De Gereformeerde Kerk te Buiksloot (1)

De Gereformeerde Kerk in het Noord-Hollandse Buiksloot, destijds een dorpje ten noorden van Amsterdam, werd op zondag 27 januari 1889 (en niet op 21 december 1888) geïnstitueerd als ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ en voegde zich in 1892 bij De Gereformeerde Kerken in Nederland.

Zwarte stip: De Ark; rode stip: Mospleinkerk en Maranathakerk; blauwe stip: Buikslootkerk (Kaart: Google).

De voorgeschiedenis.

Al jaren lang bestond in Buiksloot ontevredenheid over de vrijzinnige prediking in de plaatselijke hervormde gemeente. Dat leidde er in 1872 zelfs toe dat door een aantal gemeenteleden in de woning van P.G. van Drunen, door de week evangelisatiebijeenkomsten gehouden werden. Ze richtten bovendien een Zondagsschool op. Ook werden  jeugdverenigingen opgericht: jongelings- en jongedochtersverenigingen en knapen- en meisjesverenigingen. Als het avondmaal was bezochten ze de hervormde kerk in Buiksloot niet meer en kinderen liet men meestal  in Amsterdam dopen bij rechtzinnige hervormde predikanten, omdat men één van de doopvragen, nl. of de ouders geloofden dat ‘de leer die in de kerk alhier geleerd wordt de waarachtige en volkomen leer der zaligheid’ was, niet met ja konden beantwoorden.

De school met den Bijbel in Buiksloot (foto: ‘De GK in Buiksloot’).

De broeders merkten op een gegeven moment echter dat de kamer van Van Drunen te klein werd en besloten daarom in het dorp een christelijke school op te richten om daar niet alleen kinderen ‘te onderwijzen in de waarheid Gods’, maar om daar ook bijbellezingen te houden. De school kwam er in 1887 en de mannenbroeders huurden er voor fl. 60 per jaar een lokaal voor hun bijbellezingen.

De Doleantie.

Ds. N.A. de Gaary Fortman (1845-1927), consulent van Buiksloot.

In Amsterdam was op 16 december 1886 de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) geïnstitueerd nadat daar door de hervormde kerkelijke besturen zo’n tachtig ambtsdragers waren geschorst en later afgezet, omdat ze zich – kort door de bocht gezegd – tegen de kerkelijke reglementen verzetten. Een van de Dolerende predikanten daar was ds. N.A. de Gaay Fortman (1845-1927), die door de Dolerende classis benoemd werd tot consulent van de mannenbroeders te Buiksloot. De predikant vroeg hen eind 1887 zij bereid waren om, net als in Amsterdam, ‘het juk van de synodale hiërarchie af te werpen en aan de Dordtse Kerkorde wederom kracht en geldigheid te verlenen’.

Toen zij daar positief op antwoordden overhandigde hij hen zgn. ‘verzamellijsten’, om daarop geestverwanten in het dorp – ‘vertrouwbare broederen’ – te laten tekenen. Er konden slechts twintig handtekeningen verzameld worden, van wie bovendien ook verscheidenen niet uit het dorp zelf kwamen. Ds. De Gaay Fortman vond dat in Buiksloot met kerkinstituering nog gewacht moest worden tot de groep groter zou zijn.

Ds. B. van Schelven (1847-1928) was de tweede consulent van Buiksloot en institueerde daar de Dolerende Kerk.

Toen ds. B. van Schelven (1847-1928) in oktober 1888 door de Dolerende classis Amsterdam werd benoemd tot consulent van Buiksloot, vroegen de broeders van Buiksloot hem of het zo langzamerhand geen tijd werd met de hervormde kerkelijke besturen te breken. De predikant adviseerde hen contact op te nemen met de hervormde kerkenraad en hun te vragen ‘de reformatie der kerk ter hand te nemen’; d.w.z. de synodale hiërarchie af te werpen en opnieuw kracht en geldigheid te verlenen aan de aloude Dordtse Kerkorde.

