De v/m. geref. Vredebergkerk wordt PKN-kerk Oosterbeek-Wolfheze.
De kerkenraad van de Protestantse Gemeente Oosterbeek-Wolfheze heeft onlangs besloten om vanaf januari 2018 alleen de voomalig gereformeerde Vredebergkerk te Oosterbeek, gevestigd aan de Van Toulon van der Koogweg, te gebruiken voor de zondagse erediensten.
De eveneens voormalig gereformeerde Open Hofkerk aan de Lawijckerhof te Wolfheze, tot dezelfde protestantse gemeente behorend, zal dan worden gesloten. De voormalig hervormde Oude Kerk zal alleen nog worden gebruikt voor bijzondere diensten in het kader van trouw- en rouw en met kerkelijke feestdagen. Door deze maatregelen zou ruim € 20.000 bespaard worden, omdat dan minder gastpredikanten, dienstdoende ambtsdragers, vrijwillige kosters en organisten nodig zijn. De twee predikanten zouden bovendien meer tijd voor het pastoraat krijgen. De Protestantse Gemeente Oosterbeek-Wolfheze telt ongeveer 1.700 leden, van wie op zondag maximaal 300 in de kerk zitten. Dus is het gebruik van alleen de Vredebergkerk voor de zondagse erediensten ruim voldoende. Deze kerk telt ‘beneden’ 350 zitplaatsen en samen met de galerij en de torenzaal zo’n zeshonderd plaatsen.
De sluiting van De Open Hof te Wolfheze en de Oude Kerk te Oosterbeek zal overigens geleidelijk plaatsvinden: volgend jaar zullen ze nog eens per maand voor de zondagse kerkdienst open zijn.
Historisch overzicht van de Gereformeerde Kerk te Oosterbeek.
De Gereformeerde Kerk te Oosterbeek werd op 15 augustus 1888 als ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ geïnstitueerd. Op 15 juni daaraan voorafgaande hadden acht hervormde ambtsdragers hun kerkenraad gevraagd “de Reformatie der kerk ter hand te nemen”, om de kerk op die manier los te maken van ‘het juk van de synodale hiërarchie’, zo het kerkelijk leven weer op het gereformeerde spoor te brengen, door de belijdenisgeschriften weer als uitgangspunt te nemen en de kerk in te richten overeenkomstig de Dordtse Kerk Orde, in 1618-1619 door de ’eerwaarde Synode van Dordrecht’ vastgesteld.
Instituering.
De hervormde kerkenraad antwoordde dat dit verzoek als ‘een onbetamelijk verlangen’ en als ‘muiterij’ werd beschouwd en dat de kerkenraad daaraan niet zou voldoen. Op 12 augustus 1888 werden in lokaal ‘Bethel’ door ds. K.W. Vethake (1851-1941) van Arnhem, de inmiddels verkozen ambtsdragers in het ambt bevestigd. Pas drie dagen later, op 15 augustus, werd officieel besloten met de synodale organisatie te breken en de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ te institueren. Tegelijk werd besloten de Vereeniging ‘De Kerkelijke Kas’ op te richten, die namens de (niet door de overheid erkende!) Dolerende Kerk rechtsgeldige handelingen zou gaan verrichten. Tussen 12 en 15 augustus 1888 (de bevestiging van de verkozen ambtsdragers en de feitelijke kerkinstituering) beschouwde men zich dus als hervormde ‘tegenkerkenraad’. Ds. Vethake, die de Oosterbeekse ambtsdragers in het ambt bevestigde, was in Arnhem al in 1887 met de Doleantie meegegaan, maar keerde vier jaar later, in 1891, weer naar de hervormde kerk terug.
In ‘Bethel’ en ‘het Zaaltje van Vlaanderen’ (1888-1892).
Aanvankelijk kerkten de Dolerenden in het gebouw ‘Bethel’, maar in 1889 werd een evangelisatiegebouwtje (‘het zaaltje van Vlaanderen’) aangekocht, samen met de twee daarvóór staande huizen. Daarbij kreeg de ‘hulpbehoevende kerk’ van Oosterbeek ondersteuning van de classis.
