Stichtingsacte van de kerk is zeshonderd jaar oud.
In 1981 werd de rijksmonumentale Kleine of Mariakerk in de Bisschopstraat in het Overijsselse Vollenhove aangekocht door de Gereformeerde Kerk in die plaats.
Maar het gereformeerde kerkgebouw heeft inmiddels een respectabele ouderdom: ze werd officieel in 1423 gesticht, terwijl de Gereformeerde Kerk – eigenaar van de Kleine of Mariakerk – pas op 6 januari 1887 ontstond als Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende).
De Stichtingsacte van het kerkgebouw dateert van 14 mei 1423. Dat wilde echter niet zeggen dat het gebouw er toen al stond. Die acte was meer de officiële toestemming om deze toen rooms-katholieke kerk te gaan bouwen. De kerk werd gebouwd op dezelfde locatie als waar een uit 1380 daterende kapel had gestaan.
Voordat de Hervorming in de zestiende eeuw haar intrede deed was de Kleine of Mariakerk gewijd aan Onze Lieve Vrouwe, wat dus eigenlijk haar officiële naam was. In de kerkmuren zijn verschillende metselwijzen te ontwaren. Toen de kerk in 1450 vergroot werd gebruikte men als ‘specie’ een leemsoort, die later vervangen werd door cement. Het gewelf van de kerk is gemaakt van hout. In 1660 werd in de kerk een gaanderij gebouwd, terwijl in 1781 het meubilair vervangen werd en de zoldering afgewerkt. In 1911 werd het dak gerenoveerd en voorzien van leien. Maar we zitten dan al sinds rond 1580 in de protestantse periode van dit kerkgebouw!
De preekstoel uit Beulake.
Het dorp Beulake – gesticht rond 1360 – in de kop van Overijssel was sinds ongeveer 1650 een van de belangrijkste handelscentra van de omgeving. Men verdiende vooral geld door de turfwinning, waardoor als gevolg van de uitgravingen waterplassen ontstonden die, naarmate er meer turf gewonnen werd, in omvang groeiden. Maar ook de wind en de ruwe golven hielpen flink mee om de plassen groter en groter te maken. Zo groot zelfs, dat in 1776 het dorp Beulake verdronk in wat nu de Beulakerwijde heet. De oorzaak: de stormvloeden in 1775 en 1776, toen twee jaar achtereen de dijken van de Zuiderzee doorbraken. De preekstoel die in de Kleine of Mariakerk het interieur siert werd gered uit het kerkje van Beulake en overgebracht naar het bedehuis in Vollenhove!
De torenbouw.
Met de bouw van de oorspronkelijk losstaande kerktoren werd in 1450 begonnen; men deed er acht jaar over om het bouwwerk te voltooien. De toren bestond oorspronkelijk uit drie geledingen, afgedekt met een lage torenspits. De twee torenklokken zijn vermoedelijk rond het begin van de negentiende eeuw (de Franse tijd) uit de toren geroofd en omgesmolten tot kanonnen. De bedoeling daarvan was dat men de bevolking door het afschieten ervan kon waarschuwen als hoog water dreigde. Overigens werd de kerk in de Franse tijd gebruikt voor het stallen van de paarden van Napoleons soldaten!
In 1823 werd de lage spits van de toren verwijderd en vervangen door de huidige stenen opbouw. De na de Franse tijd aangebrachte klok scheurde in 1862 en werd vervangen door een andere, die op haar beurt door de Duitse bezetters werden gevorderd en geroofd. Pas in 1960 kwamen er nieuwe.
De Hervorming en daarna.
Overigens was de Mariakerk door de hervorming in de zestiende eeuw geleidelijk in handen van de protestanten gekomen. In 1572 kwamen de Watergeuzen het stadje innemen en in 1578 werd de eerste protestantse predikant genoemd, ds. W. Alberts.
De hervormde Mariakerk werd in 1981 door de Gereformeerde Kerk te Vollenhove aangekocht en dient nu dus als bedehuis van de plaatselijke Gereformeerde Kerk (PKN). Oorspronkelijk kerkten de gereformeerden in hun rond 1900 gebouwde gereformeerde kerk aan de Kerkstraat, maar door de Vrijmaking in 1945 ging het kerkgebouw naar de vrijgemaakte kerk.
In september 2023 kan de Mariakerk in het kader van 600 jaar Mariakerk door belangstellenden bekeken worden.