Laatste dienst in de ‘Ontmoetingskerk’ in Koudekerk aan den Rijn.
Op zondagochtend 2 juni 2024 werd in het Zuid-Hollandse Koudekerk aan den Rijn de laatste dienst gehouden in de protestantse (van oorsprong gereformeerde) Ontmoetingskerk aan de Dorpsstraat.
De dienst stond onder leiding van ds. W. Biesheuvel en pastor W. Wierenga. Het orgel werd bespeeld door Herman Verbree.
De liederen.
Tijdens de dienst werden onder meer de volgende liederen gezongen: het welkomstlied was psalm 84 de verzen 1 en 2 uit de oude berijming en op hele noten (“Hoe lieflijk hoe vol heilgenot, o Heer, der legerscharen God, zijn mij Uw huis en tempelzangen!”). Na de Wetslezing werd gezongen gezang 72 de verzen 1 en 2 uit de oude gereformeerde bundel ‘119 Gezangen’ (‘De kerk van alle tijden kent slechts één vaste grond’).
Na de eerste Schriftlezing werd gezang 319 vers 1, 2 en 4 uit het ‘Liedboek voor de Kerken’ aangeheven, en na de tweede lezing het ‘Ubi Caritas’. Na de verkondiging werd lied 970, 1 , 2 , 3 en 5 gezongen (‘Vlammen zijn er vele, Eén is het Licht’). Aan het eind van de dienst werd lied 280 vers 2, 3 en 7 gezongen (‘Dit huis van hout en steen dat lang de stormen heeft doorstaan’) en de slotzang was gezang 423 vers 1 en 3 (’Nu wij uiteen gaan vragen wij God, ga met uw licht voor ons uit‘).
De Schriftlezingen.
De lezingen waren achtereenvolgens uit Exodus 40 de verzen 34 tot 38 (‘De Majesteit van de Heer‘) en uit Hebreeën 3 vers 4 tot 6 (‘Elk huis heeft een bouwer, maar God is de bouwer van alles’). Voor het verloop van de dienst verwijzen we naar de Orde van Dienst.
Een stem uit het verleden (1912).
Aan het begin van de dienst las gemeentelid Martien van Rijnswou de gefingeerde toespraak voor betreffende de opening van de kerk, op 18 januari 1912:
“Zeer geachte broeders en zusters. Vandaag, donderdag 18 januari 1912 is een bijzondere dag voor Koudekerk aan den Rijn. We zijn hier bijeengekomen om de hernieuwde opening van onze gereformeerde kerk te vieren, een monument van geloof, veerkracht en gemeenschap. In de nasleep van de verwoestende brand die onze geliefde kerk trof waren we allen zeer bedroefd. Maar uit deze tragedie is een verhaal van hoop en wederopbouw ontstaan”.
“In negen maanden tijd hebben we de handen ineen geslagen en ons vastberaden ten doel gesteld ons heiligdom te herstellen en sterker terug te komen dan ooit tevoren. Het is met een diep gevoel van dankbaarheid dat ik vandaag hier voor u sta, omringd door onze geliefde gemeente en onze gasten. Ik wil mijn oprechte waardering uitspreken voor iedereen die heeft bijgedragen aan dit prachtige herstelproject. Voor de vaklieden die met hun vaardigheden en toewijding het nieuwe gebouw hebben opgetrokken, tot aan de vele vrijwilligers die hun tijd de energie hebben gegeven om ons te ondersteunen in tijden van nood”.
“Maar laten we niet vergeten dat deze kerk niet alleen een fysieke structuur is; het is een symbool van diepgewortelde spiritualiteit van onze verbondenheid met God en met elkaar. Terwijl de stenen en balken zijn vervangen, blijft de essentie van onze gemeenschap onveranderd. Het is deze spirituele veerkracht die ons heeft geholpen om te herrijzen uit de as, en de toekomst met een hernieuwd vertrouwen tegemoet te treden. Als we naar de toekomst kijken: laten we ons laten leiden door de waarden van liefde, hoop en solidariteit, die ons hier vandaag hebben samengebracht. Laten we deze kerk beschouwen als een oase van vrede en inspiratie, een plaats waar we kracht kunnen vinden in tijden van twijfel, en vreugden kunnen delen in tijden van overvloed”.