De hervormde kerkenraad antwoordde bij monde van ds. O.G. Paris, dat de kerkenraad niet aan hun verzoek kon voldoen, omdat de belijdenis, waarover de briefschrijvers het hadden, ook de belijdenis van de hervormde kerk was. En later voegde hij er aan toe dat de kerkenraad zeker niet van plan was zich ‘aan te sluiten bij de zoogenaamde Doleerenden’.

Instituering van de kerk te Buiksloot (1889).

Dat was voor de broeders in Buiksoot aanleiding een vergadering bijeen te roepen om te spreken over wat hen nu te doen stond. Op 21 december 1888 kwam men in de christelijke school bijeen, onder leiding van ds. Van Schelven van Amsterdam. De predikant hield eerst een toespraak waarin hij gelegenheid gaf tot het stellen van vragen en daarna zou men spreken over ‘de reformatie van de kerk van Buiksloot’. Het aantal aanwezigen is onbekend, maar na afloop van de bijeenkomst werd verder vergaderd met degenen die hadden ingestemd met ‘de reformatie der kerk’. Dat waren acht manslidmaten van de hervormde gemeente ‘en enige vrouwelijke leden’. Men was er gauw uit: besloten werd een kerkenraad te kiezen. Twee ouderlingen en twee diakenen werden verkozen: als ouderling de broeders P.G. van Drunen en G. Huisman en als diakenen C. Has en P. Sjerp.

Uit: ‘De Heraut’, 3 februari 1889.

Zij werden op zondag 27 januari 1889 aan de leden voorgesteld, zodat men eventueel bezwaren tegen hen kon indienen. Die kwamen er niet, zodat ds. Van Schelven hen nog dezelfde dag in het ambt bevestigde. Daarmee was de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) geïnstitueerd en is de institueringsdatum die men hier en daar vermeldt (21 december 1888) niet juist. De kerk is immers pas geïnstitueerd als er een kerkenraad is. En die is er pas als hij bevestigd is.

In de direct daarna gehouden kerkenraadsvergadering werd besloten zich als gemeente los te maken van de hervormde synodale hiërarchie ‘en wederom kracht en geldigheid te verlenen aan de Dordtse Kerkorde‘.

Berichten van Reformatie‘.

Natuurlijk werd koning Willem III op de hoogte gesteld van de Doleantie in Buiksloot. Deze was immers het hoofd van de Nederlandse Hervormde Kerk, sinds de overheid in 1816 aan de kerk een nieuw Reglement opdrong, dat in de plaats kwam van de Dordtse Kerkorde. Dat nieuwe ‘Algemeen Reglement voor het Bestuur der Hervormde Kerk’ gaf veel macht aan de Algemeene Synode en haar Algemeene Synodale Commissie, wat zeer ten koste ging van de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeenten. Bovendien was naar veler overtuiging dat Reglement er in feite de (indirecte) oorzaak van dat de vrijzinnigheid met rasse schreden de hervormde kerk binnendrong, waardoor  de belijdenis van de kerk steeds meer in het gedrang kwam. De Dolerende kerkenraad schreef de koning op de dag van de instituering in een verzegeld schrijven dat hij ‘de in 1816 opgelegde organisatie en alle daaruit voortvloeiende reglementen geheel terzijde gesteld had’ en ‘aan de Dordtse Kerkorde wederom kracht en geldigheid’ had verleend. Ook de burgemeester en de wethouders werden op de hoogte gesteld.

Het kerkelijk leven neemt een aanvang.

De kerkdiensten werden vooralsnog in de christelijke school gehouden (links het meestershuis). Foto: ‘De GK van Buiksloot’).

De eerste kerkenraadsvergadering werd gehouden op 31 januari 1889, net als de kerkdiensten in de Christelijke School. Besloten werd de Vereeniging ‘De Kerkelijke Kas’ op te richten. Dat was tijdens het van 11 tot en met 14 januari 1887 in Amsterdam gehouden Gereformeerd Kerkelijk Congres aanbevolen, omdat de Dolerende kerk op grond van de geldende wettelijke regels geen rechtspersoonlijkheid kon krijgen, en een vereniging wel. De Vereeniging ‘De Kerkelijke Kas’ kon dan als een soort van Commissie van Beheer alle zaken regelen – natuurlijk namens en onder verantwoording aan de kerkenraad – waarvoor rechtspersoonlijkheid vereist was.

