In het kader van het 350-jarig bestaan van ‘de kerk’ in het Utrechtse Tienhoven werd in 1974 een boekje gepubliceerd in samenwerking met de redactie van het tijdschrift Nederlandse Historiën, en samengesteld namens de Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk van het dorp.
Eigenlijk handelde dat boekje over ‘de drie kerken van Tienhoven’, want in 1926 ontstond – als gevolg van de kwestie-Geelkerken – in Tienhoven ook ‘De Gereformeerde Kerk te Tienhoven (in Hersteld Verband)’, die later samenging met de Hervormde Gemeente.
Naast de geschiedenis van de Hervormde Gemeente schreef ds. Tj. Doesburg (1931-2017) namens de Gereformeerde Kerk in dat boekje ‘Over de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Tienhoven (U)’ en was ds. N. van Haeringen (1906-1988) de auteur van ‘Ingrijpende veranderingen in de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk van Tienhoven (1887-1974)’, terwijl ds. E.L. Smelik (1900-1985) ‘Levende herinneringen’ samenstelde aan de Gereformeerde Kerk (in Hersteld Verband). Een predikantenlijst van de drie kerken en enkele algemene verhalen completeerden het boekje, waarvan de drukkwaliteit (vooral die van de foto’s) matig was.
De tijden veranderden, want inmiddels gingen de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente van Tienhoven samen verder als Protestantse Gemeente en werd het bedehuis van de Gereformeerde Kerk in 2002 gesloten.
Het nieuwe boek.
Het bovengenoemde boekje van ongeveer veertig pagina’s wordt nu heruitgegeven als onderdeel van een nieuw te verschijnen boek met de titel ‘400 jaar kerk in Tienhoven’. Het bovengenoemde, vroegere verhaal over ‘350 jaar kerk in Tienhoven’ verschijnt nu namelijk (‘mooi opgemaakt en waar mogelijk voorzien van kleurenfoto’s’) als deel 2 van het nieuwe boek.
Wat echt nieuw is, is deel 1 van ’400 jaar kerk in Tienhoven’ met verhalen over de laatste vijftig jaar: herinneringen van predikanten (ongetwijfeld ook die van gereformeerde voorgangers), een verslag van het fusieproces tussen beide kerken, de restauratie van de [hervormde] kerk en de nieuwbouw van het kerkelijk centrum De Akker, het gerestaureerde orgel [van de hervormde kerk], en de relatie van de ambtsheren Gunterstein en [hervormd] Tienhoven (waarover jhr. mr. L.A. Quarles van Ufford trouwens in het boekje uit 1974 een kort verhaal schreef). ‘Zo ontstaat een volledig tijdsbeeld van vierhonderd jaar geschiedenis van de kerken in Tienhoven’.
- Het is te hopen dat het nieuwe boek zich in de verslaglegging van de laatste vijftig jaar (1974-2024) niet slechts toelegt op de geschiedenis van de hervormde kerkelijke gemeente, maar ook op die van de Gereformeerde Kerk, waarvoor bronnen genoeg zijn. Dat moeten we echter afwachten.
Hoe dan ook, het jubileumboek wordt gepresenteerd in een bijzondere dienst op 10 november a.s. en het kan worden besteld via cvk@kerktienhoven.nl. Het boek telt 116 pagina’s in A4-formaat en heeft een harde kaft. De prijs van het boek is € 17,50 (exclusief verzendkosten).
* Meer over gereformeerd Tienhoven.
Over De Gereformeerde Kerk te Tienhoven verschenen ook eerder historische overzichten. Wijlen ds. Tj. Doesburg – die van 1961 tot 1966 gereformeerd predikant in Tienhoven was – schreef bij het 75-jarig bestaan van de Gereformeerde Kerk te Tienhoven, op 26 mei 1962, een uitvoerig overzicht van het ontstaan van de Gereformeerde Kerk als Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende), afkomstig uit de Doleantie van dr. A. Kuyper (1837-1920), een overzicht dat hij op 24 mei 1962 als herdenkingsrede uitsprak tijdens de bijeenkomst die aan het 75-jarig bestaan van de kerk was gewijd.
Noodkerk, kerkbouw, restauraties.
Ook schreef ds. Doesburg in 1966 de interessante brochure ‘De kerkbouw der Gereformeerde Kerk te Tienhoven (U)’. Daarbij wordt aandacht besteed aan het eerste kerkgebouw dat na de Doleantie tot stand kwam. De Doleantie in Tienhoven vond plaats onder leiding van de toen nog hervormde ds. K.G.M. Westerbeek van Eerten (1858-1923). Deze noodkerk werd op 25 november 1887 in gebruik genomen, een half jaar na de Doleantie. Het werd al snel nodig de noodkerk ingrijpend te verbouwen, al behield het nieuwe kerkgebouw (zowel letterlijk als figuurlijk) de oude fundamenten, want die waren stevig genoeg om ook de nieuwe gereformeerde kerk te dragen.
De eerste verbouwing vond plaats in 1906, en die zou fl. 5.546 gaan kosten. Van de tien kerkenraadsleden stemden twee voor, twee tegen en de overige zes onthielden zich van stemming. “Conclusie: de verbouw gaat door”. Het was een ingrijpende verbouw. De banken, de preekstoel en nog veel meer veranderden van plaats. Ook daarna volgden tussen 1925 en 1946 meerdere ‘reparaties en restauraties’. Ook de pastorie (gebouwd in 1888) werd in 1960 stevig aangepakt.
In 1965 moest de kerk opnieuw ingrijpend gerestaureerd worden. Het gebouw was in de loop van de jaren verwaarloosd en bouwvallig geworden: de muren vertoonden scheuren, ‘uit het plafond viel steeds meer gesteente en de lekkage was zo erg dat voorin de kerk bij regen een aantal teilen gezet moesten worden, terwijl in sommige banken de kerkboekjes dan bijna wegdreven’.
De gemeentevergadering besloot tot een ingrijpende restauratie die veel weg had van nieuwbouw. ‘Het kerkgebouw werd afgebroken tot op ongeveer één meter hoogte, waarna het opnieuw werd opgebouwd. Zowel het kerkgebouw zelf als de bijgebouwen werden in geheel nieuwe stijl opgebouwd en voorzien van nieuw meubilair. Alleen het orgel werd, weliswaar met geheel nieuw front, weer in de nieuwe kerk geplaatst.
Het resultaat mocht er zijn: men had voor de gebrachte financiële offers een modern ogende, frisse kerk terug gekregen. In totaal kostte de kerkbouw ruim fl. 176.000, terwijl oorspronkelijk op ongeveer fl. 135.000 gerekend was. Gelukkig schonk de befaamde gereformeerde ‘Stichting Steun Kerkbouw‘ een bedrag van fl. 17.500 en verleende ze een renteloos voorschot van fl. 30.000, in vier jaar terug te betalen. De rente daarvan werd door de classis en de SSK voor hun rekening genomen.
Ontsloten huis.
Ds. Doesburg schreef in 2014 ook een zeer interessant en vooral ook zeer openhartig boek onder de titel ‘Ontsloten huis. Op zoek naar de zin van het raadselachtig bestaan’, waarin hij zijn leven en zijn loopbaan als predikant beschrijft. Daarbij komt uiteraard ook zijn ambtsperiode in Tienhoven in ongeveer vijfentwintig interessante pagina’s ter sprake.