Veel problemen gaf de beroeping en uiteindelijke installatie van de eerste predikant van de kerk van Oosterbeek, de voormalig christelijke gereformeerde predikant W. Raman (1829-1919). Hij schijnt een ‘prikkelbaar courakter’ te hebben gehad, en bovendien waren er vaak klachten over zijn persoonlijke levensstijl. Als je zijn predikantsloopbaan bekijkt blijkt, dat hij vaak problemen met zijn kerkenraden en gemeenten had; hij werd maar liefst vier keer ‘buiten bediening’ gesteld: in Genemuiden in 1868, in Vlissingen in 1873, in Westbroek in 1887 en tenslotte in Leerdam in 1897. Hoe dan ook, hij diende hij de kerk van Oosterbeek van 1891 tot 1894, zónder buiten bediening te geraken.
Kerkbouw (1892).
Op een gegeven moment werd duidelijk dat het evangelisatiegebouwtje te krap werd. Vandaar dat in 1891 aan de Molenweg een heuse kerk gebouwd werd (“de Molenweg werd later achtereenvolgens Eerste Molenberg en Van Toulon van der Koogweg genoemd”). De grond kostte fl. 700 en de bouw van de kerk fl. 4.200. De door ds. Raman gelegde eerste steen werd boven de hoofdingang geplaatst (ongetwijfeld stond hij daarbij op een trapje) en bijna honderd jaar later, in 1988, in de Vredebergkerk gemetseld. De kerk werd in 1892 door de toen ongeveer 190 gemeenteleden in gebruik genomen. Ook veranderde de naam van de kerk dat jaar: door de landelijke fusie van de ‘Christelijke Gereformeerde Kerk’ (waaruit ds. Raman afkomstig was) en de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerken’ uit de Doleantie (waartoe de kerk van Oosterbeek behoorde) heette ook de kerk van Oosterbeek in het vervolg ‘Gereformeerde Kerk’.
Na de predikanten G. de Braal (1833-1905) en L. van der Valk (1838-1910), die respectievelijk van 1896 tot 1904 en van 1904 tot 1910 in Oosterbeek stonden, trad in 1910 ds. J.H. Koers (1871-1947) aan, die de kerk van Oosterbeek gedurende ongeveer 26 jaar, tot 1936, diende. Hij drukte een stevig stempel op de kerkelijke gemeente. De kerk groeide bovendien als kool. Waren er in 1910 ongeveer 475 leden, het jaar daarop waren het er al 600 en in 1918 al 850. Met andere woorden: de kerk van 1892 werd te klein!
‘Weekdiensten’ in Wolfheze.
Niet alleen in Oosterbeek, maar ook in het nabijgelegen Wolfheze woonde een behoorlijk aantal gereformeerde leden, voor wie het bezwaarlijk was voor de ‘weekdiensten’ telkens naar Oosterbeek te moeten lopen (in die tijd was het gewoonte dat ook in de week kerkdiensten gehouden werden). Vandaar dat de kerkenraad de ‘Stichting Wolfheze’ (uitgaande van de ‘Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen in Nederland’) vroeg, eens per maand voor die weekdiensten gebruik te mogen maken van de stichtingskerk. Dat mocht. Per 15 januari 1919 werd die regeling van kracht. Voor de zondagse erediensten liepen de Wolfhezer gereformeerden echter nog gewoon naar Oosterbeek. Twee keer per zondag tien kilometer.
Een nieuwe kerk (1925).
Ondertussen werd het gereformeerde kerkje van Oosterbeek te klein. De gemeente groeide immers flink, waardoor de kerkgangers steeds dichter op elkaar kwamen te zitten, zodat de kerkenraad na een aantal jaren besloot een galerij in de kerk aan te brengen, wat inderdaad ook gebeurde. Maar al snel bleek dat het nog niet eens dertig jaar oude kerkje niet langer geschikt was om alle gemeenteleden onderdak te bieden. De manslidmaten werden dus bij elkaar geroepen en kregen drie plannen voorgeschoteld waaruit men kon kiezen: de eerste twee hielden in de kerk uit te breiden met het ene dan wel met het andere vóór de kerk staande woonhuis; het derde plan behelsde nieuwbouw, die overigens fl. 120.000 zou kosten; maar als het oude kerkje voor fl. 20.000 verkocht zou worden, viel het allemaal weer mee. De manslidmaten kozen voor de laatste optie: een nieuwe kerk!