“Broeders en zusters, vandaag vieren we niet alleen de opening van een gebouw, maar ook de triomf van de menselijke geest over de tegenspoed. Moge deze kerk een baken zijn van licht voor ons allen, en mogen haar deuren altijd open staan voor iedereen die op zoek is naar troost, gemeenschap en spirituele vervulling. Ik dank u wel”.
Openingswoorden.
Ds. Biesheuvel beschreef in het kort de gang van zaken bij de sluiting van de Ontmoetingskerk. Hij vertelde dat drie jaar geleden het besluit viel, dat anderhalf jaar geleden de heer John de Wit de kerk kocht, en dat de protestantse gemeente de Opstandingskerk daarna nog vijftien maanden lang tijdens de verbouwing van de Brugkerk terug kon huren.
“En dan ineens is het zover: we nemen afscheid van de Ontmoetingskerk. Een pijnlijk moment, een dag van weemoed. En toch onderstrepen wij vandaag vooral de woorden trots en hoop. Trots zijn we op al het goede dat onder dit dak is gebeurd; op hoe gewoon volk hier met Gods hulp een bezielde en bezielende gemeenschap opbouwde. U hoorde zojuist een stem uit 1912, toen de kerk in gebruik genomen werd. En er zullen tijdens de dienst nog meer stemmen komen vanuit de geschiedenis van deze kerk. En we kijken ook naar de toekomst. En dat doen we met hoop. We lezen woorden uit de Hebreeënbrief: ‘Wij zijn het huis’. Ons geloof zit uiteindelijk niet in een gebouw. De God in Wie wij geloven zit wel vast aan mensen. En zolang die Boodschap, Hij zelf, in ons leeft, geven wij elkaar hoop, blijven wij Zijn huis.”
“We zetten een stap naar 1969. De diensten in de calvinistische (de hervormde en de gereformeerde) kerken, begonnen toen met een voorbereiding in drie momenten: schuldbelijdenis, genadeverkondiging en de Wetslezing als een regel van dankbaarheid”.
Op die manier begon de predikant met een gebed van schuldbelijdenis: ‘We brengen voor u de pijn die we voelen bij het afscheid van dit kerkgebouw en over ons onvermogen om Uw boodschap van liefde over te brengen op een nieuwe generatie’. Als woorden van genade en vrijspraak las de predikant woorden van de apostel Johannes: ‘Mijn kinderkens, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus de Rechtvaardige en Hij is een verzoening voor onze zonden (…)’. Vervolgens werd uit Exodus 20 de wet gelezen uit de Nieuwe Vertaling van 1951.
Stemmen uit 1969, 1987 en 2011.
Een gemeentelid sprak vervolgens over haar herinneringen aan de jaren ’60, zoals die aan 1969, toen voor het eerst een vrouwelijke ouderling werd benoemd: Juffrouw Wille van de School met den Bijbel aan de Rijndijk. Andere veranderingen in die tijd waren een nieuwe psalmberijming, een nieuwe Bijbelvertaling en veel nieuwe gezangen. En het ledental van de kerk groeide. De gemeente kwam meer en meer uit bubbel van gereformeerde mensen. Er kwamen speciale taken voor vrouwelijke gemeenteleden, zoals het bezoeken van bejaarden en zieken. Ook deed de kindernevendienst intrede.
Een tweede gemeentelid sprak over haar herinneringen uit 1987, toen ze vanuit elders als gemeentelid in Koudekerk kwam. Ze herinnerde aan het feit dat de gemeenteleden veel geld bijeengebracht hadden om het orgel een opknapbeurt te geven. Er kwamen ouderlingen met bijzondere functies. En er waren vragen over de toekomst: hoe konden gemeenteleden meer meewerken aan de kerkdiensten en: konden kinderen deelnemen aan het avondmaal; konden er ook modernere liederen gezongen worden, bijvoorbeeld die van Huub Oosterhuis; kon in de kerk plaats gemaakt worden voor homo’s. Ook werd gepleit voor voorzichtige samenwerking met de hervormde gemeente; het jeugdwerk werkte al samen.
Een derde gemeentelid sprak over 4 september 2011, toen de samenwerking van gereformeerd en hervormd een feit werd. Vanaf de jaren ‘60 waren er al stappen gezet om samen te werken. Er werd veel energie en tijd in gestoken om nader tot elkaar te komen. Maar ook: er zou t.z.t. een besluit genomen moeten worden over het gebruik van de kerkgebouwen…
De overdenking.
