“Samen zijn wij het huis…”

Laatste dienst in de ‘Ontmoetingskerk’ in Koudekerk aan den Rijn.

Op zondagochtend 2 juni 2024 werd in het Zuid-Hollandse Koudekerk aan den Rijn de laatste dienst gehouden in de protestantse (van oorsprong gereformeerde) Ontmoetingskerk aan de Dorpsstraat.

De Ontmoetingskerk te Koudekerk aan den Rijn (foto: Reliwiki, J. Sonneveld, Leidschendam).

De dienst stond onder leiding van ds. W. Biesheuvel en pastor W. Wierenga. Het orgel werd bespeeld door Herman Verbree.

De liederen.

Tijdens de dienst werden onder meer de volgende liederen gezongen: het welkomstlied was psalm 84 de verzen 1 en 2 uit de oude berijming en op hele noten (“Hoe lieflijk hoe vol heilgenot, o Heer, der legerscharen God, zijn mij Uw huis en tempelzangen!”). Na de Wetslezing werd gezongen gezang 72 de verzen 1 en 2 uit de oude gereformeerde bundel ‘119 Gezangen’ (‘De kerk van alle tijden kent slechts één vaste grond’).

Er was ook een blauwe editie met slappe omslag.

Na de eerste Schriftlezing werd gezang 319 vers 1, 2 en 4 uit het ‘Liedboek voor de Kerken’ aangeheven, en na de tweede lezing het ‘Ubi Caritas’. Na de verkondiging werd lied 970, 1 , 2 , 3 en 5 gezongen (‘Vlammen zijn er vele, Eén is het Licht’). Aan het eind van de dienst werd lied 280 vers 2, 3 en 7 gezongen (‘Dit huis van hout en steen dat lang de stormen heeft doorstaan’) en de slotzang was gezang 423 vers 1 en 3 (’Nu wij uiteen gaan vragen wij God, ga met uw licht voor ons uit‘).

De Schriftlezingen.

De lezingen waren achtereenvolgens uit Exodus 40 de verzen 34 tot 38 (‘De Majesteit van de Heer‘) en uit Hebreeën 3 vers 4 tot 6 (‘Elk huis heeft een bouwer, maar God is de bouwer van alles’). Voor het verloop van de dienst verwijzen we naar de Orde van Dienst.

Een stem uit het verleden (1912).

Aan het begin van de dienst las gemeentelid Martien van Rijnswou de gefingeerde toespraak voor betreffende de opening van de kerk, op 18 januari 1912:

“Zeer geachte broeders en zusters. Vandaag, donderdag 18 januari 1912 is een bijzondere dag voor Koudekerk aan den Rijn. We zijn hier bijeengekomen om de hernieuwde opening van onze gereformeerde kerk te vieren, een monument van geloof, veerkracht en gemeenschap. In de nasleep van de verwoestende brand die onze geliefde kerk trof waren we allen zeer bedroefd. Maar uit deze tragedie is een verhaal van hoop en wederopbouw ontstaan”.

Gemeentelid Martien van Rijnswou leest ‘de gefingeerde toespraak uit 1912’ voor.

“In negen maanden tijd hebben we de handen ineen geslagen en ons vastberaden ten doel gesteld ons heiligdom te herstellen en sterker terug te komen dan ooit tevoren. Het is met een diep gevoel van dankbaarheid dat ik vandaag hier voor u sta, omringd door onze geliefde gemeente en onze gasten. Ik wil mijn oprechte waardering uitspreken voor iedereen die heeft bijgedragen aan dit prachtige herstelproject. Voor de vaklieden die met hun vaardigheden en toewijding het nieuwe gebouw hebben opgetrokken, tot aan de vele vrijwilligers die hun tijd de energie hebben gegeven om ons te ondersteunen in tijden van nood”.

“Maar laten we niet vergeten dat deze kerk niet alleen een fysieke structuur is; het is een symbool van diepgewortelde spiritualiteit van onze verbondenheid met God en met elkaar. Terwijl de stenen en balken zijn vervangen, blijft de essentie van onze gemeenschap onveranderd. Het is deze spirituele veerkracht die ons heeft geholpen om te herrijzen uit de as, en de toekomst met een hernieuwd vertrouwen tegemoet te treden. Als we naar de toekomst kijken: laten we ons laten leiden door de waarden van liefde, hoop en solidariteit, die ons hier vandaag hebben samengebracht. Laten we deze kerk beschouwen als een oase van vrede en inspiratie, een plaats waar we kracht kunnen vinden in tijden van twijfel, en vreugden kunnen delen in tijden van overvloed”.