In 1924 kon met de bouw begonnen worden. Het bouwfonds werd regelmatig gespekt, zodat op 29 april 1925 de eerste steen door ds. Koers kon worden gelegd. En op 9 december dat jaar kon de grote nieuwe kerk met toren in gebruik genomen worden! Deze stond ook aan de Van Toulon van der Koogweg, alleen aan de andere kant daarvan, precies tegenover de plaats van de oude kerk!
Het ledental te Oosterbeek (1909-1969).
Het ledental van de Gereformeerde Kerk te Oosterbeek heeft perioden van sterke groei gekend:
Jaar Ledental
1909 450
1919 845
1929 917
1939 1.150
1949 1.353
1959 1.611
1969 1.721
De Gereformeerde Kerk te Wolfheze.
Het dorp Wolfheze ontstond in 1907 door de vestiging van het psychiatrisch ziekenhuis (‘De Stichting’) aan de spoorlijn Utrecht-Arnhem. Door de grondslag van deze stichting waren de personeelsleden bijna uitsluitend gereformeerd. Door de vestiging van de modelboerderij ‘Johannahoeve’ in Oosterbeek (in 1909) en van het ‘Blindentehuis’ in Wolfheze (in 1912), veranderde de samenstelling van de Wolfhezer bevolking. Ook kwamen er steeds meer winkels in het dorp. De in eerste instantie zeer kleine groep hervormden nam toe en langzamerhand vormden zij een eigen kerkelijke gemeente. Het grote aantal gereformeerden in Wolfheze kerkte eerst bijna twintig jaar in Oosterbeek.
Een eigen kerk (1926).
Zoals we zagen mocht per 15 januari 1919 door de Wolfhezer gereformeerden voor de ‘weekdiensten’ (op woensdagavond) eens per maand gebruik gemaakt worden van de gereformeerde Stichtingskerk in Wolfheze. Men wilde in Wolfheze echter ook graag zóndagse diensten in de Stichtingskerk: die werden vanaf de zomer van 1923 toegestaan. Maar toen de stichting na verloop van tijd het gebruik van de Stichtingskerk opzegde, werd de bouw van een eigen kerk noodzakelijk. Aanvankelijk wilden de Wolfhezer gereformeerden daar niet van weten (men vreesde dat de kerkelijke eenheid tussen gereformeerd Wolfheze en Oosterbeek verloren zou gaan), maar desondanks liet de kerkenraad bouwplannen maken voor een gereformeerd kerkgebouw in Wolfheze, zodat de broeders en zusters daar zonder stoornis en grote moeite (twee keer per zondag tien kilometer lopen) de zondagse kerkdiensten konden houden. Ds. Koers legde op 8 oktober 1925 de eerste steen, die rechts van de hoofdingang geplaatst werd. De tekst daarop luidde: Matth. 21:13a (‘Mijn huis zal een bedehuis heten’). Op 27 mei 1926 kon de Wolfhezer gereformeerde kerk in gebruik genomen worden!
De Gereformeerde Kerk geïnstitueerd (1928).
Aanvankelijk werd in de Wolfhezer kerk slechts één zondagse dienst gehouden: in de middag. De Wolfhezer gereformeerden kregen echter de smaak te pakken en wilden al gauw graag elke zondag twéé diensten hebben. De kerkenraad vond terecht dat, als dat zou worden toegestaan, de band tussen Oosterbeek en Wolfheze verloren zou gaan en meende dat Wolfheze dan beter gewoon zelfstandig kon worden. De twee verlangde kerkdiensten kwamen er met ingang van 1928. Hoewel in gereformeerd Wolfheze nog steeds bezwaren bestonden tegen een zelfstandige Gereformeerde Kerk in dat dorp, werd daartoe uiteindelijk toch besloten. Zo konden op 9 maart 1928 ambtsdragersverkiezingen gehouden worden, en op 23 maart werden deze door de manslidmaten verkozen ouderlingen en diakenen in het ambt bevestigd, waarmee de zelfstandige Gereformeerde Kerk te Wolfheze een feit geworden was!
