Ter gelegenheid van het honderdvijftig jarig bestaan van de Protestantse Gemeente te Lopik, tot 2018 ‘Gereformeerde Kerk’ genoemd, verscheen op 29 augustus 2021 een gedenkboek onder de titel Bruggenbouwers. 150-jarig bestaan van de Brugkerk.
Het magazine telt 39 pagina’s en is voorzien van talrijke vooral kleurenfoto’s, die een goed beeld geven van heden en verleden van de gemeente in Lopik.
Het eerste hoofdstuk handelt uiteraard over ‘Het ontstaan van de Brugkerk’ en vertelt ‘De geschiedenis van 1871 tot nu’. Dit hoofdstuk is grotendeels overgenomen van het historisch overzicht op onze website. Het wordt echter aangevuld door de verhalen van de predikanten die de kerk van Lopik sinds 1976 gediend hebben, soms door henzelf, soms door nabestaanden onder woorden gebracht.
Een interessant hoofdstuk is ’Op de bouwplaats’, dat verhaalt over de nieuwbouw van de kerk in 1961. Aart Schep vertelde daarin zijn herinneringen aan het feit dat hij als timmerman mee bouwde aan het tot stand komen van de kerk, beschreven door Ton Schep. Veel werk moest met mankracht worden uitgevoerd, omdat er ‘slechts 1 betonmolen en 1 bouwlift met een platform’ gebruikt werden. Er moesten echter ook betonnen palen van 6½ meter lengte de grond in geslagen worden, dus een heimachine zal er ongetwijfeld ook geweest zijn. Omdat de veiligheidsmaatregelen nogal summier waren scheelde het niet veel of Schep gleed negen meter naar beneden.
Natuurlijk wordt aandacht besteed aan het mooie en vooral welluidende Hunterorgel dat in de kerk staat. Het werd door Alfred Hunter in 1878 in Londen gebouwd voor de St. Stephens Church in Ipswich. In de jaren ’80 kon het instrument door de Gereformeerde Kerk te Lopik worden gekocht, waarna het door orgelbouwer Mense Ruiter helemaal gerestaureerd werd. Daarbij bleef het geheel in de oorspronkelijke staat, uitgezonderd een nieuwe zijwand van de orgelkast.
Een uitvoerig hoofdstuk is gewijd aan ‘De Brugkerk in coronatijd’. Daarin wordt uit de doeken gedaan hoe de alternatieve kerkdiensten tot stand kwamen en wat er allemaal achter de schermen gebeurde ‘in deze turbulente tijd’. De kerkenraadsvergaderingen werden in die tijd vaak opgedeeld in twee groepen en verspreid over twee verschillende avonden gehouden, teneinde de vergaderingen op een verantwoorde manier te kunnen houden.
Nel Rijneveld-Schep beschrijft haar ‘vroegste herinneringen’, die plaatsvonden in het vorige kerkgebouw. Het viel haar op dat een aantal mannen tijdens het gebed ging staan, terwijl verder iedereen bleef zitten. Om ‘de lange, saaie preken’ te kunnen doorstaan telde ze in het nieuwe (huidige) kerkgebouw de plafondplaten die ze vermenigvuldigde met het aantal schroeven. Ook heeft ze duidelijke herinneringen aan één van de gastpredikanten, ds. J.H. Zelle (1907-1983), van 1949 tot 1956 predikant te Rockanje. Hij hield preken met titels als ‘Slappe Tinus in de patattent’, ‘Vermolmde palen’ en ‘Absalom moet naar de kapsalon’.
Henk Boer herinnert in zijn verhaal aan zijn periode in de Brugkerk en aan woorden van ds. H. Pol (1909-1990), die van 1967 tot zijn emeritaat in 1975 in Lopik stond. Deze had destijds gezegd dat, toen Lopik steeds beter ontsloten werd door provinciale wegen en er steeds meer mensen ‘van buiten’ in het dorp kwamen wonen, er een verschuiving gaande was ‘naar een meer gemeenschappelijke geloofsbeleving’ en hij voorspelde dat dit proces voort zou gaan. Het synode rapport ‘God met ons. Over de aard van het Schriftgezag’ en ‘de kwestie Wiersinga’ veroorzaakten een moeilijke tijd binnen de kerkenraad. Overigens werd de vrouw in het ambt ‘probleemloos ingevoerd’. De gemeenschappelijke geloofsbeleving kreeg steeds meer vorm door verdere ontwikkeling van het wijkwerk, jeugdwerk, een nieuw opgericht jeugdkoor enz.
Het laatste gedeelte van het kleurrijke magazine handelt onder meer over de belevenissen met de Brugkerk van twee ‘Buren van het eerste moment’; verder over ‘onze grote rommelmarkt’, het jeugdwerk en het tienerkamp, en over de reis van een aantal jongeren en volwassenen naar Gambia, vanwege een diaconaal project ten bate van de toekomst van kinderen en jongeren in dat land. Acht jongeren van de Brugkerk zaten in 2001 vierentwintig uur lang op een paal; dat was een actie ten bate van een nieuw jeugdhonk én voor scholen in Bangladesh. In 2019 organiseerde de jeugdgroep Rock Solid Friends de eerste editie van het Novemberfest, waarmee men geld wilde ophalen voor het jeugdwerk in Roemenië en voor eigen activiteiten. Ook wordt verteld over (het tot stand komen van) de contacten met de zustergemeente Kelementelke in Roemenië. Het ontstaan (in 2018) van de nieuwe naam van de kerk (Brugkerk) en het kerklogo komt eveneens aan de orde.
Dit alles geeft, in een goed verzorgd magazine, een interessant en uitvoerig beeld van een levendige kerk.
- Jan Spier, Ton Schep, Kees Benschop, Jesse Frericks en Rosalie Schraven (red.), Bruggenbouwers. 150-jarig bestaan van de Brugkerk. Lopik, 2021, 39 pp. Met veel (vooral kleuren-) foto’s van Harm Frericks, Jesse Frericks, Rosalie Schraven en verschillende gemeenteleden.