De Gereformeerde Kerk te Lochem (3)

Ds. S. Bosma (van 1921 tot 1930).

( < Naar deel 2 ) – Al in juni 1921 stond ds. S. Bosma (1858-1936), die het beroep van de kerkenraad van Lochem (met instemming van Barchem) aannam, op de preekstoel. Hij deed op 5 juni 1921 intrede.

Ds. S. Bosma (1858-1936).

Er was een kleine verandering in de benoeming opgetreden: officieel was hij alleen door Lochem beroepen, en zou Barchem ¼ deel van zijn traktement bijdragen in ruil voor één keer in de twee weken in Barchem de diensten te leiden.

Ds. Bosma voerde enkele wijzigingen in de liturgie door, zoals het zingen van ‘Och of wij Uw geboôn volbrachten’ uit het bundeltje Eenige Gezangen nadat de Wet gelezen was; én dat de ouderlingen in het vervolg alleen de Wet en de Bijbellezing mochten voorlezen (kennelijk deden ze voor die tijd nog meer). Enkele maanden voordat ds. Bosma op 30 september 1930 met emeritaat ging werd besloten dat het vrouwenkiesrecht in de kerk van Lochem nog niet zou worden ingevoerd. Ds. Bosma stierf in 1936; zijn grafsteen werd door zijn vroegere gemeenten te Wommels, Buitenpost en Lochem betaald.

Ds. J. Kapteyn (van 1931 tot 1946).

Een vergeefs beroep op kandidaat C.M. van der Loo (1904-1981) bracht de kerkenraad bij kandidaat J. Kapteyn (1901-1988) uit Almelo. Maar liefst ongeveer elf jaar was deze aan de kerk van Lochem en Barchem verbonden, maar de samenwerking tussen beide kerken werd op 2 oktober 1942 beëindigd. Barchem beriep in 1942 namelijk kandidaat R. Groeneboer (1914-1980) als hulppredikant, die het beroep aannam en daar op 1 juni 1943 begon (op 23 januari 1944 werd hij officieel predikant in volle rechten te Barchem).

Ds. J. Kapteyn (1901-1988).

Ds. Kapteyn stelde enkele wijzigingen in de kerkdiensten voor, waarin de kerkenraad meeging. In het vervolg zouden de ‘voorlezers’ geen dienst meer doen, maar zou de predikant de Wet en de Bijbellezingen zelf verzorgen. Het ‘stil gebed’ zou bovendien voortaan direct aan het begin van de dienst gedaan worden, en wel gezamenlijk als gemeente. Tot dan toe was het namelijk de gewoonte dat de kerkgangers zelf direct bij het binnenkomen een stil gebed te deden alvorens te gaan zitten. Ook was het gewoonte dat manslidmaten en jongelingen bij de gebeden stonden; kennelijk verslofte dat wat, want in 1934 klaagde men dat zo weinig manslidmaten en jongelingen bij het gebed opstonden. Daar was de kerkenraad met mee eens, zodat afgesproken werd daarover tijdens het huisbezoek indringend te spreken.

Enkele punten uit het kerkelijk leven in die tijd.

De Witte Kerk (hier nog niet zo erg wit).

De evangelisatiearbeid ging door; de predikant had opdracht daar veel aandacht aan te besteden. Elke veertien dagen werden ongeveer tweehonderd evangelisatiebladen (De Goede Tijding) bezorgd. In 1941 werd evangelist M.J. Vermeer benoemd voor het evangelisatiewerk buiten het dorp. Hij ontving daarvoor fl. 500 per jaar, maar langzamerhand werd het opgekrikt naar fl. 1.200. — Organist Meijerink wilde graag een beter zicht op de dominee hebben en vroeg daarom om een spiegel. En s.v.p. het gordijntje van het orgel sluiten, want ‘gemeenteleden zullen last hebben van Meijerink bij een geopend orgelgordijntje’. Het orgel begon trouwens steeds meer kuren te vertonen. Vandaar dat in 1943 voor de prijs van fl. 4.900 een nieuw orgel werd aangeschaft. Maar begin jaren ’50 bleek dat ook dát orgel ‘slecht’ was… — In 1940 werd de Commissie van Beheer ingesteld. — De kerk telde in die tijd ongeveer 175 leden en het kerkgebouw werd zo langzamerhand te klein. Gelukkig dat gemeentelid  Klaas Paste (jarenlang kerkenraadslid) fl. 1.000 aan de kerk legateerde ‘voor de bekostiging van vermeerdering der zitplaatsen. — In de oorlog hield ds. Kapteyn zich niet altijd even stil ten opzichte van de bezetters. Daarvoor werd hij zelfs tijdens een gemeentevergadering gewaarschuwd, maar de preses trok zich er weinig van aan.

