Het ontstaan van de Gereformeerde Kerk te Hoogeveen.
Historicus Albert Metselaar duikt wekelijks voor de Hoogeveensche Courant in het verleden. Deze keer een verhaal over de Hoofdstraatkerk te Hoogeveen. (De redactie van GereformeerdeKerken.info voegde de illustraties toe).
door Albert Metselaar.
De Afgescheidenen van Hoogeveen en omstreken – waaruit de Hoofdstraatkerk is voortgekomen – hebben al heel wat onderkomens gehad.
‘Oefening’.
De eerste ‘oefening’, samenkomst, van de Afgescheidenen was in de winter van 1822 op 1823 in de woning van ‘oefenaar’ (voorganger) Jan Frederik Zeebuijth (1795-1879 – ook Zeebuit geschreven). Zeebuijth woonde toentertijd in het Haagje. Later woonde hij in de Hoofdstraat, de Grote Kerkstraat en in het pand Hollandscheveldse Opgaande no. 6.
De kerkelijke gemeente van de Afgescheidenen werd gesticht op 25 maart 1835 door ds. H. de Cock (1801-1842) in boerderijen te Noord en op de 31e Wijk te Hollandscheveld. De Afgescheidenen woonden voor een belangrijk deel rondom de kern van het toenmalige dorp Hoogeveen, in en op de rand van de toenmalige buitengebieden. Alle waterwegen liepen naar dat dorp zelf. Toen er gekozen werd voor een plaats om een kerk voor de hele gemeenschap te bouwen was men dus op dit dorp aangewezen. Dit kerkgebouw werd geopend in 1841.
Samenkomst.
Dat nam niet weg dat veel Afgescheidenen vast bleven houden aan samenkomsten in de woningen van leden van de gemeenschap. In het Hollandsche Veld kreeg een schuur bij Jan Ballast aan het Zuideropgaande steeds meer betekenis. Dit leidde in 1870 tot de stichting van een kerk in Hollandscheveld.
Andere Afgescheidenen bleven in boerderijen, in schuren of op de deel van boerderijen bij elkaar komen. Ze organiseerden zich als Ledeboerianen, volgelingen van de Gereformeerde Kerk onder het Kruis, Dolerenden, of hoe ze zich al niet noemden. Oftewel: in de plaats Hoogeveen werd in 1841 een kerkgebouw van de Afgescheidenen gesticht, maar hun gemeente was gesticht in de buitengebieden en het was slechts een gedeelte van de groep mensen die zich had afgescheiden van de Nederlandse Hervormde Kerk die er gebruik van maakte, maar dit werd wel het hoofdcentrum van de Afscheiding in Hoogeveen en omstreken.
Simpel gebouw.
Die kerk van 1841 stond op de plaats van de huidige Gereformeerde Kerk aan de Hoofdstraat.
Het was een klein, simpel gebouw. Voor een gemeente die gewend was in schuren en op de deel van boerderijen bij elkaar te komen was dit gebouw al gauw genoeg. De gelovigen bouwden het samen, en los van de grond heeft het f 1.049,62 gekost.
In 1849 werd het pand verbouwd. Het werd een vrij vierkante schuurkerk van 20 bij 25 meter. De kapconstructie kende niet één steunpilaar, wat voor die dagen bijzonder was. Het was een kerk met ‘een minder behagelijke vorm. ‘t Is een groot en ruim gebouw, doch ‘t heeft in zijne bouworde iets drukkends, iets zwaarmoedigs’, constateerde de Remonstrantse voorman Jan van der Veen. In 1874 werd het pand opnieuw verbouwd.
De Dolerenden gingen nadien [op 10 augustus 1889] uit de Hervormde Gemeente en bouwden een kerk in een steek op de westzijde van de Hoofdstraat.
Het kwam op 25 april 1899 tot een fusie tussen de Dolerenden en de kerkgangers van de Afgescheiden Gemeente, inmiddels sinds 1869 bekend als Christelijke Gereformeerde Gemeente. Gevolg was dat de Dolerende kerk werd afgestoten.
