Het evangelisatiewerk van de Gereformeerde Kerk te Schoonoord

Inleiding.

De Gereformeerde Kerk te Schoonoord (Dr.) werd op 18 mei 1873 vanuit de Gereformeerde Kerk te Zweeloo geïnstitueerd. De kerk verrichtte gedurende vele jaren evangelisatiewerk niet alleen in Schoonoord zelf, maar ook in de omliggende dorpjes De Kiel, Eeserveen en Odoornerveen. Hierover enkele hoofdzaken.

Kaart: Google.

1. In Schoonoord.

In Schoonoord was in elk geval in 1900 al een zondagsschool, maar in het archief van de particuliere synode wordt voor het eerst in 1914 van het werk van deze kerk melding gemaakt. In dat jaar besloot de synode namelijk fl. 100 aan de kerk te Schoonoord ter beschikking te stellen, zodra ‘deze kerk in het bezit van een predikant komt, die in overleg met de deputaten eenigen evangelisatiearbeid verricht, die tusschen de provinciale Deputaten voor de Evangelisatie en de kerkeraad contractueel is vastgelegd en in den beroepsbrief omschreven wordt’. De synode ging dus niet over één nacht ijs.

De in 1913 in gebruik genomen gereformeerde kerk te Schoonoord.

Jammer dat het met het beroepen van een predikant niet wilde vlotten. Maar de deputaten achtten dat desondanks voorwaarde voor de ontplooiing van het evangelisatiewerk in de omgeving. Gelukkig nam ds. J. van der Meulen (1892-1966) het beroep van de Schoonoordse broeders in 1917 aan. Hij ging meteen aan de (evangelisatie-) arbeid. En de particuliere synode ondersteunde het werk met jaarlijkse bijdragen van rond de fl. 150.

Ds. J. van der Meulen (1892-1966).

Ondertussen werd ook in Schoonoord zélf geëvangeliseerd: in juni 1923 telde de zondagsschool in het dorp vijfenzeventig leerlingen, waarvan overigens maar liefst zestig uit gereformeerde kring kwamen. De samenstelling van de zondagsschoolbevolking veranderde echter behoorlijk, want in 1928 waren bijna alle zondagsschoolleerlingen (in het hele ressort van deze Kerk in totaal 177) buitenkerkelijk! Hoe dan ook, alle gezinnen werden door de zgn. bezoekbroeders van de evangelisatiecommissie en door de predikant regelmatig bezocht; ook werden exemplaren van het evangelisatieblad ‘De Kandelaar’ verspreid.

De christelijke school als evangelisatiemiddel.

De oude christelijke school (links) te Schoonoord (met ernaast de woning van het Hoofd der School).

Kennelijk verdween de zondagsschool op een gegeven moment, want in 1933 werd op voorstel van meester Bernardus de Haan besloten ‘weer’ een zondagsschool in het dorp op te richten. Dat gebeurde, en deze ‘draaide’ tot aan het eind van de jaren ’40. Door het vertrek van meester De Haan naar Urk kon men er aanvankelijk niet mee doorgaan. De kerkenraad bedacht toen dat de kinderen natuurlijk óók naar de kérk konden komen en bovendien konden ze de School met den Bijbel bezoeken, ‘waar voldoende christelijk onderwijs gegeven’ werd. In de jaren ’50 werd tóch weer een zondagsschool opgericht die tot 1964 doorging. Duidelijk was echter dat het eigenlijk geen echte evangelisatie meer was, omdat verreweg de meeste kinderen gereformeerd waren. Een rond 1980 opgerichte zondagsschool werd uiteindelijk twee jaar later omgezet in de kindernevendienst in de kerk.

2. De arbeid op De Kiel.

Ds. H.A. Dijkstra (1856-1941) van Diever beschreef het gehucht De Kiel (ongeveer twee kilometer ten noorden van Schoonoord) in het Jaarverslag van de provinciale Deputaten voor de Evangelisatie over 1915 als volgt:

Ds. H.A. Dijkstra (1856-1941) van Diever.

