De kerk van Vlissingen voor en na de bevrijding

Inleiding.

De Gereformeerde Kerk te Vlissingen publiceerde in 1945 een gedenkboekje getiteld De Kerk in Stormgetij, over de gebeurtenissen vooral met betrekking tot het kerkelijk leven in Vlissingen gedurende de Tweede Wereldoorlog. De opbrengst van het boekje kwam ten goede aan de herbouw van de zwaar beschadigde gereformeerde kerk te Vlissingen.  Uit het boekje nemen we hieronder een klein gedeelte over.

Plattegrond van Walcheren (ill. uit ‘De kerk in stormgetij’).

De Gemeente voor en na de bevrijding.

September 1944 tot 5 mei 1945.

door P. P.-v.B.

“De maanden kort voor en na de bevrijding van onze stad zullen nooit uit de herinnering gaan. Maanden van moeite, angst en zorg, maar ook van een heerlijk geloofsleven. Het zeer kleine aantal gemeenteleden, dat na de verschillende evacuaties en bombardementen nog overgebleven was, voelde zich door een sterke onderlinge band verbonden. Hoe scherper de bepalingen van de bezetter, hoe zwaarder de bombardementen der geallieerden, des te meer voegden we ons bij elkaar. We voelden ons als kinderen van een gezin, die door de nood tot elkaar gebracht werden.

4 september – Algehele evacuatie van Vlissingen wordt gelast door de bezetter. Maar het bevel van de Regering in Londen luidt: ‘Laat u niet evacueren. Blijft allen op uw plaats’. Ieder is van plan achter gesloten luiken te blijven op de plaats waar men is.

5 september – De dag alom in den lande is bekend als ‘Dolle Dinsdag’. De Duitsers raken van streek door al hun vluchtende kameraden, die hier vanuit Zeeuws-Vlaanderen door de geallieerden worden opgejaagd. Velen gooien de wapens weg. Maar helaas. De opmars wordt gestuit, juist voor de bevrijding van ons vaderland. Het enige lichtpunt is dat de verplichte evacuatie van Vlissingen wordt afgelast.

De in 1929 in gebruik genomen gereformeerde kerk te Vlissingen (foto: ‘De kerk in stormgetij’).

17 september – Groot geallieerd bombardement op de vesting Walcheren. In Vlissingen worden de buitenwijken zwaar gehavend, daar de verdedigingsgordel juist daar om heen ligt. Ook velen van onze gemeenteleden zijn dakloos geworden. Opnieuw een broeder en zuster gedood… Ondanks dit alles gaan de kerkdiensten steeds door. Iedere zondag verschijnt trouw onze predikant op de preekstoel om te troosten, te sterken met het Woord van God, het enige woord dat nimmer wankelt! Terwijl de granaten van het afweergeschut boven het dak van de kerk uiteenspatten, zingt het kleine getal broeders en zusters van hun vast geloof in God: ‘k Zal in Uwe tent verkeren, Heer der heren (…)’, psalm 61 vers 3.

2 oktober – De eilandbewoners aan de Scheldemonding worden door het geallieerd Opperbevel gewaarschuwd om, indien mogelijk deze plaatsen te verlaten. ‘Blijft niet op lage plaatsen of bij bunkers en verdedigingsstellingen’, luidt het verder. Welk een moeilijke opgave! De Zeeuwse eilanden worden immers geheel verdedigd! Waar is een veilige plaats? Het verlaten van het eiland Walcheren is bijna onmogelijk, omdat de Sloedam regelmatig gebombardeerd en beschoten wordt. Wat is er gebeden en geworsteld om licht en wijsheid om de juiste weg te bewandelen.

3 oktober – De Westkappelse Zeedijk, de trots van Nederland, wordt in een bombardement vernietigd. Er keren weer gemeenteleden terug, die aanvankelijk hun toevlucht gezocht hadden op het platteland, omdat het water hen bedreigde.

Het interieur van de gereformeerde kerk te Vlissingen in oorlogstijd.

7 oktober – Ook de Nolledijk bij Vlissingen en de dijk bij Ritthem worden vernield. Langzaam loopt nu ook een groot gedeelte van onze stad onder water.

8-15 oktober – Het water staat nog niet in de kerk, zodat bij eb de kerkdiensten nog kunnen worden gehouden. De diensten worden verkort in verband met het gevaar van beschieting en bombardement en de waterstand. Wat krijgen onze psalmen in deze dagen nieuwe glans en inhoud. Wat spreken tot ons de woorden van psalm 142: ‘’k Wou vluchten maar kon nergens heen, zodat mijn dood voorhanden scheen(psalm 142 vers 4). Het is dan ook steeds een goede ure als we met elkaar onze moeiten en lasten, biddend en zingend tot God mogen brengen.

De nacht van 31 oktober op 1 november begint met een hevige beschieting van de stad. Vooral het oude gedeelte wordt getroffen. Als we ’s morgens vroeg met bleke gezichten bij laag water naar buiten komen horen we, dat de geallieerden zijn geland in onze stad. Wat een vreugde! Alle zorgen van de doorwaakte nacht zijn vergeten. Onze ogen schitteren. Goddank, we worden bevrijd!