“Broeders en zusters, vandaag vieren we niet alleen de opening van een gebouw, maar ook de triomf van de menselijke geest over de tegenspoed. Moge deze kerk een baken zijn van licht voor ons allen, en mogen haar deuren altijd open staan voor iedereen die op zoek is naar troost, gemeenschap en spirituele vervulling. Ik dank u wel”.

Ds. R.W. Huizing (1877-1941) kan beschouwd worden als de bouwpastor van de Ontmoetingskerk. Hij nam enige maanden voor de opening van de kerk afscheid van Koudekerk.

Openingswoorden.

Ds. Biesheuvel beschreef in het kort de gang van zaken bij de sluiting van de Ontmoetingskerk. Hij vertelde dat drie jaar geleden het besluit viel, dat anderhalf jaar geleden de heer John de Wit de kerk kocht, en dat de protestantse gemeente de Opstandingskerk daarna nog vijftien maanden lang tijdens de verbouwing van de Brugkerk terug kon huren.

“En dan ineens is het zover: we nemen afscheid van de Ontmoetingskerk. Een pijnlijk moment, een dag van weemoed. En toch onderstrepen wij vandaag vooral de woorden trots en hoop. Trots zijn we op al het goede dat onder dit dak is gebeurd; op hoe gewoon volk hier met Gods hulp een bezielde en bezielende gemeenschap opbouwde. U hoorde zojuist een stem uit 1912, toen de kerk in gebruik genomen werd. En er zullen tijdens de dienst nog meer stemmen komen vanuit de geschiedenis van deze kerk. En we kijken ook naar de toekomst. En dat doen we met hoop. We lezen woorden uit de Hebreeënbrief: ‘Wij zijn het huis’. Ons geloof zit uiteindelijk niet in een gebouw. De God in Wie wij geloven zit wel vast aan mensen. En zolang die Boodschap, Hij zelf, in ons leeft, geven wij elkaar hoop, blijven wij Zijn huis.”

“We zetten een stap naar 1969. De diensten in de calvinistische (de hervormde en de gereformeerde) kerken, begonnen toen met een voorbereiding in drie momenten: schuldbelijdenis, genadeverkondiging en de Wetslezing als een regel van dankbaarheid”.

Overzicht van de kerkzaal.

Op die manier begon de predikant met een gebed van schuldbelijdenis: ‘We brengen voor u de pijn die we voelen bij het afscheid van dit kerkgebouw en over ons onvermogen om Uw boodschap van liefde over te brengen op een nieuwe generatie’. Als woorden van genade en vrijspraak las de predikant woorden van de apostel Johannes: ‘Mijn kinderkens, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus de Rechtvaardige en Hij is een verzoening voor onze zonden (…)’. Vervolgens werd uit Exodus 20 de wet gelezen uit de Nieuwe Vertaling van 1951.

Stemmen uit 1969, 1987 en 2011.

Een gemeentelid sprak vervolgens  over haar herinneringen aan de jaren ’60, zoals die aan 1969, toen voor het eerst een vrouwelijke ouderling werd benoemd: Juffrouw Wille van de School met den Bijbel aan de Rijndijk. Andere veranderingen in die tijd waren een nieuwe psalmberijming, een nieuwe Bijbelvertaling en veel nieuwe gezangen. En het ledental van de kerk groeide. De gemeente kwam meer en meer uit bubbel van gereformeerde mensen. Er kwamen speciale taken voor vrouwelijke gemeenteleden, zoals het bezoeken van bejaarden en zieken. Ook deed de kindernevendienst intrede.

Een tweede gemeentelid sprak over haar herinneringen uit 1987, toen ze vanuit elders als gemeentelid in Koudekerk kwam. Ze herinnerde aan het feit dat de gemeenteleden veel geld  bijeengebracht hadden om het orgel een opknapbeurt te geven. Er kwamen ouderlingen met bijzondere functies. En er waren vragen over de toekomst: hoe konden gemeenteleden meer meewerken aan de kerkdiensten en: konden kinderen deelnemen aan het avondmaal; konden er ook modernere liederen gezongen worden, bijvoorbeeld die van Huub Oosterhuis; kon in de kerk plaats gemaakt worden voor homo’s. Ook werd gepleit voor voorzichtige samenwerking met de hervormde gemeente; het jeugdwerk werkte al samen.