‘Wanneer men het fietspad  van Schoonoord naar Schoonloo passeert, ziet men midden in de heide meer dan honderd kleine huisjes staan. Dit wordt [door ds. Dijkstra consequent] Kiel genoemd. De kerkeraad van Schoonoord meende dat hier een post voor evangelisatie moest gevestigd worden en vroegen daartoe steun uit de Kas van de Evangelisatie aan. Deze werd toegezegd, zoodat aldaar nu een nieuwe post is geplaatst. Het doel is om er eene zondagsschool te openen, bijbellezingen te houden, enz., doch dan zal er zich ook wel spoedig behoefte aan een behoorlijke localiteit openbaren. Voorshands zal men wel eene afwachtende houding moeten aannemen totdat Schoonoord in het bezit van een eigen leeraar is. Zegene de Heere de pogingen die men daartoe aanwendt‘.

Het begin.

Kornelis de Graaf.

Al in 1892 was op De Kiel een zondagsschool actief, die geleid werd door Kornelis de Graaf van de Konijnebergen. Vóór die tijd had hij de hervormde zondagsschool onder zijn hoede gehad, maar in 1892 was hij overgegaan naar de Gereformeerde Kerk van Schoonoord. Tot zijn overlijden in 1905 zette hij zich in voor de evangelisatie op De Kiel. Hij werd opgevolgd door Jakob Westerhof en deze op zijn beurt door Agge van der Leek, die het zondagsschoolwerk op De Kiel maar liefst veertig jaar in goede banen leidde.

Héél even waren er twee zondagsscholen op De Kiel. In 1903 stichtte de hulppredikant van Schoonoord, ds. E. Diemer (1834-1921), namelijk ‘achterop De Kiel’ een tweede, maar eigenlijk was dat in het dorpje Eesergroen. Deze werd in de school in dat dorp gehouden, maar verdween al spoedig.

Oefenaar H. Waterink Jzn. (1855-1927).

Tot 1915 vernemen we nauwelijks iets over het werk op De Kiel. Of oefenaar H. Waterink Jzn (1855-1927), die van 1911 tot 1914 de kerk van Schoonoord diende, zich met het zondagsschoolonderwijs bezighield is niet bekend (vermoedelijk wel). En na zijn vertrek volgde een vacante periode, zodat het geen verbazing wekt dat het werk stagneerde. Kennelijk had men op een gegeven moment op De Kiel geen onderdak meer kunnen vinden om de zondagsschool te houden. Daarom was de zondagsschool enige tijd stopgezet, maar gelukkig werd later een woning ter beschikking gesteld om de zondagsschool weer voort te zetten; het werk werd zelfs uitgebreid met geregeld gehouden bijbellezingen.

In een brief aan de provinciale Deputaten voor de Evangelisatie van de Particuliere Synode 1915 schreef de kerkenraad van Schoonoord dan ook dat De Kiel ‘een geschikte plaats voor evangelisatie’ was en vroeg of ook extra aandacht aan het dorp besteed moest worden. De broeders schreven onder meer: ‘Als er door ds. K. Oussoren (1868-1942) [van Borger] wordt gepredikt, komen er vijfentwintig hoorders’. De deputaten konden zich met de suggestie van de kerkenraad verenigen en vroegen zich tijdens hun vergadering in september 1915 af, ‘of te Schoonoord of Borger niet een geschikte man te vinden zou zijn om des winters daar te werken?’ Als Schoonoord een eigen predikant kreeg kon deze een deel van zijn tijd besteden aan het werk op De Kiel en daarvoor wilde de provincie wel financiële steun geven!

Ds. K. Oussoren (1868-1942).

Ds. J. van der Meulen.

In 1917 kwam – zoals we al eerder zagen – kandidaat J. van der Meulen als predikant naar Schoonoord. Meteen hield hij op De Kiel in particuliere woningen bijbellezingen en vroeg de deputaten hem een aantal goedkope bijbels te sturen, zodat hij die bij de bijbellezingen kon gebruiken en ze misschien zelfs aan bewoners van het veen kon verkopen of geven. Er kwamen vele niet-gereformeerden naar de ook weer opgerichte zondagsschool en bij de bijbellezingen; ‘mensen die het pad naar de kerk allang vergeten waren’.

