150 jaar Gereformeerde Kerk Dirkshorn herdacht met jubileumboek

Jubileumboekje nog verkrijgbaar.

Tegelijk met het honderdvijftigjarig bestaan van de Gereformeerde Kerk in het Noord-Hollandse Dirkshorn werd de laatste dienst gehouden, waarna het kerkgebouw aan de Raadhuisstraat op 19 maart 2017 buiten gebruik gesteld werd. Voor die gemeente een treurig feit, dat hopelijk enigszins verlicht wordt door de prachtige herdenkingsuitgave ter herinnering aan het kerkelijk leven in dat dorp, ‘Uw werk, behoud dat’. Aan het eind van dit artikel daarover meer.

Kaart: Google.

Al eerder waren herdenkingsboekjes verschenen: Lou Doekes schreef in 1917 een historisch overzicht van 39 pagina’s, onder de titel: ‘Uw werk. 19 maart 1867 – 1917’, terwijl bij het eeuwgetij door Dirk Houter een verhaal op papier gesteld werd, 29 pagina’s lang, onder de titel: ‘Uw werk behouden, Gedenkboek ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Gereformeerde Kerk te Dirkshorn. 1867-1967’. K.-J. Paarlberg schreef in 1992 een historisch overzicht bij het 125-jarig bestaan van de kerk. De boekjes hebben een waardig vervolg gekregen in ‘Uw werk, behoud dat’, samengesteld door Cees de Geus en Peter Rus, met foto’s van Jaap Dekker en Cees de Geus. Het boekje werd gedrukt in een oplage van 350 exemplaren. Hierna volgen enkele bijzonderheden over de kerk, overgenomen uit de genoemde boekjes.

Het begin van de kerk in Dirkshorn (1867).

Het begon allemaal op 19 maart 1867, toen de Christelijke Afgescheidene Gemeente te Dirkshorn geïnstitueerd werd. In Dirkshorn was ds. Van Deursen de plaatselijke hervormde predikant, ‘die de Waarheid nogal zuiver verkondigt’, wat echter sommige hervormden er niet van weerhield om liever in Broek op Langedijk de kerkdiensten bij ds. J.W. de Lang (1827-1885) van de Christelijke Afgescheidene Gemeente bij te wonen. Toch wordt enige tijd door sommigen ook in ‘een soort van alternatieve bijeenkomst’ samengekomen in de consistorie van de hervormde kerk. De kerkenraad was daar niet content mee, wilde het verhinderen, maar ds. Van Deursen bood, ‘om de boel bij elkaar te houden’, voor die bijeenkomsten zijn tuinhuisje aan, die hijzelf al snel overigens niet meer bijwoonde.

Ds. J.W. de Lang (1827-1885) van Broek op Langedijk.

Het huisje van Simon Zijp en Grietje Bommer bij de Wipbrug werd het volgende onderkomen. Daar werd het gezelschap aangevuld met schipper Jacob Deutekom uit Purmerend, wiens schip op dat moment in een vaart bij Dirkshorn stevig vastgevroren in het ijs lag. Deutekom wist wel wat de aarzelende Dirkshorners het best konden doen, namelijk breken met de hervormde kerk. Die weg sloeg men toen in.

Met veel moeite kon men ‘de tuin van Beemsterboer’ aan de huidige Raadhuisstraat kopen, met de bedoeling daar een kerk te bouwen, waarvoor fl. 3.000 nodig zou zijn. Fl. 600 konden ze zelf opbrengen; de rest moest her en der geleend worden. Toch kwam de kerk er, en werd op 1 januari 1867 in gebruik genomen met een dienst onder leiding van ds. J.W. de Lang van Broek op Langedijk. ‘De preekstoel  hebben ze gehaald op een driewielkar uit Alkmaar, waar ze hem voor oud gekocht hadden. Hij had voorheen dienst gedaan in een Roomsche kerk’. Het kerkje werd op naam van de Afgescheiden Gemeente te Krabbendam geschreven, omdat ook verscheidene leden tot díe gemeente behoorden. ‘Zoo was dan het kerkgebouw klaar tot aller blijdschap’.

Op dat moment stonden de banken nog in de grondverf, omdat ze door geldgebrek pas later goed in de verf gezet konden worden. Ds. De Lang preekte er geregeld en catechiseerde er ook. Anderhalve maand later, op 19 maart 1867, werd onder diens leiding de eerste gereformeerde kerkenraad van Dirkshorn in het ambt bevestigd (Pieter Nomes als ouderling en Klaas de Ruiter en Theunis Doekes als diakenen), waarmee de kerk geïnstitueerd was.

