Een fantastisch boek over de ‘Swettetsjerke’

Ter gelegenheid van de buiten gebruik stelling van de protestantse, voormalig gereformeerde Swettetsjerke van de kerk van het Friese Feanwâlden en Feanwâldsterwâl, werd enige tijd geleden, op 10 december 2023, de laatste dienst gehouden, en werd vandaag, 17 juli 2024, ’s avonds om half acht, een prachtig gedenkboek over die kerk gepresenteerd.

Het boek over de Swettetsjerke.

In 1972 verscheen al een dertig pagina’s tellend gedenkboekje over dezelfde kerk: G. Venema schreef toen het in de Friese taal geschreven ‘Fan tuskendiken nei de wâl. Ien en oar út de skiednis fan de Grifformearde Tsjerke fan Feanwâldsterwâl. Dat was ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van die kerk.

Het boekje dat ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan verscheen.

‘Tsjerk(j)e oan de Swette’.

Het nieuw verschenen boek is een omvangrijk werk geworden! Het boek telt ongeveer 250 pagina’s, werd ingebonden in een stevige band en het is voorzien van werkelijk talloze foto’s en andere illustraties, die de tekst van het inhoudsrijke boek op interessante wijze verduidelijken.

Vaak zijn gedenkboeken van (onder meer voormalig gereformeerde) kerken opgebouwd uit een (over het algemeen kort) historisch overzicht van de kerk, aangevuld met (vaak waardevolle) herinneringen van gemeenteleden en predikanten, zodat een levendig en interessant totaalbeeld ontstaat van de geschiedenis van de betreffende kerk. We hebben vele mooie voorbeelden in onze redactiebibliotheek.

Voor het boek ‘Tsjerk(j)e Oan De Swette’ – ‘Kerk(en) aan De Zwette’ heeft men de tijd genomen om het archief van de voormalige Gereformeerde Kerk te Feanwâlden/Feanwâldsterwâl grondig door te nemen en te onderzoeken. Talloze meer of minder belangrijke onderdelen van de geschiedenis werden overzichtelijk en goed geschreven tot een interessant boek samengesmeed; zo werd het een uitgebreid chronologisch overzicht van de geschiedenis. Kortom: het boek begint bij het begin van de Swettetsjerke en eindigt bij de sluiting ervan.

Het begin van de kerk.

Het huis op de hoek van de Simmerdyk en de Kleasterloane, waar in 1850 de eerste diensten van de Bergumer Afgescheidenen gehouden werden.

Het begin lag in de Friese plaats Bergum, tegenwoordig in het Fries ‘Burgum’ genoemd. Daar hadden in 1836 enkele gemeenteleden zich afgescheiden van de plaatselijke hervormde gemeente om te luisteren naar de preken van een van de eerste Afgescheiden predikanten in ons land, ds. S. van Velzen (1809-1896) uit Drogeham. En uiteindelijk werd op 8 december 1850 in Bergum onder leiding van ds. Douwe van der Werp (1811-1876) een kerkje in gebruik genomen op ‘de Bergumerheide, onder Bergum aan den Straatweg’.

Ds. Douwe J. van der Werp (1811-1876).

De gemeente van Bergum telde in die tijd nog maar veertien belijdende leden. Ds. S.H. Baron (1813-1889) uit Ferwerd werd op 4 mei 1851 als de eerste predikant bevestigd. Hij bleef er maar liefst achttien jaar, tot 4 april 1869, toen hij afscheid nam vanwege zijn emigratie naar Amerika.

Ds. S.H. Baron (1813-1889).

Toen werd in Veenwoudsterwal (tegenwoordig in het Fries ‘Feanwâldsterwâl’ genoemd) de wens actueel om een eigen Christelijke Gereformeerde Gemeente te stichten. Twee gedachten vloeiden vervolgens samen tot één: want de kerkenraad van Bergum moest in die tijd een grotere kerk bouwen, zodat overeengekomen kon worden dat de broeders en zusters in Veenwoudsterwal het kerkje in Bergum mochten overnemen. Dat werd afgebroken en in Veenwoudsterwal opnieuw opgebouwd! Onder leiding van ds. J.J. Koopmans (1828-1911) werd het kerkje weer in gebruik genomen. Dat kostte de gemeente van Bergum trouwens zo’n honderddertig leden. Maar al met al een prachtig verhaal.

In 1872 werd het kerkje van Veenwoudsterwal in gebruik genomen, nadat het in Bergum was afgebroken en naar Veenwoudsterwal was vervoerd en daar weer was opgebouwd.

Natuurlijk kwam er in 1872 ook een orgel, waarvan in 1901 echter geconstateerd moest worden dat reparatie van het instrument veel geld zou gaan kosten. Maar in 1903 schonk de rijke, uit Amsterdam afkomstige bankier Pieter de Clercq geld voor een nieuw orgel: ruim fl. 250. Met een lening van fl. 200 stond er nog hetzelfde jaar een nieuw orgel in de kerk!

