Kuyper bibliografieën  

Ieder die een beetje op de hoogte is met het leven en het werk van dr. A. Kuyper (1837-1920), weet dat hij ontzettend veel geschreven heeft.

Dr. A. Kuyper in zijn studeerkamer (foto: Vrije Universiteit).

Geen wonder, want hij was niet alleen theoloog en predikant, maar ook (van 1901 tot 1905) Minister van Binnenlandse Zaken en Minister-President, en verder was hij actief als  journalist, politicus, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, oprichter van de gereformeerde Anti-Revolutionaire Partij (in de jaren zeventig van de vorige eeuw opgegaan in het CDA), idem van de Vrije Universiteit, roerganger bij de Doleantie, medestichter van De Gereformeerde Kerken in Nederland, enz. enz. Hij werd door vriend en vijand beschouwd als een van de geleerdste mensen van zijn tijd.

Het kerkelijk weekblad van dr. A. Kuyper (De Heraut).

Als journalist had hij de vrije beschikking over onder meer het landelijke politieke dagblad De Standaard en zijn landelijk kerkelijk weekblad De Heraut. Bovendien schreef hij veel brochures en strijdschriften om lopende meningsverschillen te bespreken (en naar zijn overtuiging ook te beslechten). Afgezien van het schrijven van (meestal meerdelige) zelfstandige studies (van vaak grote omvang), werd ook een groot aantal door hem voor bijvoorbeeld De Heraut in de vorm van vervolgstukken geschreven artikelen in boekvorm uitgegeven.

Verscheidene keren werd getracht zijn talrijke geschriften in een overzichtelijke bibliografie samen te vatten, niet alleen door het sec vermelden van Kuypers werk, maar ook door opgave van zoveel mogelijk bibliografische bijzonderheden. Vooral vijf Kuyper-bibliografieēn zijn noemenswaard; deze laten we hieronder volgen.

1. ‘Catalogus der boeken van dr. A. Kuyper’ (1908).

De omslag van de ‘Catalogus’.

Hoewel de voorpagina als titel van deze catalogus vermeldt dat het de ‘boeken van dr. A. Kuyper’ bevat, wordt op de titelpagina gesproken van de ‘werken van dr. A. Kuyper’. In deze catalogus worden niet alleen boekuitgaven vermeld; ook is een behoorlijk aantal kleinere brochures opgenomen. Gezegd wordt dat uitgever J.H. Kok te Kampen in het begin van de twintigste eeuw aan dr. Kuyper vroeg hoeveel en welke publicaties dr. Kuyper op zijn naam had staan. Kuyper kreeg uitgever Kok zover dat laatstgenoemde dat zelf ging uitzoeken.

Uitgever Kok ging dus aan de slag en bracht in totaal zo’n eenenzeventig geschriften bij elkaar en publiceerde in mei 1908 een keurig verzorgde Catalogus. In het voorwoord merkt uitgever Kok op dat in de boekenlijst ‘alleen de nog verkrijgbare’ geschriften vermeld worden; ‘De werken die reeds uitverkocht zijn komen er niet in voor’. Die mededeling stond er niet voor niets in, want de Catalogus was vooral bedoeld als handelscatalogus van bij de uitgever en ‘bij iederen solieden boekhandel’ nog verkrijgbare geschriften.

Een willekeurige pagina uit de ‘Catalogus’.

He boekje begint met een behoorlijk aantal (grotere) werken, die allemaal een pagina ruimte krijgen; alle pagina’s zijn sierlijk omkaderd. Niet alleen de titel van het boek wordt vermeld, maar ook vaak bibliografische bijzonderheden zoals het aantal pagina’s, het aantal boekdelen per titel, een kort overzicht van de inhoud van elk deel, soms de titels van de hoofdstukken, enz. Ook wordt uiteraard de prijs vermeld, indien nodig die van de goedkopere volksuitgave en de duurdere uitgave ‘met stempelband’. Die vermelding van de verkoopprijs geeft duidelijk aan dat het hier om een handelscatalogus ging, wat overigens door uitgever Kok in een persoonlijk ondertekend voorwoord ook werd meegedeeld: “Mocht u van dezen Catalogus geen gebruik maken, wilt u hem dan aan een vriend of vriendin ter hand stellen? Wellicht treft hij op die wijze doel!”

