Op zondag 22 oktober 2017 wordt in de gereformeerde kerk te Vorden (Gld.) de laatste kerkdienst gehouden.
Aanleiding daartoe is het feit dat op 29 oktober 2017 de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente te Vorden opgaan in de Protestantse Gemeente. De officiële ineensmelting vindt plaats in een kerkdienst in de Dorpskerk, die vanaf die dag het protestantse kerkgebouw wordt. De dienst heeft als thema ‘Bij-Eén‘ en de beide predikanten, ds. F.W. Brandenburg van de Gereformeerde Kerk en ds. J. Kool van de Hervormde Gemeente, gaan in die dienst voor. Vanaf zondag 17 september tot aan de ineensmelting worden de diensten om beurten in een van beide kerkgebouwen gezamenlijk gehouden.
De gereformeerde kerk aan de Zutphenseweg wordt na de laatste dienst op 22 oktober 2017 weliswaar voor de eredienst buiten gebruik gesteld, maar vooralsnog zullen daar nog wel andere kerkelijke activiteiten kunnen plaatsvinden.
Sinds 1 januari 2009 werkten beide gemeenten op verscheidene gebieden al samen. Volgens een woordvoerder werd het tijd voor hereniging: ‘Bij veel gemeenteleden leefde de intense wens om samen verder te gaan. Dit is dan een logische stap. We horen bij elkaar’.
Dalend ledental.
Overigens daalt het aantal leden van beide gemeenten al enige tijd, zodat het er ook financieel niet makkelijker op wordt om twee kerkgebouwen open te houden. Telde de kleine Gereformeerde Kerk volgens eigen opgaven in 2003 nog ongeveer 370 leden. De Hervormde Gemeente telde in 2003 ongeveer 2.320 leden; haar ledental was in 2016 naar ongeveer 1.600 doop- en belijdende leden gezakt.
De Gereformeerde Kerk te Vorden. Een beknopt historisch overzicht.
De Gereformeerde Kerk te Vorden ontstond op 16 mei 1888 als ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk’ vanuit de Doleantie. De instituering geschiedde onder leiding van de consulent, ds. J.H.F. Gangel (1839-1908) van Aalten.
Twee maanden later werd, teneinde rechtspersoonlijkheid te verkrijgen, de Vereeniging ‘De Kerkelijke Kas’ opgericht, die namens de kerkenraad het beheer zou voeren over de kerkelijke goederen. De koninklijke erkenning van De Kerkelijke Kas werd op 4 mei 1888 verleend.
Kerkbouw.
Intussen was men ook begonnen met plannen voor kerkbouw. De kerkdiensten waren tot dan toe gehouden in ‘Het lokaal’, dat gebouwd was achter een woning aan de Nieuwstad, eigendom van mr. D. Engelberts.
Hoe dan ook, op voorstel van de voorzitter van De Kerkelijke Kas, dr. A.J.W. Monnik, werd besloten in het centrum van het dorp een nieuwe kerk te bouwen. Afgesproken werd de kerk ruim te bouwen en daarin voorlopig een betrekkelijk klein aantal zitplaatsen aan te brengen, ‘afgestemd op de ogenblikkelijke behoefte’. Besloten werd aan de Zutphenseweg een kerk met ruimte voor 400 zitplaatsen te bouwen, waarin vooralsnog 250 zouden worden aangebracht. Architect Richter uit Winterswijk werd aangewezen voor het maken van het ontwerp van de kerk. Uiteindelijk werden de plannen bijgesteld. Het bleek toch te kostbaar de oorspronkelijke ontwerpen – ten bedrage van fl. 6.700 – in praktijk te brengen. Het zou een ‘eenvoudiger en kleiner’ kerkgebouw moeten worden.
Op 18 januari 1889 werd de aanbesteding voor ‘de nieuwe kerk met consistorie en kosterswoning’ gehouden. Tien aannemers schreven in voor de opdracht. De laagste inschrijver bleek aannemer H.J. Mulderije uit Vierakker te zijn, die de kerk met consistorie en kosterswoning voor fl. 5.155 zou gaan bouwen. Mulderijke liet er geen gras over groeien en bouwde ijverig voort, zodat de kerk op 18 augustus 1889 in gebruik genomen kon worden.
Een dominee of een pastorie?
