‘Kruispuntkerk’ is PKN-kerk in Pesse (Dr.)

Hervormd en gereformeerd samen.

Op 24 mei 2015, tweede Pinksterdag, gingen de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente van het Drentse Pesse samen verder als Protestantse Gemeente. Het is de afronding geweest van een proces dat zich al vele jaren lang voltrok en het werd door bijna alle gemeenteleden van hervormde en gereformeerde zijde als een logische en wenselijke stap gevoeld om ook de laatste handtekeningen te zetten en samen verder te gaan.

De voormalig gereformeerde, nu protestantse kerk te Pesse.
De voormalig gereformeerde, nu protestantse Kruispuntkerk te Pesse.

Een probleem was het feit dat de Protestantse Gemeente na de samenvoeging van beide kerkgemeenten de beschikking had over twee kerkgebouwen. Uiteindelijk werd besloten de voormalig gereformeerde kerk, de Kruispuntkerk, in het vervolg als protestantse kerk te gebruiken. De voormalig hervormde Voorhofkerk werd in de verkoop gezet. Het besluit om in één van beide kerken verder te gaan had te maken met de kerkgang: op een gemiddelde zondagochtend pasten de kerkgangers in één kerkgebouw. Het afstoten van één van beide gebouwen was dus een heel zakelijke: het was efficiënter om één gebouw te onderhouden en te beheren. Ook was er aan het ‘hervormde’ gebouw nogal wat achterstallig onderhoud, zodat men tot het besluit kwam dat het voormalig gereformeerde kerkgebouw met het oog op de toekomst het meest geschikt was voor de protestantse gemeente.

De voormalig hervormde Voorhofkerk te Pesse.
De voormalig hervormde Voorhofkerk te Pesse.

De Kruispuntkerk.

Een van de twee plaatselijke predikanten, ds. G. van Zanden schreef een beknopt historisch overzicht over de Kruispuntkerk, dat we hieronder, met zijn toestemming, overnemen.

“Aan de Hoogeveenseweg in Pesse staan twee kerkgebouwen: de Voorhofkerk en de Kruispuntkerk. De Voorhofkerk staat er al sinds 1871 en de Kruispuntkerk sinds 1937. Vroeger waren er namelijk twee verschillende kerkelijke gemeenten in Pesse: een gemeente van de Nederlandse Hervormde Kerk, en de Gereformeerde Kerk. Tot in de 19e eeuw was bijna elke Nederlander die boven de rivieren woonde, ingeschreven bij de Nederlandse Hervormde Kerk. We noemen dat daarom de ‘volkskerk’. Lang niet iedereen ging ook daadwerkelijk naar de kerk of was gelovig. In de Gereformeerde Kerk vonden ze dat allemaal véél te gemakkelijk. Ze wilden helderheid en zuiverheid: óf je was een belijdend christen in woord en daad, óf je was het niet. Ze scheidden zich af van de Hervormde Kerk en richtten hun eigen kerkverband op. Deze verschillende opvattingen van kerk-zijn leidden soms plaatselijk tot spanningen tussen de Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk. Ook in Pesse. De gereformeerden deden evangelisatiewerk in Stuifzand om de Stuifzanders te bekeren. Behalve dat dat onbegonnen werk was, was het tegen het zere been van de hervormden. Veel mensen die bezocht werden door de gereformeerden, waren lid van de hervormde kerk – ze waren alleen niet kerkelijk betrokken.