Het interieur (met het orgel) gefotografeerd in 1991, voor de grote renovatie van 2015 (foto: Reliwiki, A. Stok-Britting, Krommenie).

Een derde gemeentelid sprak over 4 september 2011, toen de samenwerking van gereformeerd en hervormd een feit werd. Vanaf de jaren ‘60 waren er al stappen gezet om samen te werken. Er werd veel energie en tijd in gestoken om nader tot elkaar te komen. Maar ook: er zou t.z.t. een besluit genomen moeten worden over het gebruik van de kerkgebouwen…

De overdenking.

De predikant sprak woorden van ongeveer de volgende strekking: “Vandaag spreken we voor het laatst over ‘gereformeerd’ en ‘hervormd’. Laten we dat afspreken. Afscheid nemen van huis vol herinneringen, waar je misschien afscheid nam van geliefden, je trouw beloofde aan die ene mens, aan die Ene God, waar kinderen gedoopt werden, waar liederen je soms diep raakten. We laten hier heel veel achter! Laat het echter vooral een dag van trots en hoop zijn, woorden uit de Bijbelpassage van vandaag. Er is alle reden om trots te zijn omdat God door mensenhanden hier bouwde. Maar is er nog hoop voor de kerk? De kerk krimpt, dus de Ontmoetingskerk moest verkocht worden. Ook de Rooms-Katholieken zeggen vandaag hun kerk vaarwel”.

Ds. W. Biesheuvel tijdens de preek.

“Velen weten niet meer wat ze geloven moeten. De Hebreeënbrief is eigenlijk een preek voor Joden die in Christus geloofden. Jeruzalem was door de Romeinen verwoest en de tempel werd tot een ruïne gemaakt; de tempel die het teken bij uitstek was dat God tussen de mensen wil wonen. Dat idee slaan de Romeinen tot puin. Hoe heeft  de Ene die ramp laten gebeuren! Weg Jeruzalem, weg tempel, weg toekomst, weg hoop”.

“Maar Wij samen zijn het huis! De prediker wil de Christenen onder de Joden moed inspreken. De boodschap is: het kan ook zonder tempel;  God wil in de harten van mensen wonen. De Hebreeënbrief tekent Jezus als de Hogepriester die Zijn volk voorgaat in de eredienst voor God. Zijn eredienst aan God is: liefdedienst aan Gods kinderen. Zijn offer is Zijn leven”.

“Het verlies van de tempel was ook een kans. Een kans voor Israël en voor de kerk om zich volledig te focussen op de dienst van de liefde. Zo ontstaat een levend bouwwerk waar vele handen en monden de liefdesdienst van Christus voortzetten”.

“Dat is geen nieuw idee. De profeten zeiden al dat God vooral in mensen wil wonen. De tempel is prachtig, maar het gevaar is dat het een ritueel wordt met alleen een buitenkant. God woonde volgens de profeet Nathan liever in tent, een ontmoetingstent die het volk meedroeg in de woestijn. Hij had geen behoefte aan een huis waar mensen naar toe moeten komen. Hij wil overal zijn waar wij zijn, dat wij steeds een tent voor Hem opzetten. Wij zijn het huis”.

Dr. A. Kuyper (1837-1920).

“De hervormde ds. A. Kuyper (1837-1920) blies die oude woorden nieuw leven in. Hij kwam op  voor de ’kleine luyden’ in en buiten zijn kerk. Arbeiders, middenstanders, kleine boeren, vaak vromer dan de notabelen die in de hervormde kerk de dienst uitmaakten. De ‘kleine luyden’ werden niet gehoord. Zijn krant lichtte zijn lezers voor, hij stichtte christelijke scholen, een eigen gereformeerde partij. En ook een eigen kerk”.

“Was dat nou nodig? Er was hier eigenlijk nauwelijks verschil tussen hervormden en gereformeerden. Van twee kansels klonken orthodoxe preken. Ja, hervormden zongen wel ook gezangen. En de lieve hervormden waren gezagsgetrouwer. Gereformeerden wilden het zelf doen, het zelf bepalen.De overtuiging die hen tot daden aanzette was: Wij zijn samen het Huis”.

