Twee nummers van HT GKN

Twee pas verschenen nummers van het Historisch Tijdschrift GKN bevatten weer veel interessante artikelen. De beide nummers 42 en 43 verschenen onlangs tegelijkertijd.

In nummer 42 beschrijft Jan Maes hoe de Gereformeerde Kerken rond de Tweede Wereldoorlog Jodenzending bedreven in België. — Nico Belo beschrijft de methode-Noorloos, in de jaren ’90 van de vorige eeuw ontworpen door Marius Noorloos (*1939) met de bedoeling binnen de Gereformeerde Kerken kerkenraden en gemeenten te revitaliseren. — In de rubriek ‘Kroniek’ neemt Tom-Eric Krijger zijn uitgangspunt in de coronapandemie en constateert dat de huidige internetkerkdiensten een logisch vervolg zijn op de gereformeerde radiokerkdiensten. Vervolgens vraagt hij zich af hoe de reactie van ons voorgeslacht was op cholera-epidemieën in de negentiende eeuw en de Spaanse Griep van honderd jaar geleden.

De door Plooy ontworpen protestantse, voormalig gereformeerde Westerkerk te Kampen, die nog steeds als zodanig in gebruik is.

Adri van der Wal schetst het werk van architect Bastiaan Willem Plooy (1890-1967). Zijn oeuvre van veertig gereformeerde kerken toont een architect die verrassend gevarieerd kon bouwen en meeging met zijn tijd. ‘Nog nooit werd zo uitgebreid over deze architect gepubliceerd’. Hoewel verscheidene van de door hem gebouwde kerken reeds zijn gesloopt of buiten gebruik gesteld, is – in het algemeen gesproken – in ons land het gereformeerd kerkelijk erfgoed gelukkig toch nog ruim aanwezig. — Dick Kaajans rubriek ‘Romanfragment’ is ditmaal gevuld met drie fragmenten uit de historische roman De exodus van Hendrik Peter Scholte’, geschreven door Michiel van Diggelen. Ook nu schrijft Kaajan eerst een korte inleiding.

De protestanstse, voormalig gereformeerde ‘Lytse Tsjerke’ wordt nog steeds als zodanig gebruikt door de protestantse gemeente te Ternaard.

In nummer 43 wordt ‘de late Doleantie in het Friese Ternaard beschreven door Peter Dillingh. Hoewel de plaatselijke Hervormde Gemeente rechtzinnig was, stonden hervormden in Ternaard zowel in 1888 als in 1920 voor de keus te gaan doleren. In 1888 ging het niet door, maar in 1920 kozen ‘principiële gereformeerden toch voor een eigen kerk en kerkgebouw. Een late Doleantie’. — De rest van het nummer wordt gevuld met de inhaalslag die de redactie maakt met betrekking tot de publicatie van levensbeschrijvingen van overleden gereformeerde predikanten. In dit (om die reden gepubliceerde) extra nummer van het blad zijn veertig levensberichten van predikanten opgenomen. — Verder wordt in dit nummer verder gegaan met de vermelding van onlangs verschenen plaatselijke c.q. regionale gereformeerde historische publicaties.

Inlichtingen over een abonnement kunnen worden ingewonnen bij f_rozemond@ziggo.nl