Hoe het allemaal begon…

Het begon allemaal in het begin van de 20e eeuw. Door de jaren heen kwamen er in de buurt van Pesse steeds meer gereformeerde gezinnen wonen. Die moesten ’s zondags helemaal naar Hoogeveen of naar Dwingeloo om naar de kerk te gaan. In de jaren ’30 van de vorige eeuw waren er al zestig gereformeerde gezinnen uit Pesse, Fluitenberg en Kraloo. Ze vroegen aan de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk te Hoogeveen of ze zelf een kerk mochten stichten, met een eigen kerkgebouw en een eigen dominee. Eigenlijk was het te duur om zelfstandig kerk te zijn, maar ze kregen het toch voor elkaar. In augustus 1937 werd de eerste steen gelegd door dominee J. Meijer uit Hoogeveen. Binnen een paar maanden werd het kerkgebouw uit de grond gestampt. Als je nu naar de kerk kijkt en dat vergelijkt met foto’s van vroeger, zijn de buitenkant en de binnenkant van de kerk ongeveer hetzelfde gebleven als toen. In de jaren ’80 kwam er extra vergaderruimte bij aan de achterkant. Ook werd de parkeerplaats uitgebreid, omdat steeds meer mensen met de auto naar de kerk kwamen.

Eind 1937 werd er een zelfstandige kerkenraad gekozen en er kwam een ‘hulpprediker’, een soort goedkope dominee voor kleine gemeentes. Een paar jaar later vond de gemeente het tijd voor een ‘echte’ dominee. Die kwam in 1941: dominee R. Ypma. De gemeente was groter geworden, er waren inmiddels meer dan 300 leden, en er was dus ook meer geld beschikbaar om het traktement van de dominee te kunnen betalen. Dominee Ypma moest elke zondag twee keer preken, één keer uit de Bijbel en één keer uit de Heidelbergse Catechismus, en daarnaast moest hij catechisatie geven, en elk jaar huisbezoeken brengen aan alle gezinnen en allerlei andere kleine klusjes verrichten. De dominee had nog geen huis naast de kerk om in te wonen. Er was een huis aan de Dorpsstraat in Pesse dat hij en zijn gezin mochten bewonen. De pastorie die nu naast de kerk staat, de ‘Kruispuntpastorie’, kwam er pas in 1949.

Ds. R. Ypma (1914-1996) Candidaat (1940-1941), predikant (1941-1944) te Pesse.
Ds. R. Ypma (1914-1996): candidaat (hulpdiensten 1941), ‘eerste echte’ predikant (1941-1944) te Pesse.

Door de jaren heen is er veel veranderd in de Gereformeerde Kerken in Nederland, en Pesse was misschien wel één van de meest vooruitstrevende kerken. In 1953 ging men in plaats van uit de Statenvertaling uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 1951 lezen, en toen er in 2004 weer een nieuwe Bijbelvertaling kwam, werd die vrijwel direct ingevoerd. Vanouds werden de psalmen uit de oude berijming van 1773 op hele noten gezongen (dat doen ze nu alleen nog in heel zware kerken, in Staphorst en Genemuiden bijvoorbeeld, of in de Gereformeerde Gemeente in Noordscheschut), maar in 1954 werd overgegaan op ritmisch psalmzingen. Later werd ook de nieuwe Psalmberijming van 1973 gebruikt en werden er naast de psalmen ook gezangen gezongen. In de beginjaren hadden vrouwen nog geen kiesrecht en mochten ze niet lid worden van de kerkenraad; later mocht dat wel. Sinds de jaren ’70 was er kindernevendienst voor de kinderen in de basisschoolleeftijd.

Al die veranderingen zorgden ervoor dat de kerk met haar tijd meeging, en dat vonden veel mensen prettig. Men keek elkaar niet meer zo op de vingers als het ging om de zondagsrust, naar welke school men de kinderen stuurde, met wie men trouwde en alles wat daarmee samenhing. Parallel daaraan sloop echter ook de vrijblijvendheid binnen. Kerkbezoek en deelname aan gemeente-activiteiten werd steeds meer een kwestie van voorkeur en ‘zin hebben’; niet van trouw, verbondenheid en gewoonte. Vanaf de jaren ’60 begon het op te vallen dat de jeugd minder trouw de kerkendiensten bezocht. De tweede dienst werd uiteindelijk afgeschaft vanwege gebrek aan belangstelling en uit de Heidelbergse Catechismus werd bijna nooit meer gepreekt.

