoorlijk aantal leden verliezen. Dat had een flinke teruggang van de inkomsten tot gevolg, zowel van de kerkelijke bijdragen, als van zitplaatsenverhuur en collecte-opbrengsten. Kon de kleine kerk van Hijum op nóg smallere basis wel stand houden? Een heel legitiem argument.

“Tot eer van ds. Middelveld moet gezegd, dat hij de werkzaamheden volgens overeenkomst te Oude Leije ijverig en stipt ten uitvoer bracht”, tot hij in 1907 een roeping aannam en op 11 augustus 1907 afscheid van Hijum (en dus ook van Oude Leije) nam.

 Ds. J. Visser (van 1907 tot 1913).

Al heel snel na diens vertrek deed ds. J. Visser (1871-1956) van Laar (Duitsland) op 24 november 1907 intrede in de kerk van Hijum-Finkum en Oude Leije. Hoe lang hij ermee in zijn schik was is een goeie vraag. Lees wat de notulen van Oude Leije daarover zeggen:

Ds. J. Visser (1871-1956).

“De alstoen beroepen predikant ds. J. Visser, die de roeping aannam en de herdersstaf over Hijum, Finkum en Oude Leije op zich nam, stond te dien opzichte op een ander standpunt dan zijn voorganger. Want toen ook hij door Hijums kerkeraad werd verzocht in die richting te werken en zich niet veel met Oude Leije te bemoeien, gaf hij ten antwoord dat hij beroepen was als predikant van Hijum, Finkum én Oude Leije en hoopte ook de plaatselijke belangen van Oude Leije evengoed te behartigen als die te Hijum en Finkum. Dit werd hem echter moeilijk gemaakt, en had ten gevolge, dat men te Hijum het hem bijna in alles liet merken en hem het leven lastig maakte, terwijl men [in Oude Leije] zich gaarne onder zijne zorge stelde, en het stond dan vast dat men [te Oude Leije] er nu niet aan dacht zich aan zijn zorge te onttrekken en direct tot kerkformatie zou verzoeken. Men gevoelde nu dat ds. Visser een goede voogdijschap beoogde, terwijl het zijn overtuiging was dat de oplossing tusschen Hijum en Oude Leije lag in kerkformatie, in voorlopige combinatie met Hijum [voor wat betreft het beroepen van een predikant]; hetzelfde wat men ook te Oude Leije begeerde”.

Een nieuwe kerk, ‘een eenvoudig doch net gebouw‘ (1910).

“De overtuiging dat de lokaliteit [te Oude Leije] onvoldoende was, wist hij duidelijk in het licht te stellen en mede door zijn samenwerking en beleid, werd een voorstel om tot het bouwen van betere lokaliteit over te gaan, aangenomen (men móest, het kon niet langer wachten), ofschoon het duidelijk was dat het niet de sympathie van de broeders in Hijum had, wat ook toch te meer bleek uit het lenen van geldelijke aandelen; doch dit alles kon niet verhinderen dat een eenvoudig doch net gebouw verrees dat ongeveer 130 zitplaatsen bevatte”.

Het gereformeerde kerkje te Oude Leije.

Vooral dankzij de inzet van ds. Visser kwam er dus een ‘eenvoudig net gebouw’ op de plaats waar eerst ‘het huis met twee woningen’ van wed. Van der Meer stond. Kennelijk werd over een en ander in de notulen van Hijums kerkenraad niet of nauwelijks gerept, want in het gedenkboekje van die kerk wordt er niets over gemeld en wordt ds. Visser slechts eenmaal in het voorbijgaan genoemd.

‘Noodgedwongen, om uit het moeras te komen’…

Vooral de arbeid van ds. Visser leidde tot een voor de broeders in Oude Leije verbazingwekkende omslag in de houding van Hijums kerkenraad. Deze verzocht in oktober 1901 namelijk een vergadering van manslidmaten te Oude Leije bijeen te roepen ‘om zich uit te spreken over een voorstel tot instituering der kerk te Oude Leije’!

De broeders in Oude Leije ‘waren algemeen van gevoelen dat dit voorstel niet uit een zuivere begeerte tot kerkformatie voortvloeide’. Vandaar dat ze de kerkenraad meedeelden (1) dat ze zeer verbaasd en verwonderd waren over het voorstel; (2) dat men vermoedde dat de kerkenraad (uitgezonderd de voorzitter, ds. Visser) – gezien alles wat in het verleden had plaatsgevonden – het voorstel zeer tegen zijn zin had gedaan, en ook alleen maar ‘noodgedwongen, om uit het moeras te komen’; (3) dat het voorstel van de voorzitter van de kerkenraad (ds. Visser) dan wel niet ‘in de gunst des kerkeraads’ zal zijn gedaan, maar wél in de gunste Gods kon zijn, en dat het in ieder geval ‘ongedacht den weg opende’, die men in Oude Leije reeds lang had begeerd, maar niet had kunnen verkrijgen; (4) dat de broeders in Oude Leije het betreurden dat het voorstel ook inhield níet samen met Hijum een predikant te gaan  beroepen, maar dat Oude Leije slechts een consulent zou krijgen. Ze vonden dat gedeelte van het voorstel erg jammer, ‘omdat het hard valt de door hen allen veel beminden en hoog geachten leeraar (ds. Visser) te moeten missen’. Want van gezamenlijk een predikant te beroepen, nee, daar wilde Hijums kerkenraad niets van weten.

Zoals het gereformeerde kerkje te Oude Leije er tegenwoordig bij staat.

Akkoord.

