De Gereformeerde Kerk te Wommels (deel 2)

Inleiding.

In deel 1 volgden we de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Wommels vanaf de instituering tot 1967.

Kaart: Google.

In deel 2 beginnen we met het verhaal over het ontstaan van de Gereformeerde Kerk te Kubaard, de samenvoeging van die gemeente met de kerk van Wommels in 1967, en daarna vervolgen we de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Wommels.

Het ontstaan van de Gereformeerde Kerk te Kubaard.

Omdat de Gereformeerde Kerk van Kubaard in 1924 – maar toen zonder gevolgen – en daarná in 1967 verzocht te worden samengevoegd met de kerk te Wommels, is het van belang eerst de ontstaansgeschiedenis van die Kubaarder kerk te bekijken. De Gereformeerde Kerk van Kubaard ontstond – net als die te Wommels – als ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ vanuit de Doleantie, en wel op 3 september 1889. En dat is een verhaal apart.

In de hervormde gemeente te Kubaard stond in die tijd ds. K. Bosma Rzn., die 1882 van Surhuizum naar Kubaard gekomen was en tot 1888 aan die gemeente verbonden bleef. Let wel: dit was niet ds. S. Bosma (1858-1936) die later, van 1890 tot 1898, als gereformeerd predikant in Wommels stond! Ds. Bosma van Kubaard trok vele kerkgangers vanuit vrijzinnige hervormde gemeenten in de omgeving. Ook vanuit Wommels trokken elke zondag zo’n honderd kerkgangers richting Kubaard, naar ds. Bosma. En niet alleen vanuit hervormde gemeenten: ook kwamen op zondag zo nu en dan leden van een naburige Christelijke Gereformeerde Gemeente (uit de Afscheiding van 1834 in Kubaard buurten.

Een galerij in de hervormde kerk.

De hervormde kerk te Kubaard.

Omdat zoveel heilsbegerigen naar Kubaard kwamen had de hervormde kerkenraad van Kubaard in 1874 besloten een galerij in de kerk te bouwen. Nadat in 1888 de Doleantie te Wommels had plaats gehad bleef de ‘wagenvol’ toehoorders uit Wommels weg en werd de galerij overbodig, al duurde het tot 2004 voordat deze werd afgebroken. Hoe dan ook, algemeen achtte men ds. Bosma dus voldoende rechtzinnig om zijn kerkdiensten bij te wonen.

De Doleantie te Kubaard.

De kerk zat in ieder geval vaak meer dan vol. Jaarlijks vonden ook in Kubaard kerkenraadsverkiezingen plaats. In november 1887 werden met grote meerderheid van stemmen S. van der Berg, S. Bos en T. Robijn tot ouderlingen verkozen en als diakenen waren aangewezen D. van der Berg en D. Bruinsma. Zoals gewoonlijk werden de namen der verkozenen van de preekstoel afgekondigd, zodat eventueel tegen hun kandidaatstelling bezwaren konden worden ingediend.

De enige die echter bezwaren had was de predikant, ds. Bosma. Vier van de verkozen broeders (vader en zoon Van der Berg en Bos en Robijn) waren naar zijn oordeel ’te recht in de leer’ (Bruinsma ‘viel kennelijk wel mee’), want de predikant had gemerkt dat ze zo nu en dan in de Dolerende kerk van Lollum en Waaxens zaten, waar enkele maanden eerder, op 2 juli 1887, een ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ geïnstitueerd was. Als predikant werd daar later, op 2 september 1888, P.J. Wijmenga (1858-1913) in het ambt bevestigd, nota bene door zijn leermeester dr. A. Kuyper (1837-1920) himself! Dát baarde opzien! De grote Kuyper in Lollum!

De eerste gereformeerde kerk van Lollum. In 1915 werd de kerk aan Pingjum verkocht en daar weer opgebouwd (op de foto). Mogelijk is de toren er in Pingjum bijgekomen.

Geïnstitueerd (3 september 1889).