‘Bouwvallig en klein’…

De kerk werd door de groei van de gemeente na verloop van een aantal jaren te klein. In 1920 deelde de kerkenraad in een circulaire mee ‘in moeilijke omstandigheden’ te verkeren, want de kerk werd bouwvallig en was te klein. De besprekingen over de plannen om een grotere kerk te bouwen verliepen overigens lang niet altijd even vriendelijk, maar uiteindelijk kreeg de kerkenraad toestemming van de classis om ook buiten de eigen kring te collecteren voor nieuwbouw.

Er werden plannen gemaakt en uiteindelijk kon men met de bouw beginnen, maar tijdens een storm viel een deel van de voorgevel naar beneden, waardoor ook het orgel ‘door den storm geheel uit elkaar gevallen’ was. Door allerlei daarmee in verband staande kwesties kon de kerk pas op 25 mei 1922 in gebruik genomen worden.

De kerk en de pastorie aan de Zwette, na de verbouwing van 1922.

Het bovenstaande is slechts een heel korte samenvatting van een mooi verhaal, verlucht met foto’s en bouwtekeningen. Natuurlijk krijgt ook het kerkelijk leven in de eerste tijd uitvoerig aandacht. Zo heeft de koster in 1906 ‘zeer veel last van de jongens’, waarom hij aangeeft met zijn werk te willen stoppen; in 1929 begon de kerk met evangelisatiearbeid in wat tegenwoordig Noardburgum heet (vroeger: Noordbergum), en tien jaar later kon er een Gereformeerde Kerk geïnstitueerd worden.

Het eerste gereformeerde kerkje van Noordbergum dat aanvankelijk het evangelisatiegebouw was.

In hoofdstuk 3 komen de oorlogsjaren en wat er in die tijd allemaal gebeurde uitvoerig aan de orde. In het volgende hoofdstuk komt onder meer de vergroting van het kerkgebouw ter sprake; de plannen werden in 1949 besproken. De kerk werd uitgebreid met een dwarspand en ook de voorgevel (waarachter de lokaliteiten van de kerk gevestigd werden) werd ingrijpend vernieuwd.

De ‘Swettetsjerke’ te Feanwâlden, zoals het er tegenwoordig uit ziet.

Hoofdstuk vijf staat in het teken van ‘De jaren ’50’. Ritmisch zingen, nieuwe gezangen en een nieuwe Bijbelvertaling, de kerkgang, de eerste interkerkelijke contacten, en allerlei ‘grotere en kleinere zaken die de kerkelijke revue passeren’, zoals sporten op zondag, jeugd en vermaak, het beroepingswerk en het ouderenvervoer; het zijn slechts enkele van de onderwerpen die beschreven worden.

De proefbundel ‘150 Psalmen’, waarin de psalmen ritmisch gezongen werden.

De hoofdstukken 6 en 7 houden zich bezig met ‘De jaren ’60: een nieuwe tijd’ en de jaren ’70: ‘Roerige tijden (nieuwe (geloofs-) uitdagingen)’, waarin onder veel meer geschreven wordt over de samenwerking met onder meer de hervormde gemeente, die na 1962 steeds een beetje toenam. Ook het werk van de koster, het kerkblad (dat in 1960 voor het eerst verscheen), de muziekvereniging ‘Excelsior’, ‘de vrouw in het ambt’, het Werelddiaconaat, het vormingscentrum ‘De Drieklank’, een nieuw orgel, maar ook de zaak dr. Herman Wiersinga wordt besproken, en vele ‘grepen uit het gemeenteleven’ komen voor het voetlicht. Ook de invoering van het nieuwe ‘Liedboek voor de Kerken’, de interkerkelijke gesprekskringen, de jeugdclubs, en wat al niet meer worden beschreven.

Het bekendste ‘Samen-op-Weg’ logo.

Uit hoofdstuk 8 wordt onder veel meer duidelijk dat de kerkgang langzaam afnam. “De jaren ’80 zijn voor de kerkenraad geen gemakkelijke jaren geweest, mede veroorzaakt door de toenemende verschillen in geloofsopvatting binnen de gemeente”. Daarmee vormde de kerk van Feanwâlden/Feanwâldsterwâl geen uitzondering. Dat gold alleen al voor de kindernevendienst, daar sommigen deze vernieuwing als ‘uit den Boze’ beschouwden, omdat de kinderen ‘dan niet of nauwelijks meer in de kerk komen’.

