De broeders opnieuw naar Drachten (1905).
( < Naar deel 1 ) – De Commissie voor Evangelisatie in Drachtster Compagnie liet het er echter niet bij zitten. Opnieuw trokken ze in mei 1905 naar de vergadering van de Classis Drachten in de consistorie achter de gereformeerde Noorderkerk in Drachten.
De brs. Popma, De Jong en De Graaf kregen de gelegenheid hun boodschap onder woorden te brengen en vroegen de Classis opnieuw zorg te dragen ‘voor een geregelde prediking in het evangelisatiegebouw in de genoemde plaats’. Daarover hadden de afgevaardigden van de kerk van Rottevalle een instructie van hun kerkenraad bij zich, die werd voorgelezen nadat de drie broeders de consistorie verlaten hadden. Daarin deelde de kerkenraad van Rottevalle mee dat men om verschillende redenen bezwaar had “om de verantwoordelijkheid te dragen van de leiding en regeling van de evangelisatie te Drachtster Compagnie en verzoekt de Classis om die leiding op zich te nemen”.
De Classis kon zich niet verenigen met de oproep van de drie broeders uit Drachtster Compagnie, maar evenmin met de inhoud van de instructie van de kerk van Rottevalle. Er was immers in februari besloten dat de kerken van Rottevalle, Drachten en Ureterp de zaak zouden bespreken? De drie genoemde kerkenraden dienden de zaak van de evangelisatie in Drachtster Compagnie te regelen, en niet de Classis. De kerkenraad van Rottevalle nam de instructie dus terug.
Een derde verzoek, met dezelfde uitkomst (1905).
Opnieuw vervoegden de drie broeders uit Drachtster Compagnie zich in juli 1905 bij de Noorderkerk in Drachten, waar de Classis vergaderde. Ze hadden voordien een brief gestuurd aan ds. H. Siertsema (1852-1933) van Drachten, die als voorzitter fungeerde. In die brief “werd de vergadering verzocht om te besluiten dat de predikanten dezer Classis voortaan beurtelings des zondags na den middag in het lokaal voor evangelisatie aldaar zouden optreden”. De drie broeders, wier namen we inmiddels kennen, waren opnieuw aanwezig om hun zaak te bepleiten. En opnieuw besloot de Classis hun mee te delen dat ze zich met hun vragen hadden te richten tot de kerkenraden van Rottevalle, Drachten en Ureterp.
Verzoek om instituering van een eigen kerk (1905).
De Commissie voor Evangelisatie in Drachtster Compagnie besloot nu een stap verder te gaan. Het al driemaal aan de Classis gerichte verzoek om classispredikanten op zondag te laten voorgaan had geen succes gehad. Dan zou men de hele zaak beter in eigen hand kunnen nemen, was de gedachte. In november 1905 werd namelijk melding gemaakt van een bij de drie genoemde kerkenraden binnengekomen schrijven van de Commissie voor Evangelisatie met het verzoek “te komen tot instituering der gemeente” te Drachtster Compagnie.
De drie kerkenraden hadden zich inmiddels over het verzoek gebogen en kwamen op dezelfde Classis van november 1905 met de conclusie: (a) dat over het verzoek tot instituering der gemeente nu reeds het oordeel afwijzend luidt; (b) dat de begeerte om des zondags namiddags geregeld evangelisatiearbeid te ontvangen, aanbeveling verdient en door de [drie] kerken wordt voorgesteld; ook de instructie van de kerk van Rottevalle vroeg daar nu om.
Wat te doen?
De Classis beraadde zich daarna over het verzoek om in Drachtster Compagnie een zelfstandige Gereformeerde Kerk te institueren. Het bleek dat het aantal belijdende leden en volwassen doopleden ongeveer 125 bedroeg. Ook was men het inmiddels eens geworden over de beste plaats van het evangelisatiegebouw (ergens anders dan het toenmalige evangelisatiegebouw!) en had men berekend dat de jaarlijkse inkomsten van die kerk gemiddeld zo’n fl. 650 zouden bedragen. Vervolgens werden enkele spijkers met koppen geslagen, al gaf de Classis nog niet direct toestemming over te gaan tot de instituering van een zelfstandige Gereformeerde Kerk in het dorp.
Besloten werd namelijk de komende drie maanden op de zondagnamiddagen in het evangelisatiegebouwtje een kerkdienst te houden. Daarin zou – als de betrokken kerk het er mee eens was – ds. Sluijs van Rottevalle voorgaan, terwijl de overige classispredikanten hem dan om de beurt in zijn eigen gemeente zouden vervangen. Ook zou de Commissie voor Evangelisatie in Drachtster Compagnie uitkijken naar iemand die door de week geregeld evangelisatiewerk kon doen.
Een vaste oefenaar?