Ds. D. Krijger (van 1947 tot 1955).

Ds. D. Krijger (1916-1987).

Op 2 november 1947 deed de opvolger van ds. Kapteyn – die legerpredikant werd – intrede in Lochem. Het was ds. D. Krijger (1916-1987) van Moerdijk. Enkele punten uit de ambtsperiode van ds. Krijger laten zich als volgt samenvatten:

Het zondagse uiterlijk van de predikant werd bepaald door een toga die hij aanschafte. — Langzaam maar zeker werd de kerkzang veranderd. Zo nu en dan werd namelijk gezongen op lange en korte noten; de Gereformeerde Kerken waren in die tijd namelijk bezig met het ‘beproeven’ van de nieuwe psalmberijming van ds. H. Hasper (1886-1974).

Ds. H. Hasper (1886-1974).

Deze had zijn berijming voorzien van lange en korte noten. Zijn psalmberijming haalde het uiteindelijk  in de Gereformeerde Kerken echter niet. Definitieve invoering van het zgn. ritmisch zingen (op lange en korte noten) werd pas later gerealiseerd. — Er kwamen ook gespreksgroepen van gemeenteleden, ‘Bijbelkringen’ genoemd: zes in Lochem en zes in Laren. — Ook ds. Krijger had tot taak evangelisatiewerk uit te voeren. Hij had twintig vaste contactadressen van buitenkerkelijken, die hij zeer regelmatig bezocht. — Omdat drie gemeenteleden in 1953 in het trotse bezit van een ‘automobiel’ waren, werd het mogelijk ouden van dagen op te halen om de kerkdiensten bij te wonen (en hen daarna weer thuis af te leveren).

Ds. J.A. van de Peppel (van 1955 tot 1960).

Ds. J.A. van de Peppel (1927-2017).

Op 18 september 1955 deed de opvolger van ds. Krijger intrede in Lochem. Het was ds. J.A. van de Peppel (1927-2017) van het Drentse Hijken.

De kerk verbouwd en uitgebreid (1957).

In 1953 had de kerkenraad al besloten over te gaan tot het nemen van maatregelen om het ruimtegebrek in de kerk aan te pakken. De woning naast de kerk werd voor fl. 9.000 aangekocht, zodat de kerk in die richting kon worden uitgebreid. Kort daarop werd de kerk inderdaad verbouwd en vergroot door er voor fl. 85.000 enkele vergaderruimten bij te bouwen, terwijl in de kerkzaal het aantal zitplaatsen op 282 gebracht werd (het aantal gemeenteleden bedroeg in die tijd 325). Op 27 juni 1957 kon de vernieuwde kerk in gebruik genomen worden, waarbij ds. Van de Peppel uiteraard voorging. De predikant nam op 10 januari 1960 overigens afscheid van Lochem en vertrok naar de kerk van Ede.

  • De tijd van 1960 tot 1984 in snelle vogelvlucht.

Het interieur van de kerk in de jaren ’60 (foto: ‘Gereformeerde Kerk Lochem 1895-1995’).

