Van Witheerenstraat tot Gasthuissingel.
( < Naar deel 2 ) – Zo had de Gereformeerde Kerk te Bolsward nu dus twee predikanten: ds. J. op ’t Holt (1864-1945) en ds. Th.D. Prins (1862-1929).
Ook beschikte de kerk van Bolsward over twee kerkgebouwen: de kerk aan de Witheerenstraat van de vroegere Gereformeerde Kerk A, en het kerkgebouw aan de Dijlakker van de voormalige Gereformeerde Kerk B dienden als plaatsen van samenkomst voor de gemeente.
Verbouwing van de Witheerenstraatkerk?
Maar in november 1924 werd in de kerkenraad de vraag gesteld hoe men kon komen tot het houden van kerkdiensten in één en hetzelfde kerkgebouw. Op die manier zou immers de eenheid in de gemeente gediend worden! Kon bijvoorbeeld de kerk in de Witheerenstraat niet worden verbouwd en met zo’n 150 zitplaatsen vergroot worden tot in totaal 750? Zoiets was trouwens ook afgesproken in de ‘Overeenkomst van Ineensmelting‘ van beide kerken. Niet lang daarna werd een bouwcommissie benoemd. Samen met de gemeentearchitect J. Postma werd een tour langs allerlei kerkgebouwen gemaakt om zich nader te oriënteren.
Vervolgens kwam een plan tot stand tot verbouw van de kerk in de Witheerenstraat. Daarin werd rekening gehouden met maar liefst 871 zitplaatsen, met de verbouw van de kerkenraadskamer tot kosterswoning, de bouw van een nieuwe kerkenraadskamer, een fietsenbergplaats en een w.c., enz. Een en ander zou fl. 45.500 gaan kosten.
De plannen ontmoetten echter tegenstand bij veel gemeenteleden: ‘Veel te duur’ en ‘De kerkenraad had de gemeente over de plannen niet eerst gehoord’, zo luidden de klachten. De verbouw werd daarom op de lange baan geschoven. Op 27 maart 1927 werd dat besluit aan de gemeente meegedeeld.
Ds. Prins vraagt emeritaat aan (1927).
Juist in die tijd, in januari 1928, vroeg een van de predikanten, ds. Prins, emeritaat aan. Dat leidde in de kerkenraad meteen tot het voorstel om aan de gemeenteleden te vragen of naast ds. Op ’t Holt een tweede predikant beroepen moest worden. Daarnaar gevraagd was de gemeente er niet voor. Eén predikant voor de gemeente met ongeveer 900 leden was voldoende. Maar men wilde wél dat de kerkenraad nu stappen zou ondernemen om op korte termijn tot kerkbouw over te gaan. En zo dacht de kerkenraad er op 9 november 1927 ook over. Géén tweede predikant, wél de verbouw van de Witheerenstraatkerk, maar dan in afgeslankte vorm, zodat de kosten nog geen fl. 30.000 zouden bedragen.
Plannen voor de bouw van een nieuwe kerk.
De gemeenteleden reageerden op dit besluit echter in vrij grote meerderheid met de opmerking dat de kerkenraad diende over te gaan tot de bouw van één geheel nieuwe kerk op een andere plaats. Het bleek bovendien dat zeventig gemeenteleden voor dat doel samen een bedrag van fl. 10.000 toezegden. De kerkenraad wees toen A. Nauta uit Leeuwarden aan als architect. Men besloot de wens van de gemeente te volgen tot nieuwbouw van een nieuw kerkgebouw op een andere plaats, en daarom werden de plannen tot verbouw van de Witheerenstraatkerk losgelaten. Inmiddels was een bouwterrein gevonden en aangekocht ten westen van de Gasthuisbrug. Behalve een kerk zou ook een kosterswoning worden gebouwd, maar geen pastorie. De schoonheidscommissie keurde de plannen echter af, zodat architect J.R. van der Veen uit Amsterdam nieuwe plannen maakte. In totaal zouden kerk, kosterswoning en vergaderlokalen ruim fl. 82.000 gaan kosten.
Tijdens de gemeentevergadering die over het voorstel moest oordelen zei ds. Op ’t Holt: ”Ik leef in het vertrouwen dat hier gehandeld wordt naar de eis van Gods Woord. Gods Woord wordt door mensen uitgevoerd en wij gaan de veiligste weg, als wij ook deze zaak overgeven in de handen des Heeren. Laat ons eendrachtig samenwerken tot bouwen. (…)”. De aanbesteding vond plaats op 19 juli; aannemer R.A. de Jong te Grouw mocht de klus klaren.
De bouw begint.
De bouw van de kerk begon op 1 augustus 1928 [timmermansknecht S. Terpstra gaf later overigens als begindatum mei 1928 aan]. Hoe dan ook, de eerste steen werd op 15 oktober 1928 onthuld. Ter gelegenheid daarvan werd een protocol opgemaakt waarin de plechtige gebeurtenis uitvoerig beschreven werd; het papier werd ‘in een bus of zo’ achter de steen ingemetseld. Ds. Op ’t Holt hield een toespraak. Daarin herinnerde hij aan Jozua, die – toen hij met het volk Israël het land Kanaän binnentrok – een twaalftal stenen oprichtte “tot een eeuwig gedenkteken, om voor de navolgende geslachten een herinnering te zijn aan de wondervolle daden door de Heere aan Zijn volk bewezen. Dit is ook de bedoeling van het plaatsen van een gedenksteen in dit nieuwe kerkgebouw”.