“Op deze laatste zondag in dit huis mag het wel gezegd worden: die doe-het-zelvers bereikten veel. Er kwam eerst een houten kerk, een christelijk nationale school aan de  Rijndijk, de Anti-Revolutionaire Partij sprak een stevig woordje mee in gemeenteraad, het gereformeerde jeugdwerk stoomde jongeren klaar voor later. Op de jongens wachtten ook kerkelijke en maatschappelijke taken. Volgens het gereformeerde levensdevies moest het evangelie ook een plaats krijgen in het gebouw van de samenleving”.

“Die gereformeerde daadkracht spreekt ook sterk uit de bouw van deze Ontmoetingskerk. Op 7 maart 1911 werd de houten kerk door brand verwoest. Tien maanden later werd deze kerk in gebruik genomen!”

“Maar de mooiste datum uit de gereformeerde geschiedenis is volgens mij 1 mei 2004. Dag waarop hervormden, gereformeerden en evangelisch-luthersen weer één werden. Wie een eigen kerk begint heeft heel wat uit te leggen aan God, en vooral als je daarmee doorgaat als het niet meer hoeft. Hervormden en gereformeerden lijken steeds meer op elkaar. Waarom nog apart voortbestaan? Niemand, ook hier niet, die dat kan uitleggen”.

“Twee gemeenten tot één maken is een moeilijk proces. Vooral kiezen tussen twee kerkgebouwen valt niet mee. Toch zijn jullie er uit gekomen. Samen zijn we het huis. Toch: de voormalige gereformeerden zijn nog steeds in één ding herkenbaar: het zijn een stelletje heerlijke eigenwijze doe-het-zelvers. Daarom een woordje speciaal voor de beste brave oud hervormden: Let op, hervormden, voordat je het weet hebben die gereformeerden jullie kerk verbouwd!”

“Is er nog hoop voor de kerk? Mensen weten niet meer wat ze geloven moeten. We nemen afscheid van de Ontmoetingskerk. Toch lazen we in Hebreeën over een nieuwe kans voor Israël en voor de kerk, ook nu tempel is ingestort. Er is een kans om een levend gebouw te zijn waar de eredienst van de liefde wordt gevierd. Waar de hoop bewaard blijft”.

Pastor W. Wierenga.

“De kerk is, denk ik, het hardste nodig juist waar men haar niet meer lijkt nodig te hebben; waar geloof, hoop en liefde cynisme en angst worden, het gaan voor eigenbelang. Nodig is niet in de eerste plaats een huis van steen, wel een kerk gebouwd uit mensen, twijfelaars soms, die het geloven toch niet kunnen laten en die met liefde open staan voor wie niet weten wat te geloven, en die de hoop zaaien dat er toch meer is: Eén Die woont diep in alle mensen”.

“De Ontmoetingskerk blijft als prachtig monumentaal gebouw, maar ook als kerk. De Baptistenkerk Ichthus uit Alphen opent hier haar deuren. Dat maakt mij blij. Het geeft hoop voor de toekomst. En wij heropenen over twee weken de deuren van de Brugkerk. Nóg een reden om blij te zijn. Een teken van hoop, waarmee we laten zien dat we het nog lang niet opgeven om te geloven”.

“Nemen we ook wat mee uit de Ontmoetingskerk? De meeste spullen blijven hier. Maar laten we wel van hier de trotse overtuiging met ons meenemen dat wij het huis zijn. En laten we als het ware allemaal ons eigen Ontmoetingstentje opzetten in de Brugkerk. Laten wij voor elkaar en voor anderen  een plek zijn waar God Zich laat ontmoeten. Dan komt de kerk in ons weer tot leven. Amen”.

Een stem uit 2024.

Pastor Wierenga wees naar de toekomst: Nu zijn we nog met één voet hier en misschien met één voet op weg naar de Brugkerk. We wilden vooruit kijken. In 2015 werd de Ontmoetingskerk nog gerenoveerd in de hoop dat de kerk nog tien jaar open kon blijven. De tijd haalde ons echter in. Zo laten we een prachtig gebouw achter voor hen die na ons komen. Maar onze gebeden en gezangen blijven hier hangen.

Aan het eind van de dienst zwaaien de kerkgangers naar de online-kijkers: ‘Tot ziens in de Brugkerk!’

Tot slot.