Steeds meer samen…

In 1963 was er voor het eerst een kerkdienst samen met de Hervormde Gemeente van Pesse, op Tweede Kerstdag. Toen de hervormde kerk verbouwd werd in 1966, werden de hervormde diensten een tijdlang gehouden in de gereformeerde kerk. Later werd ook het jeugdwerk gezamenlijk opgezet. Er kwam steeds meer toenadering. Toen dominee C.C. Stap naar hervormd Pesse kwam, kwamen de eerste gesprekken met de gereformeerde dominee C. van der Zanden op gang om de ‘schutting’ tussen hervormd en gereformeerd af te breken. Vanaf 1969 brachten ze een gezamenlijk kerkblad uit. In 1985 werd er een speciale Samen op Weg-vergadering gehouden waarbij werd besproken dat de jeugdclubs en jongerenverenigingen inmiddels waren samengegaan, dat er gemeenschappelijke kerkdiensten waren en ook gemeenschappelijke kerkenraadsvergaderingen. Ook in dit Samen-op-weg-proces liepen de kerken van Pesse in de voorhoede. Sinds enkele jaren worden alle diensten samen gehouden en is er ook nog maar één kerkenraad. Met Pinksteren 2015 werd dit proces afgerond door één gemeente te zijn. We zijn dan niet langer een Hervormde Gemeente en een Gereformeerde Kerk, maar een Protestantse Gemeente.

Maar waarom ‘Kruispunt’-kerk? In het boekje van Joop Moes dat ik gebruikt heb voor het schrijven van het bovenstaande, Slechts in uw spoor… Momenten uit 50 jaar Gereformeerd kerkelijk leven te Pesse, uit 1991, is er telkens sprake van de ‘gereformeerde kerk’. Het kerkgebouw had eigenlijk helemaal geen naam. De hervormde kerk heette ook gewoon ‘hervormde kerk’. Voor iedereen was duidelijk wat dat betekende. De bijgebouwen van beide kerken hadden echter wél een naam. Het hervormde gebouw heette de ‘Voorhof’, en toen er in 1984 een gereformeerd bijgebouw neergezet werd, werd een oproep gedaan om er namen voor te verzinnen. Inzendingen waren: De Boshof, De Zeepbel, De Kelken, De Klimop, Ons Centrum, De Wegwijzer, Het Drieluik, Het Trefpunt, Het Middelpunt, én: Het Kruispunt. Dát werd het. Toen de kerken in 2011 officieel ‘Protestantse Gemeente in wording’ werden, vond men het niet meer passend om nog langer van de ‘hervormde’ en de ‘gereformeerde’ kerk te spreken. Toen zijn de kerken vernoemd naar de bijgebouwen – en pastorieën zijn ook meteen ‘Voorhofpastorie’ en ‘Kruispuntpastorie’ genoemd.”

Tot zover het artikel van ds. Van Zanden.

De voormalig hervormde Voorhofkerk in Pesse te koop

Evangelisatie in en door de Kerk van Pesse.

Ds. Van Zanden refereerde hier boven even aan het door de Gereformeerde Kerk te Pesse verrichte evangelisatiewerk. Daarover kunnen we nog het volgende meedelen, overgenomen uit ‘Vaak was het ploegen op rotsen…’ De evangelisatiearbeid van de Particuliere Synode Drenthe van de Gereformeerde Kerken in Nederland, 1893-1993 (Groningen, 2013, 344 pp., geschreven door en verkrijgbaar bij de redactie van GereformeerdeKerken.info):

Het evangelisatiewerk in Stuifzand.

