De Gereformeerde Kerk te Egmond

De gereformeerden te Egmond behoorden aanvankelijk tot De Gereformeerde Kerk te Alkmaar. Pas op 1 januari 1995 werd De Gereformeerde Kerk te Egmond geïnstitueerd. Een kort overzicht.

Kaart: Google.

Afscheiding, Doleantie en Vereniging.

Ook in Egmond waren in de jaren ’80 van de negentiende eeuw leden van de hervormde gemeente verontrust over de toestand van de ‘vaderlandse kerk’; behalve tegen de vrijzinnigheid die steeds verder opdrong, hadden ze ook grote bezwaren tegen  de top-down structuur van de hervormde kerkregering, waar de synode aan de kerkelijke touwtjes trok en de plaatselijke gemeenten nauwelijks iets in te brengen hadden. In 1816 had  de overheid het Algemeen Reglement voor het bestuur van de Hervormde Kerk aan de gemeenten opgelegd en tegelijk de aloude Dordtse Kerkorde afgeschaft.

De strijd tegen deze twee aspecten van het hervormd kerkelijk leven, de vrijzinnigheid en de centralistische kerkregering, leidde in 1834 en volgende jaren tot een landelijke Afscheiding van het ‘hervormde kerkgenootschap’, onder leiding van ds. H. de Cock (1801-1842) te Ulrum In vele plaatsen in ons land kwamen Afgescheiden Gemeenten tot stand, die samen de Christelijke Afgescheidene Kerk vormden. Door een landelijke kerkenfusie met een ander Afgescheiden kerkgenootschap heette deze kerk echter sinds 1869 ‘Christelijke Gereformeerde Kerk’.

Ds. H. de Cock (1801-1842) en dr. A. Kuyper (1837-1920).

De tweede orthodoxe uittocht uit de hervormde kerk, die we de Doleantie zijn gaan noemen, begon in 1886 weliswaar in Kootwijk, hoewel de kerkstrijd in Amsterdam verreweg de meeste aandacht kreeg. Daar werd op 16 december 1886 – nadat ongeveer tachtig kerkenraadsleden door de kerkelijke besturen waren afgezet – de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) geïnstitueerd, onder leiding van vooral dr. A. Kuyper (1837-1920).

In 1892 fuseerden deze twee kerkgenootschappen, de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken,  tot De Gereformeerde Kerken in Nederland.

Een terugblik op Alkmaar.

Ds. T.H. Uitterdijk (1806-1874) was de eerste Afgescheiden predikant te Alkmaar.

In Alkmaar was in 1850 een Christelijke Afgescheidene Gemeente ontstaan, die van 1851 tot 1855 in ds. T.H. Uitterdijk (1806-1874) haar eerste predikant had. Ook de tweede landelijke orthodoxe uittocht, de Doleantie, kreeg in Alkmaar een vervolg. Daar werd namelijk op 6 november 1887 de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) geïnstitueerd. Deze kerk kreeg in 1891 haar eerste predikant in de persoon van ds. D.J.B. Wijers (1864-1923), die echter nog geen anderhalf jaar in de Kaasstad bleef, maar op 2 oktober 1892 afscheid nam en naar de kerk van Voorburg vertrok.

Ds. D.J.B. Wijers (1864-1923), de eerste Dolerende predikant van Alkmaar.

Hij werd opgevolgd door ds. J.W. Wechgelaar (1855-1911), die op 3 december 1893 intrede deed en tot 1911 aan de kerk verbonden bleef.

De Gereformeerde Kerk te Alkmaar (1893).

Kort voor de komst van ds. Wechgelaar  waren de Alkmaarse Christelijke Gereformeerde Gemeente en de Nederduitsche Gereformeerde Kerk – in navolging van de landelijke kerkfusie van 1892 – samengegaan, waardoor daar op 2 maart 1893 de ‘De Gereformeerde Kerk te Alkmaar’ ontstond.

Hoe het in Egmond ging.