Toen ds. Bosma zijn bezwaren tijdens een kerkenraadsvergadering kenbaar maakte waren de vier ‘beschuldigde’ broeders niet blij. Ze voelden zich beledigd. En ze waren er ook meteen klaar mee en besloten zich aan de Nederlandsche Hervormde Kerk te onttrekken. Ze traden daarom in overleg met ds. Wijmenga en deze was bereid hen te helpen bij de instituering van een Dolerende kerk in hun eigen dorp. Op 3 september 1889 kwam de predikant naar Kubaard en – zonder verdere verkiezingen te houden, want de broeders waren immers al met grote meerderheid van stemmen gekozen! – bevestigde hen tijdens een kerkdienst in het ambt. Dat wil zeggen: alleen S. van der Berg sr. en zijn zoon D. van der Berg. Pa werd preses en zijn zoon scriba. De andere twee, S. Bos en T. Robijn hadden geen belangstelling meer en wilden niet in de kerkenraad plaatsnemen. Maar toen kort daarna de eerstvolgende verkiezingen gehouden werden, werd T. Robijn, samen met anderen, weer in de kerkenraad gekozen en nam hij zijn benoeming wél aan.

Een eigen kerk (1890).

In deze boerderij werden de eerste kerkdiensten van Kubaard gehouden (foto: ‘Gereformeerd Wommels honderd jaar op weg’).

Diaken-scriba D. van der Berg zorgde voor het onderdak ten behoeve van de kerkdiensten. In de schuur van zijn boerderij, even ten zuiden van het dorp, werden de eerste diensten gehouden. Maar toch beviel het niet. Zijn vader stelde daarom een woning beschikbaar (gebouwd rond 1740) in de kom van het dorp; wel een stuk kleiner, maar vooralsnog voldoende voor de kleine gemeente.

Toch werd in juli 1889 besloten een heuse kerk te bouwen. Achter de woning, die door Van der Berg ter beschikking van de kerk was gesteld, lag een tuin. Deze werd voor niets aan de kerkelijke gemeente in gebruik gegeven  voor de bouw van een kerkje. Tekeningen werden gemaakt en de kosten werden berekend – ruim fl. 2.200 – en al snel kon aannemer Veldman uit Kubaard de plannen uitvoeren. Het kerkje werd tegen de woning aangebouwd en de woning zou in het vervolg als kosterswoning dienst doen. In de lente van 1890 werd in het kerkje de eerste dienst gehouden.

De gereformeerde kerk met de kosterswoning te Kubaard.

Afbreken?

Na ongeveer een jaar doemden echter problemen op. De hervormde kerkvoogden ontdekten dat het kerkje voor een klein deel op hervormde grond gebouwd was! Dat liet de hervormde kerkenraad zich niet twee maal zeggen en beval het betreffende stuk grond te ontruimen. Aanvankelijk trachtten de Dolerende broeders met behulp van de rechter het onheil af te wenden, maar de rechter vond dat de hervormde kerkenraad gelijk had. De hervormde kerkenraad was bovendien niet bereid met de Dolerende broeders in overleg te treden om tot een eenvoudiger oplossing te komen.

Timmerman Veldman werd er dus weer bij gehaald en deze moest zowel de entree van het kerkje als de stoep wegbreken. De voorgevel moest bovendien bijna een meter terug geplaatst worden. Gelukkig vielen de kosten mee, ruim fl. 70, maar het nadeel was dat je de kerk nu alleen binnen kon komen via de gang van de consistorie. De bouwkosten vielen dan wel mee, maar de prijs van de rechtszaak bedroeg maar liefst ruim fl. 2.000! Opnieuw toonde oud-preses S. van der Berg zich gul: hij betaalde die kosten uit eigen zak.

Een eigen dominee (1897).