Het gehucht Stuifzand (direct ten noorden van Hoogeveen) werd in de loop van de tijd door verschillende Gereformeerde Kerken ‘bewerkt’. Dat werd een stuk makkelijker toen het gehucht in 1920 een doorgaande weg naar Hoogeveen kreeg. In 1927 melden de notulen van de gereformeerde Particuliere Synode Drenthe dat ’Nieuweroord te Stuifzand arbeidt’, terwijl een paar jaar later bleek dat Hoogeveen er evangelisatiesamenkomsten hield. Het werd dus tijd voor een evangelisatiegebouwtje. Er was in Stuifzand een terreintje te koop, maar de kerkenraad van Hoogeveen gaf geen toestemming er meer dan fl. 800 voor te bieden. De hervormden boden iets meer, zodat het terrein ‘Hoogeveen’ door de neus geboord werd.

Het gereformeerde evangelisatiegebouwtje in Stuifzand.
Het gereformeerde evangelisatiegebouwtje in Stuifzand.

Gelukkig werd van een gunstig gezinde broeder een stuk land in bruikleen gekregen, waarop vanwege de Kerk van Hoogeveen halverwege de jaren ’30 een evangelisatiegebouwtje met ongeveer honderd zitplaatsen in elkaar getimmerd werd. ‘s Zondagsmiddags werden er samenkomsten gehouden en door de week zogenaamde “praat- of vraagavonden, waarvoor veel belangstelling bestaat. Ook een vrouwenvereeniging en een meisjeskrans komen hier samen”, zo werd gemeld. De samenkomsten in het kerkje in Stuifzand werden over het algemeen door twintig tot veertig personen bezocht.

Na de instituering van de Gereformeerde Kerk te Pesse (in 1941) werd het werk in Stuifzand aan díe Kerk opgedragen. Maar al ver voordat in Pesse een zelfstandige Gereformeerde Kerk geïnstitueerd was (op 18 mei 1941) werd in 1906 de naam van dit dorp al genoemd door colporteur Van der Goot die namens de particuliere synode in en rond Ruinen werkte. Men was toen (weer) druk bezig te proberen in Ruinen een zelfstandige Gereformeerde Kerk te vestigen. Daarom moest men weten op hoeveel gemeenteleden men in Ruinen kon rekenen. Ook in Pesse woonden enkelen die ‘onder de bearbeiding van het evangelie’ in het lokaal te Ruinen kwamen. De Kerkinstituering te Ruinen werd niks.

De Gereformeerde Kerk te Pesse geïnstitueerd.

De kerk van Hoogeveen had in Pesse in 1937 al een kerk gebouwd, die aanvankelijk als evangelisatiekerk gebruikt werd. De kerkenraad van Hoogeveen verwachtte ‘dat na verloop van eenige jaren de ambten te Pesse kunnen worden ingesteld’. Men was in november 1937 (toen de kerk in gebruik genomen werd) hoopvol gestemd: ‘Nu heeft Hoogeveen het gewaagd om, wat te Ruinen niet wilde lukken, eens te Pesse te beproeven. Dit lijkt bij aanvang heel goed. Er is een flinke kerk gebouwd die ‘s zondags tweemaal goed bezocht wordt’. De provinciale deputaten steunden de kerkbouw met een financiële bijdrage en Hoogeveen benoemde er achtereenvolgens de candidaten G. Reyenga (1938-1940), J. Koopmans (1940) als hulpprediker en daarna R. Ypma (1940-1941) als predikant.

Het werk te Stuifzand verricht door Pesse.

De Gereformeerde Kerk te Pesse werd vanuit de Kerk van Hoogeveen op 18 mei 1941 geïnstitueerd. De dorpen Echten en Stuifzand werden toen aan de pastorale zorg van de Kerk van Pesse toevertrouwd. Aanvankelijk ging het evangelisatiewerk in Stuifzand nog met medewerking van de Kerk te Hoogeveen, om, zoals het gedenkboek van Pesse vertelt, de overgang zo geleidelijk mogelijk tot stand te brengen.

De gereformeerde kerk te Pesse in de jaren '50 van de vorige eeuw.
De gereformeerde kerk te Pesse in de jaren ’50 van de vorige eeuw.

