Ter gelegenheid van de buitengebruikstelling van de protestantse, voormalig gereformeerde Wilhelminakerk aan de Soesterbergsestraat in Soest is door de Werkgroep Herinneringsboek Wilhelminakerk een prachtig ogend gedenkboek samengesteld.
‘Van huis uit Gereformeerd’.
Het stevig gebonden boek heeft als titel meegekregen ‘Van huis uit Gereformeerd’. Herinneringsboek Wilhelminakerk Soest, en telt 160 prima opgemaakte pagina’s, is voorzien van veel mooie kleurenfoto’s en werd tijdens de laatste dienst gepubliceerd.
De Werkgroep Herinneringsboek Wilhelminakerk bestond uit Ab Faas, Wim Kievit, Edith Koetsier, Joke en Wibo Rip, wijlen Ries Smid en Rola Smit-Weisink. Men ontving veel hulp van gemeenteleden, ‘waardoor het weer een project van ons allemaal geworden is’. Men vond het belangrijk ‘de identiteit van de Wilhelminakerk centraal te stellen, vandaar ook de titel Van huis uit Gereformeerd.’
Het boek is ingedeeld in een vijftiental hoofdstukken, die alle betrekking hebben op een aspect van de kerkelijke gemeente.
Uiteraard begint het boek met de geschiedenis van het kerkgebouw (de eerste steen van de Wilhelminakerk werd in 1925 door ds. J. Hoek (1894-1955) gelegd; de kerk moest in 1927 worden uitgebreid met een vergaderlokaal en in 1931 zelfs met twee zijbeuken, zodat zeshonderd zitplaatsen beschikbaar waren. Gelukkig had de kerk altijd al, maar ook de laatste jaren, de beschikking over een klusteam dat ‘van alle markten thuis’ was, of het nu ‘monnikenwerk of zware fysieke klussen’ betrof.
Van dominees, kosters en organisten…
Het tweede hoofdstuk handelt over de predikanten. Speciaal voor het herinneringsboek kwamen ds. H. van Heijst, ds. J.W. Huisman, ds. M.M.C. Koole en ds. W.L. Kievit bij elkaar om samen terug te blikken op de rijke geschiedenis van de Wilhelminakerk. Ook werden herinneringen opgenomen van enkele gastpredikanten en werd stilgestaan bij de ‘dominee in oorlogstijd’, ds. H.W. Wierda (1912-2003).
Een kerkelijk herinneringsboek zou niet compleet zijn zonder het werk van de kosters te belichten! In hoofdstuk drie wordt daarom koster Jan der Meij geïnterviewd, die vol overtuiging meedeelt dat het kosterswerk ‘het mooiste werk is dat er is’. Hij was drieëntwintig jaar toen hij er in 1978 mee begon en ‘was daarmee misschien wel de jongste koster van Nederland’. Ook blikt kostersdochter Nel Overmans-Begemann terug op de tijd dat haar vader het kosterschap bekleedde. Toen het vergadercentrum De Rank bij de kerk gebouwd zou worden en hij en zijn vrouw geen bruiloften en feesten wilden organiseerden moesten ze de kosterswoning verlaten.
Organist Gert Muts bespeelde jaren lang het orgel van de Wilhelminakerk en merkt op ‘hier veel vrijheid gekregen te hebben om te doen wat ik wilde’. In 1971 werd hij gevraagd het nieuwe orgel in te wijden en raakte sindsdien steeds meer als organist betrokken bij de Wilhelminakerk. Overigens werd de kerkzang de eerste jaren van het bestaan van de kerk begeleid door een harmonium met twee klavieren en pedaal, maar er was al rekening gehouden met de komst van een heus pijporgel, want in de kerk waren drie galerijen gebouwd, waarvan één het orgel zou moeten herbergen. Dat gebeurde echter niet, want het instrument kwam uiteindelijk in de ruimte boven de preekstoel, voorin de kerk. Overigens was er ook het Wilhelminakerkkoor, ‘bijna vijftig jaar de ruggengraat voor het vocaal-muzikaal verlevendigen van vele erediensten’.
Het gemeente zijn, soms met voetangels en klemmen…
Het gemeente-zijn krijgt terecht een flink aantal pagina’s toebedeeld. Dit vijfde hoofdstuk begint met een interview met Jan en Lenie Lergner, die jarenlang aan de Wilhelminakerk verbonden waren. Jan Lergner werd rond 2005/2006 voorzitter van de kerkenraad van de Wilhelminakerk, vlak nadat fusiebesprekingen met de hervormde Oude Kerk waren stukgelopen. ‘Er waren wel wat deuken in de gemeente, maar ook een gevoel van we gaan er samen wat van maken’. Overigens startte een aantal gemeenteleden in 2017 – mede op initiatief van Jan en Lenie Lergner – een bezwaarprocedure tegen de sluiting van de Wilhelminakerk, gesteund door een grote groep gemeenteleden.
In de rest van het hoofdstuk wordt uitvoerig ingegaan op de vele activiteiten die in de Wilhelminakerk plaatsvonden en welke commissies en werkgroepen er actief waren, waarbij vooral de gesprekskringen en de Adventsvesper aan de orde komen (de Adventsvesper werd in 2002 voor het eerst gehouden en zou ‘zeventien jaar lang een topper in de jaarlijkse reeks van activiteiten’ blijven. Vele herinneringen van (oud-) gemeenteleden geven in het vervolg van dit hoofdstuk extra kleur aan het ‘gemeente-zijn in de Wilhelminakerk’.
