Het orgel van de gereformeerde kerk (PKN) aan de Bouwstraat in het Overijsselse Ommen werd veertig jaar geleden in gebruik genomen. Daaraan werd onlangs ‘op een gepaste wijze’ aandacht besteed.
Omdat het bestaande orgel begin jaren ’70 van de vorige eeuw grote gebreken vertoonde, werd in maart 1975 een orgelcommissie benoemd die moest onderzoeken wat de beste strategie zou zijn: het bestaande orgel oplappen of een nieuw instrument aanschaffen. Op advies van de landelijke Gereformeerde Organisten Vereniging werd besloten het oude orgel niet te restaureren omdat het zgn. electro-pneumatische orgelsysteem zeer onderhoudsgevoelig was en in de toekomst tot onverantwoorde kosten zou leiden. Het nieuwe instrument moest een mechanisch kerkorgel zijn dat veel minder onderhoud zou vergen.
Financiële acties in de kerkelijke gemeente brachten fl. 135.000 op, aangevuld met een beginkapitaal van fl. 40.000 van de Commissie van Beheer, zodat in april 1980 de aanbesteding gehouden kon worden. Uiteindelijk kwam men terecht bij orgelbouwer W. van den Berg te Deest bij Nijmegen. Deze liet zich voor de klank van het instrument inspireren door de Duitse orgelbouwer Silbermann, die orgels bouwde met een heldere, wat lichte klankkleur, vooral bestemd voor de begeleiding van de gemeentezang. Het nieuwe 1100 pijpen tellende orgel werd op 10 oktober 1980 in gebruik genomen tijdens een feestelijke bijeenkomst, waar organist Piet Groenendijk ‘een luisterrijk concert’ gaf.
Op zondag 11 oktober 2020 werd tijdens de dienst (die onder leiding stond van ds. mevr. M. de Vries), door organist Klaas Schaap aandacht besteed aan het orgel. Vóór de dienst speelde hij werken van Dietrich Buxtehude, Johann Sebastian Bach en Georg Bohm; na de dienst bracht hij psalm 146 ten gehore in een compositie van Jan Zwart.