Een kritische brochure over ds. H.P. Scholte (1836)

Over ds. H.P. Scholte (1805-1868) – één van de leiders van de Afscheiding van 1834 – is in de loop van de tijd heel veel geschreven en wordt trouwens nog steeds veel bericht (het Reformatorisch Dagblad schreef nog op 13 juni 2018 een verhaal over hem).

Ds. H.P. Scholte (1805-1868).

Wat de meest recente geschriften betreft hoeven we slechts te verwijzen naar De Exodus van Hendrik Peter Scholte door Michiel van Diggelen en ook naar Op ongebaande wegen door dr. J.-H. Soepenberg.

Zeker moeten ook niet vergeten worden de drie dikke delen die dr. C. Smits samenstelde in de negendelige serie De Afscheiding van 1834 met talloze archiefstukken die in Pella, Iowa bewaard worden, het stadje dat in 1847 door ds. Scholte werd gesticht. Alle in de loop der jaren verschenen geschriften over of met betrekking tot deze predikant en zijn wedervaren in Nederland en in Amerika te noemen, is bijna onbegonnen werk.

Deze keer willen we toch wijzen op een niet al te bekend geschrift waarvan op 3 juni 1836 door uitgever L.E. Bosch te Utrecht de tweede druk werd gepubliceerd, van de hand van een anonieme ‘Vriend der waarheid en des Vredes’. De naam van deze anonymus is echter bekend geworden: de hervormde theoloog Theodorus van Spall. Zoals in die tijd gewoonte was, had het boekje, eigenlijk bestaande uit twee gedeelten en voor fl. 0,30 verkrijgbaar in de boekhandel, een lange titel: ‘Kort Verslag van het zoo gerucht makend gedrag des afgezetten predikants H.P. Scholte in de hervormde gemeente Doeveren, Genderen en Gansoijen. [Tweede vermeerderde druk.] Gevolgd van een kort berigt van het gedrag en de afzetting van Gezelle Meerburg en J. van Rhee, gewezen predikanten te Almkerk en Veen’. De eerste druk was al in april verschenen.

Een advertentie uit juni 1836.

De titel alleen al doet vermoeden dat deze ‘vriend der waarheid en des vredes‘ beslist geen medestander van ds. Scholte was. En dat is een juiste gedachte. Van Spall vermoedde dat sommigen zich over ‘het gedrag‘ van ds. Scholte maar stil hielden, omdat ‘erover te schrijven het twistvuur zal aanblazen en de heethoofdige scheurmakers nieuwe wapenen in de hand zal geven om den onchristelijken strijd voort te zetten’.

Maar Th. Van Spall nam de pen wél op en schreef zijn brochure. De schrijver wijst er op dat de hervormde gemeenten van Doeveren, Genderen en Gansoijen rustige gemeenten waren, die nooit enige ‘schijn van tegenstand tegen de kerkelijke verordeningen’ gegeven hadden. ‘Doch niet lang was de heer H.P. Scholte aldaar werkzaam geweest, of de zaken kregen een geheel ander aanzien’.

De brochure van ds. Th. van Spall.

Kort en goed kwamen de handelingen van ds. Scholte en zijn preken in die gemeenten er volgens de schrijver op neer dat ‘vrijer en openlijker nu de Hervormde Kerk en hare leeraars werden aangerand; geene hatelijke namen en vergelijkingen werden er gespaard, en dit alles onder het voorgeven, dat [door die predikers] de waarheid verdonkerd en Gods volk bespot, veracht en vervolgd werd’. De gevolgen van zijn prediking bleven niet uit, zo meldde Van Spall: ‘Hoogmoedige zelfverheffing, onverdraagzaamheid, liefdelooze twisten, verdeeldheid en koele verwijdering waren de heillooze vruchten, die onder eenige voor het uiterlijke goede bekeeringen zich hier en daar in een meerdere of mindere mate vertoonden’.

Ds. H.P. Scholte (1805-1868).

De eerste troebelen in de gemeenten Genderen, Doeveren en Gansoijen (slechts voor de dienst des Woords gecombineerd en verder zelfstandig) ontstonden volgens de schrijver doordat ‘bij de benoeming van kerkeraadsleden, ds. Scholte twee leden uit de gemeente te Genderen voor den kerkeraad te Doeveren en Gansoijen koos’. De verkiesbare leden van de Doeverse gemeente achtte hij ‘onbekwaam of berispelijk’. Daarover kwamen klachten binnen omdat men dit ‘eene willekeurige verkorting van de regten der gemeente Doeveren en Gansoijen’ achtte. De classis werd er bij gehaald, die de kerkenraad opdracht gaf met de afkondiging van de verkiezingen niet door te gaan. ‘Doch de heer Scholte stoorde zich aan die aanschrijving niet; hij ging voort met de afkondiging en bevestigde de benoemde leden’.

Ds. Scholte ging in appel bij het Provinciaal Kerkbestuur, die hem echter in het ongelijk stelde. ‘Thans meende de genoemde Heer zich te moeten onderwerpen. De eigendunkelijk bevestigde leden moesten nu plaats maken voor Doeverse leden’.

De classis benoemde een commissie om ds. Scholte ‘over zijn gedrag te ondervragen’. De classis schorste hem vervolgens provisioneel (voorlopig), en beval hem voor een commissie te verschijnen die hem over zijn bezwaren tegen de kerkelijke maatregelen zou horen. ‘De heer Scholte verscheen niet, maar in plaats van dit, zond hij benevens den kerkeraad en het grootste gedeelte zijner gemeente, eene Acte van Afscheiding in van het Hervormd Kerkbestuur, waarmede zij alle gehoorzaamheid aan het Bestuur, de wetten en verordeningen der Hervormde Kerk opzeiden’.

Het boekje verhaalt verder nog enkele andere gebeurtenissen, en gaat in het tweede deeltje in op de afzetting van ds. G.F. Gezelle Meerburg (1806-1855) en ds. J. van Rhee (1789-1851).

De hele brochure is hier te lezen.

(De krantenberichten werden overgenomen van de website Hanviskie.)