Tegenstand.

Link ds. M.H.K. Mol (1850-1929) en rechts ds. J.W. Wegchelaer (1855-1911). Foto: ‘Uw werk, behoud dat’.

Er was in het dorp weerstand tegen de ‘dompers’ van Dirkshorn. Naar later bleek was het Jan Bregman die meerdere keren de ramen van de kerk ingooide. Op last van de burgemeester betaalde hij de hem opgelegde boete aan de kerk. Ondertussen ging Pieter Nomes jarenlang voor in de kerkdiensten, want pas in 1875 trad de eerste predikant aan, en dan ook nog in combinatie met de kerk van Krabbendam. Dat was kandidaat M.H.K. Mol (1850-1929); het waren zijn eerste gemeenten. Hij diende beide kerken tot 1886. Ook zijn opvolger, ds. J.W. Wegchelaer (1855-1911) werd in samenwerking met Krabbendam aangesteld; hij diende Dirkshorn van 1887 tot 1893, toen hij naar Alkmaar vertrok. Ook hij kwam als kandidaat naar Dirkshorn.

Het kerkje dat in 1867 in Dirkshorn in gebruik genomen werd.

Opmerkelijk was dat het avondmaal in de combinatietijd om de beurt gezamenlijk in Dirkshorn, Krabbendam en Schagerbrug werd gevierd (de kerk van Schagerbrug werd in 1870 geïnstitueerd maar al in 1911 opgeheven; Schagerbrug droeg als vergoeding voor de kosten van de predikant fl. 75 per jaar bij).

De reis naar de kerk viel niet altijd mee, zeker als men op weg naar Schagerbrug of Krabbendam moest. Een deel van de gemeente ging met de boerenwagen, de mannen liepen naar Sint Maartensbrug, waar ze met ‘het trekschuitje van Krabbendam’ verder reisden. ‘Aan boord, op de Grote Sloot op weg naar Schagerbrug, worden uit volle borst psalmen gezongen’.

De predikanten tot 1908.

De predikanten mochten aanvankelijk dan wel door de drie kerken gezamenlijk beroepen en aangesteld worden, de pastorie kwam in Dirkshorn. Aanvankelijk woonde ds. Mol in ‘het huisje van Dirk de Geus’ naast de kerk, maar later werd besloten voor fl. 6.000 een nieuwe pastorie te bouwen, die een paar honderd meter van de kerk af stond. De catechisaties werden sinds 1877 in een houten schuur (de consistorie) gehouden. Ook werd bij de kerk een paardenstal aan de kerkelijke onroerende goederen toegevoegd, want paard en wagen werd een steeds normaler vervoermiddel voor kerkgangers.

Na het vertrek van ds. Mol, waarbij duidelijk werd ‘hoezeer men den scheidenden leeraar lief had’, kwam kandidaat Wegchelaer voor fl. 750 per jaar naar Dirkshorn en Krabbendam. Op 30 oktober 1887 deed hij intrede. Wegchelaer spande zich bijzonder in voor het evangelisatiewerk in de omgeving van Dirkshorn. In die tijd begonnen ook plannen te rijpen om te komen tot de stichting van een christelijke school, maar die werd pas in 1902 gerealiseerd.

Ds. N.Y. van Goor (1866-1941).

Kandidaat N.IJ. van Goor (1866-1941) uit Harlingen werd op 14 oktober 1894 in het ambt bevestigd door zijn vader; zijn vertrek naar Hazerswoude, in 1897, luidde de komst in van kandidaat H.H. Schoemakers (zonder ‘n’) (1873-1943) uit Kampen, die op 26 juni 1898 door diens broer in het ambt bevestigd werd. Schoemakers vertrok in 1901 naar Workum, maar bevestigde op 26 juni van het jaar daarop zijn zwager, kandidaat G.H.A. van der Vegte (1874-1936) in het ambt, die van 1902 tot 1906 in Dirkshorn predikant was (detail: ds. Van Goor en ds. Van der Vegte zouden elkaar in Groningen ontmoeten, waar ze tussen 1915 en 1925 beiden tegelijk gereformeerd predikant waren).

Ds. G.H.A. van der Vegte (1874-1936).