Arie Zwaan (1848-1934) op latere leeftijd.

In Egmond waren Arie Zwaan en zijn echtgenote Elizabeth Blok, en Jan Halff en zijn vrouw Jansje Zwart de eersten, die in 1886 de hervormde kerk verlieten. Na hen volgden anderen, die in de woning van een van hen samenkwamen om op zondag een preek te lezen. Arie Zwaan beheerste de kunst van het bespelen van de  trekharmonica (naaste familie van de accordeon) en op dat instrument begeleidde hij het psalmgezang. Ze sloten zich na verloop van tijd aan bij de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) in het nabijgelegen Alkmaar, die op 6 november 1887 geïnstitueerd was. Daar was ds. J.W. Wechgelaar op 3 december 1893 predikant geworden. Van hem kreeg de jeugd uit Egmond catechisatie. De voettocht naar Alkmaar was vast en zeker gezellig.

Ds. J.W. Wechgelaar (1855-1911).

De Gereformeerde Kerk te Alkmaar verrichtte evangelisatiewerk  in Egmond, zoveel is duidelijk uit de gegevens: verscheidene keren kreeg de kerk namelijk fl. 100 uitgekeerd van de Provinciale Deputaten voor de Evangelisatie, ten behoeve van het evangelisatiewerk in Egmond. Aan de Zuiderstraat werd in oktober 1904 van de weduwe Neeltje van der Plas voor fl. 337,50 dan ook een stukje grond gekocht. Daar kon nog wel eens een evangelisatiegebouwtje neergezet worden.

Het eerste kerkje in gebruik genomen (1905).

Ten behoeve van het evangelisatiewerk van Jan Slootenmaker was in Egmond aan den Hoef aan het Mallegat een hervormd evangelisatiebouwtje gekocht (nu is dat Julianaweg 19 en 21). Dat lokaaltje  werd echter afgebroken en het afbraakmateriaal werd vervoerd naar het stuk grond aan de Zuiderstraat in Egmond aan Zee, waar het door Albert Heere, Jan van der Plas en Albert Wijker vakkundig werd samengevoegd tot een geschikt evangelisatielokaal, zij het met een andere voorgevel dan het gebouw aan het Mallegat oorspronkelijk had. Het gebouwtje werd door de kerk van Alkmaar vervolgens voor bijna fl. 2.200 gekocht, waarvoor ruim fl. 920 aan giften was ontvangen. Op 1 juni 1905 werd het kerkje aan de Zuiderstraat in gebruik genomen door ds. Wechgelaar. De predikant werd  tijdens deze dienst echter onwel, reden waarom  ouderling Wolzak uit Alkmaar de dienst verder leidde en tot een goed einde bracht.

Het kerkje aan de Zuiderstraat te Egmond aan Zee.

Aanvankelijk stond in het kerkje een kabinetorgel, dat boven de ingang geplaatst was. Later werd een Hinkel harmonium aangeschaft, dat een plaats kreeg rechts van de preekstoel.  In 1946 was men toe aan een pijporgel, vervaardigd door de toenmalige fa. Pels te Alkmaar. Het orgel zelf werd boven de ingang geplaatst, terwijl de speeltafel naast de preekstoel stond. Dit orgel werd in 1958 meegenomen naar de nieuwe kerk aan de Plevierenlaan.

In de jaren sinds 1905 ging zo nu en dan een predikant uit Alkmaar (of een andere classispredikant) in Egmond voor, maar meestal kwam een Alkmaarse ouderling er een preek lezen. De Dolerenden hadden vanaf 1886 een eigen prekenserie uitgegeven, Uit de Diepte genaamd, dus degelijke gereformeerde preken waren er genoeg.

De eerste preken uit de serie ‘Uit de Diepte’.

Op weg naar zelfstandigheid?