Kerkenraadsvoorzitter Adriaan van Kampen vroeg de koper van de Opstandingskerk naar voren te komen. Als dank voor de vijftien maanden die hij de protestantse gemeente ‘zijn’ kerk na de verkoop nog liet gebruiken, overhandigde Van Kampen hem namens de gemeente de Paaskaars. ‘Onze Ontmoetingskerk geven we daarmee weer aan jou terug’.

Aan het eind van de dienst werd door een van de gemeenteleden het gedicht ‘Tot troost’ voorgelezen: ‘Hoe pijnlijk het verlies van alles wat niet blijven mocht’.

Na het dankgebed, de collecte en de zegen konden de gemeenteleden onder meer zeven fotocollages bekijken die een beeld gaven van de Ontmoetingskerk in verleden en heden. De kerkdiensten worden in het vervolg gehouden in de Brugkerk.

© 2024. GereformeerdeKerken.info

Een beeldverslag van de laatste dienst in de Ontmoetingskerk >

Translation into English:

“Together we are the house…”

Final service in the ‘Ontmoetingskerk’ in Koudekerk aan den Rijn.

On Sunday morning, June 2, 2024, the last service was held in the Protestant (originally ‘gereformeerde’) Ontmoetingskerk on Dorpsstraat in Koudekerk aan den Rijn, South Holland.

The service was led by Reverend W. Biesheuvel and Pastor W. Wierenga. Herman Verbree played the organ.

The Songs.

During the service, the following songs were sung, among others: the welcome song was Psalm 84 verses 1 and 2 from the old metrical version and in whole notes (“How lovely, how full of joy, O Lord, God of hosts, are Your house and temple songs!”). After the reading of the law, hymn 72 verses 1 and 2 from the old ‘gereformeerde’ collection ‘119 Hymns’ was sung (‘The church of all times knows only one firm foundation’).

After the first Scripture reading, hymn 319 verses 1, 2, and 4 from the ‘Hymnal for the Churches’ was sung, and after the second reading, ‘Ubi Caritas’. After the sermon, hymn 970 verses 1, 2, 3, and 5 was sung (‘There are many flames, One is the Light’). At the end of the service, hymn 280 verses 2, 3, and 7 was sung (‘This house of wood and stone that has long withstood storms’) and the closing song was hymn 423 verses 1 and 3 (‘Now that we part, we ask God to go ahead of us with His light’).

The Scripture Readings.

The readings were from Exodus 40 verses 34 to 38 (‘The Majesty of the Lord’) and from Hebrews 3 verses 4 to 6 (‘Every house is built by someone, but God is the builder of everything’).

A Voice from the Past (1912).

At the beginning of the service, congregation member Martien van Rijnswou read a fictitious speech at the opening of the Ontmoetingskerk on January 18, 1912:

“Dear brothers and sisters. Today, Thursday, January 18, 1912, is a special day for Koudekerk aan den Rijn. We have gathered here to celebrate the reopening of our ‘gereformeerde’ church, a monument of faith, resilience, and community. In the aftermath of the devastating fire that struck our beloved church, we were all deeply saddened. But from this tragedy, a story of hope and rebuilding emerged”.

“In nine months, we joined hands and set ourselves the determined goal of restoring our sanctuary and coming back stronger than ever before. It is with a deep sense of gratitude that I stand here today, surrounded by our beloved congregation and our guests. I want to express my sincere appreciation to everyone who contributed to this beautiful restoration project. From the craftsmen who, with their skills and dedication, built the new building, to the many volunteers who gave their time and energy to support us in times of need”.

“But let us not forget that this church is not just a physical structure; it is a symbol of deeply rooted spirituality and our connection with God and each other. While the stones and beams have been replaced, the essence of our congregation remains unchanged. It is this spiritual resilience that has helped us rise from the ashes and face the future with renewed confidence. As we look to the future, let us be guided by the values of love, hope, and solidarity that have brought us together today. Let us regard this church as an oasis of peace and inspiration, a place where we can find strength in times of doubt, and share joys in times of abundance”.

“Brothers and sisters, today we celebrate not only the opening of a building but also the triumph of the human spirit over adversity. May this church be a beacon of light for us all, and may its doors always be open to anyone seeking comfort, community, and spiritual fulfillment. Thank you.”

Opening Words.

The minister then briefly described the process of closing the Ontmoetingskerk. He mentioned that the decision was made three years ago, that Mr. John de Wit bought the church one and a half years ago, and that the Protestant Congregation was able to rent the Opstandingskerk for fifteen months during the renovation of the Brugkerk.