Daarna was Dirkshorn drie jaar vacant. Gelukkig kon meester Nieuwenhuizen voor fl. 1 per week de kinderen catechisatieles geven (ook mocht hij tijdelijk in de pastorie wonen, als ‘ie tenminste het onkruid in de tuin wiedde).

Amsterdam of Kampen?

In 1908 besloten de kerkenraden van Krabbendam en Dirkshorn in het vervolg maar niet meer gezamenlijk een predikant te beroepen. Oorzaak van het uiteengaan was dat Krabbendam liever een predikant wilde die gestudeerd had aan Vrije Universiteit te Amsterdam en Dirkshorn de voorkeur gaf aan iemand van de Theologische School in Kampen. Hoe dan ook, Dirkshorn beriep kandidaat K. van der Beek (1883-1918) uit het Groningse Middelstum, die in Kampen had gestudeerd en van 1909 tot 1912 in Dirkshorn stond en toen naar IJlst vertrok. Daar overleed hij zes jaar later.

Zijn opvolger stond zeven jaar in Dirkshorn. Na een vacante periode van ongeveer een jaar trad in 1913 namelijk kandidaat J.G. Feenstra (1888-1966) aan. Hij stond er lang genoeg om enkele belangrijke momenten in het kerkelijk leven van Dirkshorn mee te maken. Allereerst het vijftigjarig bestaan in 1917, dat natuurlijk in een kerkdienst en in een groot aantal gepeperde toespraken werd herdacht, compleet met een uitvoerig historisch overzicht.

Ds. J.G. Feenstra (1888-1966).

Een nieuwe kerk!

De kerk werd echter zo langzamerhand te klein. Het ledental had aan het eind van de Eerste Wereldoorlog (1918) inmiddels de 350 bereikt. Geen wonder dus dat nieuwbouwplannen bedacht werden. Een kerk van fl. 25.000 zou al heel wat lijken, dacht men. Toen de burgerlijke gemeente toestemming gaf een sloot achter de kerk te dempen werd het toekomstige bouwterrein ineens een stuk groter, omdat het toen mogelijk werd het erachter liggende perceel te kopen. Niemand minder dan de bekende gereformeerde kerkarchitect Tjeerd Kuipers (1857-1942) werd gevraagd een mooie tekening te maken! Zijn plannen gingen echter een stuk meer kosten dan men aanvankelijk in het achterhoofd had. De bouwkosten zouden fl. 42.000 gaan bedragen.

De kerkenraad zette echter door, waardoor de kerkelijke gemeente te maken kreeg met een flinke financiële last. Gedurende de bouw kon in het oude kerkje gekerkt worden (dat stond meer naar voren dan de plaats waar de nieuwe kerk kwam). De eerste steen werd op 18 augustus 1919 onder grote belangstelling door ds. Feenstra gelegd. De aannnemer ging echter failliet waardoor de arbeiders geen loon uitbetaald kregen en dus een paar dagen gingen staken, want voor niks ging de zon op. De kerk werd echter ondanks alles voltooid, de oude kerk gesloopt en het materiaal voor fl. 780 verkocht. Dat was mooi meegenomen!

De gereformeerde kerk te Dirkshorn.

Op 14 april 1920 werd in aanwezigheid van onder meer B en W van de gemeente Harenkarspel en Sint Maarten de nieuwe kerk in gebruik genomen. Ds. Feenstra hield een toespraak naar aanleiding van Psalm 22, een bede om hulp. De predikant vertrok per12 juni 1921 naar Scheveningen.

Moeiten…

Uit Drachten kwam als zijn opvolger kandidaat P. van der Sluis (1887-1973) naar Dirkshorn. Weer een kandidaat dus. Vier jaar was hij aan de kerk van Dirkshorn verbonden. Intrede deed hij op 5 maart 1922, en per 3 januari 1926 vertrok hij naar het Groningse Onstwedde. Bijna was de kerk van Dirkshorn door zijn verhuizing in een rechtszaak beland, want de verhuiswagen raakte defect en de verhuizer wilde geld zien. Een dreigement met de rechter was voor de kerk voldoende met fl. 15 over de brug te komen.

Links ds. P. van der Sluis (1887-1973), rechts ds. B. Bouma (1899-1988). Foto: ‘Uw werk, behoud dat’.

