Ds. G.J. Ruijssenaars (1875-1907)

De heer E.F. Stuij te Sliedrecht vervaardigde een korte biografie over de gereformeerde predikant ds. G.J. Ruijssenaers (1875-1907).

Ds. Ruijssenaers en zijn echtgenote.

Die biografie laten wij aan het eind van de nu volgende korte inleiding volgen. Want eerst laten we de Rotterdamse gereformeerde predikant ds. A. van Veelo (1844-1910) aan het woord, die het volgende schreef over de zendingsarbeid in Indië van zijn collega ds. Ruijssenaers, gepubliceerd in een In Memoriam in het Handboek van de Gereformeerde Kerken in Nederland (1908) – niet te verwarren met het Jaarboek:

“Met kracht en ijver legde hij zich toe op zijn [zendings-] werk, zoodat hij den 5den januari 1902, met behulp van een Javaanschen onderwijzer, zijn eerste Javaansche preek had samengesteld en het Woord kon  bedienen in zijn inlandsche gemeente.”

Op de zendingskaart van Nederlands Oost-Indië zijn de gereformeerde zendingsvelden van Midden-Java en Soemba met een pijl aangeduid. Bij de linker pijl het gebied van Midden-Java met de residentie Banjoemas en het dorp Poerbolinggo, waar ds. Ruijssenaers werkzaam was.

“Toch begrijpt iedereen, dat het nog geruimen tijd duurde, eer hij zich geheel kon inleven in de nooden van Poerbolinggo en omstreken. Vooral in de laatste maanden van zijn leven arbeidde hij met groote opgewektheid en sprak hij het zelf uit, dat zijn arbeid nu pas recht begon. Hij gevoelde zelf, dat hij nu pas recht op volle kracht kwam en daarom ging hij zoo hoopvol de toekomst tegen.”

“Niemand meene echter, dat de ruim vijfjarige arbeid van ds. Ruijssenaers in Poerbolinggo vergeefsch is geweest, of weinig vrucht heeft gedragen. Voor zijn komst in Banjoemas was het zendingsveld aldaar bijna tien jaar lang aan zich zelf overgelaten geweest. Het spreekt vanzelf dat de [inlandse] gemeente daaronder veel had geleden. Vooral bleek dit hieruit dat de Christenen niet gewend waren aan de tucht. Onze broeder zag dadelijk in, dat het eerst noodige was de tucht te herstellen naar den Woorde Gods. Die arbeid heeft onder ’s Heeren zegen rijke vrucht gedragen. De toestand is onder de Christenen in Banjoemas veel verbeterd.”

Over het gereformeerde zendingswerk in Banjoemas op Java verscheen in 1951 dit historisch overzicht.

“Die eerste jaren in Poerbolinggo waren geen gemakkelijke. De Christenen begrepen hem niet altijd als hij, hoewel niet met hardheid, toch met de noodige gestrengheid optrad. Tijdelijk ging de gemeente wel eens schijnbaar achteruit, mede ten gevolge van de handhaving der tucht. Dit bezorgde onzen broeder menigmaal pijnlijke, noodelooze ogenblikken. Doch hij hield vol en kwam het kwaad te boven. Zoowel Rotterdam [de zendende kerk] als Poerbolinggo mogen met dankbaarheid terugzien op het zendingswerk, dat de laatste jaren in Banjoemas werd verricht”.

De biografie door de heer Stuij volgt hieronder:

Biografie over ds. Gerrit Johannes Ruijssenaers >

Translation into English:

Rev. G.J. Ruijssenaers (1875-1907).

Mr. E.F. Stuij from Sliedrecht crafted a short biography of the ‘gereformeerde’ minister Rev. G.J. Ruijssenaers (1875-1907). We will include this biography at the end of the following brief introduction.

First, we will present the words of the Rotterdam ‘gereformeerde’ minister Rev. A. van Veelo (1844-1910), who wrote the following about the missionary work in the Indies of his colleague Rev. Ruijssenaers, published in an ‘In Memoriam’ in the ‘Handbook of the ‘Gereformeerde Kerken’ in the Netherlands’ (1908) – not to be confused with the ‘Yearbook’:

“With strength and zeal, he dedicated himself to his [missionary] work, so that by January 5, 1902, with the help of a Javanese teacher, he had composed his first Javanese sermon and could serve the Word in his native congregation.”

“Yet everyone understands that it took quite some time before he could fully immerse himself in the needs of Poerbolinggo and its surroundings. Especially in the last months of his life, he worked with great enthusiasm and even stated himself that his work was just beginning. He felt that he was now operating at full capacity and therefore looked forward to the future with hope.”

“However, no one should think that the more than five years of work by Rev. Ruijssenaers in Poerbolinggo were in vain or bore little fruit. Before his arrival in Banjoemas, the mission field there had been left to itself for almost ten years. It is evident that the [native] congregation suffered greatly because of this. This was especially evident in the fact that native Christians were not accustomed to the christian discipline. Our brother immediately saw that the first necessity was to restore discipline according to the Word of God. This work bore rich fruit under the Lord’s blessing. The condition among the Christians in Banjoemas has greatly improved.”

“Those first years in Poerbolinggo were not easy. The Christians did not always understand him when he, although not harshly, still acted with the necessary strictness. Temporarily, the congregation sometimes seemed to decline, partly due to the enforcement of discipline. This caused our brother many painful, needless moments. Yet he persevered and overcame the difficulties. Both Rotterdam [the sending church] and Poerbolinggo can look back with gratitude on the mission work carried out in Banjoemas in the last years.”

The biography by Mr. Stuij follows below:

Biography of Rev. Gerrit Johannes Ruijssenaers (no translation into English) >