De gereformeerden in Egmond wilden na verloop van tijd echter  een zelfstandige Gereformeerde Kerk worden. In 1912 werd het verzoek op de classis behandeld, maar het aantal gemeenteleden was nog te gering, zodat ook in het Jaarboek van de Gereformeerde Kerken uit die tijd vermeld werd dat het nog niet lukte ‘op zich zelf te staan’. In 1917 probeerde men opnieuw tot zelfstandigheid te komen, maar kennelijk bestond daarover  in Egmonds boezem een meningsverschil, want op de classis verschenen enkele broeders uit Egmond met de mededeling dat men bang was voor ‘familieregering’: door het geringe aantal gereformeerden dat daar woonde (ongeveer zeventig) was het namelijk niet mogelijk ambtsdragers te benoemen die geen familierelatie met elkaar hadden.

De classis besloot daarom dat Egmond in het vervolg als kerkwijk van Alkmaar beschouwd moest worden. Zo hernam de normale gang van zaken haar loop: eens in de drie maanden kwam een predikant uit Alkmaar in de Zuiderstraat preken en eens in de drie maanden een classispredikant. De overige zondagen was het ‘preeklezen’ geblazen. In 1920 was het mogelijk geworden Egmondse ambtsdragers in de kerkenraad van Alkmaar te benoemen: Albert Wijker, Teunis Halff en Klaas van Loo werden tot ouderling benoemd.

Uitbreiden of een nieuwe kerk bouwen?

Het aantal kerkgangers in Egmond groeide gestaag. Geen wonder, zo vlak aan de zee, toen Egmond als badplaats steeds bekender en drukker bezocht werd. De kerk werd dus te klein. Vandaar dat in 1937 een zijvleugel aan de kerk gebouwd werd, maar nog steeds bleef men met ruimtegebrek kampen.

Het koloniehuis ‘Kerdijk’ te Egmond aan Zee.

Er kwamen ook steeds meer kinderen in de kerk, wat ook later steeds sterker opviel. Dat kwam omdat het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vakantiekolonies in 1905 de beschikking kreeg over een huis in Egmond aan Zee. Het was de bedoeling daar bleekneusjes uit de stad op te vangen voor een vakantie van een week in een gezonde omgeving.  Het duurde niet lang of er moesten meer huizen gezocht worden en uiteindelijk liet het Genootschap in 1907  een eigen tehuis bouwen – het heette Kerdijk – dat op 18 mei dat jaar geopend werd. Er konden zestig kinderen tegelijk verblijven. Later kwamen er meer huizen van het Genootschap.

En toen kwam de Tweede Wereldoorlog, waardoor het kerkje vanaf 1942 tot halverwege 1945 de deuren sloot, nadat de inventaris veilig gesteld was en in Alkmaar werd opgeslagen. In verband met de kustverdediging (de aanleg van de Atlantikwall) hadden de Duitsers namelijk opdracht gegeven het dorp te ontruimen, zodat alle inwoners naar elders trokken.

De slaapzaal in het kinderkoloniehuis ‘Kerdijk’.

Na de oorlog kwam het leven in de drie Egmonden (Egmond aan Zee, Egmond Binnen en Egmond aan den Hoef) weer op gang en kwamen ook de badgasten langzamerhand weer terug. Geconstateerd werd dat het kerkje aan de Zuiderstraat nog steeds te klein was. Vandaar dat in oktober 1950 het ‘Comité tot Uit- of Nieuwbouw van het Gereformeerde kerkgebouw te Egmond aan Zee’ werd ingesteld. Men kwam al snel tot de conclusie dat het kerkje moest worden uitgebreid, omdat Egmond groeide, het aantal kerkgangers vooral in het badseizoen snel toenam, de dubbele ochtenddiensten eigenlijk niet voldoende waren, de bijgebouwen in slechte staat verkeerden, én omdat er steeds meer kinderen uit de kinderkolonies in de kerk kwamen.