Het ledental te Wolfheze.
Het ledental van de Gereformeerde Kerk te Wolfheze groeide in de jaren 1929 tot 1959 behoorlijk:
Jaar Ledental
1929 398
1939 599
1949 544
1959 618
Kerkbouw te Doorwerth (1936).
Ook het aantal gereformeerden in het tot de kerk van Oosterbeek behorende dorp Doorwerth, ten westen van Oosterbeek, groeide. Toen de N.V. Exploitatiemaatschappij Cardanus te Amsterdam in 1933 de kerkenraad van Oosterbeek voor fl. 15.000 een stuk grond aanbood om een kerk te stichten (dat leek de maatschappij in het kader van de ontwikkeling van het zogenoemde Park Doorwerth zinvol), ging de kerkenraad daarop in, na eerst de financiële consequenties van kerkbouw in Doorwerth op een rijtje te hebben gezet. Dat het aantal gereformeerden (op dat moment ruim honderd) kerkbouw in Doorwerth/Heveadorp wenselijk maakte, leed eigenlijk geen twijfel, maar… Doorwerth behoorde officieel tot het kerkelijk grondgebied van Wolfheze. Dat werd echter allemaal geregeld, en na nóg enige hobbels genomen te hebben werd besloten tot kerkbouw over te gaan.
De plannen van architect Van Heusden (die daarvoor geen kosten berekende) omvatten niet alleen een kerk maar ook een kosterwoning; de aanbesteding (uitsluitend onder gereformeerde aannemers) vond op 18 augustus 1934 plaats (de bouwkosten bedroegen rond de fl. 18.000) en op 8 oktober dat jaar legde ds. Koers de eerste steen. Tijdens de bouw werd een kerkstichtingsoorkonde ingemetseld, waarop de namen van alle medewerkers aan de kerkbouw werden vermeld.
De bouw verliep voorspoedig en op 20 maart 1936 kon de kerk in Doorwerth in gebruik genomen worden. Een paar maanden later, op 4 juli 1936, werd een uit de Oosterkerk te Zeist afkomstig orgel in gebruik genomen. Op 1 september 1936 ging ds. Koers met emeritaat. Hij was het jaar daarvoor vijfentwintig jaar aan de kerk van Oosterbeek verbonden geweest. Nog geen tien jaar later werd het kerkgebouw door oorlogshandelingen beschadigd, zodat na de bevrijding een restauratie gedaan werd.
De gereformeerden in Doorwerth bleven echter tót 1995 tot de Gereformeerde Kerk van Oosterbeek behoren; in dat jaar werd op 1 oktober de zelfstandige Gereformeerde Kerk te Doorwerth geïnstitueerd.
De Oosterbeekse kerk verwoest (1944).
In Oosterbeek heeft de Tweede Wereldoorlog diepe sporen nagelaten; geen wonder, de slag om Arnhem maakte evacuatie van het dorp noodzakelijk. Ook de gereformeerde kerk leed grote schade. Op 22 of 23 februari 1945 vloog een Duitse V1 tegen de toren van de kerk aan de Van Toulon van der Koogweg. De gevolgen waren verwoestend. De kerk kon als verloren worden beschouwd.
Al snel werd duidelijk dat een nieuwe kerk niet meer op dezelfde plaats aan de Van Toulon van der Koogweg kon worden gebouwd. Een terrein aan de andere kant van diezelfde weg, maar wel recht tegenover de verwoeste kerk werd daarvoor aangewezen: dezelfde plaats waar ooit de eerste kerk in 1891 gebouwd werd! Hoe dan ook, de nieuwe kerk stond er niet in een vloek en een zucht, dus werd een tijdelijke kerkplaats gezocht. Die werd gevonden in het kerkgebouw van de Remonstrantse Gemeente aan de Wilhelminastraat. Daar konden enige tijd middagdiensten gehouden worden. Later kon gebruik gemaakt worden van het hervormde verenigingsgebouw ‘Thabor’ aan de Molenweg. Het bouwen van een noodkerk werd afgeraden, omdat dat vertraging van de nieuwbouw tot gevolg zou kunnen hebben.