C.F. Capelle (1857-1942). Foto: ‘De GK van Buiksloot’).

In het kerkelijk leven te Buiksloot speelden Pieter Pauw (1863-1919) en Carel Frederik Capelle (1857-1942) een belangrijke rol.

Samen met zijn vader collecteerde de jonge Pieter Pauw  in de omliggende dorpen al voor de Uniecollecte, waaruit de  christelijke scholen elders in het land financieel gesteund werden (ze kregen geen rijkssubsidie, zoals de openbare scholen). Altijd waren hij en zijn pa bang dat tegenstanders van de christelijke school hen uit het dorp waar ze collecteerden zouden wegjagen. Later werd hij in Buiksloot behalve beroepshalve kruidenier ook ouderling, scriba, lid van het schoolbestuur, en zelfs gemeentesecretaris.

Carel Frederik Capelle was onderwijzer geweest bij de onderwijspionier H. Lankamp in Amsterdam, schreef een methode voor de Bijbelse Geschiedenis en werd  in 1887  schoolhoofd in Buiksloot, waar hij vooraan stond bij de Doleantie. In 1896 werd hij voorzitter van de gereformeerde kerkenraad in Buiksloot.

De Gereformeerde Kerk te Buiksloot (1892).

Na niet altijd even makkelijk verlopen onderhandelingen tussen de landelijke synodes van de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken (resp. afkomstig uit Afscheiding en Doleantie), werd op 17 juni 1892 desondanks de eenheid van beide kerkgenootschappen geproclameerd, en besloot men zich in het vervolg ‘De Gereformeerde Kerken in Nederland’ te noemen. Ook de Dolerende kerk van Buiksloot sloot zich daarbij aan. Samen met de nabijgelegen Gereformeerde Kerk te Nieuwendam  behoorde zij tot de classis Edam.

De kerk van Nieuwendam was op 20 augustus 1860 geïnstitueerd als Christelijke Afgescheidene Gemeente NieuwendamLandsmeer.  De verhoudingen tussen de kerken van Buiksloot en Nieuwendam waren niet goed. Er waren wrijvingen over catechisanten uit Buiksloot die in Nieuwendam catechisatie kregen; enkele leden in Buiksloot wilden liever bij Nieuwendam behoren. En ook over de leer van dr. A. Kuyper (1837-1920) met betrekking tot doop en wedergeboorte bestonden verschillen van mening.

De kerk van Zunderdorp geïnstitueerd (1893).

Het houten kerkgebouw van Zunderdorp.

In het nabijgelegen Zunderdorp was aanvankelijk nog geen Gereformeerde Kerk gevestigd. Op een gegeven moment vroeg S. Zant uit dat dorp of hij als lid van de kerk van Buiksloot ingeschreven mocht worden. Toen in 1893 een groepje hervormden in Zunderdorp overging naar de Gereformeerde Kerk, werd het tijd ook in Zunderdorp de Gereformeerde Kerk tot openbaring te brengen. Onder leiding van de kerk van Buiskloot werd daar op 15 februari 1893 de Gereformeerde Kerk geïnstitueerd. Afgesproken werd toen te zijner tijd samen een predikant te beroepen.

De houten gereformeerde kerk te Nieuwendam (tek.: Reliwiki).

‘Gansch onaannemelijk’…

Al in 1894 oordeelde de classis dat de drie kleine kerken Nieuwendam, Buiksloot en Zunderdorp beter konden worden gecombineerd om gedrieën één dominee te beroepen. Nieuwendam wilde dat niet en beriep zelf een predikant: ds. P.A. Lanting (1836-1915), en in Zunderdorp verschilden de meningen. Eigenlijk was men in Buiksloot best blij dat het niet door ging. Toen de kerk van Nieuwendam in mei 1895 voorstelde de kerken te Buiksloot en Zunderdorp op te heffen en bij Nieuwendam te voegen ‘werd dat voorstel als gansch onaannemlijk verworpen’.