Tegelijk hield men ook rekening met nieuwbouw. Daarom werd alvast een stuk grond gekocht om eventueel een nieuwe kerk te kunnen bouwen. Want was herstel en uitbreiding van het kerkje aan de Zuiderstraat de fl. 25.000 (die het vermoedelijk zou gaan kosten)  wel waard? Nieuwbouw zou profijtelijker zijn, zo dacht men. De vraag was echter hoe de kerkenraad in Alkmaar daarover zou denken. Men zou proberen hen er warm voor te maken!

Uiteindelijk werd in 1953 aan de kerkenraad van Alkmaar voorgesteld een nieuwe kerk te bouwen en daarvoor fl. 40.000 te lenen. Nadat de Alkmaarse Commissie van Beheer op verzoek van de kerkenraad berekend had of de plannen financieel gezien te verwezenlijken waren, kon de kerkenraad  in oktober 1953 instemmen  met het positieve advies van de Commissie van Beheer. Maar… eerst moesten de gereformeerden in Egmond fl. 35.000 bijeenbrengen. Dat geld was er halverwege 1956. Uiteindelijk werd door allerlei acties en collectes en door bijdragen van ongeveer 130 gemeenteleden in totaal fl. 48.000 bij elkaar gebracht.

De bouwplannen.

Architect B.T. Boeyinga (1886-1969).

Dus konden enkele architecten worden aangezocht om plannen te maken. In februari 1957 werd besloten de bekende (kerk-) architect B.T. Boeyinga (1886-1969) de opdracht te geven om de bouwplannen te maken. Daaruit bleek dat de kerkbouw ongeveer fl. 90.000 zou gaan kosten en de inrichting zo’n fl. 30.000. De bouwgrond aan de Plevierenlaan kostte fl. 7.666.

De plattegrond van de kerk (uit: ‘Herinneringen aan gereformeerd Egmond’).

Aannemer H. Baard was de laagste inschrijver en kreeg de klus. Begonnen werd met het bouwrijp maken van de grond, waarbij heel veel grond moest worden afgegraven. Op 15 februari 1958 werd de aan één kant groen geglazuurde ‘eerste steen’ (met troffel) door het jongste gemeentelid – Daantje Halff – aangereikt aan Albert Zwaan, het oudste gemeentelid.

De bouw vorderde voorspoedig. Ook aan het interieur van de kerk werd de grootst mogelijke zorg besteed. Cor Wijker (1890-1967) maakte vele prachtige houtsneden ten behoeve van de preekstoel en het doopvont.  Johan en Femmy Schilt-Geesink vervaardigden bovendien  een groot aantal mooie gebrandschilderde ramen die een kleurig uiterlijk aan de kerkzaal gaven.

De eerste dienst (1958).

De nieuwe gereformeerde kerk.

De nieuwe kerk werd onder leiding van ds. A.M. Boeyinga (1887-1973) – hulppredikant van Heiloo – op 4 juli 1958 in gebruik genomen. Tijdens deze dienst werden de kanselbijbel, de doopschaal en het avondmaalstel de kerk ingedragen en op de daartoe geëigende plaatsen gelegd.

Natuurlijk volgde zoals gewoonlijk een aantal sprekers om hun gelukwensen aan te bieden. De architect was zelf ook erg gelukkig. Hij zei aan het eind van zijn toespraak: “Alles bij elkaar genomen mag ik wel met oprechtheid zeggen, dat deze kerkbouw voor mij het prettigste werk is geweest uit mijn gehele lange loopbaan als architect”.

In de kerk aan de Plevierenlaan werd een door de fa. Verschueren verbouwd orgel geplaatst.

Een ander orgel.

De kwaliteit en de draagkracht van het uit de oude kerk meegenomen orgel vielen tegen, zodat in de jaren ’60 besloten werd een ander instrument aan te schaffen. Het werd een orgel dat oorspronkelijk in het St. Claraklooster te Heerlen had gestaan. Door de fa. Verschueren te Heijthuijsen werd het omgebouwd en in 1959 in de kerk aan de Plevierenlaan geplaatst.