Het zal evenwel niet zonder moeite gaan. Nog enige verschrikkelijke dagen liggen voor ons. Regelmatig duren de beschietingen voort, tot ze haar toppunt vinden in de volgende nacht, wanneer in enkele uren de stad voor jarenlang wordt verminkt. In de nacht van 1 op 2 november wordt ook ons bedehuis, dat met zoveel zorg en liefde was opgebouwd, ontzettend gehavend.

De zwaar beschadigde gereformeerde kerk te Vlissingen (foto: ‘De kerk in stormgetij’).

In de stad blijven slechts enkele huizen over, welke niet door granaten zijn getroffen. Wat de enkele bewoners van Vlissingen in die nacht hebben doorstaan is niet te beschrijven. God alleen weet wat daar gestreden is, om het behoud van stad en gemeente.

In een woning waren eenentwintig leden onzer gemeente bijeengedreven, waaronder zeven kinderen beneden des 6 jaar. Nog klinken in onze oren de woorden van een eenvoudige vrouw die, toen de adem door stof en steengruis bijna stokte, en we door de luchtdruk der ontploffingen heen en weer geslingerd werden, zei: ‘Laten we ons voorbereiden om God te ontmoeten’. Ja, zelfs de kleine kinderen zeiden, al was het dan met bleke bevende lipjes: ‘De Here zorgt voor ons, hè moeder?’

Het kerkzegel van de Gereformeerde Kerk te Vlissingen.

Een korte wapenstilstand geeft de gelegenheid om snel over te lopen naar het reeds bevrijde gedeelte der stad. Wat een blijdschap, als op een verzamelplaats velen onzer gemeenteleden worden aangetroffen. Welk een verslagenheid als bekend wordt, dat ook enigen het leven hebben gelaten. Het is of iemand uit het eigen gezin is weggerukt.

Haast niet te beschrijven is het verblijf in kerk of arsenaal: mensen, levend op scheepsbeschuit, zonder bedden of dekens, met honderden samengepakt, baby’s, schreeuwend van honger en later van de ongewone voeding, zonder water.

4 november – De hele stad is gezuiverd. Een ieder keert terug naar de brokstukken en resten van wat eens een woning was. Soms lijkt het of God eerst alles ontnemen moet, eer we leren Zijn geboden te volbrengen. Het wordt in Vlissingen als in de dagen der eerste Christengemeente te Jeruzalem: Wie twee rokken heeft, geeft een ervan aan die er geen heeft.

Zondag 5 november – De kleine schare broeders en zusters houdt in de ontglaasde hervormde kerk een dankdienst voor de bevrijding en een bidstond voor land en volk.  Nu kunnen we met recht zingen: ‘Maar Gij deed ons ’t gevaar ontkomen, verkwikkend ons ter goeder uur(psalm 66 vers 5).

Van 12 november tot 17 december vergaderen wij in het intieme gebouw van de Lutherse gemeente, waar verschillende kerkgemeenschappen in den nood gastvrijheid genieten. Intussen wordt het jeugdgebouw naast onze kerk, dat minder erg beschadigd is, voorlopig hersteld. Bij lage waterstand kunnen dan de diensten hier worden gehouden.

Het jeugdgebouw vlak bij de kerk bleef ook niet onbeschadigd…

Op 18 en 19 januari zweept een storm het water zo hoog, dat deze ’noodkerk’ geheel wordt overstroomd, en stoelen, orgel en banken in de lokalen ronddrijven. Een nieuwe ramp voor Vlissingen. De meesten hebben met deze hoge waterstand niet gerekend, en vele met veel moeite uit de bombardementen geredde eigendommen worden thans door het zeewater onbruikbaar.

Door de in snel tempo terugkerende geëvacueerden wordt de vergaderplaats in de jeugdgebouwen spoedig te klein. Enige tijd wordt dit nog ondervangen door drie maal, later zelfs vier maal dienst te houden, maar spoedig wordt de situatie niet meer te overzien.

Door de vriendelijkheid van onze hervormde broeders en zusters hebben we nu de beschikking over een der minst beschadigde hervormde kerken, waar we tot heden regelmatig onze diensten kunnen houden. Niettemin denken we met weemoed terug aan ons eigen bedehuis. De zware vernielingen maken het onmogelijk het onmiddellijk te herstellen. Moge spoedig de tijd aanbreken dat ook de kerk in de Paul Krugerstraat zal worden herbouwd.

De gereformeerde kerk aan de Paul Krugerstraat werd herbouwd (foto: Reliwiki, Paul den Boer).

Materieel hebben we allen zwaar geleden. Toch overstemt bij alle verlies de toon der vreugde. Met de psalmist mogen velen zeggen: ‘Gij hebt ons voor een tijd bedroefd, en ons gelouterd door het lijden, gelijk het zilver werd beproefd(psalm 66 vers 4).

Bron:

P. P.-v.B, De Gemeente voor en na de bevrijding. In: De kerk in stormgetij. Herinneringen aan het kerkelijk leven van de Gereformeerde Kerk te Vlissingen tijdens de oorlogsjaren 10 mei 19040 – 5 mei 1945. Vlissingen, 1945