Het duurde nog jaren voordat de gemeente een eigen predikant op de preekstoel kreeg. De gemeente was naar het oordeel van de classis te klein voor een eigen dominee. Dat zou alleen maar leiden tot hulpbehoevendheid van de kerk van Kubaard, en voor de kosten daarvan draaiden de andere kerken op. De classis wilde het dus aanvankelijk niet. Toch kreeg men enkele jaren later, in 1894, toestemming met het beroepingswerk te beginnen. Maar dat viel niet mee, mogelijk omdat het traktement laag was, fl. 800. Toch kwam uiteindelijk in november 1896 bericht binnen dat kandidaat T. Jongbloed (1869-1926) het op hem uitgebrachte beroep aannam. Op 7 februari 1897 kwam ds. S. Bosma van Wommels naar Kubaard om de nieuwe predikant in het ambt te bevestigen.

Ds. S. Bosma van Wommels bevestigde ds. Jongbloed van Kubaard in het ambt.

Maar waar moest de predikant wonen? Opnieuw hielp oud-preses S. van der Berg de gemeente uit de brand. Zowel de grond als de bouwkosten van de predikantswoning gaf hij aan de kerk cadeau. Aannemer Brunia uit Lollum was de laagste inschrijver en bouwde de pastorie voor fl. 4.500. Wel had Van der Berg een paar voorwaarden: behalve dat hij fl. 5 ‘grondrechten’ vroeg, stelde hij als eis dat hij of zijn familie de pastorie terug moesten hebben zodra in Kubaard nog slechts twee gereformeerde gezinnen woonachtig waren.

De predikanten.

Ds. Jongbloed bleef ongeveer drie jaar in Kubaard. Na hem kwamen verscheidene andere predikanten, maar geen van hen bleef langer dan vijf jaar, de meesten van hen korter. Een uitzondering op de regel was ds. C.J. de Kuijter, die van 1927 tot 1938 aan de kerk van Kubaard verbonden was, maar (zoals we in deel 1 van dit verhaal al zagen) – nét als ds. A.B.W.M. Kok, in combinatie met de kerk van Wommels. In de jaren dat aan de kerk van Kubaard predikanten verbonden waren, is er gelukkig slechts één langdurige vacante periode geweest, namelijk de tien jaar na het vertrek van ds. Van Helsdingen.

Achtereenvolgens stonden na ds. Jongbloed de volgende predikanten in Kubaard (in vogelvlucht!):

Ds. T. Jongbloed (van 1897 tot 1899).

Ds. T. Jongbloed (1869-1926).

Ds. T. Jongbloed  (1869-1926) was, toen hij beroepen werd, nog kandidaat. Nadat ds. Jongbloed in 1899 het beroep van de kerk te  Westerlee had aangenomen overlegde de kerkenraad over de vraag of het niet beter was om voor het beroepen van een predikant te gaan samenwerken met de kerk van Wommels. Toch achtte men het verantwoord om voor eigen rekening opnieuw een eigen predikant te beroepen. Dat leidde al snel tot de komst van de volgende dominee.

Ds. W. Weener (van 1900 tot 1903).

Ds. W. Weener (1866-1955).

Ds. W. Weener (1866-1955) was aan de kerk van Kubaard verbonden op een traktement van fl. 875. Kubaard was zijn eerste gemeente. De predikant vertrok in 1903 naar Oudega in Wymbritseradeel, zodat opnieuw het beroepingswerk ter hand genomen werd.

Ds. W.J. Goedbloed (van 1904 tot 1909).

Ds. W.J. Goedbloed (1876-1937) werd tijdens zijn ambtsperiode ziek. Uiteindelijk leidde dat in 1909 tot vervroegd emeritaat. Daarvoor moest de kerk van Kubaard jaarlijks fl. 600 afdragen. Kubaard was zijn eerste en tevens laatste gemeente.

Ds. W.F.C. van Helsingen (van 1910 tot 1914).

Ds. W.F.C. van Helsdingen (1878-1970).