Maar al gauw na de instituering van de Kerk te Pesse werd het werk in Stuifzand door de Kerk van Hoogeveen langzamerhand aan Pesse overgedragen. De Elisabeth Bode werd er verspreid en er werd bezoekwerk gedaan. De bezoekbroeders werden hier niet altijd met open armen ontvangen, maar werden soms zelfs met vijandschap tegemoet getreden. In het begin van de jaren ’40 kwam de evangeliste van de Gereformeerde Kerk van Hoogeveen, mej. Van Domselaar, ook een dag per week in Stuifzand werken (na de oorlog voor twee dagen per week opgevolgd door mej. Bosch); de vrouwen konden sindsdien de vrouwenvereniging bezoeken! De orde bij het lokaal moest echter soms door de sterke arm worden veilig gesteld! Dat lukte de ene agent beter dan de andere. De avondklok in de Tweede Wereldoorlog (na 8 uur niet meer naar buiten!) had funeste gevolgen voor de evangelisatiearbeid in het dorp. Men probeerde dit op te vangen door een deel van het werk overdag uit te voeren (voor zover toegestaan!).

Het archief van de particuliere synode meldt in 1953 dat in Stuifzand en Echten door een evangeliste uit Hoogeveen gewerkt werd, mej. Van der Schaaf. Zij werd halverwege de jaren ’50 opgevolgd door mej. Meindertsma en in 1959 door mej. Van Woerden.

In 1962 werden de samenkomsten in het gebouwtje te Stuifzand beëindigd omdat er nauwelijks belangstelling meer voor was. Sterker nog: korte tijd later vond de kerkenraad dat het evangelisatiewerk er minder nodig was omdat de hervormden er ook (intensief) werkten. De vrouwenvereniging ‘Wees een zegen’ en de lectuurverspreiding gingen echter vooralsnog gewoon door: behalve de Elisabeth Bode werden ook scheurkalenders verspreid.

Eind 1977 werd het werk Pesse in Stuifzand voor het laatst genoemd: ‘De Elisabeth Bode wordt op ongeveer 260 adressen verspreid. Met name in Stuifzand komt dit blad vooral ook bij buitenkerkelijken terecht, die daar namelijk nogal rijkelijk vertegenwoordigd zijn. Een enkele maal heeft deze verspreiding huisbezoek tot gevolg’.

Het evangelisatiewerk te Echten.

Pesse nam dus meteen na de instituering als Gereformeerde Kerk de evangelisatie ter hand. Ook in het dorp Echten. De provinciale deputaten meldden in 1943 dat de gezamenlijke Kerken van Hoogeveen, Pesse en Ruinerwold in het dorp Echten ‘een meisje’ aangesteld hadden (later opgevolgd door de dames Van Domselaar en Bosch), opgeleid door de GOZE (de Gereformeerde Opleiding voor Zending en Evangelisatie). In 1948 kreeg Echten ook een evangelisatiegebouwtje waarvoor de provinciale deputaten een bedrag toezegden. Drie jaar later, in 1951, werd hier de evangeliste mej. T. van Harten aangesteld. Dat was overigens niet het enige bwerk dat hier plaatsvond. Er werd lectuur verspreid (in 1955 werd op zestig adressen De Goede Tijding bezorgd), er werd huisbezoek verricht en er werden openluchtsamenkomsten gehouden “terwijl op de knapen-, mannen- en vrouwenverenigingen de Blijde Boodschap des Evangelies wordt uitgedragen”. Het werk in Echten werd later overgenomen door de Kerk te Ruinerwold-Koekange.

Literatuur:

J. Moes, Slechts in Uw spoor. Momenten uit 50 jaar gereformeerd kerkelijk leven te Pesse. Pesse, 1991.

Bijna 20 jaar gereformeerde colporteurs in Drenthe (1898-1916)