Ook richtte de predikant een evangelisatie- en zendingsvereniging op, die zich dus niet alleen op het evangelisatiewerk richtte, maar ook op de zending op het Indonesische eiland Soemba, het aloude zendingsterrein van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Voor wat betreft het evangelisatiewerk moesten de leden van de vereniging díe mensen een bezoek brengen die zich niet of nauwelijks vertoonden op de zondagsschool en bij de bijbellezingen.

De kerkenraad van Schoonoord vond dus dat er ook voor hém werk aan de winkel was. In 1919 kocht men daarom met het oog op de evangelisatiearbeid op De Kiel een stuk grond voor fl. 2.300. De Kerk moest daarvoor fl. 1.800 lenen, een stevig bedrag, zeker in die tijd. De synode gaf een bijdrage van fl. 400. De bedoeling was op het kavel een evangelisatielokaal te bouwen, maar dat kwam er niet van.

Het evangelie in de kroeg!

Aanvankelijk werd de zondagsschool op de Kiel gehouden in de plaatselijke school, maar toen deze in 1914 sloot werden de evangelisatiebijeenkomsten gehouden in de woning van Jacob Aardema, maar deze vroeg in 1920 daarvan ontlast te worden. Gelukkig konden enkele verenigingen daarna terecht in de woning van Sietske Dam-De Lange. Ze kreeg voor die gastvrijheid fl. 40 per jaar uitbetaald. Haar onderkomen beviel kennelijk goed, want de kerkenraad probeerde het huis in 1921 aan te kopen. Dat mislukte echter.

Het evangelisatiegebouwtje (na de verbouw van 1956) op De Kiel (het voormalige café).

Maar in 1922 kon – zeer naar de zin van de kerkenraad – de kroeg ‘De Toekomst’ van Eeuwe Bergsma aan de Borgerweg op De Kiel worden gekocht. De Particuliere Synode Drenthe gaf voor dat doel fl. 1.000 te leen (hoewel de deputaten fl. 500 adviseerden, besloot de synode de gevraagde fl. 1.000 tegen 4½ % rente te lenen, met de verplichting een en ander in tien jaar af te betalen).

Voortaan werden in de ‘kroeg’ (in plaats van vechtpartijen) wekelijks evangelisatiesamenkomsten gehouden, waar in 1923 gemiddeld zo’n vijftig hoorders per keer kwamen. Ook werden een knapen-, een meisjes- en een jongelingsvereniging opgericht! De laatstgenoemde club ging in 1924 echter ter ziele. ‘Onder de heidebewoners wordt op velerlei wijze gewerkt’, zo meldden de deputaten. Dat was ook wel nodig, want de vrouwenvereniging en de meisjesvereniging waren niet in het minst opgericht ‘om desocialistische neigingen van de bevolking te verminderen’.

Hendrik Pasveer en Grietje Pasveer-Krikke (foto: ‘Van het zwarte kerkie…’).

Ondertussen bewoonden Hendrik Pasveer en zijn vrouw Grietje Pasveer-Krikke een deel van het evangelisatiegebouw met de opdracht het lokaal schoon en proper te houden en het indien nodig te verwarmen. In het begin werd de kroeg door de vroegere bezoekers wel gemist! Soms posteerden ze zich luidruchtig aan de deur en moest de politie er aan te pas komen om ze weg te jagen en de boel te bewaken! Maar langzamerhand werd dat beter. Jammer genoeg waren er ook interne conflicten tussen de zondagsschoolleiders, zodat de evangelisatievereniging in 1927 opgeheven werd en de kerkenraad het bestuur overnam.