Ook ds. W.F.C. van Helsdingen (1878-1970) was kandidaat toen hij het beroep van Kubaard ontving; hij deed daar in februari 1910 intrede. Zijn volgende gemeente – waarheen hij in 1914 vertrok – was die te Augustinusga en Surhuizum. Dus werd het beroepingswerk weer aangevat en men zal er ongetwijfeld vanuit gegaan zijn dat het net zo vlot zou verlopen als tot dan toe het geval geweest was. Maar het liep anders. Nogal wat beroepen werden vergeefs uitgebracht, zodat men in 1919 overwoog de pastorie maar te verhuren. Dat scheelde inkomsten! Het duurde echter vijf jaar alvorens men het daar over eens was. Inmiddels was men zover dat met de kerk van Wommels overeengekomen was voor de dienst des Woords een combinatie aan te gaan. De kerkenraad van Wommels ging daarmee akkoord en ook de predikant, ds. Kok, stemde er mee in. Overigens bleven beide kerken geheel zelfstandig.

Ds. A.B.W.M. Kok (van 1924 tot 1926).

Ds. A.B.W.M. Kok (1888-1979) op latere leeftijd.

Ds. A.B.W.M. Kok (1888-1979) was – in combinatie met de kerk te Wommels – van 1924 tot 1926 aan de kerk van Kubaard verbonden, nadat hij al sinds 1920 alleen predikant van  Wommels geworden was. De pastorie in Kubaard kon dus worden verhuurd, want ds. Kok woonde in de pastorie te Wommels. Eens per maand ging de predikant op zondag naar Kubaard om daar te preken. Ook verrichtte hij daar huis- en ziekenbezoeken en gaf hij de jeugd catechetisch onderricht.

Ds. C.J. de Kruijter (van 1927 tot 1938).

Ds. C.J. de Kruijter (1882-1944).

Ds. C.J. de Kruijter (1882-1944) stond gedurende elf jaar, van 1927 tot 1938, in combinatie met Wommels in de kerk te Kubaard. Want in 1938 wilde de kerkenraad van Kubaard toch proberen een – ‘goedkopere’- kandidaat te beroepen voor het verrichten van fulltime hulpdiensten, al waren niet alle gemeenteleden het daarmee eens. De combinatie met Wommels kwam toen te vervallen.

Kandidaten (1938-1946).

Kandidaat, later dominee, A. Sybrandy (1909-1979) op latere leeftijd.

Zo kwam kandidaat A. Sybrandy (1909-1979) in 1938 van Klundert naar de kerk te Kubaard, waar hij tot 1941 werkzaam was, toen hij als predikant naar Hoek van Holland vertrok. Kandidaat W. Feenstra (1917-2007) volgde hem in 1942 op, maar vertrok nog hetzelfde jaar als predikant naar de kerk te Pingjum en Zurich. Kandidaat A. Douma (1909-1944) was in 1942 en 1943 aan de kerk te Kubaard verbonden en vertrok daarna naar ’t Zandt (Gr.). Kandidaat G.K. Geerds (1916-1986) volgde hem in 1944 op en kwam daarna voor een tweede periode in 1945 en 1946 weer naar Kubaard terug, waarna hij in 1946 predikant te Drijber (Dr.) werd. Kandidaat H. Veenstra (1917-1989) sloot de rij kandidaten in 1946 af en vertrok in augustus dat jaar als predikant naar Een (Dr.).

Samengevoegd met de kerk te Wommels (14 mei 1967).

Samen naar de kerk in Wommels.

Het werd steeds moeilijker voor de krimpende kleine kerk het zelfstandig kerkelijk leven ‘draaiende’ te houden. Na het vertrek van kandidaat Veenstra namen predikanten van omliggende kerken als consulenten de zorg voor de gemeente van Kubaard over; desondanks bleef men in Kubaard aanvankelijk de zelfstandigheid van de eigen kerk koesteren. Het was de classis Bolsward die in 1965 met klem adviseerde opnieuw voor de dienst des Woords een combinatie met Wommels aan te gaan. Dat gebeurde: ’s ochtends kerkte men in Wommels en ’s middags in het kerkje te Kubaard.

In 1966 besloot de kerkenraad echter – gehoord de gemeentevergadering – de Gereformeerde Kerk te Kubaard op te heffen. Men was met de kerkenraad van Wommels overeengekomen dat de kerk van Kubaard zich met ingang van 14 mei 1967 – op die dag trad de Kubaarder kerkenraad af – bij Wommels zou voegen en dat men samen verder zou gaan als de Gereformeerde Kerk te Wommels.