Ondertussen moest ook het orgel worden gereviseerd en bovendien kostte de aansluiting op het elektriciteitsnet veel meer dan de kerkenraad tevoren berekend had. Kortom, net als in vroeger jaren ten tijde van de kerkbouw raakte de kerk steeds verder in de schulden. De crisisjaren braken aan; de schuldenthermometer stond inmiddels op fl. 23.000. Weliswaar kwam er een erfenis van fl. 3.000 en ook leverde ds. B. Bouma (1899-1988), tussen 1926 en 1933 (zijn komst en vertrek) tien procent van zijn traktement in, tóch ontving men van het Provinciaal Kerkelijk Crisiscomité het advies voorlopig geen eigen predikant te beroepen. Dat was weer preeklezen geblazen, tenzij de predikanten van Krabbendam en Noord-Scharwoude op een zondag eens langskwamen.

Pas drie jaar later, op 29 november 1936, kon kandidaat S. Greving (1907-1973) uit Harlingen als predikant in het ambt bevestigd worden. Maar deze bleef dan ook ongeveer tien jaar, eerst bijna een jaar als hulppredikant voor fl. 25 per week, en vanaf 29 november 1936 als ‘echte’ predikant. Ook voor Greving was Dirkshorn zijn eerste gemeentel Greving stond daar dus gedurende de Tweede Wereldoorlog.

Een financiële aderlating onderging de kerk van Dirkshorn toen op 20 maart 1938 de ‘Gereformeerde Kerk te Schagen e.o.‘ geïnstitueerd werd, en twintig leden van Dirkshorn naar die kerk overgeschreven werden, omdat zij op het territoir van die kerk woonachtig waren. Dat was financieel gezien voor Dirkshorn een tegenvaller (de kerk moest in het vervolg hun bijdragen missen), maar de uitbreiding van de Gereformeerde Kerk zal de broeders vast en zeker ook verblijd hebben.

Ds. S. Greving (1907-1973).

Oorlog.

Al in de eerste dagen van de Tweede Wereldoorlog stierf gemeentelid Cobus Corbijn door oorlogshandelingen; kort daarna kwamen ook veel onderduikers richting Dirkshorn en omgeving. Om de kerkdiensten zoveel mogelijk ongestoord te kunnen bijwonen had de kerkenraad een waarschuwingssysteem bedacht. In de tuin van de kosterswoning naast de kerk zat iemand op de uitkijk; bij onraad drukte deze op een knop waardoor op de orgelgalerij (de zitplaats van de onderduikers) een lampje ging branden. Gelukkig hoefde het nooit gebruikt te worden.

Wat wél nodig was maar niet beschikbaar, was brandstof; de kerkdiensten werden ’s winters dus in een oude kerk gehouden. Op 19 maart 1942 kon echter ondanks alles het 75-jarig bestaan van de Gereformeerde Kerk te Dirkshorn worden herdacht. De predikant hield een feestrede naar aanleiding van Psalm 77:31: ‘Gij zult mijn grootheid vermeerderen, en mij rondom vertroosten’.

Het verzet tegen de Duitsers werd ‘een enerverende sport’ om zoveel mogelijk afbreuk aan de bezettende macht te doen: ‘Een groot deel van de gemeente hielp mee, hoewel we ons langzamerhand bewust werden, welke gevaren er aan verbonden waren’, schreef ds. Greving later.

Zicht op de gereformeerde kerk.
 Nog voor de oorlog ten einde was ontstond ook in Dirkshorn de Vrijmaking, ‘die een zware wissel trok op de gemeente’. In Dirkshorn ontstond op 14 maart 1948 een vrijgemaakte kerk, die dat jaar achtendertig leden telde en in de oude christelijke school te Stroet bijeenkwam. De kerk groeide niet en werd in 1962 opgeheven.

Ook van belang was het feit dat de kerk in 1948 een nieuw orgel kreeg, voorzien van een windmotor, waardoor de orgeltrapper, Jan Mantel, overbodig werd. De broeder had zich maar liefst 25 jaar lang in het zweet gewerkt om voldoende lucht langs de pijpen te krijgen. Predikant was sinds 1946 ds. P. van der Sluis, die voor de tweede keer aan de kerk van Dirkshorn verbonden werd en daar tot 1950 stond.

Links ds. J. van Reeven (1928-1985) en rechts ds. G.W.H. Peddemors (1926-2011). Foto: ‘Uw werk, behoud dat’.