Hoofdstuk 9 behandelt onder meer ‘Voorzichtig Samen op Weg’, het (gezamenlijk) Avondmaal met de hervormde gemeente, beperkte kerkverbouwingsplannen in de jaren ’90, waarmee medio 1993 begonnen wordt en die ondanks de ‘beperktheid’ toch nog best wat veranderingen in en aan de kerk teweegbrachten, waarna de kerk in 1994 weer in gebruik genomen werd. In het nieuwe gedeelte van de kerk bevonden zich de kerkenraadskamer, de ruimte voor de kindercrèche en een toiletblok. Ook de kerkzaal kreeg een andere aanblik. De kosten van de hele operatie bedroegen fl. 450.000. Door veel vrijwilligerswerk kon veel  bespaard worden.

Na afloop van de laatste dienst in de ‘Swettetsjerke’…

Hoofdstuk 10 staat in het teken van ‘Op naar de fusie’ met de hervormde gemeente. Veel ‘grepen uit het gemeenteleven’ passeren ook in deze periode de revue, uiteindelijk uitlopend op de keuze van het kerkgebouw voor de toekomst. Dat betekende voor de Swettetsjerke – zo wordt in hoofdstuk 11 duidelijk – de sluiting en een laatste dienst op 10 december 2023. Die laatste dienst wordt dan ook aan de hand van het daarover handelende artikel op deze website beschreven. Natuurlijk ontbreekt in de bijlagen een complete portrettengalerij van de predikanten niet.

Al met al…

De vroegere gemeente van de Swettetsjerke heeft met de verschijning van dit boek een uitvoerig, goed geschreven en prachtig geïllustreerd document in handen gekregen, waarmee men de gemeenteleden en natuurlijk vooral de schrijvers, de heren Harm Woelinga en Gerk van der Veen, alleen maar van harte kan feliciteren! Door middel van dit fantastische boek wordt de herinnering aan ‘150 jaar kerk in Feanwâlden/Feanwâldsterwâl’ op aansprekende wijze levend gehouden!

  • Harm Woelinga en Gerk van der Veen, ‘Tsjerk(j)e oan de Swette’ – ‘Kerk(en) aan de Zwette’. Een uitgave van de kerkenraad van de Protestantse Gemeente Feanwâlden/Feanwâldsterwâl, Feanwâlden, voorjaar 2024. 252 pagina’s, stevige omslag, talloze illustraties in kleur en in zwart-wit.

Het boek is nog te bestellen bij: G. Strikwerda-Jongsma door € 21,00 per exemplaar, over te maken op banknummer NL71 INGB 0004 1766 29. Vermeld daarbij uw naam, adres, telefoonnummer en het aantal boeken.

Translation into English:

A Fantastic Book about the ‘Swettetsjerke’.

On the occasion of the decommissioning of the Protestant, formerly ‘gereformeerde’ Swettetsjerke of the Frisian towns Feanwâlden and Feanwâldsterwâl, a final service was held on December 10, 2023, and today, July 17, 2024, at 7:30 PM, a beautifully illustrated and well written commemorative book about this church was presented.

In 1972, a thirty-page commemorative booklet about the same church was published: G. Venema wrote “Fan tuskendiken nei de wâl. Ien en oar út de skiednis fan de Grifformearde Tsjerke fan Feanwâldsterwâl” in the Frisian language on the occasion of the church’s centennial.

‘Tsjerk(j)e oan de Swette’

The newly released book is a substantial work! The book has about 250 pages, is bound in a sturdy cover, and is filled with numerous photos and other illustrations that interestingly clarify the text of this content-rich book.

Commemorative books of (among others, formerly ‘gereformeerde’) churches often consist of a (generally brief) historical overview of the church, supplemented with (often valuable) memories of congregation members and ministers, creating a vivid overall picture of the church’s history. We have many beautiful examples in our editorial library.

For the book “Tsjerk(j)e Oan De Swette” – “Church(es) on De Zwette,” time was taken to thoroughly review and investigate the archive of the former ‘Gereformeerde Kerk’ in Feanwâlden/Feanwâldsterwâl. Notes were made on numerous more or less significant aspects of history, which were then compiled and well-written into an interesting book; thus, it became an extensive chronological overview of the church’s history. In short: the book begins with the inception of the ‘Swettetsjerke’ and ends with its closure.

The Beginning of the Church.

The beginning lay in the Frisian town of Bergum, now called “Burgum” in Frisian. In 1836, some congregation members separated from the local ‘hervormde’ congregation to listen to the sermons of one of the first Seceded ministers in our country, Rev. S. van Velzen (1809-1896) from Drogeham. Eventually, on December 8, 1850, under the leadership of Rev. Douwe van der Werp (1811-1876), a small church was opened on “the Bergumerheide, near Bergum on the Street Road.”

The Bergum congregation then had only fourteen confessing members. Rev. S.H. Baron (1813-1889) from Ferwerd was confirmed as the first minister on May 4, 1851. He remained there for eighteen years until April 4, 1869, when he left due to his emigration to America.