De gereformeerde kerk te Kubaard werd voor fl. 2.000 verkocht aan veehouder P.M. Reitsma, die de kerk later doorverkocht.

Ds. J. van Buuren (van 1967 tot 1972).

Ds. J. van Buuren (*1939).

Op het moment van de samenvoeging van Wommels met Kubaard was ds. J. van Buuren (*1939) predikant  te Wommels. Hij was op 13 februari 1967 in het ambt bevestigd. Het jeugdwerk was ook in de ogen van de kerkenraad belangrijk genoeg om een speciale jeugdouderling te benoemen. En wat de catechese betrof paste de predikant dat werk zo aan dat de jeugd niet meer alles uit het hoofd hoefde te leren, al was niet iedereen het daarmee eens (de jeugd vermoedelijk wel).

Ondertussen was de kerkenraad bezorgd over de gang van zaken bij het kerkelijk jeugdwerk. H.T. Bokma citeert: ‘Uit een uitvoerige discussie blijkt, dat er reden is tot ernstige verontrusting over de geringe belangstelling voor Bijbelstudie bij de meeste jongeren. Een studie, die toch juist in een tijd van geestelijke ontreddering als de onze, van het hoogste belang is’. Een positief gesprek tussen de Jeugdvereniging en twee ambtsdragers was het gevolg.

Niet alleen ds. Van Buuren maakte sinds 1969 gebruik van een auto; ook onder de verder weg wonende gemeenteleden werd het steeds meer de gewoonte met de auto naar de kerk te komen. Daarvoor moesten voorzieningen getroffen worden. Vandaar dat men de aanleg van een parkeerplaats overwoog.

Twee jaar nadat de kerk van Kubaard bij die te Wommels gevoegd was, werd opnieuw gesproken over een kerkfusie. Nu een met Oosterend (Hennaarderadeel. Beide kerkenraden overlegden daarover in maart 1969, waaruit bleek dat de ambtsdragers van beide kerken genegen waren tot samenwerking. Nog voordat de gemeente te Wommels haar oordeel over de plannen had uitgesproken bleek dat een deel van de leden van gereformeerd Oosterend zich uiteindelijk niet met de voorstellen kon verenigen, zodat de voorgestelde samenvoeging van beide kerken werd afgeblazen.

Tot slot enkele andere zaken: het zwarte pak waarin de ouderlingen en diakenen gewoonlijk ambtshalve de kerkdiensten bijwoonden, raakte in het begin van de jaren ’70 uit de gratie. Een warme zomer zorgde ervoor dat zomerse kleding in die omstandigheden gemeengoed werden. En in augustus 1970 werd de eerste vrouwelijke diaken in de kerkenraad gekozen.

De pastorie, de kerk en ‘It Foarhȗs’.

De kerkenraad achtte het in het begin van de jaren ’70 van belang dat bij de kerk een vergaderruimte werd gebouwd. Daarvoor moest een perceel grond gekocht worden en zouden de kerkelijke bijdragen omhoog moeten, want het geheel zou volgens de architect ongeveer fl. 120.000 gaan kosten. In maart 1971 bleek een grote minderheid tegen de bouwplannen te zijn. Uiteindelijk kon de bouw toch van start gaan en werd ‘It Foarhȗs’ gebouwd, waardoor de vergadermogelijkheden flink werden uitgebreid. Het nieuwe gebouw werd in 1973 in gebruik genomen.

Ds. W.J. Eeltink (van 1972 tot 1978).

Ds. W.J. Eeltink (*1940). Foto: Gereformeerd Wommels honderd jaar op weg’.

Kandidaat W.J. Eeltink (*1940) uit Amsterdam volgde ds. Van Buuren per 17 september 1972 op. Enkele zaken uit die tijd: de kerkenraad moest zich een paar keer extra met het jeugdwerk bemoeien, want de tijdens uitwisselingsweekends geplande dansplannen van de jeugd vielen bij de broeders (en zusters) niet in onverdeeld goede aarde. – Door de oliecrisis in 1973 besloten de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente  op zondag om en om in één en hetzelfde kerkgebouw kerkdiensten te houden. – En in diezelfde tijd werd het Liedboek voor de Kerken ingevoerd, wat overigens tot klachten leidde, want sommige liederen waren volgens gemeenteleden ‘moeilijk te zingen’. Er zou om gedacht worden. – In 1976 werd een gezamenlijk hervormd-gereformeerd kerkblad begonnen onder de titel ‘Oer de brêge’ (Over de brug). – Het avondmaal werd vanaf 1977 ‘op de eigen zitplaats’ aangereikt, omdat hier en daar bezwaren bestonden tegen het ‘aangaan aan de tafel’ voor in de kerk, wat toen in Wommels nog de gewoonte was. Hoewel een behoorlijke minderheid uiteindelijk toch de voorkeur bleef houden voor de tafelviering, werd de ‘viering op de plaats’ gemeengoed. – In oktober 1978 kon het voor fl. 35.000 door de firma Fonteyn te Kampen gerestaureerde orgel weer in gebruik genomen worden. – Ds. Eeltink vertrok (op de dag af zes jaar na zijn intrede) per 17 september 1978 naar Uithoorn.

Ds. A.L. van den Dries (van 1979 tot 1984).

Ds. A.L. van den Dries (*1951). Foto: ‘Gereformeerd Wommels honderd jaar op weg’.

Kandidaat A.L. van den Dries (*1951) volgde ds. Eeltink op en deed op 7 oktober 1979 intrede. Het ledental van de kerk te Wommels nam rond 1980 toe. Om de daaruit voortvloeiende werkdruk voor de ambtsdragers te beperken werd een nieuwe wijkverdeling gemaakt door twee extra wijken in te voegen. – De in 1980 opgerichte liturgiecommissie ging in het vervolg samen met de predikant enkele kerkdiensten voorbereiden; huiscatecheseteams onder leiding van gemeenteleden deden in diezelfde tijd hun intrede. – Per 9 december 1984 werd ds. Van den Dries aan de Gereformeerde Kerk te Papenrecht verbonden.

Ds. W. Loosman en ds. J. Loosman-Bolhuis (van 1985 tot 1991).

Het predikantenechtpaar Loosman (l.) en Bolhuis (r.). Foto: ‘Gereformeerd Wommels honderd jaar op weg’.

Een jaar later, namelijk per 8 december 1985, deed het predikantenechtpaar W. Loosman (*1959) en J. Loosman-Bolhuis (*1958) intrede. Ze kwamen als kandidaten naar Wommels. – Een peiling door de kerkenraad ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de kerk te Wommels, die in 1988 gehouden werd, liet zien dat vooral de jeugd op het standpunt stond dat het ‘Samen-op-Wegproces‘ met de Hervormde Gemeente snel moest uitlopen op een kerkfusie. De tijden veranderden. Het was niet meer ‘gewoon’ dat je naar de kerk ging en de beide kerken moesten de krachten bundelen, want in de toekomst zou de kerkgang zeker teruglopen, zo dacht de jeugd volgens de enquête. – In 1990 werd het interieur van de kerk gemoderniseerd waarbij alle inrichtingsstukken op het orgel na verwijderd werden. – De predikanten vertrokken per 26 januari 1991 naar Oudewater.

De laatste jaren.

Achtereenvolgens dienden de volgende predikanten de kerk te Wommels:

Een halfjaar na het vertrek van het bovengenoemde predikantenechtpaar werden ds. J. van Voorst (*1964) en ds. M.E.G. de Zeeuw ( *1963) door prof.dr. P.N. Holtrop (1943-2012) uit Kampen bevestigd in het ambt en verbonden aan de gemeente in Wommels, in een dienst op 17 november 1991.

Ds. Van Voorst.

Ook dit predikantenechtpaar vervulde de predikantsplaats gezamenlijk. In deze jaren ging veel aandacht uit naar kinderen (o.m. in het uitbrengen van het ‘jeugdig liedboek Medeklinkers‘ voor de kerken van Wommels) en jongeren (o.m. in de vorm van een musical, door schoolmusicus Meine Verbeek en ds. Michiel de Zeeuw). Daarnaast was de gemeente betrokken bij creatieve projecten (zoals samen een eigentijds hongerdoek maken) en muzikale diensten (zoals de orgelzondag, waaraan de plaatselijke organisten Kroijenga, Schoon, Grotenhuis en Van Wieren medewerking verleenden). Ook was er in diensten aandacht voor inwoners van Wommels met een beperking, die in gezinsvervangend tehuis Tywerthiem woonden.

Ds. De Zeeuw.

Ondertussen schreef Geert Mak enkele dorpen verderop aan zijn boek ‘Hoe God verdween uit Jorwerd‘, over de grote veranderingen op het Friese platteland. Veranderingen die ook in de kerk merkbaar werden, bijvoorbeeld in het afschaffen van de middagdienst. Het echtpaar De Zeeuw-Van Voorst vertrok per 29 september 1996 naar de Protestantse kerkgemeenschap te Venlo.

Ds. L.L.J. Webbink (*1959) volgde hen na een korte vacante periode per 11 mei 1997 op. Per 1 juli 2002 vertrok de predikant naar Maarssen, waar hij geestelijk verzorger in gedeeltelijke dienst van het verpleeg- en zorgcentrum Snavelenburg werd.

In 2005 gingen de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente te Wommels (-Hidaard) een federatieve overeenkomst aan, terwijl ze momenteel samen de Protestantse Gemeente Wommels-Hidaard vormen.

 

De ‘Foarhȗstsjerke’.

De kerken van Kubaard en Wommels buiten gebruik.

Toen de fusie tussen de Gereformeerde Kerken van Wommels en Kubaard in 1967 voor elkaar was, werd het kerkgebouwtje te Kubaard buiten gebruik gesteld (het orgel verhuisde naar de kerk in Valthermond). In 1966 werd er de laatste kerkdienst gehouden. De kerkdiensten werden in het vervolg in de gereformeerde kerk te Wommels gehouden.

Voor wat betreft de kerk te Wommels werden in 2007 door de kerkenraad plannen bekend gemaakt ‘die in Wommels de hele wereld op z’n  kop’ zetten. Allereerst moest It Foarhȗs bij de gereformeerde kerk worden aangepakt om het geschikt te maken voor alle kerkelijke verenigings- en vergaderactiviteiten. Een belangrijk onderdeel van de plannen was de herinrichting van de hervormde Jacobikerk in het dorp. De kerkernaad was van plan dat halverwege 2010  uit te voeren. Wanneer die kerk ‘klaar was voor de toekomst’ zou de gereformeerde kerk aan de Hottingawei in de verkoop gaan. Want de sanering van de kerkelijke gebouwen in Wommels  was naar het oordeel van de kerkenraad nodig. Niet alleen een betere huisvesting van de kerkelijke activiteiten was van belang, ook de financiële resultaten van de kerk. Daar pasten geen twee kerkgebouwen in.

De Gereformeerde kerk werd ook wel de Foarhûstsjerke genoemd.
De laatste dienst in de gereformeerde ‘Foarhûstsjerke’ vond plaats op zondag 15 september 2013. Recentelijk is de Foarhûstsjerke verkocht.

Ledentallen Gereformeerde Kerk Wommels.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerken te Wommels en te Kubaard van 1893 tot 2003.

 

Bronnen onder veel meer:

Archief Gereformeerde Kerk te Heeg. Tresoar, Leeuwarden

A. Algra, De Historie gaat door Het Eigen Dorp, deel II. Leeuwarden, g.j.

H.T. Bokma, Gereformeerd Wommels honderd jaar op weg. Wommels, 1988

Dossier Doleantiekerken Friesland

© 2017. GereformeerdeKerken.info

(Met dank aan de heer J. Wagenaar te Wommels).