De predikant sprak woorden van ongeveer de volgende strekking: “Vandaag spreken we voor het laatst over ‘gereformeerd’ en ‘hervormd’. Laten we dat afspreken. Afscheid nemen van huis vol herinneringen, waar je misschien afscheid nam van geliefden, je trouw beloofde aan die ene mens, aan die Ene God, waar kinderen gedoopt werden, waar liederen je soms diep raakten. We laten hier heel veel achter! Laat het echter vooral een dag van trots en hoop zijn, woorden uit de Bijbelpassage van vandaag. Er is alle reden om trots te zijn omdat God door mensenhanden hier bouwde. Maar is er nog hoop voor de kerk? De kerk krimpt, dus de Ontmoetingskerk moest verkocht worden. Ook de Rooms-Katholieken zeggen vandaag hun kerk vaarwel”.
“Velen weten niet meer wat ze geloven moeten. De Hebreeënbrief is eigenlijk een preek voor Joden die in Christus geloofden. Jeruzalem was door de Romeinen verwoest en de tempel werd tot een ruïne gemaakt; de tempel die het teken bij uitstek was dat God tussen de mensen wil wonen. Dat idee slaan de Romeinen tot puin. Hoe heeft de Ene die ramp laten gebeuren! Weg Jeruzalem, weg tempel, weg toekomst, weg hoop”.
“Maar Wij samen zijn het huis! De prediker wil de Christenen onder de Joden moed inspreken. De boodschap is: het kan ook zonder tempel; God wil in de harten van mensen wonen. De Hebreeënbrief tekent Jezus als de Hogepriester die Zijn volk voorgaat in de eredienst voor God. Zijn eredienst aan God is: liefdedienst aan Gods kinderen. Zijn offer is Zijn leven”.
“Het verlies van de tempel was ook een kans. Een kans voor Israël en voor de kerk om zich volledig te focussen op de dienst van de liefde. Zo ontstaat een levend bouwwerk waar vele handen en monden de liefdesdienst van Christus voortzetten”.
“Dat is geen nieuw idee. De profeten zeiden al dat God vooral in mensen wil wonen. De tempel is prachtig, maar het gevaar is dat het een ritueel wordt met alleen een buitenkant. God woonde volgens de profeet Nathan liever in tent, een ontmoetingstent die het volk meedroeg in de woestijn. Hij had geen behoefte aan een huis waar mensen naar toe moeten komen. Hij wil overal zijn waar wij zijn, dat wij steeds een tent voor Hem opzetten. Wij zijn het huis”.
“De hervormde ds. A. Kuyper (1837-1920) blies die oude woorden nieuw leven in. Hij kwam op voor de ’kleine luyden’ in en buiten zijn kerk. Arbeiders, middenstanders, kleine boeren, vaak vromer dan de notabelen die in de hervormde kerk de dienst uitmaakten. De ‘kleine luyden’ werden niet gehoord. Zijn krant lichtte zijn lezers voor, hij stichtte christelijke scholen, een eigen gereformeerde partij. En ook een eigen kerk”.
“Was dat nou nodig? Er was hier eigenlijk nauwelijks verschil tussen hervormden en gereformeerden. Van twee kansels klonken orthodoxe preken. Ja, hervormden zongen wel ook gezangen. En de lieve hervormden waren gezagsgetrouwer. Gereformeerden wilden het zelf doen, het zelf bepalen.De overtuiging die hen tot daden aanzette was: Wij zijn samen het Huis”.
“Op deze laatste zondag in dit huis mag het wel gezegd worden: die doe-het-zelvers bereikten veel. Er kwam eerst een houten kerk, een christelijk nationale school aan de Rijndijk, de Anti-Revolutionaire Partij sprak een stevig woordje mee in gemeenteraad, het gereformeerde jeugdwerk stoomde jongeren klaar voor later. Op de jongens wachtten ook kerkelijke en maatschappelijke taken. Volgens het gereformeerde levensdevies moest het evangelie ook een plaats krijgen in het gebouw van de samenleving”.
“Die gereformeerde daadkracht spreekt ook sterk uit de bouw van deze Ontmoetingskerk. Op 7 maart 1911 werd de houten kerk door brand verwoest. Tien maanden later werd deze kerk in gebruik genomen!”