At that time, there was a desire in Veenwoudsterwal (now called “Feanwâldsterwâl” in Frisian) to establish their own ‘christelijke gereformeerde’ Congregation. Two thoughts merged: the church council of Bergum needed to build a larger church, so it was agreed that the brothers and sisters in Veenwoudsterwal could take over the small church in Bergum. It was dismantled and rebuilt in Veenwoudsterwal! Under the leadership of Rev. J.J. Koopmans (1828-1911), the small church was reopened. This cost the Bergum congregation about 130 members. Overall, a beautiful story.

Of course, in 1872, an organ was also installed, but in 1901 it was found that repairing the instrument would cost a lot of money. In 1903, the wealthy banker Pieter de Clercq, originally from Amsterdam, donated money for a new organ: over fl. 250. With a loan of fl. 200, a new organ was installed in the church that same year!

‘Dilapidated and Small’…

The church became too small due to the congregation’s growth over the years. In 1920, the church council announced in a circular that they were in “difficult circumstances” because the church was dilapidated and too small. The discussions about plans to build a larger church were not always friendly, but the church council eventually received permission from the classis to collect donations for new construction outside their circle.

Plans were made, and construction eventually began, but during a storm, part of the front facade fell, causing the organ to “completely fall apart.” Due to various related issues, the church could only be used on May 25, 1922.

The above is just a very brief summary of a beautiful story, illustrated with photos and architectural drawings. Naturally, the church life in the early days also receives extensive attention. For instance, in 1906, the sexton had “a lot of trouble with the boys,” which led him to consider quitting his job; in 1929, the church began evangelistic work in what is now called Noardburgum (formerly Noordbergum), and ten years later, a ‘Gereformeerde Kerk’ was established there.

Chapter 3 extensively covers the war years and what happened. The next chapter discusses, among other things, the expansion of the church building; plans were discussed in 1949. The church was expanded with a transept, and the front facade (where the church facilities were located) was significantly renovated.

Chapter 5 focuses on “The 1950s.” Topics such as rhythmic singing, new hymns, a new Bible translation, church attendance, the first inter-church contacts, and various “larger and smaller matters that pass the church review” are described, including playing sports on Sundays, youth and entertainment, pastoral work, and transportation for the elderly.

Chapters 6 and 7 deal with “The 1960s: A New Era” and the 1970s: “Turbulent Times (New (Faith) Challenges),” covering, among other things, the increasing cooperation with the ‘hervormde’ congregation after 1962. The work of the sexton, the church magazine (first published in 1960), the music association “Excelsior,” “the woman in office,” World Diaconate, the training center “De Drieklank,” a new organ, and the case of Dr. Herman Wiersinga are discussed, along with many “snippets from congregational life.” Church cooperation and the introduction of the new “Hymnbook for the Churches,” inter-church discussion groups, youth clubs, and more are also highlighted.

Chapter 8 shows that church attendance gradually declined. “The 1980s were not easy years for the church council, partly due to the increasing differences in belief within the congregation.” The Feanwâlden/Feanwâldsterwâl church was no exception. This was evident with the children’s church service, as some viewed this innovation as “evil” because the children “would hardly come to church anymore.”

Chapter 9 addresses “Cautiously ‘On the Way Together,'” the (joint) Communion with the ‘hervormde’ congregation, limited church renovation plans in the 1990s, which began in mid-1993 and, despite being “limited,” still brought quite a few changes to the church. The church was reopened in 1994. The new part of the church housed the church council room, the nursery, and a restroom block. The church hall also got a different look. The entire operation cost fl. 450,000. Much volunteer work saved a lot of money.

Chapter 10 focuses on “Towards the Merger” with the ‘hervormde’ congregation. Many “snippets from congregational life” are also reviewed during this period, ultimately leading to the choice of the church building for the future. For the Swettetsjerke, as explained in Chapter 11, this meant closure and a final service on December 10, 2023. That final service is also detailed in the article on this website. Of course, the appendices include a complete portrait gallery of the ministers.

All in All…

With the publication of this book, the former congregation of the Swettetsjerke has received a well-written and beautifully illustrated document, for which the congregation members and especially the authors, Harm Woelinga and Gerk van der Veen, can only be heartily congratulated! This fantastic book keeps the memory of “150 years of church in Feanwâlden/Feanwâldsterwâl” vividly alive.

* Harm Woelinga and Gerk van der Veen, “Tsjerk(j)e oan de Swette” – “Church(es) on the Zwette.” Published by the church council of the Protestant Congregation Feanwâlden/Feanwâldsterwâl, Feanwâlden, spring 2024. 252 pages, sturdy cover, numerous color and black-and-white illustrations.

The book is still available for order from G. Strikwerda-Jongsma by transferring €21.00 per copy to bank account NL71 INGB 0004 1766 29. Please include your name, address, phone number, and the number of books.