Er was behoefte aan één groot centraal kerkgebouw. Dit werd de huidige gereformeerde kerk aan de Hoofdstraat.
Middenopbouw.
De gereformeerde kerk aan de Hoofdstraat in zijn huidige vorm werd gebouwd in 1904. Het is een recht gesloten driebeukige kerk met steekkappen en portaal. De brede voorgevel werd voorzien van kanteelvormen, hoektorentjes met tentdak en een middenopbouw met spits met frontalen. Vergeleken met de schuurkerken op deze plaats, de voorlopers van dit gebouw, werd het een zeer imposante verschijning. De kerk is een ontwerp van G. Hoekzema.
In de gevel werden de jaartallen 1834 en 1886 aangebracht. De jaartallen van de Afscheiding en de Doleantie. Beide waren momenten van vertrek van gelovigen uit de moederkerk, de Grote Kerk. De eerste steenleggingen van de voorgaande gebouwen zijn meegenomen in het huidige gebouw. Dit is een prachtige symbolische manier om te vertellen dat alles zo totaal is veranderd, dat het huidige gebouw een vorm van geschiedschrijving in steen is geworden. En dan hebben we het alleen nog maar over de buitenmuren.
Radicaal gewijzigd.
Het interieur van de kerk is inmiddels al tweemaal radicaal gewijzigd. De eerste keer in 1964. Toen kwam het huidige orgel in de kerk. Het orgel is gebouwd door orgelbouwer De Graaf uit Amsterdam. Ook de voorlopers van de huidige kerk hadden orgels. De kansel zat aanvankelijk aan de zijkant van het huidige gebouw. In 1967 kwam een nieuwe kansel, met houtsnijwerk van C. Wijker.
Het huidige interieur stamt uit 2008. Houtwerk uit het oude interieur werd verwerkt in het nieuwe en sterk vergrote liturgische centrum, met opnieuw een andere plaats voor de kansel. Het aantal zitplaatsen ging terug van ruim 900 naar 450 in de minimale opstelling, en 600 in de maximale opstelling.
Aanvankelijk stond de kerk achter woningen aan de Hoofdstraat, bereikbaar via een steeg tussen die woningen. Rond 1970 werden die huizen afgebroken en ontstond het kerkplein. Achter de kerk werd in 1989 het huidige Herman Bavinckhuis geopend. Het oude Herman Bavinckhuis stond voor de kerk en werd afgebroken. In aansluiting daarop kreeg de kerk een nieuwe ingang op de westzijde.
De klok in de toren is van 2006. Ze verving een elektronisch systeem, dat de oorspronkelijke klok had verdrongen.
Ondanks de lange geschiedenis van de kerken op dit stuk grond is er dus feitelijk sprake van een kerk uit 1904 aan de buitenkant, met diverse vormen van nieuwe aanbouw, en met een binnenkant uit 2008. Vandaar dat we het gebouw ook niet vinden op monumentenlijsten. Zowel het gebouw zelf als de bijbehorende gebouwen zijn daarvoor te sterk aangepast.
Voorgangers.
Op de oude begraafplaats van Hoogeveen vinden we nog het graf van ds. Wolter Alberts Kok (1805-1891), een van de eerste voorgangers. Hij was jarenlang een van de landelijke leiders van de gereformeerden. Onder zijn leiding was er in Hoogeveen een theologische opleiding, voorloper van de Theologische Universiteit van Kampen. Het Herman Bavinckhuis is genoemd naar de landelijk bekende theoloog, die in Hoogeveen werd geboren. Zijn vader, ds. J. Bavinck (1826-1909), was hier predikant.
De tamboer van Hoogeveen hoorde in de 19e eeuw net zo goed bij deze kerk als bij die van de hervormden. Hij riep ook de gereformeerden ter kerke.
Hij stond na de middagdienst bij de kerk alle mogelijke nieuwtjes voor te lezen.
Bron:
Hoogeveensche Courant, 22 juli 2017 (met toestemming overgenomen).
Literatuur:
L. ter Haar (eindred.), Honderduit. Een eeuw Gereformeerde Kerk in Hoogeveen. Hoogeveen, 2000