Na de vermelding van de grotere werken komen de ‘nog voorhanden brochures, redevoeringen, enz.’ aan de beurt, die in alfabetische volgorde vermeld worden. Deze negenendertig kleinere geschriften valt een aanmerkelijk kortere vermelding ten deel: in ieder geval natuurlijk de prijs, en verder soms de onderwerpen die erin behandeld worden, maar alles slechts heel kort. In totaal telt de Catalogus eenenzeventig titels. Deze boekenlijst was gratis voor belangstellenden verkrijgbaar en zelfs de portokosten hoefden niet vergoed te worden.

Een bijzonderheid is nog dat uitgever Kok op 12 december 1907 van bijna alle in deze catalogus genoemde boeken het publicatierecht verkreeg nadat ze op een veiling waren aangeboden als bibliotheek van J.A. Wormser. Zo werd J.H. Kok in het vervolg de uitgever van de meeste van Kuypers boeken. De hier besproken handelscatalogus telt 32 pagina’s.

2. “Volledige lijst van boeken en geschriften van Dr. A. Kuyper. Verschenen gedurende de jaren 1860-1915 en geplaatst naar het jaar van uitgave” (1915).

De omslag van de ‘Volledige Lijst’.

Telde de bovenstaande catalogus nog slechts 71 titels, de volgende bibliografie – eveneens door uitgeverij J.H. Kok te Kampen op de markt gebracht en samengesteld op uitnodiging van Kuyper himself – omvatte maar liefst 217 titels van door dr. Kuyper geschreven werken, die tussen 1860 en 1915 verschenen waren. De ‘Volledige lijst’ is tegenover de titelpagina voorzien van een portret van dr. Kuyper met daaronder zijn handtekening. Het 24 pagina’s tellende boekje vermeldt niet alleen titels van boeken, maar ook die van vele strijdschriften en artikelen.

Het wordt meteen duidelijk dat deze ‘Volledige lijst’ vanuit een ander oogpunt samengesteld werd dan de bovengenoemde Catalogus. Deze ‘Volledige lijst’ is ditmaal namelijk niet in de eerste plaats een handelscatalogus. J.H. Kok stelde deze bibliografie samen vooral met het oog op het samenbrengen van zoveel mogelijk van Kuypers werk. Het doel was namelijk niet in de eerste plaats de verkoop van zijn voorraad boeken te bevorderen, maar inzicht te geven in wat Kuyper schreef. Een behoorlijk aantal van de vermelde titels is dan ook voorzien van een kruisje (Ϯ), wat er op duidt dat alleen díe uitgaven nog verkrijgbaar waren.

De omschrijving van de vermelde titels is betrekkelijk kort. Na de titel en de eventuele ondertitel wordt meestal alleen de plaats van uitgave vermeld, de uitgever, het jaartal van publicatie, het formaat, de druk en (vaak) de prijs van het geschrift. Voor een bibliografie heb je dan al heel wat.

Een willekeurige pagina uit de ‘Volledige Lijst’.

Om tot een zo volledig mogelijk resultaat te komen was J.H. Kok door Kuyper uitgenodigd in zijn huisbibliotheek om daar een speurtocht naar de aanwezige geschriften te ondernemen. Toch bleek echter niet al het gezochte in Kuypers huisbibliotheek aanwezig te zijn, zodat ook de ‘Volledige lijst’ van Kok niet ‘volledig’ is (J.C. Rullmann corrigeerde later het een en ander).

