De Westerlaankerk van de Federatie Doopsgezinde Gemeente en Gereformeerde Kerk te Hollum op Ameland, gaat mogelijk op niet al te lange termijn dicht.
Op basis van gesprekken met de eigenaren van de kerkgebouwen op Ameland is de verwachting van de burgerlijke gemeente dat het aantal kerkgebouwen op Ameland op termijn krimpt van zeven naar vier. De gemeente wil overigens dat alle kerkgebouwen behouden blijven. Dat blijkt uit de nota Kerkenvisie Ameland die de burgerlijke gemeente heeft opgesteld. De visie wordt eind deze maand besproken in de gemeenteraad.
Op de korte of langere termijn zullen alleen de drie kerken in Nes en de Magnuskerk in Hollum voor religieus gebruik over blijven. De Federatie Doopsgezinde Gemeente en Gereformeerde Kerk overweegt al op kortere termijn de door de gereformeerde kerkenraad in 1923 in gebruik genomen Westerlaankerk af te stoten.
Minder leden en meer kosten.
Door een afnemend aantal leden en toenemende kosten wordt het voor kerken steeds moeilijker om de gebouwen te onderhouden en in stand te houden. Maar ook al zal een aantal kerkgebouwen op termijn de deuren sluiten, alle zeven bedehuizen vertegenwoordigen volgens de visie van de gemeente een zekere waarde, waardoor sloop niet aan de orde kan zijn.
De Westerlaankerk (1923).
In 1922 kocht de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk te Hollum op Ameland voor fl. 400 een stuk grond aan de Westerlaan in Hollum en gaf aannemer Warringa uit Nieuw-Buinen opdracht plannen te maken voor de bouw van een nieuwe kerk. Ook het afbraakmateriaal van de Blauwe Schuur – waar voordien gekerkt werd – kon voor de nieuwbouw worden gebruikt.
De Blauwe Schuur werd dus afgebroken. Op 15 april 1923 leidde de plaatselijke gereformeerde predikant, ds. D. van Dijk (1894-1976), er de laatste dienst, toen hij preekte over 1 Petrus 2 de verzen 4 en 5, waarin de gemeente werd opgewekt ‘tot levende stenen te zijn voor de bouw van een geestelijk huis’.
De dag erna begon de aannemer met de sloop. De kerkdiensten werden tijdelijk in de Christelijke School gehouden, terwijl ondertussen aan de Westerlaan de nieuwe kerk verrees, waarvan het fundament van de binnenmuren gevormd werd door de stenen van de Blauwe Schuur. Het oude doophek werd gebruikt voor de balustrade van de galerij; de preekstoel kwam uit de hulpkerk die in Leeuwarden als tijdelijk onderdak gediend had tijdens de bouw van de Koepelkerk.
Op 12 augustus 1923 kon de nieuwe Westerlaankerk in gebruik genomen worden. Iets meer dan vier maanden had de bouw geduurd. De inwijdingspreek handelde over de tekst uit psalm 96 vers 8a: ‘Geeft de Heere de eer Zijns Naams’, een tekst die ook in de voorgevel van de kerk werd aangebracht.