Toch gingen de broeders in Oude Leije met het verzoek akkoord: de door de kerkenraad gevraagde bijeenkomst met de manslidmaten werd dan ook gehouden op 20 oktober 1909. De classis Hallum was echter – ‘gelet op hetgeen vroeger was voorgevallen’ – niet toeschietelijk. Ze benoemde weer een commissie van drie predikanten en twee ouderlingen die de zaak nog maar eens van alle kanten moest bekijken. De commissieleden richtten zich vooral op het uit de weg ruimen van wat vroeger de verhoudingen had bedorven. Maar de deputaten vonden het uiteindelijk toch ook het beste dat Oude Leije zelfstandig werd. Maar ze stelden de kerkenraad van Hijum óók voor om wél samen met Oude Leije een gezamenlijke predikant te beroepen, ‘omdat beide kerken elkaar uit financieel oogpunt nodig hebben’.

Weer roet in het eten.

“Doch” – zo bleek al snel – “een invloedrijk classispredikant (die op het gebied van kerkformatie al even bekrompen was als Hijums kerkeraad), wist door handigheid zijn wensch te verwezenlijken en het voorstel van deputaten omver te werpen en opnieuw een deputatie benoemd te krijgen, in welke deputatie hij zélf zitting nam”. De deputaten vergaderden en vergaderden, en uiteindelijk overlegden ze samen met Hijums kerkenraad, waarin ook leden uit Oude Leije zitting hadden.

De deputaten deden het voorkomen alsof er in het verleden door de kerkenraad van Hijum goed voor de leden in Oude Leije gezorgd was, waaruit volgens de broeders te Oude Leije eens te meer bleek dat de deputaten alles deden om “Oude Leije weer onder voogdij van Hijum te brengen”. Voor de klachten van Oude Leije ‘schenen de deputaten evenwel geen ooren te hebben’. Men adviseerde Oude Leije tot de volgende classis leesdiensten te houden. De classis ging toen uiteen.

De zijkant van het gereformeerde kerkje te Oude Leije, dat sinds 1971 – toen de kerk van Oude Leije werd opgeheven – als opslagplaats gebruikt wordt.

De ambtsdragers uit Oude Leije besloten toen aan de manslidmaten in Oude Leije voor te stellen een brief aan de classis Hallum te richten (daar hoorden Hijum en Oude Leije sinds kort bij). Daarin werden alle klachten op een rij gezet en werd duidelijk onder woorden gebracht waarom kerkinstituering in Oude Leije wenselijk was.

De kerk geïnstitueerd (1910).

Alle manslidmaten in Oude Leije ondertekenden het schrijven, dat op de classis van april 1910 behandeld werd. Het voorstel om in Oude Leije de Gereformeerde Kerk tot openbaring te brengen werd toen met algemene stemmen aangenomen! “De Heere heeft groote dingen bij ons gedaan, dies zijn wij verblijd”. Over de door de classis voorgestelde grens tussen de kerk van Hijum en Oude Leije “kon men echter aanvankelijk niet tot overeenstemming komen. De grens werd zó bekrompen en eng gesteld dat het in het oog lopend partijdig was. Op de classis werd evenwel de grens, zoals die door de deputaten was voorgesteld aangenomen”. Het ging daarbij om een boer en zijn gezin die precies tussen Hijum en Oude Leije woonden. Beide kerken konden diens geld goed gebruiken…

Hoe dan ook, de eerder benoemde deputaten bleven in functie en kregen opdracht de instituering te regelen. Op 1 mei 1910 werden naast de bestaande ambtsdragers, ouderling L. Elzinga en diaken R. Dijkstra (die namens Oude Leije al in Hijums kerkenraad al zitting hadden), nog gekozen de ouderlingen S.J. Porte en A. Reitsma en de diakenen G. Dijkstra en T. van der Hoek.

De classis benoemde ds. Visser tot consulent van Oude Leije en deze bevestigde op pinkstermaandag 16 mei 1910 de nieuw gekozen ouderlingen en diakenen in het ambt. Daarmee was na jaren van strijd en volharding De Gereformeerde Kerk te Oude Leije geïnstitueerd!

Nawoord.

De (inmiddels voormalige) gereformeerde kerk te Oude Bildtzijl.

Ds. Visser nam in 1913 afscheid van Hijum, en hield toen dus op consulent te zijn. Oude Leije was een kleine kerk, die nooit een eigen predikant heeft gehad. De consulent, de classispredikanten en dominees van elders gingen er soms voor, maar vaak werd een leesdienst gehouden. Het kerkelijk leven te Oude Leije bleef gespaard voor grote problemen. Maar in 1971 bleek het voor de kerk van Oude Leije niet meer mogelijk een zelfstandig bestaan te lijden. Vandaar dat de kerk per 1 maart 1971 bijna geruisloos werd opgenomen in de nabij gelegen Gereformeerde Kerk te Oude- en Nieuwe Bildtzijl.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Oude Leije tussen 1911 en 1971.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Oude Leije tussen 1911 en 1971.

Bronnen onder meer:

Archief Gereformeerde Kerk te Oude Leije. Tresoar, Leeuwarden

Archief van de Classis Hallum van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Tresoar, Leeuwarden

Archief van de Classis Leeuwarden van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Tresoar, Leeuwarden

Archief Particuliere Synode Friesland van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Tresoar, Leeuwarden

B. Bijma, Gods hand in mensenwerk. 141 jaar Gereformeerde Kerk Hijum-Finkum, dec. 1872-jan. 2014. Hijum, 2014

J. Giesendanner, Ds. Jan Marinus Remein (…). Oostzaan, 2011

G.J. Mink, Op het tweede plan. Evangelisten in de tweede helft van de negentiende eeuw. Leiden, 1995

Website Geschiedenis van Alde Leie

© 2019. GereformeerdeKerken.info