Sterker: de lijst is overcompleet. Want er werd in het boekje een titel van een geschrift opgenomen (mét de verkoopprijs) dat niet door Kuyper geschreven was. Daarbij ging het om het Kort verhaal van den kerkelijken strijd te Amsterdam, dat in de ‘Volledige lijst’ weliswaar op naam van Kuyper stond, maar waarvan achteraf bleek dat dr. F.L. Rutgers (1836-1917) en jhr. mr. A.F. de Savornin_Lohman (1837-1924) de samenstellers waren. Wel is deze ‘Volledige lijst‘ een stuk uitgebreider en vollediger dan de handelscatalogus van 1908.

Kok besteedde veel zorg aan de uitgave van het boekje. Het is gedrukt op gelegd papier met ongesneden randen. De pagina’s zijn allemaal in rood omkaderd.

3. “Kuyper Bibliografie” (1923-1940).

Deel 1 van de Kuyper-Bibliografie van ds. J.C. Rullmann.

De samensteller van de eerste zeer uitgebreide Kuyper bibliografie was ds. J.C. Rullmann (1876-1936). Deze was achtereenvolgens gereformeerd predikant in het Friese Garijp (van 1903 tot 1911), in Berkel c.a. (van 1911 tot 1913), te Utrecht (1913-1928) en te Wassenaar (van 1928 tot zijn overlijden in 1936). Naast deze drukke werkzaamheden zag hij kans een uitermate omvangrijke bibliografie samen te stellen die in drie delen verscheen tussen 1923 en 1940. Het derde en laatste deel verscheen dus postuum.

Het eerste deel bevat Kuypers geschriften die verschenen van 1860 tot 1879, het tweede deel noemde en behandelde Kuypers werken die tussen 1879 en 1890 het licht zagen, terwijl het derde deel handelt over geschriften die gepubliceerd werden tussen 1891 en 1932. Uit dat laatste jaartal blijkt dus dat ook na ds. Rullmanns overlijden uitgegeven geschriften door de redacteur van het derde deel zijn opgenomen.

– Deel I (1860-1879).

Dr. A. Kuyper (1837-1920)

Het eerste deel werd in september 1923 door uitgeverij Js. Bootsma te Den Haag gepubliceerd en vermeldt zestig titels. Tegenover de titelpagina is een tekening opgenomen voorstellende Kuyper aan zijn schrijftafel. ‘Den Oud-Minister’ dr. H. Colijn (1869-1944) schreef het voorwoord. Het eerste deel telt 238 pagina’s. In 1928 werd de voorraad van uitgeverij Bootsma door uitgever J.H. Kok overgenomen, die vervolgens ook de overige delen van Rullmanns Bibliografie publiceerde.

Ds. Rullmann was zeer uitvoerig in de beschrijving van de opgenomen titels. Hij meldde (zeer) veel over de inhoud van elk geschrift, vaak in de vorm van uitvoerige citaten; zijn doel was vooral Kuyper in diens geschriften te laten spreken. Ook maakte hij vaak (soms uitvoerig) melding van reacties van anderen op de publicaties van Kuyper, met als doel de historische context van Kuypers geschriften weer te geven. Rullmann wilde Kuypers werk levend houden bij het gereformeerde volk, maar hij wilde het ook bij de jongere generaties bekend maken. Die doelstellingen vond hij belangrijker dan de vermelding van allerlei bibliografische gegevens, zoals bijvoorbeeld in de ‘Volledige lijst’ gebeurde. In elk van de drie delen is een uitvoerig alfabetisch register van namen en zaken opgenomen en een lijst van de per deel behandelde geschriften.

Een willekeurige pagina uit deel II van de bibliografie van ds. Rullmann.

De inhoud van deel 1 was niet helemaal nieuw. Want het verscheen als voorpublicatie tussen 1921 en 1923 in het gereformeerde kerkelijk weekblad De Reformatie.  

– Deel II (1879-1890).

