Zoals al eerder opgemerkt vond in 1892 de vereniging plaats van twee Nederlandse kerkgemeenschappen, namelijk aan de ene kant de Christelijke Gereformeerde Kerk (afkomstig uit de Afscheiding van 1834) en anderzijds de Nederduitsche Gereformeerde Kerken (afkomstig uit de Doleantie van 1886). Samen gingen ze in 1892 verder als De Gereformeerde Kerken in Nederland. Bekende feiten. Minder bekend is de gang van zaken in díe dorpen en steden waar ‘bezwaarden’ zich van de ‘Vereniging van 1892’ afkeerden, direct al, of – zoals in het hier te behandelen geval – pas later. We doelen in dit geval op de Christelijke Gereformeerde Gemeente in Suawoude (Frl.), die aanvankelijk met de ‘Vereniging’ was meegegaan, maar zich pas ruim een jaar later, op 20 juli 1893, uit het nieuw gevormde kerkverband terugtrok onder leiding van haar predikant, ds. J.W. Draijer (1851-1894).
Op zondag 27 september 2015 vond de laatste kerkdienst plaats in de gereformeerde kerk aan de Van Emstweg te Appelscha (Frl.). De kerk is in de verkoop gezet. In het vervolg zullen de kerkdiensten van de protestantse gemeente gehouden worden in de voormalige hervormde (nu PKN-) kerk De Schutse in het dorp.
De gereformeerde kerk werd rond 11 juli 2016 afgebroken. Daarvan werd de volgende opname gemaakt:
Op 15 september 2015 werd in Leeuwarden de Protestantse Gemeente van Bijzondere Aard ’Rondom de Pelikaankerk’ gevormd, naast en onafhankelijk van de ′gewone′ Protestantse Gemeente te Leeuwarden. Dat is voor ons aanleiding een blik te werpen op de gebeurtenissen die zich ontrolden naar aanleiding van het sluitingsbesluit van 2010 betreffende vier gereformeerde kerken (de Koepelkerk, de Pelikaankerk, de Fenix en de Adelaarkerk), waarvan de instituering van de bovengenoemde Protestantse Gemeente van Bijzondere Aard ‘Rondom de Pelikaankerk’ een uitvloeisel is.
Zo heet het boekje dat de burgemeester van Rotterdam schreef over wat in de oorlog in het diepste geheim in de gereformeerde Breepleinkerk in die havenstad gebeurde.
door ds. J.J.A. Ploos van Amstel, predikant te Reitsum.
Inleiding
Vier dagen voordat zijn eigen hervormde gemeente in het Friese Reitsum in 1886 onder zijn leiding in Doleantie zou gaan, zich afscheidde van de Nederlandsche Hervormde Kerk, sloot ds. J.J.A. Ploos van Amstel de kopie voor zijn vlugschrift af: De Amsterdamsche kwestie eenvoudig toegelicht.
De twee eerste gereformeerde kerkgebouwen in Amersfoort zijn niet meer in gebruik. De oudste, de Grachtkerk, werd in 1843 gebouwd aan de Langegracht, in het westen van het oude stadscentrum, en in 1984 buiten gebruik gesteld; het was oorspronkelijk dus de kerk van de Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Gemeente.
Het tweede kerkgebouw was de Zuidsingelkerk, waarvan op 15 mei 1914 de eerste steen gelegd werd. De kerk stond in het zuiden van het oude stadscentrum, direct aan de Zuidsingel, net buiten de stadsgracht. Deze kerk werd gesticht als Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) en werd in 1945 buiten gebruik gesteld.
De tekeningen in dit artikel zijn gemaakt door de kunstenaar Jan Wilmink, die een uit 1939 daterend boekje over beide kerkgebouwen illustreerde.
Het Archief van het Gereformeerd Sociaal Centrum (c.q. het PGSJ) werd door de redactie van GereformeerdeKerken.info geïnventariseerd en is te raadplegen in het Drents Archief te Assen.
De Christelijke Afgescheidene Gemeente van Utrecht toegestaan door ‘Utrechtse Kerkorde‘.
Ds. H.P. Scholte (1805-1868) – zie voor bijzonderheden over hem het keuzemenu Afscheiding en Doleantie – was – vlak voor zijn emigratie naar Amerika – van 1837 tot 1847 predikant van de Christelijke Afgescheidene Gemeente te Utrecht. Scholte was de eerste predikant die bereid was afstand te doen van de naam ‘gereformeerd’ (een van de voorwaarden om erkend te worden als kerkelijke gemeente) en kreeg mede daarom in 1839 overheidserkenning voor zijn ‘Christelijke Afgescheidene Gemeente’. Dit kwam hem op veel kritiek te staan van de andere Afgescheidenen. In tegenstelling tot een groot deel van de Afgescheidenen streefde Scholte namelijk niet zozeer naar herstel van de oude Gereformeerde Kerk met de aloude Dordtse Kerk Orde (DKO), in 1619 vastgesteld door de Synode van Dordrecht, maar naar een van de staat onafhankelijke zuivere kerk. Desondanks besloot uiteindelijk het grootste deel van de Afgescheidenen om ook de ‘vrijheid’ aan te vragen. Zo ontstond de Christelijke Afgescheidene (Gereformeerde) Kerk, die vanaf 1836 ook in landelijke synodes bijeen kwam. Degenen die tegen het aanvragen van de ‘vrijheid’ waren vormden de zogenaamde Kruisgemeenten en bleven op zichzelf staan met hun eigen kerkelijke vergaderingen.
In 1895 besloot de provinciale synode van Drenthe de zaak van de evangelisatie ‘krachtiger aan te pakken’. Men gaf de deputaten opdracht een brief te schrijven aan de verschillende classes met het verzoek op te geven in welke plaats in hun ressort nog geen Gereformeerde Kerk tot openbaring was gekomen en onder opzicht van welke Kerk dat dorp of gehucht gesteld was. Verder werd de deputaten opgedragen daarna aan de plaatselijke Kerken te vragen wat daar gedaan werd en wat er ’bij bekomen steun financieel en moreel door eenige georganiseerde arbeid méér zou kunnen gedaan worden’. Verder mochten de deputaten de Kerken verzoeken jaarlijks voor de evangelisatie te collecteren, voor zover dat nog niet gedaan werd.