Classicaal College over verkoop Breepleinkerk

Repliek van raadsman van Vrienden Breepleinkerk c.s. op verweerschrift van kerkenraad / Kerkrentmeesters PKN Rotterdam-Zuid.

Het Classicaal College voor de Behandeling van Bezwaren en Geschillen van de Protestantse Kerk in Zuid-Holland Zuid is momenteel bezig met de beoordeling van de eventuele rechtmatigheid van de verkoop van de Breepleinkerk, waarin zich de zgn. Orgelzolders uit de Tweede Wereldoorlog bevinden.

Op de orgelzolders werden voorwerpen van de onderduikers teruggevonden (foto: RTV Rijnmond).

Op het verweerschrift van de kerkenraad en van het College van Kerkrentmeesters van de Protestantse Gemeente te Rotterdam-Zuid aangaande de bezwaren tegen de verkoop van de Breepleinkerk, heeft de raadsman van de Stichting Schuilplaats Orgelzolders, die rondleidingen verzorgde in de kerk, en de Vrienden van de Breepleinkerk een repliek ingediend ten behoeve van het Classicaal College.

De Stichting Schuilplaats Orgelzolders heeft de zaak overigens aangespannen samen met ‘De Vrienden van de Breepleinkerk’ alsmede met vijftig gereformeerde gemeenteleden. Behalve voor het behoud van de Orgelzolders maakt men zich ook sterk voor het behoud van de tweewekelijkse Zingen Maakt Blij diensten.

In het geschrift van raadsman mr. P.A. de Lange, gedateerd 25 februari 2021, wordt onder veel meer het volgende opgemerkt:

“Dat het College [van Kerkrentmeesters] zonder de kerkelijke weg te volgen, en (…) niet op een wijze die recht doet aan de kerkordelijke voorschriften, kennelijk eigenmachtig aan de Levend Woord Gemeente een (eeuwigdurende?) koopoptie heeft verleend en daarmee verweerders [de Vrienden van de Breepleinkerk c.s.] in positie en rang achtergesteld heeft, valt evenmin rechtens te respecteren. Het gebouw is immers van de [kerkelijke] gemeente en niet van het College. Het College kan pas verkopen en overdragen nadat de gemeente zich daarover heeft uit kunnen spreken en als ook aan de andere kerkordelijk daaraan te stellen eisen is voldaan.
Verweerders verzoeken hun bezwaren gegrond te verklaren en het besluit of de besluiten met betrekking tot de onderhavige verko(o)p(en) te vernietigen”.

Zoals we al eerder berichtten buigt ook de Voorzieningenrechter zich over de kwestie. T.z.t. komen we nader terug op de uitspraak van het Classicaal College en die van de Voorzieningenrechter.