Wie de jeugd heeft…
Natuurlijk komt ook de jeugd aan de orde. Een interessant historisch overzicht van het jeugdwerk eindigt met de bouw van een eigen jeugdgebouw, De Rank. Al snel werd het echter ook voor andere doeleinden gebruikt en kwam het jeugdwerk in de knel. Toen is de ‘Lekbak’ gebouwd, die jaren lang onderdak gaf aan de jongeren en hun begeleiders, die wekelijks samenkwamen. Het jeugdwerk heeft tot levenslange vriendschappen geleid, en ‘het jeugdwerk heeft me bij de kerk gehouden! Het voelde als een warm bad!’ Uitvoerige herinneringen van (oud-) gemeenteleden over de belevenissen in het jeugdwerk besluiten dit hoofdstuk.
De maatschappelijke betrokkenheid.
De Wilhelminakerk heeft zich, net als de meeste andere gemeenten trouwens, niet alleen gericht op de eigen mensen. Er was nadrukkelijk ‘een open deur voor de buurt en een grote betrokkenheid bij de maatschappij in Soest, in Nederland en zelfs ver over de landsgrenzen. Hulp aan naasten werd deels natuurlijk vanuit de diaconie geïnitieerd en geregeld, maar ging niet zelden ook op persoonlijke initiatieven van gemeenteleden. Van de Wereldwinkel in Soest tot allerlei helpende handen in het buitenland: Wilhelminakerkers waren erbij’, aldus de inleiding van Astrid van den Hoek.
Ook komen onder meer aan de orde Amnesty International, de gezinszorg (‘een misschien al vergeten diaconale taak’), een interconfessionele gespreksgroep en de Schoenendoosactie.
In kerkelijk perspectief komt de maatschappelijke betrokkenheid ook uit in de zeer nauwe oecumenische contacten van de Wilhelminakerk met de plaatselijke rooms-katholieke Heilige Familiekerk en ook met de Raad van Kerken Soest, die in het achtste hoofdstuk beschreven worden.
De diaconie.
Jan van der Heide en Corine van den Berg worden geïnterviewd over hun betrokkenheid bij het diaconale werk van de Wilhelminakerk. Daarvoor is ‘een sociale antenne nodig, voelsprieten in de samenleving’. Een dankbaar gemeentelid vertelt over de ervaringen die haar gezin kort na de oorlog had met de diaconie van de Wilhelminakerk, terwijl door Leen Lievaart verteld wordt over de geboorte van ‘SchuldHulpMaatje’, die in de Wilhelminakerk plaatsvond! De bijeenkomst daarover was voor kamerlid Cynthia Ortega (van de CU) aanleiding een wetsontwerp in te dienen, dat vervolgens tijdens het vierde kabinet-Balkenende werd aangenomen, waarmee de schuldhulpverlening in het vervolg door de staat gesubsidieerd zou worden.
Allerlei projecten komen in het tiende en elfde hoofdstuk aan de orde, respectievelijk handelend over het Openluchttheater, bedoeld als een soort van hagepreek in de buitenlucht in het kader van het evangelisatiewerk, ‘dat in de jaren ’70 volop leefde’. Twee van de drie kerken gingen die zondag (8 juni 1975) dicht, zodat deze ‘schuif-es-in-kerkdienst in een propvol openluchttheater’ gehouden werd. ‘Het draaiboek werd stevig in beton gegoten’, zodat ook in de jaren daarna het ‘theater in de kerk’ voortgang had. Ook de in 1986 opgevoerde musical De Witte Stenen komt aan de orde, evenals de ruim tien jaar geleden opgezette en jaarlijks terugkerende Herderstocht.
Kunst in de kerk en voetangels en klemmen…
De bloemen in de kerk, een Paasproject en gezichten van gemeenteleden verwerkt in de tekeningen van kunstenaar-gemeentelid Rien Poortvliet komen in hoofdstuk 11 aan de orde, terwijl in hoofdstuk 12 aandacht besteed wordt aan het kerkblad Zuidvruchten, waarin in de loop van de jaren ‘veel gemeenteleden in het zonnetje gezet zijn door een interview en een gegraveerd glas als aandenken’ in de rubriek ‘Het glas namens Herberg De Willemien’.
Hoofdstuk 13, Goeie ouwe tijd, vermeldt in achttien pagina’s een keur van bijzonderheden uit het verleden van de Wilhelminakerk en haar gemeente.
Ook de ‘voetangels en klemmen’ werden (in hoofdstuk 14) niet vergeten. Daarbij wordt het een en ander verteld over ds. A.A. Leenhouts (1915-….) die naar eigen zeggen in zijn studeerkamer een visioen kreeg, waardoor uiteindelijk problemen ontstonden en de predikant na verloop van tijd van de gemeente werd losgemaakt (zie ons artikel over de kerk van Soest op deze website). Een van degenen die in de gemeente voor de losmaking van de predikant ijverde was br. Scheurwater. ‘Per ongeluk expres’ vergiste de predikant zich af en toe wel eens in diens naam, door hem ‘broeder Scheurmaker’ te noemen. Ook het mislukken van het samengaan (rond het jaar 2000) met de hervormde Oude Kerk wordt genoemd. Daarbij ging het om de kwestie van de gebouwenkeuze. Destijds werd die kwestie op sterk water gezet, maar nu is het dan toch zover: de Wilhelminakerkgemeente heeft op 31 januari 2021 haar laatste dienst gehouden. Over het afscheid van deze memorabele kerk handelt hoofdstuk 15.
De Wilhelminakerkgemeente mag met trots en dankbaarheid het boek als dierbare herinnering meenemen de toekomst in…
- Van huis uit Gereformeerd. Herinneringsboek Wilhelminakerk Soest. 1926-2021. Soest, januari 2021. Ingebonden, 160 pagina’s, geïllustreerd met talloze voornamelijk kleurenfoto’s. Prijs € 19,95, exclusief verzendkosten. Het boek kan worden besteld bij wiborip@ziggo.nl