Met instemming en steun van de twee wijkkerkenraden van de Barendrechtse protestantse (voormalig gereformeerde) Bethelkerk aan de Schaatsbaan, is een jubileumcommissie begonnen ‘aan een immense taak’, namelijk het beschrijven van de honderdjarige geschiedenis van de Bethelkerk.
Het boek zal gaan over de periode vanaf 1917 tot heden (c.q. 2025), maar zal vooral aandacht schenken aan de eeuw waarin de Bethelkerk als bedehuis en kerkelijk centrum dienst deed en hopelijk dan nog steeds doet: de jaren 1925 tot 2025. De commissie heeft gemeenteleden en anderen opgeroepen informatie, verhalen, foto’s, tekeningen ‘en wat er nog meer moge zijn om de geschiedenis van de kerk te complementeren’, op te sturen.
De vierkoppige commissie heeft aangekondigd deze herinnering ’s zondags op de beamer te laten zien en bovendien zal er geregeld aandacht aan worden besteed in het kerkblad Klankbord en in de plaatselijke, lokale en landelijke pers. Het boek vormt een onderdeel van de grotere herdenking van dit eeuwfeest.
Dat de commissie ruim op tijd begint is een verstandige beslissing, omdat het raadplegen en verwerken van de archieven en daarna het beschrijven in boekvorm inderdaad ‘een immense taak’ is.
Hoe De Gereformeerde Kerk te Barendrecht tot stand kwam.
De Gereformeerde Kerk te Barendrecht kwam (in grote lijnen) als volgt tot stand.
Uit de Afscheiding (1841 en 1868):
In april 1841 ontstond de Christelijke Afgescheidene Gemeente te Oost-Barendrecht. Bijna 27 jaar later ontstond op 17 maart 1868 in West-Barendrecht de Gereformeerde Gemeente onder ’t Kruis. De laatstgenoemde gemeente was onderdeel van een klein landelijk kerkverband, De Gereformeerde Kerk (onder ’t Kruis) dat zich in en na 1838 afsplitste van de Christelijke Afgescheidene Kerk.
Ruim een jaar na de vorming van de West-Barendrechtse Gereformeerde Gemeente onder ’t Kruis vond in juni 1869 echter een landelijke fusie plaats tussen de Christelijke Afgescheidene Kerk en de Gereformeerde Kerk onder ’t Kruis. Afgesproken werd dat het verenigde kerkverband in het vervolg ‘Christelijke Gereformeerde Kerk’ zou heten. Ook de beide Barendrechtse gemeenten namen die naam aan, maar bleven vooralsnog zelfstandig samenkomen. Dat duurde tot 1890, toen beide gemeenten verenigd werden tot één Christelijke Gereformeerde Gemeente.
Uit de Doleantie (1887):
Naast de beide bovengenoemde gemeenten ontstond door de tweede landelijke orthodoxe uittocht uit de hervormde kerk (Doleantie genoemd) op 29 januari 1887 ook in Barendrecht een Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende).
De Gereformeerde Kerk te Barendrecht (1895).
Al snel na het ontstaan van de Doleantie in 1886 en daarna, zochten de synoden van de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken contact met elkaar en begonnen (overigens moeizame) onderhandelingen over eenwording. Dat lukte op 17 juni 1892, officieel geproclameerd tijdens een bijeenkomst van beide synodes in de Amsterdamse Keizersgrachtkerk. Besloten was dat de naam van de verenigde Kerken in het vervolg ‘De Gereformeerde Kerken in Nederland’ zou zijn.
De Gereformeerde Kerk te Barendrecht ontstond ruim drie jaar na de landelijke eenwording, namelijk op 1 augustus 1895, door de ineensmelting van de plaatselijke Christelijke Gereformeerde Gemeente en de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende).