( < Naar deel 1 ) – Na alles wat gebeurd was wist Durk Zwart eigenlijk niet wat hij moest doen: de hervormde kerk verlaten? Dat streed zo met zijn gevoel! Wie weet zou de kerkenraad bij de nieuwe verkiezingen, in 1891, wel ‘omgezet’ worden!
De Gereformeerde Kerk in het Friese Oosternijkerkwerd op 17 maart 1890 geïnstitueerd als Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende). In 1892 trad de kerk toe tot De Gereformeerde Kerken in Nederland, die op 17 juni ontstaan was door vereniging van de Kerken uit Afscheiding en Doleantie.
( < Naar deel 2 ) – Slechts twee vergeefse beroepen had de kerkenraad te incasseren voordat ds. H. Torenbeek (1900-1980) van Yerseke het op hem uitgebrachte beroep aannam en op 6 oktober 1935 intrede deed.
( < Naar deel 1 ) – In de korte vacante periode was het in Driebergen geen pais en vree. Er moesten natuurlijk preken gelezen worden, maar sommige ouderlingen weigerden zich neer te leggen bij de preek die ze door de kerkenraad aangewezen kregen en wilden liever een predicatie van een van de ‘oude schrijvers’ uit lang vervlogen eeuwen voordragen, zoals die van ds. A. Comrie (1706-1774) of ds. B. Smijtegelt (1665-1739).
Op 4 november 1887 werd in Driebergende Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) geïnstitueerd, die zich in 1892 aansloot bij De Gereformeerde Kerken in Nederland, die dat jaar waren ontstaan door de ‘Vereniging’ van de kerken uit Afscheiding en Doleantie.
In het nummer van 17 augustus 1963 van het Centraal Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Nederland kwamen we onder meer de volgende berichten tegen over plaatselijke Gereformeerde Kerken.
Toen de Gereformeerde Kerk te Rotterdam in 1908 ontstond door ineensmelting van de Christelijke Gereformeerde Gemeente (c.q. Gereformeerde Kerk A) en de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (c.q. Gereformeerde Kerk B), was de landelijke samenvoeging van beide kerkgenootschappen al zestien jaar oud (tot stand gekomen op 17 juni 1892).
( < Naar deel 2 ) – De Bazuinwas jarenlang het blad dat ten voordele van de Theologische School te Kampen werd uitgegeven. Deze keer nemen we daaruit enkele berichten over uit de maanden juni en juli 1864, die betrekking hebben op plaatselijke Gereformeerde Kerken, toen nog – tot 1869 – Christelijke Afgescheidene (Gereformeerde) Gemeenten geheten.
( < Naar deel 2 ) – In de periode van 1930 tot 1945 dienden ds. W. de Graaf (1898-1984) van Hoogersmilde en ds. J. Koppe (1904-2002) van Wagenborgen de kerk van Ommen.