Ds. A.M. Boeyinga (1887-1973).

Ondertussen was ook de wens om in Egmond een zelfstandige Gereformeerde Kerk te institueren niet verdwenen, maar eerder groter geworden. In april 1960 werd daarvoor een eerste stap gezet: de gemeenteleden in Egmond kregen een eigen wijkraad ‘met eigen bijzondere bevoegdheden’, ter behartiging van de geestelijke en stoffelijke belangen van de wijk Egmond. Toen echter in 1962 aan de gemeenteleden gevraagd werd of ze voor of tegen de instituering van een zelfstandige Gereformeerde Kerk waren, was de meerderheid daar tegen. De praktische en financiële consequenties daarvan deden hen huiveren.

‘Samen-op-Weg’.

Ds. M. Boukema (1904-1979) was van 1969 tot 1972 aan de gemeente van Egmond verbonden.

Alkmaars ledental liep inmiddels terug en het was de vraag of de geestelijke verzorging van de Egmonders nog voldoende kon worden uitgevoerd. Voorgesteld werd om voor dat doel een emeritus-predikant te beroepen, waarmee men in Egmond maar al te graag instemde. Op 26 januari 1969 werd ds. M. Boukema (1904-1979), emeritus van ‘s-Gravenhage-Zuid, bevestigd. Een samenwerkingsovereenkomst tussen hervormd en gereformeerd Alkmaar leidde er toe dat na het vertrek van ds. Boukema deze op 1 augustus 1972 opgevolgd werd door de hervormde predikant ds. B. Martel. Andere hervormde predikanten kwamen na hem.

De Gereformeerde Kerk te Egmond (1995).

‘Het gele kerkje’ aan de Plevierenlaan te Egmond aan Zee.

De samenwerking tussen hervormd en gereformeerd in Egmond ging, soms met vallen en opstaan, verder. Om t.z.t. organisatorisch te kunnen samengaan met de hervormde gemeente (want dat was inmiddels het streven van beide kerken), volgde op 1 oktober 1995  op de valreep toch nog de instituering van de zelfstandige Gereformeerde Kerk te Egmond. Het kerkgebouw aan de Plevierenlaan werd door de Gereformeerde Kerk te Alkmaar gratis overgedragen aan de kerk van Egmond. In 1996 werd mevr. ds. C.M. Veenhuizen (*1958) gereformeerd predikant te Egmond. In 1997 werd een ‘overeenkomst van samenwerking’ met de hervormde gemeente getekend, die zou uitlopen op de vorming van de Protestantse Gemeente.

Laatste dienst in de gereformeerde kerk.

In 2000 werd besloten tot de verkoop van de gereformeerde kerk aan de Plevierenlaan 2. Er was onderhoud aan het gebouw nodig en de inmiddels gevormde kleine Protestantse Gemeente van Egmond, met haar rond de 600 leden, kon zich geen twee kerkgebouwen veroorloven. Van begin af aan werd vastgesteld dat de kerkenraad ook na de verkoop het exterieur van de bijzondere kerk wilde behouden.

Op 29 oktober 2000 werd de laatste dienst gehouden en ter gelegenheid daarvan werden de liturgische voorwerpen, de bijbel, het doopvont en het avondmaalstel, uitgedragen en meegedragen van de gereformeerde naar de hervormde kerk, waar de diensten in het vervolg gehouden werden. De kerk aan de Plevierenlaan werd uiteindelijk verkocht  aan een rouwcentrum.

Ledental van de Gereformeerde (wijk-) kerk te Egmond.

De ledentallen van de Gereformeerde (wijk-) kerk te Egmond tussen 1968 en 2001 (bron: ‘Herinneringen aan gereformeerd Egmond’).

Bronnen onder meer:

Gemeenten en predikanten van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

G. Nauta en J. Sikkens, Herinneringen aan gereformeerd Egmond, 1905-2000. Egmond, 2001

© 2020. GereformeerdeKerken.info