Opmerkelijk is dat al in 1957 wéér een nieuw orgel werd aangeschaft. Predikant was toen ds. G.W.H. Peddemors (1926-2011), die in 1951 ds. J. van Reeven (1928-1985) opvolgde. Ds. Peddemors reisde met enkele gemeenteleden naar Bergen op Zoom waar een orgel te koop stond. Eenmaal in Dirkshorn afgeleverd bleek het orgel te groot voor de kerk. De timmerman heeft toen de galerij aangepast, zodat het orgel toch nog geplaatst kon worden; ‘een verbouwing die nog meer kostte dan het hele orgel’, zo herinnerde ds. Peddemors zich later. In 1958 vertrok hij naar Heerde.

Tijdens het zesjarige predikantschap van ds. T.W. Penning (1929-2002) – per 7 augustus 1960 als kandidaat vanuit Honselersdijk naar Dirkshorn gekomen – werd in 1963 voor fl. 80.000 het verenigingsgebouw ’t Centrum geopend. Ruimte in overvloed voor de kerkelijke verenigingen en de clubs en voor andere activiteiten.

De kerk na 100 jaar.

Ds. Penning deed van eind 1963 tot halverwege 1964 dienst als legerpredikant, kwam dat jaar weer in Dirkshorn terug en vertrok in maart 1966 naar Zoetermeer. Net na zijn vertrek vierde de kerk van Dirkshorn haar honderdjarig bestaan. De heer D. Houter hield toen een interessante toespraak over de geschiedenis van de kerk van Dirkshorn, die in 1967 onder de titel ‘Uw werk behouden’ in brochurevorm werd uitgegeven.

De nieuwe pastorie aan de Raadhuisstraat.

In juni 1969 kon de nieuwe predikant ds. P. van Dijk (die op 1 juni 1969 als kandidaat uit Rotterdam intrede deed in Dirkshorn), de nieuwgebouwde pastorie aan de Raadhuisstraat 107 betrekken. Op 23 september 1973 nam hij afscheid van Dirkshorn. De gedenkboeken vertellen dat zijn gehoorproblemen hem wel eens parten speelden op de catechisaties. ‘Van Dijk had zelf ook wel in de gaten dat de jeugd zijn lichte handicap keihard uitbuitte. Het kleine vuurtje hoor ik niet, zei hij eens, ik heb het pas in de gaten als het een grote brand is’. Toen een van de broeders er bij ging zitten, ‘gewoon om rust uit te stralen’, ging het een stuk beter.

Net vóór de oliecrisis in 1973 kreeg de kerk een nieuwe centrale verwarming; de oude oliegestookte kachels konden de kerk uit. Twee jaar eerder had de kerk van Dirkshorn een eigen kerkblad gekregen, De Schakel. Ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan daarvan werd in 2011 een herdenkingsnummer uitgegeven.

In 1979, kreeg de kerk van Dirkshorn voor de derde maal een nieuw orgel. Dat was nog net tijdens het predikantschap van ds. A. Pietersma, die op 6 maart 1975 als kandidaat uit Kampen intrede deed; op 24 juni 1979 vertrok hij naar Veenendaal. Tijdens zijn predikantschap werden de eerste gezamenlijke kerkdiensten met de Hervormde Gemeente gehouden, in het kader van het Samen-op-Weg-proces.

De kerk gezien vanaf Stroet.

En verder…

Tussen 1980 en de opheffing van de Gereformeerde Kerk te Dirkshorn deden in deze kerk nog de volgende predikanten dienst:

Ds. J. Verschoof (deed als kandidaat uit Haarlem op 29 juni 1980 intrede en vertrok in juni 1984 als legerpredikant). Tijdens zijn predikantschap onderging de kerk van Dirkshorn een ingrijpende restauratie. De paardenstal achter de kerk, ooit ten behoeve van de per paard en wagen naar de kerk komende kerkgangers opgetuigd, werd toen afgebroken; een parkeerplaats voor auto’s kwam er voor in de plaats. Een jaar later ging ook de kleine kosterswoning, voor de kerk, tegen de vlakte.

Ds. J.P. Strietman deed op 20 oktober 1985 (als kandidaat uit Amstelveen naar Dirkshorn gekomen) intrede en was tot 3 juli 1988 aan deze kerk verbonden. Hij vertrok toen naar de Gereformeerde Kerk in het Groningse Wagenborgen.