Tussen 1960 en 1984 waren achtereenvolgens de volgende predikanten aan de Gereformeerde Kerk te Lochem verbonden: ds. W.A. Jelsma (*1926) van 1960 tot 1966; ds. N. Schelhaas (1936-2011) van 1967 tot 1973 en ds. W. van der Kooy (*1940) van 1974 tot 1983. Bij het beroepen van ds. Schelhaas was het bijzondere dat de groeiende kerk van Lochem voor het eerst eens geen ‘hulpbehoevende kerk’ was, en deze predikant dus op eigen kracht – zonder financiële hulp  van de classis – kon worden beroepen.

Op zondag naar de schouwburg en naar de roomse kerk…!

Tijdens de ambtsperiode van ds. Jelsma (van 1960 tot 1966) was al steeds duidelijker geworden dat de kerk vooral in de vakantietijd niet groot genoeg was om de kerkgangers allemaal een plaats te geven, zodat nogal eens moest worden overgegaan tot het houden van dubbele diensten in de schouwburg, met maximaal 400 zitplaatsen. Daar werd voor het eerst gekerkt met Pinksteren 1968. Maar met ingang van 6 april 1969 werden alle morgendiensten in de schouwburg – bijgenaamd ‘Huize Adullam’ – gehouden. Dat duurde tot eind 1971, toen naar elders uitgeweken moest worden omdat de schouwburg zou worden afgebroken in verband met nieuwbouw.

Met het rooms-katholieke parochiebestuur werd overeengekomen dat de gereformeerde morgendiensten vanaf 2 januari 1972 in de Jozefkerk aan de Nieuweweg gehouden mochten worden. Dat zou ongeveer 12½ jaar duren! Ondertussen dacht de kerkenraad over restauratie en vergroting van de eigen kerk, of over het misschien zelfs mede-eigenaar worden van de hervormde Grote Kerk. Maar daarmee was lang niet iedereen het eens. Wel werden vanaf 1972 zo nu en dan gezamenlijke diensten gehouden met de hervormde gemeente (‘bid- en dankdag’) en een viertal gezamenlijke jeugddiensten.

De rooms-katholieke Jozefkerk, waarvan de Gereformeerde Kerk voor haar ochtenddiensten meer dan twaalf jaar gebruik mocht maken.

De kerk gerestaureerd (1976).

Ondertussen was besloten voor fl. 110.000 – bij de komst van ds. Van der Kooy in 1974 – een nieuwe pastorie te kopen aan de Prins Clauslaan 26.

De pastorie aan de Prins Clauslaan.

In mei 1974 werd een gemeentevergadering gehouden over eventuele nieuwbouwplannen voor de kerk. Dertig procent van de aanwezigen koos voor restauratie van de bestaande kerk, terwijl een kleiner deel voorstander was van medegebruik van het hervormde kerkgebouw.

In 1975 werd in dat verband een belangrijke beslissing genomen: de gereformeerde kerk zou ingrijpend verbouwd worden: de bestaande zijvleugel van de kerk werd vergroot, de oude kosterswoning werd bij het kerkcomplex getrokken, de binnenplaats werd overdekt, centrale verwarming werd aangelegd en het liturgisch centrum werd vernieuwd. Kunstenaar Han Jansen uit Doetinchem vervaardigde een avondmaalstafel, een doopvont, een collectestandaard, een knielbank en een kanselkleed in nieuwe stijl met veel symboliek. In november 1976 werd de verbouwde kerk feestelijk geopend.

Een nieuw orgel (1979).

Het nieuwe interieur (in 1976 gereed) met het nieuwe orgel, dat in 1979 in gebruik genomen werd (foto: ‘Gereformeerde Kerk Lochem 1895-1995’).

Het sinds 1969 gebruikte Hammond orgel was zo’n tien jaar later af. Tijdens een gemeentevergadering in maart 1979 werd niet voor een duur pijporgel gekozen, maar voor een elektronisch Johannesorgel. Daaraan werd een actie gekoppeld voor de bouw van een kindertehuis met beroepenopleidingscentrum in India, waarvoor fl. 90.000 bijeengebracht zou moeten worden. Het orgel kwam er, en de fl. 90.000 (en zelfs meer) voor het project in India eveneens!