Het evangelisatiewerk floreerde intussen toch behoorlijk. De bijbellezingen vonden geregeld plaats en het aantal leerlingen van de zondagsschool steeg van vijftig tot honderdzeventig! Driekwart van de bezoekertjes kwamen uit niet-gereformeerde gezinnen. Terwijl de zondagsschool op een gegeven moment in tweeën gesplitst moest worden, werden de andere verenigingen echter een stuk minder geregeld bezocht.

Reparaties.

In 1932 was het lokaal op De Kiel aan reparatie toe. Ten gevolge van de slechte fundering was het gebouwtje bouwvallig geworden. De kerkenraad vroeg de Particuliere Synode Drenthe fl. 800 te leen voor herstel en verbouw. De synode ging akkoord, en het bedrag werd tegen 4 % rente per jaar geleend, met een jaarlijkse aflossing van fl. 80. Het gebouw zou worden voorzien van een nieuw dak, nieuwe zijmuren en een nieuwe achtermuur (bijna helemaal nieuw dus!) en men timmerde, omdat men tóch eenmaal bezig was, er ook nog even een slaapgelegenheid in. Daar het keukentje in de bouwplannen aanvankelijk volgens de voorschriften te klein was, werd de verbouw eerst door de burgerlijke gemeente tegengehouden (de burgemeester was zélf poolshoogte komen nemen!); later werden de plannen alsnog goedgekeurd en kon de verbouw ter hand genomen worden.

Nog in 1936 werd opgemerkt dat de zondagsschool op De Kiel door in totaal meer dan honderd kinderen bezocht werd; minder dan de helft van hen was gereformeerd. Francisca Muthert was de leidster, maar in 1940 hield ze er mee op. Ze werd opgevolgd door Maartje Jongejeugd.

Na de oorlog.

Over het werk in de Tweede Wereldoorlog zijn geen mededelingen in het archief van de Particuliere Synode te vinden. Ook het kerkenraadsarchief zwijgt er vrijwel over. De evangelisatiearbeid op De Kiel zal in die tijd wel stilgelegen hebben. Hoe dan ook, in 1945 begon men er weer mee, al was de opkomst ‘niet geweldig’. Dat kwam onder meer omdat de hervormden daar ook met evangeliseren waren begonnen.

Ds. D. Visch (1908-1981).

De in 1946 aangestelde classicale evangelisatiepredikant ds. D. Visch (1908-1981) is ongetwijfeld ook op De Kiel geweest, want in 1952 werd aan de Particuliere Synode Drenthe gerapporteerd dat deze predikant ‘bij Schoonoord’ bijbellezingen had gehouden. Ongetwijfeld stond zijn evangelisatiewerk mede in het teken van de gereformeerde arbeid op maatschappelijk gebied, zoals de gezinszorg. De predikant was namelijk de eerste voorzitter van het ‘Gereformeerd Sociaal Centrum Drenthe’, dat in 1954 werd opgericht.

In 1950 zorgde ds. P.L. Schuddebeurs (*1915) van Schoonoord voor de oprichting van een evangelisatiecommissie. Het aantal kinderen op de zondagsschool op De Kiel bedroeg dat jaar ongeveer vijfenzestig, van wie nog geen twintig gereformeerd waren.

Enkele jaren later moest het gebouw echter weer flink worden opgeknapt. Zo moest onder meer de inventaris worden vernieuwd. Daarvoor werd in 1956 aan de particuliere synode fl. 500 gevraagd, wat werd toegestaan. Nog hetzelfde jaar stond het gebouwtje er weer glimmend bij!

Langzaam maar zeker liep de belangstelling voor het evangelisatiewerk op De Kiel echter terug. In december 1974 werd het gebouwtje uiteindelijk publiek geveild. Daarmee kwam een eind vele jaren evangelisatiewerk op De Kiel!

3. De arbeid te Eeserveen.

In 1901 kwam colporteur H. Hogewind al in Eeserveen. Hij schreef aan de deputaten dat ‘daar misschien een kans van slagen is’, maar het lag vijf uur lopen van Weerdingerveen (het huidige Nieuw-Weerdinge), waar hij zo nu en dan óók moest zijn. Desondanks had hij in Eeserveen graag een zondagsschool en bijbellezingen gehad. Maar na die hartenkreet zweeg het archief van de particuliere synode voor wat Eeserveen betreft. Wel richtte ds. E. Diemer (1834-1921) van Schoonoord hier in 1903 een zondagsschool op. De lessen werden gehouden in een lokaal van de plaatselijke school. Hoe lang deze werkzaamheden duurden is onbekend.