Ds. J. Timmerman deed (als kandidaat uit Dirkshorn) op 3 augustus 1990 intrede in de kerk van zijn woonplaats en was tot 8 juli 1995 aan deze kerk verbonden. Tijdens zijn predikantschap werd de kindernevendienst ingevoerd en nog steeds draaiden de jeugdclubs op volle toeren. ‘De al jaren gemengde GJV heeft een belangrijke sociale functie met ’t Centrum als epicentrum en de jaarlijkse uitwisseling en vakantie als hoogtepunten’. Hoewel slechts enkele gezamenlijke diensten met de hervormden gehouden werden, leidde de oprichting van de ‘Raad van Kerken Harenkarspel’ in 1993 onder andere tot een jaarlijkse oecumenische dienst met de Rooms-Katholieke Parochie H. Jacobus de Meerdere in Tuitjenhorn. Volgens ds. Timmerman ‘groeide de gemeente van geslotenheid en hang naar behoud naar openheid en acceptatie van (geloofs-) diversiteit’.

Ds. mevr. A.J. Snier deed op 21 april 1996 als kandidaat uit Den Haag intrede in Dirkshorn. Op 13 februari 2000 vertrok zij naar Delden. Ze was de eerste vrouwelijke predikant van Dirkshorn en ook na haar kwamen vrouwelijke predikanten op de Dirkhornse kansel.

In 2011 bestond het kerkblad De Schakel veertig jaar.

Ds. mevr. L.I. Nagelkerke-Van Wieringen deed op 22 december 2002 als kandidaat uit Amsterdam intrede. Op 30 augustus 2009 vertrok zij naar Mijdrecht. In 2004 vond de landelijke fusie plaats tussen de Gereformeerde Kerken, de Nederlandse Hervormde Kerk en de Evangelisch-Lutherse kerk in het Koninkrijk der Nederlanden, die sindsdien de Protestantse kerk in Nederland vormen. Ook in Dirkshorn kwam het SoW-proces meer en meer op gang. Al enkele jaren ging het ledental van de kerk te Dirkshorn naar beneden. De met de hervormden gevormde ‘Commissie Toekomst’ vroeg – met het oog op eventuele verkoop – het ‘Kantoor der Kerkelijke Goederen’ (KKG) de drie kerkgebouwen van hervormden en gereformeerden te taxeren.

Vanaf 6 mei 2012 tot aan de sluiting van de gereformeerde kerk aan de Raadhuisstraat was ds. mevr. Y. van Benthem-De Ridder aan de kerk van Dirkshorn verbonden. Ze kwam in 2012 als kandidaat van Luttelgeest naar Dirkshorn. De kerk was toen enkele jaren vacant geweest. Tijdens haar predikantschap federeerden de Hervormde Gemeente Warmenhuizen-Harenkarspel en de Gereformeerde Kerk van Dirkshorn. De fusie tot Protestantse Gemeente zal in september 2017 zijn beslag krijgen.

Ledentallen Gereformeerde Kerk Dirkshorn tussen 1895 en 2015.

Op 20 juni 2016 werd tijdens een ‘emotioneel verlopen gemeentevergadering’ meegedeeld dat de kerk aan de Raadhuisstraat zou moeten sluiten. Op 19 maart 2017 werd daar de laatste kerkdienst gehouden; precies honderdvijftig jaar na de instituering van de kerk, op 19 maart 1867.

Jubileumboekje verkrijgbaar zolang de voorraad strekt.

Omslag van het gedenkboek.

Het prachtige jubileumboekje ‘Uw werk, behoud dat’ is – zolang de voorraad strekt – nog verkrijgbaar tegen betaling van  € 8,- per stuk (incl. verzendkosten). U kunt daarvoor contact opnemen met: h.rus@quicknet.nl.

Bronnen:

J.G. Feenstra en L. Doekes, Uw werk. 19 maart 1867 – 19 maart 1917. Herdenking van het vijftigjarig bestaan van de Gereformeerde Kerk te Dirkshorn. Dirkshorn, 1917

C. de Geus en P. Rus, Uw werk, behoud dat. 150 jaar Gereformeerde Kerk Dirkshorn. Dirkshorn, 2017

D. Houter, ‘Uw werk behouden’. Gedenkboek t.g.v. het 100-jarig bestaan van de Geref. Kerk te Dirkshorn. Dirkshorn, 1967

N.N., De Schakel 40 jaar. Dirkshorn, 2011

J. Prij, Geschiedenis der Gereformeerde Kerk van Schagerbrug, g.p., g.j.

© 2017. GereformeerdeKerken.info.