In februari 1906 – de drie maanden waren voorbij – kwam de Commissie voor Evangelisatie te Drachtster Compagnie opnieuw naar de Noorderkerk in Drachten om de Classis te vragen ‘een vaste oefenaar te mogen bezitten, voorlopig totdat Drachtster Compagnie door classispredikanten wordt bediend’. De drie broeders verlieten toen de vergadering, waarna de Classis over het verzoek beraadslaagde.
‘De drie kerken’ spraken zich toen als eerste uit over de vraag of er een vaste oefenaar kon worden aangesteld. Allereerst dankte de kerkenraad van Rottevalle de classispredikanten van harte voor hun bereidwilligheid de predikant van Rottevalle te vervangen als deze in Drachtster Compagnie voorging. Maar, voegde men er meteen aan toe, de kerkenraad van Rottevalle wilde zijn eigen predikant in het vervolg niet meer laten voorgaan in het evangelisatiegebouw Drachtster Compagnie, zodat ook de classispredikanten hem in Rottevalle niet langer behoefden te vervangen. Nee, de kerkenraad vond de vigerende evangelisatieregeling verkeerd en wilde nu het evangelisatiewerk geheel zelf in eigen handen nemen, maar uitdrukkelijk zonder bemoeienis van de Commissie voor Evangelisatie. De kerkenraad zou dan alles zelf regelen en bekostigen in overleg met de andere twee kerkenraden.
Er was trouwens ook een drietal brieven over deze zaak binnengekomen. Allereerst een van een gemeentelid woonachtig in Drachtster Compagnie, die de instituering van een zelfstandige Gereformeerde Kerk in het dorp maar niets vond. Hij vond dat dat streven voortkwam uit een ‘scheurziek beginsel’; de schrijver van de tweede brief was het daar volledig mee eens. De derde brief was afkomstig van ouderling J.W. de Boer te Rottevalle (en woonachtig in Drachtster Compagnie): “Hij spreekt zijn blijdschap uit over de medewerking der Classis, maar zijn leedwezen over het verkregen resultaat”.
Een eigen kerk geïnstitueerd (1907).
De classis besloot toen op voorstel van ds. D. Prins (1867-1934) van Oudega (bij Drachten) als volgt: “De Classis adviseert ‘de drie kerken’ te Drachtster Compagnie tot instelling van de ambten over te gaan met geschikte plaatsing van het gebouw”.
Wel liet de kerkenraad van Rottevalle in mei 1906 aan de Classis weten dat er zijns inziens grote bezwaren verbonden waren aan de instituering van de kerk te Drachtster Compagnie, maar men wilde het niet verhinderen, indien het te stichten kerkgebouw omstreeks een kwartier [lopen] van het bestaande evangelisatielokaal zou worden geplaatst (t.w. ruim een kilometer).
En zo kwam de Gereformeerde Kerk te Drachtster Compagnie alsnog tot stand. Op 13 februari 1907 werden de verkozen ambtsdragers in het ambt bevestigd onder leiding van de kerkenraden van Drachten en Ureterp (niet door die van Rottevalle!) waarmee de instituering een feit was. Ook J.W. de Boer werd tot ouderling gekozen en werd bovendien voorzitter van de kerkenraad.
“Hij heeft voor deze nieuwe gemeente niet veel meer kunnen doen. Hij heeft er zijn laatste krachten aan gegeven. Nóg ging hij in de gemeente voor toen hij bijna niet meer kon. Zijn krachten namen snel af en hij voelde zijn einde naderen”. Op zondag 29 september 1907 “sprak hij veel maar was niet meer te verstaan. Hij begon toen al te sterven totdat hij ’s avonds om half acht zacht heenging”.
Een nieuw kerkgebouw (1907).
Er kwam inderdaad een andere kerk op een andere plaats, namelijk aan de Smidswei 3, waar in 1907 het nieuwe bedehuis gebouwd werd. Haar eerste predikant ontving de Gereformeerde Kerk te Drachtster Compagnie in ds. G.H. Dijkstra (1877-1940) uit Gees, die daar van 1909 tot 1915 werkzaam was.
In 1972 werd de kerk gesloopt en werd op dezelfde plaats een nieuw bedehuis gebouwd, dat momenteel nog steeds dienst doet als kerkgebouw van de Protestantse Gemeente te Drachtster Compagnie.
Bronnen onder meer:
J.W. de Boer, Kort levensbericht met toespraken van J.W. de Boer. Drachten, 1907
Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992
Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.
Notulen van de Gereformeerde Kerken in de classis Drachten. 1903 tot 1905. Leeuwarden, Tresoar
R. Verbeek, Eben Haëzer. Honderd jaar gereformeerd kerkelijk en verenigingsleven in Drachtstercompagnie. Drachtster Compagnie, 2007
© 2022. GereformeerdeKerken.info