Een nieuwe kerk (1951).
Op 25 mei 1947 kon de bouwcommissie drie plannen aan de kerkenraad voorleggen. Maar omdat het met het Rijks Wederopbouwplan Oosterbeek niet zo vlot ging kon men vooralsnog niet met de bouw beginnen. Dat kwam misschien wel goed uit, want de kerk in Doorwerth moest, ook vanwege oorlogsschade, geheel worden gerestaureerd.
Ondertussen werd verscheidene keren een bezoek gebracht aan het Departement van Wederopbouw en Volkshuisvesting in Den Haag, en uiteindelijk konden de bouwwerkzaamheden begin mei 1950 beginnen. De eerste steen werd op 30 juni gelegd door de echtgenote van wijlen ds. N.J.A. van Exel (1906-1944), die op 13 februari in 1944 aan de kerk van Oosterbeek verbonden werd maar op 21 september van hetzelfde jaar bij de Slag om Arnhem om het leven kwam). De kerkbouw vorderde voorspoedig, kostte in totaal bijna fl. 400.000 en op 16 juli 1951 kon de kerk in gebruik genomen worden. De naam werd ‘Vredebergkerk’. De naam is vermoedelijk afgeleid van het aangrenzend straatje Vredeberg.
Hoe het met de Gereformeerde Kerk (-gebouw-) en verder ging.
– In Doorwerth…
In Doorwerth werd, jaren na de restauratie van het kerkgebouw door de geleden oorlogsschade, ook het kerkinterieur vernieuwd, hetgeen in 1963 gereed kwam. In 1967 werd daar bovendien het kerkelijk verenigingsgebouw ‘De Eekhoorn’ geopend. In de jaren ’80 werden beide kerkgebouwen, in Oosterbeek en in Doorwerth ingrijpend gerenoveerd.
Al sinds 1936, toen de gereformeerde kerk in Doorwerth gebouwd werd, hoopte men dat ook in Doorwerth te zijner tijd een zelfstandige Gereformeerde Kerk geïnstitueerd zou kunnen worden. Die hoop ging pas zestig jaar later, op 1 oktober 1995, in vervulling. De kerk had toen 350 leden. De naam van de kerk werd in 2000 gewijzigd in ‘Gereformeerde Kerk Doorwerth-Heveadorp’, en al gauw werd met de hervormde gemeente een federatie aangegaan en vervolgens een (Verenigde) Protestantse Gemeente gevormd; de kerk van Doorwerth (-Heveadorp) maakte tot 1995 nog gebruik van de gereformeerde kerk aan de W.A. Scholtenlaan, maar deze werd toen afgestoten. De hervormde ‘Ontmoetingskerk’ aan de Bentincklaan werd toen de gezamenlijke kerk van die Protestantse Gemeente.
– Samen-op-Weg In Wolfheze…
In de periode 1970-1980 werd in Wolfheze de samenwerking tussen de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente langzamerhand intensiever. In het laatste jaar werden zestien gemeenschappelijke diensten gehouden. Zes jaar later, in 1986, sprak 83% van de gemeenteleden zich uit vóór verdere groei in de samenwerking. Dit resulteerde in 1995 uiteindelijk in een gemeenschappelijke vacature toen de predikantsplaats van de Gereformeerde Kerk Wolfheze vacant werd. Per 1 januari 1996 vormden de hervormde wijkgemeente Wolfheze en de Gereformeerde Kerk van Wolfheze een federatief verband onder de naam S.O.W.-gemeente te Wolfheze. Beide kerkgemeenten bleven (ook financieel) zelfstandig, maar deden alle activiteiten gemeenschappelijk. De gereformeerde Commissie van Beheer en de plaatselijke hervormde kerkvoogden vormden sindsdien een gemeenschappelijke Beheersraad. De beide diaconieën vormden de Diaconale Raad.