‘Zo de Heere het Huis niet bouwt…’.

Pieter Pauw (1863-1919) kocht in het geheim een gebouw voor de Dolerende Kerk (foto: De GK van Buiksloot’).

Met Zunderdorp zou gezamenlijk een predikant beroepen werden en was ondertussen afgesproken dat kerk en pastorie in Buiksloot gebouwd zouden worden; daar woonden de meeste gereformeerden. Men begon dus met collecteren. Al gauw kwam Pieter Pauw op de kerkenraad met de mededeling dat op de Ringdijk van het Buikslotermeer een nog nieuwe smederij annex wagenmakerij met een woning geveild zouden worden! Beducht voor tegenwerking van niet-gereformeerde dwarskijkers besloot men er in het diepste geheim op af te gaan en een bod te doen. Maar eerst besprak men op 1 oktober 1896 – nadat gelezen en gezongen (link) was psalm 127, ‘Zo de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan’ – hoeveel men voor de smederij c.s. betalen zou: maximaal fl. 4.000. De verbouwing zou nog fl. 1.000 extra kosten, zodat een lening van fl. 5.000 afgesloten moest worden.

Pauw ging naar de veiling, waar de aanwezigen verbaasd opkeken dat hij zo’n groot gebouw kocht. De koopprijs viel mee: fl. 3.600 en de koop was gesloten! Toen hij desgevraagd meedeelde dat de koop gesloten was namens de Gereformeerde Kerk ‘ging een boosaardig gemompel op’. Maar er was niets meer aan te doen. De bijna fl. 250 onkosten die binnen acht dagen moest worden voldaan werd door de gemeenteleden opgebracht.

De nieuwe kerk in gebruik genomen (1897).

De nieuwe gereformeerde kerk met links achter de bomen de pastorie.

Timmerman Dirk Hartog uit Landsmeer kreeg opdracht de smederij annex wagenmakerij plus woning voor fl. 1.400 te verbouwen; een klus die een half jaar in beslag nam. Voor zo weinig mogelijk geld werd de inboedel aangeschaft, waaronder een gebruikt Frans orgel voor fl. 150. Op 24 maart 1897 kon de nieuwe kerk in gebruik genomen worden! De kerk was tot de nok toe gevuld toen ds. B. van Schelven – per rijtuig uit Amsterdam gehaald – de preekstoel beklom.

De galerij werd alleen gebruikt als er ‘beneden’ geen plaats meer was. Het was daar vooral in de zomer vaak bloedheet. Ook werd men ‘dringend verzocht het onwelvoeglijke spugen na te laten’, waarschuwde een bordje de kwajongens die zich niet konden beheersen…! Of… was de waarschuwing gewoon voor de mannen die hun pruimtabak op de vloer spuwden? Buiksloot zou waarlijk niet de enige kerk zijn die met dit euvel te maken had en zo’n bordje ophing!

Een eigen predikant (1901).

Het was een hele opgave om samen met de kerk van Zunderdorp tot de keuze van een predikant te komen. De kandidaten of predikanten die men op het oog had moesten zowel in Buiksloot als in Zunderdorp preken en daarna maakten de manslidmaten van beide kerken een keuze uit een door beide kerkenraden opgesteld ‘zestal’. Op die manier werd onder anderen kandidaat Abraham Kuyper jr. (1872-1941) (zoon van) beroepen, maar hij bedankte omdat hij zijn studie  wilde voortzetten.

Ds. A. Schweitzer (1872-1943) op latere leeftijd.