Een soortgelijke hulpactie, maar dan dichter bij huis, werd door de gezamenlijke Lochemse kerken georganiseerd door kerkasiel te verlenen aan Syrisch-Orthodoxe christenen, die hun land uit gevlucht waren; in ons land werden ze bedreigd met uitzetting, Ze kregen onderdak in de Remonstrantse Kerk, terwijl aan hen door gezamenlijke kerkelijke inspanning hulp verleend werd. Uiteindelijk kwam alles goed en konden ze in ons land blijven.

  • De tijd van 1984 tot 2011 in vogelvlucht.

De door Han Jansen gemaakte collecte-standaard (1976). Foto: ‘Kerkinformatie’, januari 1977.

Tussen 1984 en 2011 stonden achtereenvolgens de volgende predikanten in De Gereformeerde Kerk te Lochem: ds. E.P. Klarenbeek van 1985 tot 1989; ds. R.J. Dekker (*1953) van 1990 tot 1993; ds. L. van Wijk (*1961) van 1994 tot 2002 en ds. mevr. C.M. Veenhuizen (*1958) van 2003 tot 2011.

Bewapeningswedloop…

De Generale Synode besloot op 7 maart 1984 er bij regering en parlement op aan te dringen ‘af te zien van elke nieuwe stap op de weg van de nucleaire bewapeningswedloop’, waaronder het plaatsen van kruisraketten in ons land. Ook in de Lochemse gemeente ontstond grote verdeeldheid over de stellingname van de synode. De kerkenraad zag zich genoodzaakt er bij de synode op aan te dringen “bij verdere beraadslagingen en uitspraken over dit onderwerp rekening te houden met de verdeeldheid die hieromtrent in de kerken heerst”. De kerkenraad organiseerde platformgesprekken over dit onderwerp, maar toen zo’n honderd gemeenteleden – onder wie enkele kerkenraadsleden – een brief aan de synode schreven met het verzoek het kernwapenbesluit te herzien, ontstond nog grotere beroering. Andere kerkenraadsleden vroegen ontheffing uit hun ambt. Met hulp van de consulent, ds. F.D. Rooze (*1945) uit Eefde kon de rust na geruime tijd weer hersteld worden.

De kerkzaal vergroot (1984).

Het Witte Kerkje te Lochem. Let op de ‘verdwenen’ ramen (foto: ‘Gereformeerde Kerk 1895-1995’).

Natuurlijk was het niet ideaal de morgendiensten elders te moeten houden. Men vond een mogelijkheid de kerkzaal te vergroten tot 450 zitplaatsen (waaronder 25 reserveplaatsen) door een muur te verwijderen. In de zomervakantie van 1984 werd de daad bij het woord gevoegd en werd de kerkzaal voor fl. 85.000 aangepast en geschilderd, terwijl ook een verplaatsbare kansel werd aangeschaft. Op 9 september 1984 konden de morgendiensten na vele jaren weer gewoon in de eigen kerk gehouden worden.

De pastorie aan de Akkerwinde.

Ook de pastorie aan de Prins Clauslaan bleek intussen ‘minder geschikt’. Daarom werd deze voor fl. 135.000 verkocht en werd aan de Akkerwinde 12 voor fl. 155.000 een nieuwe predikantswoning aangekocht. De nieuwe predikant ds. E.P. Klarenbeek was de eerste die de woning betrok.

Samen-op-Weg.

Het bekendste Samen-op-Weg logo.

De toenaderingspogingen tussen gereformeerden en hervormden kunnen puntsgewijs als volgt in zeer grote lijnen worden samengevat: weliswaar stond een grote meerderheid van de gemeenteleden tijdens wijkavonden in de herfst van 1985 positief tegenover het mogelijk samengaan met de plaatselijke hervormde gemeente, maar daaraan werd ook toegevoegd: ‘niet te snel, niet te massaal en kennen we elkaar wel goed genoeg?’ Enkele keren kanselruil en zo nu en dan gezamenlijke diensten waren het gevolg.

