Bibliotheek “Bond Geref. JV’s” in oorlog verbrand?

Wie heeft meer informatie?

Door een onderzoeker van de geschiedenis van het Kamp Amersfoort werd de redactie van GereformeerdeKerken.info opmerkzaam gemaakt op een vermelding van een (waarschijnlijke) ‘boekverbranding’ die tijdens de Tweede Wereldoorlog in dat kamp zou hebben plaatsgehad. Het betrof (een deel van) de bibliotheek van de Nederlandse Bond van Jongelingsvereenigingen op Gereformeerde Grondslag, behorende tot De Gereformeerde Kerken in Nederland.

Het boek waarin geschreven wordt over een ‘boekverbranding’.

Kamp Amersfoort was oorspronkelijk een kazerneterrein van het Nederlandse leger. Vanaf augustus 1941 werden daar door de nazi’s verschillende groepen mensen opgesloten, zoals verzetsstrijders, ontduikers van de Arbeitseinsatz, communisten, gijzelaars, (vermeende) criminelen zoals zwarthandelaren, slachtoffers van razzia’s, ca. 2.500 Joden, ca. 220 Amerikaanse staatsburgers, ca. 120 Jehovah’s getuigen en 100 Sovjet-krijgsgevangenen. Ook zaten er veel predikanten gevangen.

Predikanten achter prikkeldraad.

In het boek ‘Predikant achter prikkeldraad’ (Nijkerk, 1946), geschreven door twee hervormde predikanten, ds. H.L. Lieve en ds. K.R. ter Steege, wordt melding gemaakt van een bijzondere gebeurtenis. Terwijl de in Kamp Amersfoort krijgsgevangen auteurs probeerden catechisaties voor kampbewoners te verzorgen, en zich afvroegen hoe ze aan het benodigde materiaal konden komen, speelde zich het volgende af:

“Op het onverwachtst kreeg ik een hulpmiddel ter voorbereiding van deze catechisaties: honderden boeken worden over het terrein gedragen door de Joden: kostelijke boeken zijn er bij, om van te watertanden. Het blijkt de bibliotheek te zijn van de Bond van Gereformeerde Jongelingsvereenigingen die in Amersfoort was gevestigd geweest. Ter wille van de Deutsche Hoch-Kultur is zij in beslag genomen en de boeken worden in de verlaten smederij op een hoop gesmeten. Al deze werken zullen aan het vuur worden prijsgegeven. Wij branden van verlangen, nu staat de leeshonger op ons gezicht; velen gaan naar buiten, zogenaamd naar de WC. Even kijken of we een kansje hebben en jawel, daar komen enige Jodenmensen met armen vol boeken in onze richting. Geen Duitser te bekennen, we springen op hen af – grissen een paar boeken weg – vlug het schillenhok weer in – stoppen ze schielijk in een lege veilingkist en zetten deze met de open kant tegen de wand. Nu zijn wij een bibliotheek rijk in het schillenhok: sociale studiën, handleidingen, zendingslectuur en … warempel ‘Korte verklaringen op den Bijbel’, juist wat ik gebruiken kan voor de catechisaties”.

De liquidatie van de Nederlandsche Bond van Jongelingsvereenigingen op Gereformeerden Grondslag.

Hoe de liquidatie van het Bondsbureau verliep (uit: ‘Gereformeerd Jongelingsblad’, 3 augustus 1945).

Natuurlijk heeft de redactie van GereformeerdeKerken.info zelf in allerlei literatuur enig onderzoek gedaan. Voor wat betreft de bibliotheek van de landelijke Bond van Jongelingsvereenigingen op G.G. – die gedurende haar bestaan achtereenvolgens op meerdere adressen gehuisvest was – vonden we onder meer het volgende.

Het Gereformeerd Jongelingsblad, het officieel orgaan van de Nederlandsche Bond van Jongelingsvereenigingen op Gereformeerden Grondslag, werd door de Duitsers verboden. Het laatste nummer verscheen op 28 februari 1941. Bijna anderhalf jaar later, op 22 juli 1942, werd het toenmalige Bondsbureau aan de Prins Frederiklaan in Amersfoort door de Duitsers gevorderd. Tegelijk werden alle daar aanwezige bezittingen in beslag genomen en verbeurd verklaard. In het verhaal dat daarover in het eerste nummer van het Jongelingsblad na de oorlog verscheen (3 augustus 1945) wordt een en ander over de gebeurtenissen op de 22ste juli meegedeeld:

“(…) Ons gebouw was bezet, meubilair, voorraden en bibliotheek weggehaald, hoewel het mogelijk was geweest vooraf nog een en ander te redden. In één woord, wij waren lam geslagen. Toch lieten wij den moed niet zakken en slechts enkele dagen later reeds kwam het Bondsbestuur stiekem te Utrecht in vergadering bijeen”.