Behalve het woord ‘Gedenksteen’ dat op de ‘eerste steen’ gebeiteld was, waren er onder meer ook de jaartallen 1834, 1886 en 1892 in aangebracht, uiteraard verwijzend naar Afscheiding, Doleantie en Vereniging. De steen is – ingemetseld in de hal van de kerk – nog steeds te zien. Timmermansknecht S. Terpstra – die bij de bouw van de kerk betrokken was – zei over de bouw onder meer dat ‘het gehele spantwerk voor die tijd een geheel nieuwe constructie’ was. ‘Deze grote spanten hebben de lengte van het gehele dak en rusten op een betonfundering in de muur gemetseld’.
Anderen verrichtten het metselwerk van de kerk: Johannes, Jacob en Gerardus Knol. Met grote kracht en vaardigheid bracht steensjouwer-opperman Andries de Wit de vele duizenden kilo’s steen en kalkspecie, bij de houten ladders op, tot aan de hoogste top, waar de metselaars hun werk deden. De speciemaker was Otto Feenstra.
De oude kerken verkocht.
In oktober 1928 werd de kerk aan de Dijlakker, het bedehuis van de voormalige Dolerenden, verkocht aan de Bolswarder W.T. Kingma. Het orgel werd overgedragen aan de hervormde gemeente van Oldemarkt.
Eenzelfde lot trof de Witheerenstraatkerk, die gekocht werd door P. Lunter. Hij moest beloven dat de inscriptie in de voorgevel van de kerk zou worden verwijderd. Tot het moment dat de bouw van de nieuwe kerk klaar was werd gekerkt in de Witheerenstraatkerk, omdat de Dijlakkerkerk al snel ontruimd moest worden. In 1985 werd de Witheerenstraatkerk afgebroken.
De ingebruikneming van de Gasthuiskerk.
De leiding van de ingebruikneming van de kerk aan de Gasthuissingel was natuurlijk in handen van ds. Op ’t Holt, die de bijeenkomst opende door te laten zingen psalm 116 vers 11. Bouwcommissievoorzitter D.B. Eerdmans vertelde toen het een en ander over het kerkgebouw en droeg de kerk vervolgens over aan de kerkenraad. Ds. Op ’t Holt bracht ‘met weemoed’ zijn vroegere collega, ds. Th. D. Prins, in herinnering, die inmiddels overleden was. Burgemeester Praamsma (lid van de kerk!) bracht in herinnering dat juist twintig jaar eerder de kerk aan de Witheerenstraat in gebruik genomen was. Allerlei andere sprekers voerden nog het woord. Algemeen was men zeer verguld met het prachtige nieuwe kerkgebouw.
Daarmee zijn we aan het eind gekomen van het ontstaan van De Gereformeerde Kerk te Bolsward.
De gereformeerde Gasthuiskerk te Bolsward is nog steeds het kerkgebouw van de Gereformeerde Kerk (tegenwoordig Gasthuiskerk Bolsward geheten) en werd in 2017 ingrijpend gerenoveerd.
Aan de Gereformeerde Kerk te Bolsward waren – nadat beide Kerken A en B in 1924 verenigd waren – vele predikanten verbonden.
De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Bolsward.
Bronnen onder meer:
De Bazuin, Stemmen uit de Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Kerk. Kampen, div. jrg.
IJ.T. de Boer, e.a. Geliefde Broeders en Zusters in onzen Heere Jezus Christus. Bolsward, 1888
Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992
Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.
K. Jongsma, Dankbaar gedenken. De geschiedenis van de Gereformeerde Kerk van Bolsward. Bolsward, 1985
J.J. Kalma, Mensen in en om de Martini. Beelden uit Bolswards kerkgeschiedenis. Bolsward, 1980
Kerkeraad Hervormde Gemeente Bolsward. De kerkeraad der Hervormde Gemeente van Bolsward, in zijne vergadering van 18 april 1888 (…), Bolsward, 18 april 1888
G. Sinia, Hoe ons kerkgebouw tot stand kwam. 1924-1929. Bolsward, 1979
T.A. van der Spoel, e.a., Geliefde Broeders en Zusters! Aangezien de heeren, die tot dusver in onzen kerkeraad zitten (…). Bolsward, 22 februari 1888
H. Veldman, Hendrik de Cock 1801-1842. Biografie & Theologie. Deel II, Hendrik de Cock en de 87 door hem gestichte gemeenten. Kampen, 2009
J. Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Friesland, deel III. De Classes Sexbierum (Franker), Sneek en Tjalleberd (Heerenveen) van de Afgescheiden kerken. Groningen, 1983
© 2022. GereformeerdeKerken.info