De theoloog dr. Herman Wiersinga is op 93-jarige leeftijd overleden. Wiersinga werd in 1927 geboren, studeerde theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en werd daarna predikant in De Gereformeerde Kerken in Nederland.
Achtereenvolgens was hij van 1952 tot 1955 gereformeerd predikant in Lewedorp, van 1955 tot 1961 te Gent in België en van 1961 tot 1966 op Curaçao.
Daarna werd hij studentenpredikant te Amsterdam en Leiden. In 1971 promoveerde hij op het proefschrift De verzoening in
de theologische diskussie en ook daarna publiceerde hij verscheidene boeken, zoals onder meer Verzoening als verandering (1972), Doem of daad. Een boek over zonde (1982) en Op ooghoogte. Portret van een postmodern geloof (2000).
Het proefschrift veroorzaakte in het begin van de jaren ’70 in de Gereformeerde Kerken in Nederland grote ophef omdat Wiersinga daarin de klassiek-gereformeerde verzoeningsleer afwees, waarin gesteld wordt dat Jezus aan het kruis plaatsvervangend betaalde voor de schuld van de mensen tegenover God. Hij verweerde zich later onder meer door op te merken dat “ik juist meer en meer ontdekte dat de kerkelijke (zowel katholieke als protestantse) verzoeningsleer een smet op God werpt: Hij of Zij zou niet ‘zomaar’, uit liefde, kunnen verzoenen”. Meerdere generale synodes hielden zich met ‘de kwestie-Wiersinga’ bezig. Samen met wijlen dr. Harry Kuitert (1924-2017) was hij een van de meest omstreden gereformeerde theologen van de 20ste eeuw.