Deel II is met haar 368 bladzijden van dezelfde opzet als het eerste deel en werd gepubliceerd door uitgeverij J.H. Kok in Kampen. Het tweede deel vermeldt, citeert en bespreekt, net als het eerste deel, zestig boeken en geschriften. De oplage van deel II bedroeg 2.000 exemplaren en het werd in mei 1929 gepubliceerd, zes jaar na deel I. In de delen II en III worden de citaten uit Kuypers geschriften steeds uitgebreider. Net als de inhoud van het eerste deel was ook dat van deel II al eerder verschenen, namelijk in achtenzeventig afleveringen in het gereformeerd kerkelijk weekblad De Reformatie tussen 1922 en 1928.

– Deel III (1891-1932).

Het derde deel (met 491 pagina’s) werd gepubliceerd in december 1940 in een oplage van 1.250 exemplaren. In dit derde deel werden maar liefst 103 Kuyper-geschriften vermeld en besproken. Dr. Rullmann was bij de publicatie van dit laatste deel al overleden. Bibliothecaris Daniël Grosheide (1913-1986) publiceerde in 1939 overigens in het blad Antirevolutionaire Staatkunde (het tijdschrift van de later in het CDA opgegane ‘gereformeerde’ Anti-Revolutionaire Partij) een aantal later ontdekte publicaties van Kuyper, die nadien vervolgens bovendien nog met enkele titels werden aangevuld door de redacteur van het postuum verschenen derde deel.

Dr. Rullmann had zijn beschrijving voor het derde deel overigens al eerder gepubliceerd in een aantal jaargangen van het Gereformeerd Jongelingsblad van 1927 tot en met 1933. Zijn complete bibliografische arbeid was al in 1919 afgerond en omvatte dus in totaal 223 boeken en andere geschriften.

4. “Geboekt in eigen huis” (1987).

De Kuyper-bibliografie van de boeken uit de VU-bibliotheek.

De ondertitel van deze bibliografie luidt als volgt: Bevattende een opsomming van de werken van Abraham Kuyper zoals vermeld in de catalogus van de Vrije Universiteit, een essay van J. Stellingwerff benevens twee herdrukte redes van Abraham Kuyper.

De aanleiding tot de publicatie van deze Kuyper-bibliografie was de gelijknamige tentoonstelling van publicaties van Abraham Kuyper die aanwezig waren in de bibliotheek van de Vrije Universiteit, bij gelegenheid van het afscheid van dr. ir. J. Stellingwerff, als bibliothecaris van de Vrije Universiteit. De tentoonstelling was te zien in het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit van 27 augustus tot 18 september 1987.

Het boek begint met een interessante inleiding over de studeerkamer van Kuyper in de verschillende woningen waar hij resideerde. Zo komen we onder meer te weten wat Kuypers dagindeling was: “Elke ochtend werkte Kuyper van negen tot half een in zijn studeervertrek als hoogleraar in de dogmatiek, de letteren en de wijsbegeerte, als voorzitter van het Centraal Comité van de Antirevolutionaire Partij en als hoofdredacteur van het dagblad De Standaard en het weekblad De Heraut. Niemand mocht hem dan zonder voorafgaande afspraak storen, behalve een inwonende dienstbode en een loopjongen van De Standaard en De Heraut”.

Een willekeurige pagina uit de bibliografie ‘Geboekt’.

Het artikel wordt vervolgd door een essay over de bibliotheek van Kuyper en vervolgens een verhaal over ‘de boeken die Kuyper schreef’; allemaal erg interessant. Het hoofdstuk wordt besloten door ‘Boeken over Kuyper’, want die waren er zat. In de opsomming komen zelfs zestien dissertaties voor over Kuypers leven en werk. De ‘slotopmerkingen’ melden iets over twee mensen in de omgeving van Kuyper: zijn echtgenote, J.H. Kuyper-Schaaij en de latere hoogleraar A.H. de Hartog.

En dan begint op pagina 49 de bibliografie, waarin 352 boeken en andere geschriften in alfabetische volgorde vermeld worden. Daaronder bevinden zich ook vertalingen van Kuypers werken. De beschrijvingen zijn over het algemeen betrekkelijk kort (enkele uitgezonderd). Vermeld worden onder meer de titel, ondertitel, plaats en jaar van uitgave, uitgever, aantal delen, aantal pagina’s, vaak ook het formaat van het boek, en natuurlijk de signatuur van het boek waaronder het is opgenomen in de VU-bibliotheek. Een bijzonderheid is dat achterin het boek een microfiche is bijgesloten met de complete Kuyper-catalogus. Het boek wordt besloten met twee van Kuypers geschriften: Tweeërlei vaderland (1887) en Band aan het Woord (1899).

5. “Abraham Kuyper. An Annotated Bibliography 1857-2010” (2011).

De bibliografie van ds. Tjitze Kuipers.

De auteur van deze indrukwekkende bibliografie, ds. Tj. Kuipers (1936-2023), was achtereenvolgens van 1965 tot 1970 gereformeerd predikant te Dwingeloo, van 1970 tot 1976 predikant te Ermelo, vanaf 1976 tot 1982 predikant met bijzondere opdracht van die kerk, en van 1982 tot zijn emeritaat in 1998 gereformeerd predikant te Kampen. Al in zijn jeugd verzamelde hij boeken van Abraham Kuyper, net als zijn vader en grootvader deden. Om zijn verzameling uit te breiden reisden hij en zijn vrouw een deel van de wereld af. Geen wonder dat hij zich uiteindelijk zette aan de samenstelling van zijn levenswerk, een geannoteerde bibliografie van de werken van dr. A. Kuyper. Zijn doel was om wetenschappelijke studie en onderzoek betreffende Kuyper te vergemakkelijken. Het werd nadrukkelijk een internationale – in de Engelse taal gestelde – bibliografie, waarin ook de talloze vertalingen van Kuypers werk werden opgenomen. Het boek telt maar liefst 756 pagina’s.

De bibliografie van ds. Kuipers is deel 55 in ‘Brill’s Series in Church History’, en werd in 2011 gepubliceerd door uitgeverij Brill, Leiden/Boston. De kerkhistoricus dr. George Harinck schreef een uitvoerig voorwoord. Hoewel het boek dus geheel in het Engels geschreven werd, wordt van elk geschrift uiteraard ook de Nederlandse titel vermeld. Niet alleen boeken en brochures zijn in de bibliografie vermeld, ook brieven en telegrammen van de hand van Kuyper.

“De bibliografische informatie is gebaseerd op fysieke inspectie van het materiaal, hoewel sommige publicaties zo zeldzaam en onvindbaar waren, of zich op zo grote afstand bevonden, dat dat niet mogelijk was”. Om dat aan te geven vermeldde ds. Kuipers tussen haakjes ‘n.v.’ (non vidi, niet gezien). Talloze bibliotheken, archieven, tijdschriften en particuliere verzamelingen werden door de samensteller geraadpleegd.

Een willekeurige pagina uit de bibliografie van ds. Kuipers.

Na een tijdlijn met de belangrijkste jaartallen uit het leven van Kuyper begint op pagina 19 de eigenlijke bibliografie. De geschriften zijn weergegeven in chronologische volgorde. Ds. Kuipers vermeldt in de beschrijvingen van elke publicatie zeer veel bibliografische informatie, zoals de datum van publicatie, de oplage, het aantal drukken en de verschijningsdata daarvan, het uiterlijk van de uitgave, het aantal pagina’s, verwijzingen naar gerelateerde vermeldingen, een (soms uitvoerige) beschrijving van de inhoud en nog veel meer.

In een tweetal bijlagen worden door anderen samengestelde registers van Kuypers werken beschreven, zoals een 300 pagina’s tellend Tekstregister van Bijbelplaatsen die door Kuyper in zijn geschriften gebruikt werden, of zoals een Titelregister op artikelen in Kuypers kerkelijk weekblad De Heraut, en een Register ‘der voornaamste zaken voorkomende in de parlementaire redevoeringen’ van Kuyper, enz.

Een uitvoerig register besluit het boek. Deze bibliografie is sinds 2020 ook online te raadplegen.