Na de oorlog ondernam het Bondsbestuur natuurlijk pogingen om de verbeurd verklaarde bezittingen weer terug te krijgen. Kennelijk lukte dat althans gedeeltelijk:

“En nu is de toestand zoo, dat wij kunnen zeggen, dat een belangrijk gedeelte van ons bezit al weer in onze handen terug is, terwijl wij nog een belangrijker gedeelte weer op het spoor zijn. Er is goede verwachting dat ons bezit nog weer terecht komt, al zal het wellicht nog eenigen tijd duren”.

In hoeverre dat ook voor de geroofde bibliotheek gold is onduidelijk. Maar in hetzelfde nummer van het Gereformeerd Jongelingsblad werd ook iets meegedeeld over de toestand van het Bondsbureau in Amersfoort. Het pand aan de Prins Frederiklaan was onbeschadigd uit de strijd tevoorschijn gekomen, al waren enkele ruiten verbrijzeld. Kennelijk is de hele bibliotheek inderdaad meegenomen: “Geen boek en geen penning is ons gebleven”, zo wordt in het volgende nummer gemeld.

‘In onze privé-boekerij weggemoffeld’.

Het Bondsbureau tijdens de Duitse bezetting (uit: Gereformeerd Jongelingsblad, 7 september 1945.

In het Gereformeerd Jongelingsblad van 19 oktober 1945 werd echter iets meer meegedeeld over de lotgevallen van de bibliotheek: “Op den morgen van maandag 12 oktober 1942, toen we des avonds een onderhoud hadden met de vrienden van het Geldersch Afdeelingsbestuur, verscheen een Duitse deputatie van Moffen-handlangers om den naar zij meenden nog geheel aanwezigen boekenvoorraad van onzen Bond weg te halen”.

“Maar dat was buiten de waard gerekend. In de eerste plaats hadden we de voornaamste werken uit de Bondsbibliotheek gedeeltelijk in onze privé-boekerij weggemoffeld, gedeeltelijk bij particulieren ondergebracht aan een drietal adressen. En zoo zijn de jaargangen van het Jongelingsblad, de jaarboekjes van den Bond, de gedenkschriften van de Bondsdagen en andere merkwaardige historische geschriften aan den roofdans ontsprongen”.

“Slechts wat op één der verblijfplaatsen was opgeslagen is door de Nazi-spionnen ontdekt en weggevoerd. Waarheen? We hebben net zoo lang met den liquidateur in Den Haag [“een loeder van een man”] gecorrespondeerd en geconfereerd, dat we er achter kwamen dat het zaakje was opgeborgen in het perceel Balistraat 56 en we konden van hem gedaan krijgen, dat we onder geleide het geroofde bezit mochten bezichtigen”.

“We hebben van het verblijf der Bondseigendommen mededeeling gedaan aan de nabijwonende Bondsbestuurders, maar dezen hebben niet kunnen verhinderen dat in spannende dagen het voorraadje opnieuw verdween naar een plaats die we thans bezig zijn uit te visschen. In de tweede plaats was er een niet groote voorraad ‘leidraden’ en ‘schetsen’ [studiemateriaal voor de JV’ers], waaruit ten tijde van de inbeslagname nog dagelijks werd verkocht” [aan plaatselijke JV’s].

“‘Afblijven!’ luidde het bevel van den S.S.-man [in de Balistraat]. ‘Dat begrijpt u zeker wel!’ Ja ja, natuurlijk begrepen we dat wel. Maar we konden niet over ons hart verkrijgen er naar te handelen. Menig stapeltje verdween nog denzelfden dag naar verschillende adressen en dank zij dezen greep naar wat ons eigendom was – en van niemand anders – hebben we gedurende heel den oorlogstijd nog aan alle aanvragen van Bondsvrienden om lectuur kunnen voldoen”.

De vraag luidt dus …

Duidelijk is dus, dat de ‘honderden boeken‘ die de predikanten in Kamp Amersfoort stiekem in hun veilingkist stopten, inderdaad een deel van de Bondsbibliotheek was; vermoedelijk het gedeelte dat in de Balistraat was opgeslagen. Een ander deel lag dus ‘op een hoop gesmeten in de verlaten smederij’. Blijft dus de vraag of dat gedeelte van de geroofde Bondsbibliotheek inderdaad in dat Amersfoortse Kamp aan het vuur werd prijsgegeven. Het is zeer waarschijnlijk, want het was de bedoeling. Maar: wie weet daar misschien iets meer over?

© 2022. GereformeerdeKerken.info