“And then suddenly it’s time: we say goodbye to the Ontmoetingskerk. A painful moment, a day of melancholy. And yet today we emphasize the words pride and hope. We are proud of all the good that has happened under this roof; of how ordinary people here, with God’s help, built an inspired and inspiring congregation. You just heard a voice from 1912, when the church was first used. And during the service, more voices will come from the history of this church. We also look to the future with hope. We read words from the letter to the Hebrews: ‘We are the house.’ Our faith is ultimately not in a building. The God we believe in is connected to people. And as long as that message, He Himself, lives in us, we give each other hope and remain His house.”

“We step forward to 1969. Services in the Calvinist (the ‘gereformeerde’ and the ‘hervormde’) churches began then with preparation in three moments: confession of sin, declaration of grace, and the reading of the law as a rule of gratitude.”

In this way, the minister began with a prayer of confession: ‘We bring before you the pain we feel in saying goodbye to this church building and our inability to convey Your message of love to a new generation.’ As ‘words of grace and pardon’, the minister read words from the apostle John: ‘My little children, we have an advocate with the Father, Jesus Christ the Righteous, and He is the propitiation for our sins (…).’ Then the law was read from Exodus 20 in the New Translation of 1951.

Voices from 1969, 1987, and 2011.

A church member then spoke about her memories of the 1960s, such as 1969, when the first female elder was appointed: Miss Wille from the ‘School with the Bible’ on the Rijndijk. Other changes at that time included a new Psalm metrical version, a new Bible translation, and many new hymns. And the number of church members grew. The congregation came more and more out of the ‘gereformeerde’ bubble. There were special roles for female church members, such as visiting the elderly and sick. The children’s ministry also began.

A second church member spoke about her memories from 1987 when she joined the congregation in Koudekerk from elsewhere. She recalled that the church members raised a lot of money to refurbish the organ. Elders with special functions were introduced. And there were questions about the future: how could members be more involved in church services, could children participate in communion, could more modern songs be sung, such as those by Huub Oosterhuis, could the church make room for homosexuals. Cautious cooperation with the ‘hervormde’ congregation was also advocated; the youth work was already working together.

A third church member spoke about September 4, 2011, when the cooperation between ‘gereformeerden’ and ‘hervormden’ became a fact. Steps had been taken to cooperate since the 1960s. A lot of energy and time was invested to come closer together. But also: a decision had to be made about the use of the church buildings…

The Sermon.

The minister spoke words of approximately the following tenor: “Today we speak for the last time about ‘gereformeerd’ and ‘hervormd’. Let’s agree on that. Saying goodbye to a house full of memories, where you may have said goodbye to loved ones, made marriage vows, to that one person, to that One God, where children were baptized, where songs sometimes deeply moved you. We leave a lot behind here! Let it mainly be a day of pride and hope, words from the Bible passages of today. There is every reason to be proud because God built here through human hands. But is there still hope for the church? The church is shrinking, so the Ontmoetingskerk had to be sold. Even the Roman Catholics are saying goodbye to their church today.”

“Many no longer know what to believe. The letter to the Hebrews is essentially a sermon for Jews who believed in Christ. Jerusalem was destroyed by the Romans and the temple was turned into ruins; the temple which was the ultimate sign that God wanted to live among people. That idea was reduced to rubble by the Romans. How could the One let that disaster happen! Gone Jerusalem, gone temple, gone future, gone hope.”

“But We together are the house! The preacher wants to encourage the Christians among the Jews. The message is: it can also be done without a temple; God wants to live in the hearts of people. The letter to the Hebrews portrays Jesus as the High Priest who leads His people in the worship of God. His service to God is: loving service to God’s children. His sacrifice is His life.”

“The loss of the temple was also an opportunity. An opportunity for Israel and for the church to fully focus on the service of love. Thus, a living building emerges where many hands and mouths continue the loving service of Christ.”

“That is not a new idea. The prophets already said that God mainly wants to live in people. The temple is beautiful, but the danger is that it becomes a ritual with only an exterior. According to the prophet Nathan, God preferred to live in a tent, a meeting tent that the people carried with them in the desert. He did not need a house where people had to come to. He wants to be everywhere we are, that we constantly set up a tent for Him. We are the house.