Na nog twee ‘bedankjes’ nam kandidaat A. Schweitzer (1872-1943) uit Den Haag het op hem uitgebrachte beroep aan en deed op 10 november 1901 intrede. Zijn tekst was uit Efeze 4 vers 16. Daaraan voorafgaande was hij in het ambt bevestigd door zijn studiegenoot ds. L.J.C. Kreyt (1874-1960) uit Monnickendam. Veldwachter Van Rijn zorgde buiten de kerk dat alles ordelijk verliep.

Het jaartraktement van ds. Schweitzer bedroeg toen fl. 800. Hij zou ongeveer vijftien jaar aan de kerken van Buiksloot en Zunderdorp verbonden blijven. De predikant ging – na in het huwelijk te zijn getreden – met zijn echtgenote in een huurhuis naast de kerk wonen. Ds. Schweitzer  ging aanvankelijk afwisselend ’s morgens of ’s middags in Buiksloot en Zunderdorp voor, maar later werd besloten hem afwisselend de hele zondag in een van beide dorpen te laten voorgaan. De kerk van Buiksloot was weliswaar aanvankelijk gering van omvang (in 1902 telde zij in totaal 88 leden), maar de groei zat er goed in, want in 1912 telde de gemeente al 213 leden (Zunderdorp 63) en weer tien jaar later al 488 (Zunderdorp 74).

De evangelisatie.

Het vignet van de gereformeerde Zondagsschoolverening ‘Jachin’.

In 1911 was in Buiksloot een evangelisatiecommissie opgericht; daar was behoefte aan, want een groot deel van de plaatselijke bevolking was weliswaar wel of niet lid van de hervormde gemeente, maar velen leefden daar buiten. De commissie werkte met twee zondagsscholen: een bij het Tolhuis in Buiksloot en een in het nabijgelegen Ilpendam.  Ze waren beide lid van de in 1871 opgerichte landelijke Gereformeerde Zondagsschoolvereeniging ‘Jachin’. Ze waren bedoeld voor buitenkerkelijke kinderen; in Buiksloot namen de meeste gereformeerde ouders hun kinderen gewoon mee naar de kerk, al waren er uitzonderingen. Ze gingen al naar de School met den Bijbel en hoefden volgens de meeste ouders niet ook nog eens extra op de Zondagsschool onderwezen te worden in de christelijke godsdienst.

Geen schietbaan bij de kerk!

Bij zijn koffiehuis, vlak in de buurt van de gereformeerde kerk – zo waren althans de plannen van koffiehuis-eigenaar Joh. Groot – zou een schietbaan worden aangelegd. Op zondag zouden daar allerlei activiteiten gaan plaatsvinden. Ds. Schweitzer en  zijn hervormde collega Verhagen dienden een protest bij de gemeente in, die de vergunning weigerde. Toen de eigenaar in hoger beroep ging handhaafde de Raad van State ‘in naam der koningin’ de intrekking.

‘De Grote Oorlog’ (1914-1918).

‘De Nederlandse Maagd verwelkomt de Belgische vluchtelingen’.

Ook in Buiksloot werd de nood gevoeld toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog, toen ‘Grote Oorlog‘ genoemd, uitbrak. Ondanks het feit dat Nederland neutraal bleef, werd ook in ons land de economie zwaar getroffen. In Buiksloot werd een Steuncomité opgericht, waarin ook ds. Schweitzer en zijn echtgenote meewerkten. Het uit alle dorpsnotabelen bestaande comité steunde niet alleen gezinnen van opgeroepen soldaten, maar ook de vele werklozen. Ook in de kerken werd gecollecteerd om de beloofde steun te kunnen geven.

Door de oorlog vluchtten Belgen, wier land in augustus 1914 zonder de minste waarschuwing door de Duitsers binnengevallen werd, naar ons land. Ook in Buiksloot werden 112 vluchtelingen opgevangen.  onder bedreiging  van de Duitsers ten opzichte van de bedrijven waar ze werkten moesten ze in oktober terugkeren.

Hoe dan ook, zoals we zagen groeide de kerk van Buiksloot snel. Het werd tijd voor een nieuw kerkgebouw…!

Naar deel 2 >

2020. GereformeerdeKerken.info