Ds. E. Diemer (1834-1921).

Hoe dan ook, ds. K. Oussoren van Borger preekte in februari 1916 in Eeserveen in een particuliere woning. Er waren veertig hoorders, waaronder hervormden; bovendien was er een zondagsschool met bijna zevenendertig, op één na allemaal buitenkerkelijke, kinderen. Ook in Eeserveen bleef de evangelisatiearbeid voorlopig bloeien: in 1924 waren was er niet alleen een zondagsschool, maar ook een knapen- en een meisjesvereniging, en bovendien werden bijbellezingen gehouden en werd er catechisatie gegeven: ‘Een arbeid waarvoor deze zwakke Kerk [van Schoonoord] alle krachten moet inspannen’. Maar de arbeid was in ieder geval ‘moedgevend’! Door de regelmatige bezoeken van de predikant en de ‘bezoekbroeders’ van de evangelisatiecommissie aan de ouders van de zondagsschoolkinderen werd meeleven gekweekt.

De arbeid te Eeserveen wordt in de rapporten aan de particuliere synode tot 1931 genoemd. Daarna zwijgt het archief over dat dorp.

4. De arbeid te Odoornerveen.

In het gedenkboek van de kerk te Schoonoord wordt verteld over het zondagsschoolwerk in Odoornerveen, ten oosten van Schoonoord aan het Oranjekanaal. In 1946 werd hier een zondagsschool opgericht die een paar jaar later ruim dertig leerlingen had, voor het grootste deel van buitenkerkelijke herkomst. De school vond onderdak bij de familie Reinink, ’s zomers in de schuur, ’s winters bij de kachel in de keuken; er werden speciaal zitbanken zonder rugleuning voor gemaakt. Zoals gewoonlijk werd veel gezongen en natuurlijk werden bijbelverhalen verteld en werden teksten en versjes uit het hoofd geleerd, en beloningsplaatjes waren er om weg te geven. ’s Zomers gingen de kinderen een zaterdag op pad en met de Kerst werd het Kerstfeest gevierd in een zaal van het plaatselijke café.

Het evangelisatiegebouwtje in Odoornerveen.

In 1949 wilde men de schuur van de familie Reinink verruilen voor een vast evangelisatiegebouwtje. De kerkenraad slaagde er in om voor fl. 350 een tweedehands houten woning te kopen aan de toenmalige Kerkhoflaan (later Brugstraat). Maar de burgerlijke gemeente ging niet akkoord met de verbouw van het pand. Vandaar dat de kerkenraad in 1950 een lokaaltje liet bouwen op het terrein van de familie Reinink. Eind dat jaar telde de zondagsschool nog ongeveer vijfentwintig leerlingen van wie verreweg de meesten niet-gereformeerd waren. De opkomst werd in de jaren ‘60 langzamerhand minder, vooral door het meer en meer wegblijven van niet-gereformeerde kinderen. Uiteindelijk werd de zondagsschool opgeheven en het gebouwtje buiten gebruik gesteld. Het werd gesloopt en het hout werd verkocht.

Bronnen:

Archief van de Particuliere Synode Drenthe der Gereformeerde Kerken in Nederland. Drents Archief, Assen

C. de Graaf sr. en jr., Van ‘het zwarte kerkie’ tot ‘de fiene karke’. 125 jaar (Christelijk) Gereformeerde Kerk Schoonoord. Schoonoord, 1998

G.J. Kok, ‘Vaak was het ploegen op rotsen…’. De evangelisatiearbeid van de Particuliere Synode Drenthe van de Gereformeerde Kerken in Nederland (1893-1993). Groningen, 2013

© 2017. GereformeerdeKerken.info