In september 1990 verscheen na vijftien jaar het laatste nummer van het eigen kerkblad ‘Op de Hoogte’. Het werd vervangen door ‘Samenspraak’, een blad dat gezamenlijk met de hervormde gemeente werd uitgegeven, en dat nog steeds gepubliceerd wordt. In 1990 werd een Begeleidingscommissie SoW geïnstalleerd, die het combi-moderamen adviseerde. Voor de jeugd van 12 tot 15 jaar werd al sinds 1988 eens in de veertien dagen op vrijdagavond een gezamenlijke jeugdsoos gehouden. In juni 1993 keurde de kerkenraad een door de hervormde predikant ds. Brevet opgesteld katechese- en jeugdwerkplan goed, waardoor de catechisaties grondig gewijzigd werden. Ook het jeugdwerk werd steeds meer gezamenlijk gedaan.

En verder…

De avondmaalstafel, zoals kunstenaar Han Jansen die maakte (1976).

– De kerkenraad besloot in 1987 – de gemeente gehoord – kinderen tot het avondmaal toe te laten vanaf 18 oktober dat jaar. — De kerkenraad hield zich onder meer ook bezig met de vraag ‘hoe de jeugd bij de kerk te houden’, ‘hoe de ambten te vervullen’, ‘hoe om te gaan met de pluriformiteit binnen de gemeente’. — In februari 1995 kreeg het kerkgebouw opnieuw een facelift. Een podium, nieuwe verlichting, nieuwe gordijnen en een stevige verfbeurt gaven de kerkzaal een frisser uiterlijk.

– Problemen waren er vanaf zondag 20 november 1988 en daarna, toen de predikant de kerkenraad meedeelde dat ‘wantrouwen, bejegening en houding van verschillende gemeenteleden’  hem verhinderden zijn werkzaamheden nog te kunnen verrichten. Een avondmaalsviering moest worden afgelast, een brief van de kerkenraad ging naar de gemeenteleden waarin een en ander werd aangekondigd en uitgelegd, hetgeen ‘insloeg als een bom’: “Niet enkelen zijn schuldig, wij allen”. Wijkavonden over de vraag hoe met verschillen in denken en beleven om te gaan waren het gevolg. Weliswaar kon de predikant begin 1989 langzamerhand weer met zijn werk beginnen, maar hij deelde mee uit te zien naar een andere werkkring. Op 7 oktober 1989 nam hij tijdens een druk bezochte receptie afscheid van Lochem. De dag daarop werd de afscheidsdienst gehouden.

Het doopvont, dat kunstenaar Han Jansen in 1976 vervaardigde.

Naar de Protestantse Gemeente Lochem.

In november 1993 werd de bovengenoemde SoW-begeleidingscommissie omgezet in een Federatiecommissie. Deze moest voorstellen doen om op termijn tot een federatie tussen beide gemeenten te komen. De federatie kwam op 1 januari 1997 tot stand onder de naam Verenigde Protestantse Kerkgemeenschap Lochem. Vanaf 27 mei 2011 werden beide gemeenten herenigd tot Protestantse Gemeente.

In 2021 opnieuw een stevige verbouwing..!  (foto: Protestantse Gemeente Lochem).

Het kerkgebouw van de voormalige Gereformeerde Kerk doet nog steeds dienst als een van de twee protestantse bedehuizen te Lochem en kreeg in 2021 opnieuw een stevige verbouwing!

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Lochem.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Lochem tussen 1900 en 2010 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

J.G. van Anken e.a., Gereformeerde Kerk Lochem 1895-1995. Lochem, 1995

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

N.N., Een en al symboliek in Lochem. In: Kerkinformatie van De Gereformeerde Kerken in Nederland, december 1977

C. Smits, De Afscheiding van 1834, negende deel, Provincie Gelderland. Dordrecht, 1991

© 2021. GereformeerdeKerken.info