“The ‘hervormde’ minister A. Kuyper (1837-1920) revived those old words. He stood up for the ‘small people’ inside and outside his church. Workers, small business owners, small farmers, often more devout than the notables who ran the ‘hervormde’ church. The ‘small people’ were not heard. His newspaper informed his readers, he founded Christian schools, his own ‘gereformeerde’ party. And also his own ‘gereformeerde’ church.”

“Was that necessary? There was hardly any difference here between the ‘hervormden’ and the ‘gereformeerden’. Orthodox sermons sounded from two pulpits. Yes, the ‘hervormden’ also sang hymns. And the dear ‘hervormden’ were more loyal to authority. The ‘gereformeerden’ wanted to do it themselves, determine it themselves. The conviction that drove them to action was: We are together the House.

“On this last Sunday in this house, it should be said: those do-it-yourselfers achieved a lot. There was first a wooden church, a Christian national school on the Rijndijk, the Anti-Revolutionary Party spoke firmly in the municipal council, the ‘gereformeerde’ youth work prepared young people for later. The boys were also expected to take on church and societal tasks. According to the ‘gereformeerde’ life motto, the gospel should also have a place in the building of society.”

“That ‘gereformeerde’ energy is also strongly expressed in the construction of this Ontmoetingskerk. On March 7, 1911, the wooden church was destroyed by fire. Ten months later, this church was put into use!”

“But the most beautiful date in ‘gereformeerde’ history, in my opinion, is May 1, 2004. The day when the ‘hervormden’, ‘gereformeerden’, and Evangelical Lutherans became one again. Whoever starts their own church has a lot to explain to God, especially if you continue when it is no longer necessary. ‘Hervormde’ and ‘gereformeerde’ people are increasingly similar. Why continue separately? No one, not even here, can explain that.”

“Making two congregations into one is a difficult process. Choosing between two church buildings is especially tough. Yet you managed. Together we are the house. However, the former ‘gereformeerde’ members are still recognizable in one thing: they are a bunch of delightful stubborn do-it-yourselfers. Therefore, a special word to the best-behaved former ‘hervormden’: Watch out, ‘hervormden’, before you know it, those ‘gereformeerden’ will have rebuilt your church!”

“Is there still hope for the church? People no longer know what to believe. We say goodbye to the Ontmoetingskerk. Yet we read in Hebrews about a new opportunity for Israel and for the church, even now that the temple has collapsed. There is a chance to be a living building where the service of love is celebrated. Where hope is preserved.”

“I think the church is most needed precisely where it seems least needed; where faith, hope, and love turn into cynicism and fear, into pursuing self-interest. What is needed is not primarily a house of stone, but a church built from people, doubters sometimes, who can’t help but believe and who stand open with love for those who don’t know what to believe, and who sow the hope that there is indeed more: One who dwells deep in all people.”

“The Ontmoetingskerk remains as a beautiful monumental building, but also as a church. The Baptist Church ‘Ichthus’ from Alphen will open its doors here. That makes me happy. It gives hope for the future. And in two weeks, we will reopen the doors of the ‘Brugkerk’. Another reason to be happy. A sign of hope, showing that we are far from giving up believing.”

“Do we take anything from the Ontmoetingskerk? Most items remain here. But let us take with us the proud conviction that we are the house. And let us all set up our own meeting tents in the ‘Brugkerk’. Let us be a place for each other and for others where God reveals Himself. Then the church in us will come to life again. Amen.”

A Voice from 2024.

Pastor Wierenga pointed to the future: Now we still have one foot here and perhaps one foot on the way to the ‘Brugkerk’. We wanted to look ahead. In 2015, the Ontmoetingskerk was renovated in the hope that the church could remain open for another ten years. However, time caught up with us. So we leave behind a beautiful building for those who come after us. But our prayers and songs remain here.

In Conclusion.

Church council chairman Adriaan van Kampen asked the buyer of the Opstandingskerk to come forward. As a thank you for allowing the Protestant Congregation to use ‘his’ church for fifteen months after the sale, Van Kampen presented him with the Paschal candle. ‘With this, we give our Ontmoetingskerk back to you.’

At the end of the service, one of the congregation members read the poem ‘For Comfort’: “How painful the loss of everything that could not remain.”

After the thanksgiving prayer, the offering, and the blessing, the congregation members could view seven photo collages that depicted the Ontmoetingskerk in the past and present. Future church services will be held in the ‘Brugkerk’.