“Maar de mooiste datum uit de gereformeerde geschiedenis is volgens mij 1 mei 2004. Dag waarop hervormden, gereformeerden en evangelisch-luthersen weer één werden. Wie een eigen kerk begint heeft heel wat uit te leggen aan God, en vooral als je daarmee doorgaat als het niet meer hoeft. Hervormden en gereformeerden lijken steeds meer op elkaar. Waarom nog apart voortbestaan? Niemand, ook hier niet, die dat kan uitleggen”.
“Twee gemeenten tot één maken is een moeilijk proces. Vooral kiezen tussen twee kerkgebouwen valt niet mee. Toch zijn jullie er uit gekomen. Samen zijn we het huis. Toch: de voormalige gereformeerden zijn nog steeds in één ding herkenbaar: het zijn een stelletje heerlijke eigenwijze doe-het-zelvers. Daarom een woordje speciaal voor de beste brave oud hervormden: Let op, hervormden, voordat je het weet hebben die gereformeerden jullie kerk verbouwd!”
“Is er nog hoop voor de kerk? Mensen weten niet meer wat ze geloven moeten. We nemen afscheid van de Ontmoetingskerk. Toch lazen we in Hebreeën over een nieuwe kans voor Israël en voor de kerk, ook nu tempel is ingestort. Er is een kans om een levend gebouw te zijn waar de eredienst van de liefde wordt gevierd. Waar de hoop bewaard blijft”.
“De kerk is, denk ik, het hardste nodig juist waar men haar niet meer lijkt nodig te hebben; waar geloof, hoop en liefde cynisme en angst worden, het gaan voor eigenbelang. Nodig is niet in de eerste plaats een huis van steen, wel een kerk gebouwd uit mensen, twijfelaars soms, die het geloven toch niet kunnen laten en die met liefde open staan voor wie niet weten wat te geloven, en die de hoop zaaien dat er toch meer is: Eén Die woont diep in alle mensen”.
“De Ontmoetingskerk blijft als prachtig monumentaal gebouw, maar ook als kerk. De Baptistenkerk Ichthus uit Alphen opent hier haar deuren. Dat maakt mij blij. Het geeft hoop voor de toekomst. En wij heropenen over twee weken de deuren van de Brugkerk. Nóg een reden om blij te zijn. Een teken van hoop, waarmee we laten zien dat we het nog lang niet opgeven om te geloven”.
“Nemen we ook wat mee uit de Ontmoetingskerk? De meeste spullen blijven hier. Maar laten we wel van hier de trotse overtuiging met ons meenemen dat wij het huis zijn. En laten we als het ware allemaal ons eigen Ontmoetingstentje opzetten in de Brugkerk. Laten wij voor elkaar en voor anderen een plek zijn waar God Zich laat ontmoeten. Dan komt de kerk in ons weer tot leven. Amen”.
Een stem uit 2024.
Pastor Wierenga wees naar de toekomst: Nu zijn we nog met één voet hier en misschien met één voet op weg naar de Brugkerk. We wilden vooruit kijken. In 2015 werd de Ontmoetingskerk nog gerenoveerd in de hoop dat de kerk nog tien jaar open kon blijven. De tijd haalde ons echter in. Zo laten we een prachtig gebouw achter voor hen die na ons komen. Maar onze gebeden en gezangen blijven hier hangen.
Tot slot.
Kerkenraadsvoorzitter Adriaan van Kampen vroeg de koper van de Opstandingskerk naar voren te komen. Als dank voor de vijftien maanden die hij de protestantse gemeente ‘zijn’ kerk na de verkoop nog liet gebruiken, overhandigde Van Kampen hem namens de gemeente de Paaskaars. ‘Onze Ontmoetingskerk geven we daarmee weer aan jou terug’.
Aan het eind van de dienst werd door een van de gemeenteleden het gedicht ‘Tot troost’ voorgelezen: ‘Hoe pijnlijk het verlies van alles wat niet blijven mocht’.
Na het dankgebed, de collecte en de zegen konden de gemeenteleden onder meer zeven fotocollages bekijken die een beeld gaven van de Ontmoetingskerk in verleden en heden. De kerkdiensten worden in het vervolg gehouden in de Brugkerk.
© 2024. GereformeerdeKerken.info
Een beeldverslag van de laatste dienst in de Ontmoetingskerk >