De vraag was toen of direct een predikant beroepen moest worden, of dat eerst een pastorie gebouwd zou worden. Een huurwoning wilde men niet, want voor een predikant was dat niet aantrekkelijk genoeg. Besloten werd eerst een pastorie aan de Zutphenseweg – naast de kerk – te bouwen, al was besloten dat de predikantswoning ‘zeer eenvoudig maar degelijk en solide’ moest zijn. Met de bouw werd gewacht tot de benodigde fl. 5.000 verantwoord geregeld was. Overigens gaven ook de bouwplannen zélf ruimschoots stof tot overleg (marmeren schoorsteenmantels? Tegeltjes op de vloeren of eenvoudiger? enz., enz.). De pastorie kwam in 1891 gereed; de totale kosten waren uiteindelijk fl. 5.342.
Vanaf 1892, toen de landelijke kerkenfusie plaatsvond tussen de Christelijke Gereformeerde Kerk vanuit de Afscheiding met de Dolerende Kerken, werd ook de kerk te Vorden zonder problemen onderdeel van De Gereformeerde Kerken in Nederland. In Vorden was van de fusie overigens niets te merken, omdat daar geen uit de Afscheiding afkomstige Christelijke Gereformeerde Gemeente gevestigd was.
De eerste predikant (1893) en zijn opvolgers.
In 1893 werd de eerste predikant beroepen. Het was kandidaat A.J. Tenkink (1865-1933), die op 30 april 1893 intrede deed. Vorden was meteen ook zijn laatste gemeente, want wegens gezondheidsklachten ontving hij in 1913 emeritaat. ‘Twintig jaar heeft hij de Geref. Kerk van Vorden gediend en zich geheel aan haar gegeven. Op het terrein van het vereenigingsleven, van school en van politiek leefde hij van heeler harte mee. Enkele jaren nam hij ook nog het scribaat van het bestuur der Chr. School waar. In zijn prediking legde hij zich vooral toe op nauwgezette exegese. Hij stelde de Verbondsbeschouwing der Geref. vaderen krachtig op den voorgrond, zonder evenwel ook maar iets te kort te doen aan ’s menschen verantwoordelijkheid. (…) Zenuwzwakte deed hem in 1913, mee in verband met andere drangredenen, zijn emeritaat aanvragen, na 20-jarigen actieven dienst, welk emeritaat hem 1 november 1913 verleend werd’. De predikant verhuisde daarna naar Arnhem.
Ds. Tenkink werd in 1914 opgevolgd door ds. G.J. Wissink (1875-1939) van het Friese Nijega-Opeinde, die tot 1919 aan de kerk van Vorden verbonden bleef. Ds. C.A. van Nood (1878-1959) diende de kerk in het dorp daarna veel langer: hij deed op 30 januari 1921 intrede en bleef tot 1947 aan Vorden verbonden, waar hij dus de Tweede Wereldoorlog meemaakte.
Een nieuwe kerk (1953).
Nadat ds. W.C.P. den Boer (1909-1999) van Den Bommel de kerk van Vorden gedurende vijf jaar, van 1947 tot 1952, gediend had, werd deze opgevolgd door ds. E.J. Duursema (1917-2001) van het Groningse Westeremden, die op 22 juni 1952 intrede deed. Tijdens zijn predikantschap werd besloten in Vorden een nieuwe gereformeerde kerk te bouwen. Het oude bedehuis voldeed niet meer, zodat op dezelfde plaats voor fl. 61.300 een nieuwe kerk met 400 zitplaatsen zou verrijzen. Op 8 juni 1952 werd in de oude kerk de laatste dienst gehouden.
Ds. Duursema legde in het portaal van de toekomstige kerk op 20 augustus 1952 de eerste steen, met als tekst: ‘Dat uw ogen open zijn, nacht en dag over dit huis’. Tijdens de bouw – de oude kerk werd eerst afgebroken – werden de kerkdiensten gehouden in gebouw ‘Irene’. Uiteindelijk kon de kerk op woensdag 18 februari 1953 in gebruik genomen worden.
In deze kerk wordt dus op 22 oktober 2017 de laatste dienst gehouden.
Bron onder meer:
H. van Dorsten e.a., Een eeuw Gereformeerde Kerk te Vorden. Uitgegeven ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan op 16 mei 1988. Vorden, 1988
© 2017. GereformeerdeKerken.info