In 1997 werden verdere stappen gezet in het samenwerkingsproces. Na een lange periode van samenwerkingsonderzoeken in Oosterbeek besloten de Hervormde Gemeente te Oosterbeek-Wolfheze en de Gereformeerde Kerk van Oosterbeek tot fusie over te gaan, waarbij de Gereformeerde Kerk van Wolfheze zich ook aansloot. Eind 2006 werd de fusieovereenkomst gesloten. De gereformeerde en hervormde leden te Wolfheze maakten zodoende van 1 januari 2007 deel uit van de Protestantse Gemeente Oosterbeek-Wolfheze.
De gereformeerde Open Hofkerk PKN-kerk (2002-2018).
In het kader van de toekomstige vorming van de Protestantse Gemeente was voor wat betreft Wolfheze al eerder besloten de daar in 1958 gebouwde hervormde ‘Kruiskerk’ met ingang van 2002 te sluiten en de gereformeerde Open Hofkerk aan de Lawijckerhof als protestantse kerk te gaan gebruiken. Tijdens de Nieuwjaarssamenkomst 2002 in de Open Hofkerk werd de loden koker geopend die in de zomer van 2001 uit de toren van de Kruiskerk was verwijderd. De koker bevatte de stichtingsoorkonde waarop de namen van de medewerkers aan de bouw van de kerk met sierlijke letters vermeld waren. Deze oorkonde werd ingelijst en kreeg een plaats in de ontmoetingsruimte van de Open Hofkerk.
De kerkenraad van de Protestantse Gemeente Oosterbeek-Wolfheze heeft nu in het kader van de bezuinigingen besloten dat de voormalig gereformeerde Open Hofkerk per 1 januari 2018 aan de eredienst onttrokken wordt. In het vervolg zal dan voor de zondagse kerkdiensten gebruik gemaakt worden van de voormalig hervormde ‘Ontmoetingskerk’.
Het ledental te Wolfheze (1959-1999).
Het aantal leden van de Gereformeerde Kerk te Wolfheze verminderde tussen 1959 en 1999 sterk:
Jaar Ledental
1959 618
1969 545
1979 430
1989 300
1999 171
– In Oosterbeek…
Per 1 januari 2007 fuseerden zoals al opgemerkt de Gereformeerde Kerk te Oosterbeek en de Hervormde Gemeente Oosterbeek-Wolfheze, en de Samen-op-Weg gemeente Wolfheze. Vanaf die datum gingen die kerkelijke gemeenten verder als Protestantse Gemeente te Oosterbeek-Wolfheze. In het kader daarvan werd de hervormde ‘Goede Herderkerk’ aan de Utrechtseweg te Oosterbeek – niet zonder tweespalt te veroorzaken – afgestoten: op 22 juni 2008 werd daar de laatste kerkdienst gehouden. De gereformeerde Vredebergkerk werd toen ingrijpend verbouwd en uitgebreid.
Het ledental van geref. Oosterbeek(1969 -1999).
Het ledental van de Gereformeerde Kerk te Oosterbeek halveerde tussen 1989 en 1999:
Jaar Ledental
1969 1.721
1979 1.692
1989 1.413
1999 699
En nu…
Nu de kerkenraad van de Protestantse Gemeente te Oosterbeek-Wolfheze besloot om de zondagse diensten in de voormalig hervormde Oude kerk in Oosterbeek en de voormalig gereformeerde Open Hofkerk aan de Lawijckerhof in Wolfheze nog maar eens per maand te laten plaatsvinden, als overgang naar de sluiting per 1 januari 2018, zal alleen de voormalig gereformeerde Vredebergkerk aan de Van Toulon van der Kooglaan vanaf die tijd voor de reguliere kerkdiensten van de Protestantse Gemeente te Oosterbeek-Wolfheze gebruikt worden.
Bronnen :
G. Maassen, Gereformeerden in Oosterbeek, Wolfheze, Heveadorp en Doorwerth. Fragmenten uit de geschiedenis. 1888-1988. Oosterbeek, 1988
Jaarboeken Gereformeerde Kerken in Nederland en van de Protestantse Kerk in Nederland.
Diverse websites, o.a. die van de Protestantse Gemeente Oosterbeek-Wolfheze
© 2016. G.J. Kok. GereformeerdeKerken.info